voor volwassenen Roosendaals ontwerper verbaasde Parijse modewet eSd Opstelwedstrijd over invloed van Gandhi Ouwe meut-Hteraïuur" alleen ,OUD' MUSEUM MET JONGE DIRECTEUR spaarbank iw anker t grote delen gtabietten I meent diefstal in n Rotterdam complot -bank met de ervice DE STEM VAN ZATERDAG 19 OKTOBER 1968 Op del een onzer verslat^,,,, TAAG Drijvende h in de Noordzee zullen misschien aan de zeebJ" worden met een revofi t anker. De Shell Z sel proeven met het lan aan het strand even an Kijkduin. vei1 perimenten hebben al dat de trekvastheid van orm is Het model dat w seerd kan een minste*, hoog gewicht houden als L Jt. Bij conventionele am, erhouding van ankergS" racht ongeveer op l 7 1 iktische toepassing v'an lerkt zich overigens niet' ,geb™lk bh drijvend, Ook bijvoorbeeld h en andere gevaarten, 4 yd hecht aan de zeebod» •d moeten zijn, kunnen anker goed gebruiken 1 engen van het anker'c wat langer duurt en mi vaarop het anker moet wo aatst met zo eenvoS t nieuw ontwikkelde aX! ischikt zijn voor de norm? vaart. (ADVERTENTIE) De ecfite Amerikaanse, pENl\ <n het rode busie f&'ly met gele opdruk. vende mtkoitiati srgen C.V. Rotterdam Tel. 010-231^621 tDAM (ANP) De poli- erdam heeft niet de indruk de donderdag in de open- ekomen houtdiefstallen in amse haven, sprake is van lalversaties" en „een uit- mplot", zo is gisteren mee- atste weken heeft de re- i de rivierpolitie voor dief- •duistering van hout vier ks van een Rotterdams ha- gearresteerd. Na enkele newaring te zijn geweest, vrije voeten gesteld, hier om hout, met diverse ;en uit Canada aange- onder meer als stuwhout ging en dan aan derden icht. 31. stuk bouwland; 32. hengsel; 34. sportterrn. sel; 37. Europeaan; 39. stok; 44. notitieboek, ■t; 48. andere naam voor aterverwarmingstoeste jongensnaam; 56. Weu lijke titel in Engelan" egwoord; 60. vordere 4. vragend voornaam" iënt Expresse (afk.); '2. meisjesnaam. 5SING PUZZEL HIGE WEEK AAL: I. Be; 3. voldaan, 13. meent; 14. beo; 18. eens; 19. taaik, 25. kl; 27. ns; 28. me. fik; 33. eel; 34. reg| en; 37. sip; 39. enk, n.b.; 46. ta; 47. gdfc lom; 53. neo; 55. KWg' een; 60. are; 61. t.t„ 1. bussel; 2. eÖJ. J' den; 7. anti; 8. 2, I; 12. Let; 14. bes,» al; 22. en; 24. noref rt; 30. Gen; 31. els- ;6. tomaat; 38. m, >m; 43. ed; 44. i 48. ante; 49. roet, f een; 56. ai*a; 58. s Jacques Krebbekx is 22 jaar. Hij Is getrouwd, heeft een dochtertje van ongeveer tien maanden en hij woont in Roosendaal. Hij is In Tilburg leerling van de academie voor opleiding tot tekenleraar. Zo op hef eerste gezicht gegevens van een jonge man waarvan er bij wijze van spreken dertien ineen dozijn gaan. Toch neemt Jacques Krebbex een aparte plaats in onder de jongeren van zijn leeftijd. Hij is namelijk ie enige Nederlander die een pijl heeft gewonnen in de wedstrijd voor het ontwerpen I m stofdessins, die door het franse „Jardin des Motfes" werd uitgeschreven. Jacques Krebbekx vertelt: „Het is al weer enige tijd geleden, dat ik over die prijsvraag las. Ik vond het wel leuk om mee te doen en ik heb toen twee ontwerpen gemaakt. Eén waar ik mijn hele ziel zo'n beetje in gelegd heb en die ik zelf niet zo erg best vond, en op het laatste nippertje nog moest worden ingestuurd. Je weet hoe dat gaat; vlug, haast-je-rep-je. Ik dacht eerst dat ik er nooit meer iets van horen zou, maar tot mijn grote verbazing kwam er vorige week woensdag plotseling een brief waarin de laconieke mededeling, dat ik donderdagmiddag om vier uur werd verwacht in de „Ecole nationale d'art et des arts décoratifs" in Parijs. Op zo'n moment sta je wel even met je oren te klapperen." 1 Jacques Krebbekx heeft volgens zijn zeggen echter altijd het principe gehuldigd: Grijpen wat je grijpen kunt!, en onmiddellijk werden alle zeilen bijgezet om de reis naar Parijs op korte termijn te regelen, nat lukte en om kwart voor vier die bewuste donderdag stond de noosendaler „Ik ben geboren in Steenbergen, maar ik woon al '1 laar in Roosendaal" voor de school met de dure naam. Het leek meer op een oude bouwval, maar in de tuin ervan stond een Prachtig huis met daarin een nog Prachtiger gezelschap en een buffet na' alleen in heel dure kringen af en toe bij grote gelegenheden wordt aangericht. Een beetje beduusd van al dat drukke en dure geweld wachtte Jacques Krebbekx op de dingen die komen gingen. Lang werd zijn geduld niet op de proef gesteld, want al snel werd hem duidelijk dat er zo'n kleine achthonderd inzendingen waren geweest, dat er 35 prijzen waren, dat hij een van die prijzen had gewonnen, dat er vijf ontwerpen door grote fabrieken waren gekocht en dat zijn Inzending bii die vijf behoorde. Jacques Krebbekx; „Het was voor mij natuurlijk iets geweldigs. Mijn tweede inzending had ge wonnen. Nog meer reliëf kreeg alles toen bekend werd dat er bij die prijswinnaars, maar één beroeps ontwerper was. Ik was de enige Nederlander die in de prijzen was gevallen. Verdei waren er twee Engelsen, een Duitser, een Italiaan, vijl Japanners, een knaap uit Koeala Loempoer en een Maleisiër, De rest was voor de Fransen, maar die vielen op door de slechtheid van hun ontwerpen, en bovendien was het merkwaardig dat de ontwerpers uit Parijs nog slechter werk hadden ingezonden dan die van het platteland. Afijn, mijn ontwerp ls gekocht door een kunstzijdefabriek in Lyon. Waarom? Omdat het mode- tinten waren grijs en bruin omdat het geometrisch van vorm was en omdat het repeteerbaar is. Vooral dat laatste is belangrijk voor een stofdessin, want ze moeten er als het ware kilometers van kunnen drukken." 's Avonds was er in Parijs voor alle prijswinnaars een groot feest waarop de nodige contacten konden worden gelegd met mensen uit da textielsector. Jacques Krebbekx heeft dat ook gedaan en de volgende dag is hij vermoeid, maar met een dikke portefeuille hij vindt dat niemand er iets mee te maken heeft hoe groot zijn prijs is geweest en hoe hoog het bedrag was dat hij voor zijn ontwerp kreeg van de fabriek uit Lyon t- naar Roosen daal teruggekeerd. Uiteraard houdt hij zijn ogen en oren goed open. Hij zegt' „Als er zich nog meer mogelijkheden voordoen, dan zal ik die natuurlijk aangrijpen. Maar de tijd zal moeten uitwijzen of ik er wel of niet in kan komen. Het wordt een tijd van wachten. Maar niet van onproduk- tief wachten." "Sandhi en de emancipatie van de mens". Dat is het "nderwerp van een opstelwedstrijd, die wordt uitgeschreven ter herdenking van honderdste geboortedag van 1 qro r^a, Gandhi op 2 oktober Indiase „subcommissie herdenking in het T'onland van Gandhi's nderdste geboortedag" heeft wereldorganisatie. die niet de Indiase 1. i hee£t ma§ aan de omtol deelnemen. Maar het P tel moet geschreven zijn in pn„Jfan de -olgende talen: of Arabisch"3' SPaanS' Russisch wnva!r »aa£ zu'len twee prijzen en two egekend aan studenten dool aan de overige W0H,emers; 0nder "Studenten- fan alle deelnemers erken! 1 jaar' die b« ee" mf.«l oijsinstellinS zij" zijn dan 94™' Studenten die ouder owrfo lJa,ar wordenal3 ïn dezÜft n®mers" beschouwd. n&CeaSne-«enookde tgeloQfrt°.0fdpriis zal worden ""geloofd; een retourbiljet voor een vliegreis (toeristenklasse) naar India in oktober 1969. De totale kosten van een maand verblijf en reizen in India zullen gedragen worden door de Subcommissie voor de Herdenking in het Buitenland van Gandhi's Honderdste Geboortedag. Op 31 januari 1969 dient het opstel ontvangen te zijn Op 15 augustus 1969 zal worden bekendgemaakt, welke opstellen zijn bekroond. De lengte van het opstel mag de 8.000 woorden niet overschrijden. Deelnemers dienen hun inzendingen in drievoud in een verzegelde envelop te zenden aan de Ambassade van India, Buitenrustweg 2 te 's-Gravenhage, of aan het Nederlands Gandhi Comité, i.o.. p/a Unesco Centrum Nederland, Oranje Nassaulaan 5 te Amsterdam, ter doorzending naar „The Secretary, Sub-Committee for Celebration of Gandhi Centenary Abroad, Room No. 204, 'C' Wing, Ministry of Education, Shastri Bhavan, New Delhi". „Als je nog praat over boeken voor volwassenen dan denk ik alleen nog maar aan die zwoele romantiek, aan wat ik noem ouwe-meut literatuur. Dat er in de literatuur boeken zijn die niet geschikt zijn voor jongeren weiger ik aan te nemen. Je kunt natuurlijk wel zeggen, dat een kind van 12 jaar De Sade niet mag lezen, maar als iemand van 15, 16 jaar hier een boek vraagt krijgt hij het. Ik zal beslist niet zeggen: dat mag jij nog niet lezen. b Ik vind het een geweldig bezwaar, dat een boekhandel zichzelf opwerpt als een soort censuurmentor. Er zijn ook dingen waarvan ik zelf denk: nou voor mij hoeft het niet, maar ik vind dat ik die toch moet brengen". b Aan het woord is de 30-jarige Bredase boekhandelaar („a.u.b. geen mijnheer maar Oeds") Helmhout. Hij heeft in korte tijd een vrij grote groep jongeren om zich heen verzameld, die niqt alleen net als hij geïnteresseerd zijn in een goed boek, maar zich ook geëngageerd voelen met alle (nieuwe) facetten van het huidige leven. b Oeds wil ook de literatuur dichterbij brengen door middel van literaire avonden. Op 25 oktober wordt de eerste gehouden in Breda. Dan komt de jonge Belgische schrijver Jos Vandeloo zomaar wat praten met wat Bredase boekenliefhebbers. De Bredase zanger Dimitri van Toorn, van wie onlangs de tweede elpee is uitgekomen, zal enkele van zijn luisterliedjes ten gehore brengen. Als dit experiment aanslaat zal het op bredere schaal worden voortgezet en zullen meer vooraanstaande jonge auteurs naar Breda worden gehaald. b „Geen zwaarwichtige avonden", zegt organisator Oeds, „maar een fijn contact met schrijvers in een fijne omgeving. Tegen Jos Vandeloo en Dimitri van Toorn heb ik gezegd: Lees maar wat van elkaar. Luister maar wat naar elkaar. Op dia avond zetten we jullie naast elkaar en ga je gang maar. Het moet niet het opgelegde, hoogdravende culturele gedoe worden. Literatuur is een doodgewone zaak. Geen zaak meer van bevoorrechten. b De meeste boeken heb ik in de zaak, omdat ik ze graag zelf zou willen hebben. Ik heb ook een sortering affiches; en elk affiche zou ik zelf graag aan de muur willen hebben. Ik wil gewoon voor het jonge publiek een progressieve boekhandel creëren. „Ook met underground- cultuur". We verkopen nu alleen het undergroundblad OZ, maar we gaan nog uitbreiden. b Naast middelbare scholieren, die duidelijk gericht moeten lezen voor hun schoollijst, komt er ook een steeds groter wordende groep andere jongeren. En je staat verbaasd over hun interesse. Laatst kwam een jongen uit 's-Gravenmoer binnenstappen omdat hij de nieuwe uitgave van Strindberg in de etalage zag liggen. Die jongen kocht de meest kostelijke boeken. Zijn ouders, die "aterdag ook eens in de zaak kwamen, vertelden me, dat hij de ambachtsschool gevolgd had en nu timmerman is. Lezen is het iiefste wat hij doet. Hij beschouwt die leeshobby gewoon als zijn werkelijke vak. En die bekostigt r" door te werken. - Heel veel jongeren vragen ïaar voor de hand liggende boekjes. Als ze werkelijk ■interesse hebben probeer ik hun maak wel eens om te buigen: Stap nou eens af van die detectives en probeer eens een van die Nederlandse of Vlaamse auteurs. Neem maar met en als he.t niet. bfe^ah breng ie het maar terug. b Dat zeg ik ook wel tegen de groep van de twens. Die zijn vroeger op school bekend geraakt met de literatuur, maar ze zijn nu in een soort vacuüm gekomen De hier bekende Harry Mulisch vinden ze nu te geëngageerd. Hugo Claus is nu heel anders, Wolkers boeit hen niet meer. Dan probeer ik hen een beetje wegwijs te maken in de buitenlandse literatuur". a Gerard Spekman (24) uit Roosendaal heeft na zijn eindexamen fotografie aan de Bredase academie Sint-Joost een wekenlange tocht door Kreta gemaakt. Liftend, op de rug van een ezel of lopend trok hij het gehele eiland over. Hij bezocht er ook Mattala, het trefpunt van beatniks, kunstenaars, would-be-artiesten en existentialisten, die leven in in krijtrotsen uitgehakte holen. Hij trof er een soort Zandvoort aan. a Gerard Spekman heeft de lange reis naar Kreta niet gemaakt om er monumenten en restanten van de oude Minoïsche culturen te fotograferen. Zijn fotoreportage bevat vrijwel geen afbeeldingen van ruïnes, witte kuben van huizen of Don Quichoteske molens, maar uitsluitend mensen. Gerard heeft fotografisch willen vastleggen dat de natuur op Kreta in harmonie is met de mensen. a Mattala was voor hem alleen maar een curiositeit, waar hij een kijkje wilde gaan nemen omdat er al zoveel over geschreven was. „Op de boot ontmoet je al een heleboel jongelui uit alle delen van de wereld die naar Mattala willen. Met weinig geld op zak denken ze het een winter .ang ln een rotshol uit te kunnen ringen". a In Mattala trof Gerard Spekman vrijwel alleen dagjesmensen aan, onder wie vele Nederlanders, die „ook eens naar die beatniks kwamen kijken". Maar echte beatniks zijn er bijna niet meer. Voor hen is het plezier er al lang af. Tijdens het toeristenseizoen verspreiden zij zich over het eiland. Ook zij hebben rust nodig. De achtergelaten holen worden onmiddellijk in beslag genomen door vakantiegangers, Amerikaanse meisjes voor wie het leven als holenmens „so exiting" is en enkele verdwaasde figuren, die op weg naar een van de meditatie-walhalla's in Nepal of India, nog even aanwippen in Mattala omdat je er ook geweer* moet zijn. Zowel in het oude als in het nieuwe Grieks is maar één woord voor vreemdeling en gast'tegelijk: „xenos". Gerard: „Wanneer ik vertelde, dat ik beroepsfotograaf was, werd de betekenis „gast" van het woord xenos onmiddellijk in praktijk gebracht. Ik werd uitgenodigd iets te drinken en daarna volgde vaak een maaltijd. J Niet zelden werd ook een bed voor me vrijgemaakt. b Gastvrijheid is iets wat Gerard overal ondervonden heeft. Stond hij langs de zondoorstoofde wegen te liften dan stopten automobilis ten vaak pui zich te verontschul digen, dat ze hem helaas niet mee konden nemen. Vrouwen, „met icone-ogen", zegt Gerard, lieten mij in de schaduw zitten en waar schuwden zelf een automobilist of vrachtwagenchauffeur". Van anderen kreeg hij zo maar een handvol olijven, een homp brood, wat vruchten en wijn. „Weigeren was er niet bij. Onmogelijk". Als fotograaf was Gerard in de gelegenheid dichter bij de bevol king te komen staan dan de ge wone toerist. In ieder dorp waai hij binnentrok werd hij onmiddel lijk omringd door drommen kin deren. Ze wilden allen op de foto. Daarna kwamen de ouderen. Ge rard beschikt nu over een uitge breid „familiealbum" van de ge zinnen van talloze Kretenzische dorpjes. Bijvoorbeeld van een vrouw van meer dan normale omvang waarbij hij drie dagen gastvrij onthaal genoot. Gerard vertelt: „Bij het afscheid wilde ik een foto van haar nemen. Maar eerst moest ze zich even opknappen. Plotseling stond ze daar in de deuropening, als een filmdiva tegen de deurlijst. Ze had zich in de korte broek van haar zoon gewurmd, maar die sloot bij verre n» niet om haar taille. Wat de broek niet kon ver bergen werd door een onderjurk aan het oog onttrokken." Een rondreizend circusartiest, die onder de naam „New Samson" staaltjes krachtpatserij weggaf op dorpspleinen, zag financieel voordeel in de aanwezigheid van Spekman. Het toegestroomde publiek, dat zelf vanaf de daken toekeek, kreeg te horen, dat een befaamd Nederlands fotograaf speciaal met New Samson meetrok opdat zijn fabelachtige daden voor wetenschap en nageslacht vastgelegd zouden wor den. De attributen voor deze krachtdaden droeg hij in een piepklein koffertje. b Zijn grote specialiteit was gewichtheffen, maar omdat hij bezwaarlijk met zware gewichten in zijn koffertje langs de wegen kon trekken, betrok hij zich die zoveel mogelijk ter plaatse. Liefst in de vorm van een groot rotsblok, dat dan tot grote verbazing van het publiek op zijn hoofd geplaatst werd, waarna iedereen het recht kreeg er met een zware voorhamer een stuk af te slaan. Het van pijn vertrokken gezicht garandeerde hilariteit en bewondering. En dat uitte zich weer in gulle giften. Gerard die er foto's van maakte deelde 's avonds in het dorpscafé in het aanzien en in de verworven „talenten". Alvorens Griekenland te verlaten maakte Gerard Spekman ook enkele foto's van toeristen. Zo bijvoorbeeld van een dikke Duitser in een korte broek „als een gehaktbal" op een ezel. Zijn echtgenote, in lange broek, reed er achter. Gerard maakte er een paar foto's van. Het voorval ontlokte een Grieks meisje de vraag aan haar vader: „Vader, wat zijn dat voor vrouwen die in mannenbroeken en mannen die in kinder broekjes rondlopen?". „Dat mijn kind, zijn toeristen, die bij ons ezels fotograferen omdat ze die thuis blijkbaar niet hebben". P.P. De 14-iarige gymnasiast Hendrik Klein uit Leonberg, ergens in de buurt van Stuttgart, kan zich de jongste museumdirecteur van Duitsland noemen. Zijn natuurhistorische verzameling, die hij sinds zijn achtste jaar heeft opgebouwd, is zo omvangrijk geworden, dat reeds experts en musea er belangstelling voor hebben. Al vorig jaar werd de jongen door de natuurhistorische onderzoekers opgenomen in de Paleontologische Vereniging. Het museum van Hendrik beslaat zestig vierkante meter. Hij richtte het in met behulp van het Staatsmuseum voor Biologie in Ludwigsburg. Pronkstuk van de verzameling is een ongeveer een miljoen jaar oude bovenkaak van een ijstijdolifant, die hij zelf in een kiezelgroeve aan de Boven-Rijn gevonden heeft.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 19