Adriaan Morriën over gebruik van handspiegel „25 JAAft 322" er zijn geen slechte boeken, net zo min als er lelijke vrouwen zijn. MOGELIJKHEDEN VOOR VRIJE TIJD DAT IS LUDWIG WITTGENSTEIN 79,50 jppa en kleding WAAR KJ ES (Anatole France) HERBELEVING VAN TAAL BUURMAN VAN NATHALIE 0p deze pagina worden besproken VERVREEMDING MIDDENWEG CONFRONTATIE BELEREND SYNTHESE BEZINNING DE STEM EDER voor zaak voor fel. 34442 Breda. LKOME HUISVRIEND 0.000 GEZINNEN EEN goed gedeelte van de nieuwste dichtbundel van Adriaan Morriën: „Het gebruik van een wandspiegel" handelt over het woord en de poëzie; dat spel met het woord, die woordspeling, zoals hq zelf vaststelt. Adriaan Morriën heeft dat al eerder gedaan. Hij debuteerde tussen de twee we reldoorlogen en hij liet de tijd van toen in zijn gedichten zien. En zich- jeif in die tijd. „Hartslag" heette een van zijn eerste bundels en dat tras een zeer juiste titel, er werd een biologisch verschijnsel in uitgedrukt en er werd tevens op een poëtisch en algemeen bekend symbool gewe zen. Het waren stemmingsgedichten, tans gedichten die een bepaalde stemming weergaven. Behalve de poëzie zelf, waren in die eerste bun dels de menselijke verhoudingen het onderwerp, de verhouding tussen man en vrouw en kind. Het moeder schap had er een voorname beteke nis. Al deze onderwerpen kan men terugvinden in de nieuwste bun del. Ook hier wordt nu en dan het kind vermeld en „kinderpraat" ge citeerd; ook hier by na voortdu urt wordt over de seksuele om gang en de vrouw geschreven, even als over de masturbatie, waar het titelgedicht over gaat. Ook hier wordt de jeugd en de moeder herdacht, de liefde voor de moeder en de haat van de vader. Er is in de loop van de tijd echter iets veranderd in deze zie die haar onderwerpen van oor- ftrg trouw bleef Morriën koe persoonlijk van instelling zijn poëzie ook is heeft de veranderin gen van de tijd ondergaan en dat keeft de aard van zijn schrijven niet getast, maar wel in sommige op zichten gewijzigd. Zijn poëzie was van de aanvang if een constaterende. Hij stelt in i gedichten vast wat er gebeurt, koe het zich openbarende verschijn sel en de situatie er uitzien, maar wat aanvankelijk gebonden was aan iipamljg n 't weergegevon mo- ■nt is toevalliger geworden, niet m met dat moment vergroeid. JJteiën is ook meer geneigd dan sioeger tot doceren, zoals in de lëthten waar hij over het dood zijn ril God spreekt en de geestelijken cltander wil laten vermoorden zoals «dat vroeger anderen trouwens wel andere geestelijken ge il hebben. Morriën verliest hierbij uil het oog dat hij, door dit te wen sen, de bloeddorst met die geeste lijken van vroeger deelt Bloeddorst staat hem niet en daarom werden de ze gedichten over theologie en con- tilie nauwelijks gedicht. Poëzie kan woordspeling zijn, maar niet iede- re woordspeling is poëzie. Uit 'n anek dote kan voortreffelijke poëzie ge maakt worden. Max Jacob was daar bijvoorbeeld een meester in. Dat wil echter nog niet zeggen dat een anek dote in een bepaald ritme medege deeld vanzelf poëzie is. De terzinen aan de hel gewijd en waar de beken de uitvlucht dat er niemand in de wel bestaande hel vertoeft wordt aangehaald, is een wat goedkope ane dote, maar het is geen poëzie. Daarvoor zou er meer spanning in de gebruikte taal aanwezig moeten zijn dan men in de terzinen vinden kan. Zonder spanning constateren is geen poëtisch constateren, alleen op de momenten dat er van een wer kelijke inniger betrokkenheid met het onderwerp sprake is kan de poë zie ontstaan. Als Morriën het heeft over men sen of dingen die hem inderdaad ter harte gaan, dicht hij ook, zoals bijvoorbeeld in terugkeer.. Alle revoluties wl&ecn de dood van mijn moeder niet uit. En elle vooruitgang verhindert niet dat Ik mtfn vader heb gehaat Ik doe nog altijd, te laat uit school, de stap naar de keukendeur en Ucht de klink op. bang dat de deur weer te hard kraakt. Alles is mogelhk: mijn vader zwijgt of leest mij met strenge ogen de les. MUn moeder glimlacht of kijkt met een stil gezicht op haar bord. Ik schik aan tafel aan en reik. dwars door de verleden tijd, met een hand die weer kinderlijk wordt, naar de dampende aardappelschaal. Dat ls wellicht niets groots, maar het bezit de spanning om het echt te doen zijn en helder als bijvoor beeld ook het Kleine Gebed van de Doodsangst. in godsnaam, strek Je arm. zodat Ik aan Je huid de plooitjes van Je elleboog, het vlees tn de gevoegde huid en aan de ader in het vlees zie dat je leeft en dat Ik lest. Jos Panhuijsen "pussen de vele dichtbundels, die pogingen tot nieuwe richtingen etaleren, valt die van Bert S. A. Peto op als fijn serieus werk. „Tegen beter weten in: solidair en profil" is de titel van zijn laatste bundel. Bescheiden en terecht noemt hij deze bundel „een studie, poging tot d.d,t.-poëzie". Als student aan de Nijmeegse universiteit is voor hem deze instelling niet vreemd. Peto zoekt ernaar de taal tastbaar te maken. Hij wil door technische ingrepen in de taal- en woorden- constructies, zoals we ze vaak af gesleten kennen, een herbeleving mogelijk maken. Hij is daarbij een uitgesproken zoeker, die tracht door te dringen in de kosmos met al zijn tastbare reacties, een beetje triest en ironisch soms. De tekst van zijn london poems is doorgedrongen tot 'n radio-uitvoering voor mannenstem, technicus en klarinet. De bundel is in vele hoekzaken verkrijgbaar, .naar de uitgever is H. Miesen. Van Slich- tenhorststraat, Nijmegen. Dat is de auteur zelf. „Vanwege de dure uit geverijen". Toch ziet de bundel er een uitgever waardig uit. „Jk zal de buurman wakker schudden en hem vertellen wat er gaande is" (Uitg. Opwente- ling, Eindhoven) is het debuut an Nathalie van den Eerenbeemt. Zij is een 29-jarige Eindhovense, moeder van vier kinderen, echtgenote van de beeldende kunstenaar Gerard van Iersel. Nathalie van den Eerenbeemt wil de grenzen laten vervagen tussen alle uitingen van creativiteit en houdt zich bezig met beeldende kunst, poëzie en muziek. Haar poë zie, zoals opgenomen in deze bundel bestaan nog voornamelijk uit wat losse gedachten, die nog te sterk aan haarzelf gebonden zijn, zonder dat er een grote diepte wordt be reikt van werkelijk dichterschap. Dat neemt niet weg dat haar werk zeer mooie passages bevat. Over het geheel krijgen wij echter de in druk, dat de gedichten niet af zijn, o.a. door de talloze onderbrekingen in metrum, die storend werken en bij een kritischer beschouwing door de dichteres zelf vermeden hadden kunnen worden. ■yfoor degenen, die over enig ini tiatief beschikken is het bijna nog onmogelijk zich nog te ver velen in hun vrije tijd. Er komt een schat aan mogelijkheden op je af, wanneer je jezelf verdiept in de tal loze boeken en boekjes, die verschij nen over allerlei technieken. In de serie Handenarbeid als crea tief spei no 7 verscheen bij Cante- cleer De Bilt het boek Metaal van Ullrich, Klante en Röttger. Achter deze misschien wat afschrikwekken de titel gaan zeer interessante gege vens schuil, die materialen als draad gaas en plaat aantrekkelijk maken als stof om mee te werken. Bijna 400 prachtige foto's illustreren de structuren, vormen, sieraden, mobi les, dieren en vele andere mogelijk heden, die je direct warm maken om ermee te beginnen. De voor beelden getuigen van goede smaak en inventiviteit; de tekst is duidelijk en niet te omslachtig, de resulta ten zullen een sieraad zijn voor mens en huis en inspireren tot eigen vindingrijkheid. Het boek stamt uit Duitsland, dat op dit terrein een naam heeft hoog te houden en dat in dit geval zeker doet. Een kost baar bezit voor ieder „spelende mens". Weel traditioneler zijn boekjes uit de „Vrije Tijd Paperbacks", die uit het Engelstalige gebied stam men. Tekenen in uw vrije tijd van K. Jameson is een zeer bruikbaar boekje voor allen, die met stift of kwast iets op papier willen zetten. „Iedereen kan tekenen, dat staat vast" zegt de schrijver en „leraar" die aan de hand van een honderd tal aardige afbeeldingen laat zien wat hij met zijn cursisten bereikte. Zijn voornaamste intentie bij het te kenen is om ons te leren „zien" in plaats van oppervlakkig kijken. En daar slaagt hij in. Het vaak verfoei de academische tekenen krijgt vrij veel aandacht, maar blijkt dikwijls toch 'n noodzakelijke voorwaarde om tot de genoemde vrije expressie te komen. Verder staan er zinnige za ken in over o.a. de gewassen teke ning, tekenbenodigdheden, papier en inkt en over het vinden van onder werpen. Tn dezelfde serie verscheen even eens bij uitgeverij Cantecleer van G. Lockwood: Maak lappen-pop pen in uw vrfje tijd. De lappen-pop pen die van oudsher deel uit maakten van het kinderspeelgoed komen weer in zwang. In de etala ges zien we tegenwoordig vaak de alleraardigste exemplaren liggen. Maar we kunnen ze zelf ook maken of onze kinderen laten maken. Dit boekje is daardoor een handige handleiding, waarbij talrijke foto's en tekeningen ons helpen om de juis te modellen te Jcnippen en te naaien. In dit boekje staan 22 verschillende patronen voor grappige nieuwe en oude bekende dieren en poppen. De uitwerking is niet altijd geslaagd en niet zo bijster origineel. Maar er staan voldoende gegevens in om onze eigen fantasie te prikkelen, om ons „technisch" op weg te helpen en om de kinderen hun favoriete dieren en sprookjesfiguren te schenken. rjick van Voorst ontdekte de mo gelijkheden van materiaal, dat in ieder huis gratis te krijgen is n.l. golfkarton. Hij heeft uit ervaringen geleerd dat jong en oud met dit ma teriaal zeer fantasierijk kan spelen en werken. Hoe? Dat is allemaal te vinden in zijn boekje Golfkarton. Hij laat je er huizen, machines, bruggen «n vliegtuigen van bouwen. Hij leert je er lampekappen, mobiles en an dere bewegende constructies mee maken. De vele foto's in dit boekje laten zien, dat dit materiaal voor echte „huisvlijt"-mensen ongeken de mogelijkheden biedt en een aange name tij ds verpozing. Ook een uitga ve van Cantecleer. Adriaan Morriën: Het gebruik van een wandspiegel (uitg. De Bezige Bij, Amsterdam); Wim J. E. Koek: 25 jaar 322 (uitg. Koninklijke Lucht macht); Bert S. A. Peto: Tegen beter weten in; solidair en profil (uitg. M- Miesen, Nijmegen); Nathalie van den Eerenbeemt: Ik zal de buurman wakker schudden (uitg. Opwentellng, Eindhoven); Gedichten van jonge ren (uitg. De Jonge Kerk, Nijmegen); Ullrich, Klante en Rotger: Metaal (uitg. Cantecleer, De Bilt); G. Lockwood: Maak lappen-poppen in uw vrije tijd (uitg. Cantecleer, De Bilt); K. Jameson: Tekenen in uw vrije tjjd (uitg. Cantecleer, De Bilt); Dick van Voorst: Golfkarton (uitg. Cante cleer, De Bilt); Norman Malcolm: Ludwig Wittgenstein, een biografisch essay (uitg. Van Ditmar, Amsterdam); Georges, Perec: Een slaper (uitg. A. W. Bruna en zoon, Utrecht); P. Anciaux en Herman Mertens: Tekens van Geloof en zending (uitg. Nelissen, Bilthoven); Dik Vermeire: Wereld zonder grenzen (uitg. Lannoo, Den Haag); Ignace Lepp: Levenskunst van de intellectueel (uitg. Lannoo, Den Haag); R. Schuts en M. Thurlan: Het levende woord (uitg. Nelissen, Bilthoven); Lambert van de Water: Mede menselijkheid (uitg. Nelissen, Bilthoven). DE festiviteiten rond het 322ste squadron van de Koninklijke Luchtmacht zijn weliswaar verleden tijd, maar de herinne ringen aan de viering van het 25-jarig bestaan zijn nog lang *et verdwenen. Laat staan de verhalen, die vliegers en iialing^verteW hebben6t SqUadr0n elkaar tijdenS de vierinS biJ her" JONGEREN DICHTEN iV?m 5 luohtvaartredaeteur de heer J® J/ E- Koek ls bij dit alles ten betrokken geweest. Als her ten ii aan s9uadron en festivitei- VM,r „nu zi]'n boek "25 jaar 322" ïeeev„„nS' dat hij met teksten en flenisT V*J de sectie krÜSSgeseliie- s(eld heeft luchtmacht sanienge- HOgal Kt00^ heeft voor dit werk Hii hJüt studies moeten maken, en oud iL ^sproken met leden beeft tl1" ?n het befaamde 322, Sevlosen sJeeJ op te doen. nee- 'nngdurig"1 „et6 „spr?.k fPYI TM tie. r. W' «.IC tourag, vataj nguter en spraK arnS ume! prins Bernhard, die bewonderaar is van .322" efrontndeü daarom goed gecon- ,1° ™et de kleurige en- van a!?- de sterke staal- ïegkunst en grondwerk, de toewijding van iedereen, die direct of indirect met dit bekende squa dron te maken heeft gehad. Men komt in het werk van Wim Koek allerlei bekende namen tegen. Na men van Nederlandse vliegers, die tijdens de oorlog buiten eigen land de vijand tegemoet vlogen, met dik wijls weinig kans op de basis terug te keren. Velen hebben deze thuis- vlucht dan ook niet meer gehaald. Vele anderen kwamen na de oorlog terug bij de luchtmacht in eigen land en bouwden verder aan de taak van „322" en van de gehele lucht macht. Tussen 1943-1968 is heel wat luchtmacht-geschiedenis geschreven. „25 jaar 322" is daarvan een samen vatting, dat een boeiend beeld geeft van een boeiend team van mensen. T. VAN DEN HOUTEN. JN het tijdschrift „Jonge Kerk" is een aparte rubriek voor de jon geren ingeruimd. In „Doe zelf mee" kunnen zij in de vorm van gedichten hun visies geven op de problemen waarmee ze leven. De rubriek trekt. Daarom is er een bloemlezing uitgegeven van gedichten, die in de afgelopen jaren zijn gepubliceerd. Keuze-norm was niet alleen de literaire waarde, maar ook de echtheid en oorspron kelijkheid. De bundel „Gedichten van Jongeren" (uitg. „Jonge Kerk", Nijmegen) bevat 7 rubrieken: God, mens, liefde, protest, vrede, een zaamheid en dood. De selectie geeft een aardig beeld van het reli gieuze denken van een bepaalde ca tegorie jongeren (n.l. Jonge-Kerk- abonees). Behalve wat gewrongen maakwerk is het merendeel vaak verrassend fris. Stella Kessels maak te er speelse illustraties bij. „Jk heb het werk van de filo soof Wittgenstein niet gelezen. Wel heb ik zijn beroemde boek in handen gehad. Ik heb het door gebladerd om te kijken of er plaat jes in stonden. Een filosoof, die zich niet regelmatig van plaatjes bedient, raakt onwillekeurig de weg bijster tussen al die woorden die toch ai veel te moeilijk zijn". Jan Wande laar, die dit schrijft naar aanleiding van Allemanskunst in het boekje „Het vervierde leven", heeft „zijn be roemde boek" dan ook niet aange schaft. Dat is zo gek nog niet, want hij zou waarschijnlijk verdronken zijn in het woordenspel. Toch blijft Witt genstein, te pas en te onpas, tel kens weer om de hoek kijken bij huidige beschouwingen, zodat velen wel zijn naam kennen, maar niet we ten met wie ze te doen hebben. Jan Wandelaar en alle geïnteresseerden moeten dan maar beginnen met het boekje van Norman Malcolm aan te schaffen: „Ludwig Wittgenstein, een biografische essay" (uitg. Van Dit mar, Amsterdam). ^Jalcolm heeft Wittgenstein per soonlijk zeer goed gekend. Hij was met hem bevriend als je dit begrip in verband kunt brengen met deze merkwaardige filosoof. Hij vertelt zijn levensverhaal simpel, dui delijk en interessant. Dit boek is een van de schaarse bronnen voor de kennis van zijn leven. De brochure van W. F. Hermans „Wittgenstein in de mode" en kolommen over hem in het maandblad Avenue nemen we dan graag voor kennisgeving aan. Na het lezen van dit boek kun je dan altijd nog besluiten om „zijn be roemde boek" niet alleen in handen te nemen maar ook te lezen. Qp 29 april 1951 stierf te Cam bridge deze filosoof, die een van de grootste en invloedrijkste van onze tijd kan heten. Hij was op 26 april 1889 in Wenen geboren. Van 1929 tot zijn dood leefde Wittgenstein in Engeland. Hij werd Brits onder daan, maar hield niet van de En gelse levensstijl en had een afkeer van de academische atmosfeer van Cambridge, waar hij prof was. Door de diepzinnigheid en de oorspron kelijkheid van zijn denken is het erg moeilijk de denkbeelden van Wittgen stein te begrijpen en nog moeilijker deze in eigen gedachtenleven te in tegreren. Weten hield voor Wittgen stein ten nauwste veband met het doen. Een opvatting, die duidelijk speurbaar is in het denken van van daag. Ja Wittgenstein ontmoeten talrij ke tegenstellingen elkaar. Het is daarom niet zo vreemd, dat hij „in de mode" is. Hij merkte evenwel eens op dat „de problemen worden opgelost, niet door nieuwe informa tie te geven, maar door datgene wat we allang wisten te ordenen". Van groot belang is ook zijn in vloed op de taal. Op een dag toen Wittgenstein over een voetbalveld liep kwam de gedachte bij hem op, dat wij in de taal een spel spelen met woorden. Een centrale gedachte van zijn filosofie, het idee van een „taal spel" dankte blijkbaar zijn ontstaan aan dit voorval. In dit boekje ontmoeten wij de filosoof geconfron teerd met de talrijke vraagstukken die het leven stelt. De anekdotische benadering van zijn leven en denken maakt ons daarbij spelenderwijs waf vertrouwd me* deze mens. Een pret tige en deskundige kennfsmaking in eerste aanzet. H.E. „Vf/aarom zou je de top van de hoogste heuvel beklimmen als je daarna er toch weer af moet". Met dit zinnetje uit „Een Slaper" van de Franse schrijver Georges Perec (uitg. A. W. Bruna en Zoon, Utrecht), is eigenlijk dit hele verhaal typerend. Verveling en vervreemding vormen het thema van dit boek, waarin Perec zich be zighoudt met de gedachtenwereld van een student, die in een toestand van volslagen willoosheid is geraakt en zich op zijn kamer heeft opgeslo ten om zich aan alles wat er rond om hem gebeurt te onttrekken. Hij schijnt geobsedeerd door zes sokken die in een roze plastic bakje drij ven. De schrijver is er wel in ge slaagd de vervreemding en verveling zo indringend over te dragen, dat de lezer zich slechts met moeite door het boekje heenwerkt. A. de Swarte zorgde voor een uitstekende verta ling. J>aul Anciaux en Herman Mer tens, Tekens van Geloof en Zending (Uitg. Nelissen, Bilt hoven, Patmos, Antwerpen). Theolo gische bezinning op de betelcenis van de sacramenten voor de kerk en voor de gelovigen. Het werkje heeft een uitdrukkelijk pastorale in slag. Het kiest een middenweg tus sen een magisch-automatische en zuiver symbolische opvatting van het sacrament. f^ik Vermeire, Wereld zonder Grenzen; naar een universele ont wikkelingspolitiek (Uitg. Lannoo, Teilt - Den Haag). Algemene intro ductie in het probleem van de ont- wikkelings-samenwerking. De au teur laat duidelijk zien, dat het hier gaat om een structuurprobleem dat alleen door structuurhervormingen uit de wereld kan worden geholpen. Indien het westen de tekenen des tijds niet verstaat zal het onherroepe lijk tot een confrontatie tussen ar me en rijke landen komen. Het lot van het westen en daarmee het lot van heel de wereld staat op het spel. Jgnace Lepp, Levenskunst van de intellectueel (Uitg. Lannoo, Tielt Den Haag). Aantal tips voor de in tellectueel om een gezond, volmense- lijk leven te kunnen leiden. De tips hebben betrekking op alle mogelijke aspecten van het menselijk bestaan vanaf de slaap en het eten tot de vriendschap en maatschappelijke contacten. De toon is enigszins be lerend: zo van de oudere meester die wijze raad geeft aan de onervaren jongeman. f^. Schuts en M. Thurian, Het le vende Woord, tekst van en com mentaar op de constitutie over de openbaring (Uitg. Nelissen, Bilt hoven, Patmos, Antwerpen). Twee leiders van de protestantse klooster gemeenschap in Taizé, die als waar nemers het Vaticaans concilie bij woonden, geven hun kijk op de conci- lie-uitspraken over de openbaring. Zij zien in deze uitspraken een po ging om de oude tegenstelling tus sen Rome en Reformatie te boven te komen: Standpunten die vroeger onverzoenlijk leken blijken in een synthese tot een hogere eenheid te kunnen worden gebracht [_ambert van de Water, Medemen selijkheid, gegeven en taak (Uitg. Nelissen, Bilthoven, Patmos, Ant werpen). Gebruik makend van de wijsgerige bezinning op de „mede menselijkheid" als wezenlijke dimen sie van elk menselijk bestaan, tracht de auteur een nieuwe kijk te geven op het christendom en op het be staan van de christen. Hij concreti seert aldus de verworven inzichten voor het gezin, het parochiële le ven, de religieuze gemeenschap en de arbeidsgemeenschap. Men kan zich afvragen of aan kerkelijke verban den relatief niet te veel en aan pro fane verbanden relatief niet te wei nig aandacht wordt bsteed.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 23