Mexico duimt voor „Mimo"
GOUDDORST AMERIKA IS
BIJNA NIET TE LESSEN
Amerikaanse negers
zullen protesteren
Accommodatie
uitstekend
.RESSE
ig Zeeland
elijke
ienst
kerke c.a.
DE STEM VAN DINSDAG 8 OKTOBER 1968
een functie vrij van:
ILO, typen en steno-
>orervaring.
leren van vergaderin-
lg verzorgen van cor-
n tot aanbeveling.
kkring met grote zelf-
g leeftijd en ervaring
;r maand.
i Burgerlijk Pensioen-
jen te richten aan de
eland, Dam 31 te Mid-
■n worden opge-
ir de per 1 januari
rende betrekking
g geschiedt in vaste
van het rijbewijs
:t tot aanbeveling,
maandsalaris be-
06,39.
jelage 6 per
vergoeding f 300,-
tinnen twee weken
van dit blad inge-
n de burgemeester
.erke.
bijna vol.
is toch
jen?
je mee
ui de bank,
pelen.
De betaamde Russische hoogspringer Valeri Brumel, die in 1965 door een ongeval de wedstrijdsport moest opgeven, maar nog steeds wereld^
Europees- en Olympisch recordhouder is met een sprong van 2,23 meter.
irect na het openingsdefilé van de Olympische Spelen
te Mexico-City zal er weer kwistig gebruik gemaakt
worden van woorden als „overwicht" en „onaantast
baar". Deze zullen dan wel in verband gebracht worden
met de 421 leden tellende ploeg van de Verenigde Staten,
de grootste afvaardiging die het „Stadio Olympic" bin
nen marcheerde.
Maar laat men zich niet vergissen. De Russen, die het in Mexico met
401 deelnemers moeten doen, versloegen de Amerikanen in Tokio met 614
tegen 589 punten. Daarmee hadden ze voor het eerst sinds 1962, toen ze
voor het eerst aan de Spelen deelnamen, de slag om de hoogste eer in de
internationale sportwereld gewonnen. Natuurlijk zullen de atleten van
Uncle Sam een poging doen om zich weer op de eerste plaats te nestelen,
maar de vraag is of de zwarte sprinters en het blanke zwemgeweld vol
doende zal zijn om de Sovjet-Unie van de troon te stoten. De zwakte van
Amerika schuilt namelijk in het feit dat veel medailles verloren gaan bij
takken van sport, waarvoor men in de Verenigde Staten weinig of geen
belangstelling heeft.
Zowel in Nederland, Finland als Scandinavië is de atletiek een van de
sporten die zeer veel aanhangers telt. Voor deze landen betekenen de ko
mende Olympische Spelen dan ook een mijlpaal waarop men kan aflezen
hoe groot de voorsprong of achterstand van andere natiea in de afgelopen
vier jaar geworden is.
Merkwaardig genoeg vinden we op de lijst van Tokio-winnaars slechts
twee atleten uit bovengenoemde landen, namelijk de Finse speerwerper
Paul Ne va la goud met een worp van 82,86 meter en de Zweed Ingvar
Petterson, die brons bemachtigde bij de 50 kilometer snelwandelen.
Op de lijst van beste Olympische prestaties aller tijden prijkt, voor wat
betreft de heren, nog maar alleen de naam van de Noorse speerwerper
Danielson, die in 1956 te Melbourne tot 85.71 meter kwam. Op de Olympische
recordlijst dames vinden we geen atletes uit het hoge noorden meer,
maar met uitzondering van de 100, 200 en 400 meter toch verder alleen
maar vertegenwoordigsters van Europese landen.
Verder vindt men in de rij der Europese kanshebbers nog de volgende
wereldkampioenen: de Westduitse tienkamper Bendlin (8319 pnt.,) de
Hongaarse hamerwerper Zsivotski (73.76 m.) en de Finse atleet Kuha op de
3000 meter steeple (8.24). Laatstgenoemde zal het moeten opnemen tegen
de ex-wereldkampioen en Tokio-winnaar Gaston Roelands. Dat kan, als
Roeiands pijnlijke kniekwetsuur volledig genezen is, een groots duel worden.
Nogal vaag is de situatie bij het hoogspringen. Op de lijst van wereld-
Europese en Olympische recordhouders prijkt namelijk nog steeds de naam
van de Rus Valeri Brumel (2.28 m), die in 1965 door een ongeval de wed
strijdsport moest opgeven en enkele dagen geleden de zoveelste operatie
onderging.
Kanshebbers op dit nummer zijn nu de Amerikanen Carruther, Brown en
Fosbury (de specialist in de achterwaartse sprong) die bij de selectiewed
strijden tot 2.21 meter kwamen. De Australiër Boyce en de Rus Gavricof
kwamen dit seizoen tot resp. 2.21 en 2.20 meter. Nieuw-Zeeland hoopt na
tuurlijk op de wereldrecordhouder 800 meter Peter Snell (1.44.3) al zal de
strijd op dit nummer zeer zwaar zijn gezien de jongste tijden van de
Amerikaan Bell (1.45.8), de Keniaan Kiprugut (1.45.7) en de Westduitser
Kemper (1.44.3).
Het Australische loopfenomeen Ron Clarke lonkt naar een overwinning
op de 5000 en 10.000 meter en als wereldrecordhouder op deze afstanden
mag hij dat gerust doen. Uithoudingsvermogen en weerstand in de ijle lucht
van Mexico zullen hier, naast de toestand van de baan, temporegeling,
tegenstanders en psychologische factoren de doorslag geven. Ook in Tokio
heeft men moeten ervaren dat verrassingen op deze afstanden niet uitge
sloten zijn. Het was daar namelijk Bob Mills, een invaller en een specifieke
marathonloper uit de Verenigde Staten, die alle specialisten op de 10.000
meter klopte. De toen 26-jarige marineluitenant bleef nog voor de Tunesiër
Mohammed Gamoudi en Ron Clarke was de enige der gevestigde favorieten
die zich kon plaatsen, waardoor hij nog brons veroverde.
De kanshebbers voor de overige nummers komen uit Amerika. En stond
in Tokio Uncle Sam aan de spits met Boh Hayes, Hansen, Carr, Hayes Jones,
Larabee, Schul, Mills, Long en nog een aantal anderen, voor al deze vedetten
vond men de ware opvolgers.
Eigenlijk waren er nog teveel, waardoor er in tal van selectiewedstrijden
nog fel gestreden moest worden voor een plaats in de Amerikaanse afvaardi
ging. Het resultaat was nog een aantal nieuwe wereldrecords.
Carlos liep de 200 meter in de sensationele tijd van 19.7 seconden.
Drie Amerikanen verwezenlijkten dit jaar de droomtijd van 9.9 op de
100 meter, Smit bleef met 19.9 op de 200 meter al een tiende seconde onder
zijn eigen wereldrecord, Lee Evans zal met zijn op 15 september gevestigde
wereldrecord op de 400 meter (44 sec.) in Mexico de recordwals misschien
nog wel in beweging houden.
Het is haast ongelooflijk dat Matthews, die een dag daarvoor nog
wereldrecordhouder was met 44.4 sec., als nummer vier voor de Spelen
werd uitgeschakeld. Larry James deed er slechts een seconde meer over.
Misschien wordt laatstgenoemde wereldrecordhouder, omdat Evans anti-
reglementaire spikes droeg.
Maar de tijd blijft niet stilstaan. Ook niet de records in de atletiek. Van
de fabelachtige tijden die in Tokio verwezenlijkt werden, vindt men haast
geen enkele meer terug. Slechts drie Olympische records zijn nog identiek
met de huidige wereldrecords: de 6,76 meter van Mary Rand-Bignal (Eng.)
bij het verspringen, de 62.40 meter van Jelena Gortschakowa (Rsl.) bij
het speerwerpen en de 5246 punten van Irena Press (Rsl.) in de vijfkamp.
Maar niet alleen op de sprint, ook op de verschillende technische nummers
kan Amerika rekenen op vertrouwde krachten, beter gezegd vijf gouden
medailles, wat het totaal bij de heren op zeker tien zal brengen!
Bij de dames zal het eremetaal wel in hoofdzaak verdeeld worden tussen de
Poolse, Russische en Amerikaanse deelneemsters.
■Teker 34 procent van de op de atletiek-
nummers te behalen medailles kan in
Mexico-City op naam van Amerika komen.
Zeker 18 van deze plakken zullen veroverd
worden door negers-
Dat betekent dus 55 prpcent. Een boycot van de don
kere atleten zou dus fataal zijn voor de Amerikaanse
resultaten, maar de negers hebben unaniem besloten
aan de komende Olympische Spelen deel te nemen.
,Wel besloten we om tijdens de Spelen een zeker
protest te uiten", zegt Evens, een van 's werelds snelste
mannen op de 400 meter. „We weten nog niet op
welke wijze dat zal gebeuren".
rit een door het bekende negerblad „Ebony" gehouden
onderzoek is gebleken dat slechts een procent vóór
een boycot was. Van de ondervraagden kon 28 procent
geen mening vormen en 71 procent vond het idee ver
keerd. Er waren er die dachten dat iedereen dat met
zichzelf maar moest uitzoeken, anderen vonden het
een groepsaangelegenheid.
De sleutelfiguur in de gevoerde boycotactie was een
professor van het San José State College, Harry Ed
wards, een voormalig discuswerper en captain van
het baskeltballteam van de universiteit. Hij had veel
aanhangers, in hoofdzaak bij de 200 leden van de
„Black Youth Conference", die de atleten in heel Ame
rika per telefoon vroegen hoe ze over de zaak dachten.
Wat professor Edwards wilde? Eigenlijk te veel om op
te noemen. Eerherstel van Cassius Clay, Avery Brun-
dage weg als president van het Internationale Olym
pisch Comité, deelname van „zwart-witteams" van Rho-
desië en Zuid-Afrika, een neger als coach toevoegen
aan de Amerikaanse afvaardiging voor Mexico, onmid
dellijke opheffing van de rassenscheiding in de New
York Atletic Club en een neger deel laten uitmaken
van het Olympisch Comité van de Verenigdse Staten.
„Avery Brundage is een racist", zegt Edwards. „Deze
80-jarige seniele figuur is nu al vijftig jaar lid van de
„Olympische club" en het is onbegrijpelijk dat deze
man zijn taak niet aan een ander wil overdragen. Hij
presteerde het om in 1935 de gang van zaken in Duits
land onder het Hitler-bewind te prijzen. In 1960 pro
beerde hij de atleten uit Kenya te weren, omdat deze
bezwaren hadden tegen de gescheiden ingangen voor
blank en zwart in Zuid-Afrika.
Hij moet eens gezegd hebben liever „zijn club" te
verkopen dan negers toe te laten", aldus Edwars. Nu
beweert hij, dat alle aanvallen op hem op leugens
berusten".
Heeft Edwards gelijk? „Ach, ik ben geen racist", zegt
Brundage. „Ik zou best een neger in het Amerikaanse
Olympisch Comité willen zien, bijvoorbeeld Jesse
Owens. Hij is nu 57 jaar. Een fijne knaap. Maar", aldus
Brundage, „alles moet volgens bepaalde normen
Met die laatste opmerking kan Brundage nog alle
kanten uit, maar laten we terugkeren naar de voor- en
tegenstanders van een boycot. Er waren eigenlijk drie
groepen. Op de eerste plaats waren er de „harden",
die na de voorselectie te Los Angeles voor een massale
boycot waren. Onder aanvoering van professor Edwards
waren dat in hoofdzaak de atleten van de universiteit
van San José, onder andere Tom Smith, Ronnie Ray
Smith, Lee Evans en Bill Gaines.
De tweede, tevens belangrijke groep, die der „gema
tigden" meende dat het boycot een vergissing zou zijn.
Volgens hen moet gebruik gemaakt worden van de
internationale belangstelling voor de Spelen om tegen
de rassenrellen in de Verenigde Staten te protesteren
en te betogen. In zwarte kleding defileren, los van de
groep van blanke afgevaardigden en weigeren om op
het erepodium te komen, waren ideeën van onder meer
Jimmy Hines, Charlie Greene, Vince Matthews, Ed
Caruthers en Bob Beamon.
De derde groep, die van de verspringer Ralph Boston,
welke beschouwd wordt als tegen de boycot gekant,
schaarde zich in de afgelopen weken toch nog aan de
zijde der gematigden.
Jesse Owens (rechts) met naast zich het Duitse sprintwonder Armin Hary zou volgens Avery Brundage
als eerste neger een plaats kunnen krijgen in het IOC, omdat het een geschikte knaap is.
He Mexicaanse afvaardiging voor de Olympische Spelen
in Mexico zal bestaan uit ongeveer 300 sportlieden,
namelijk 249 heren en 44 dames. Het gastland zal het
sterkst vertegenwoordigd zijn in de atletiekhet zwakst
bij het gewichtheffen en de moderne vijfkamp.
Nog maar enkele jaren geleden beperkte de sport in
Mexico zich uitsluitend tot stierenvechten en voetbal,
maar thans komt het tot leven met uitblinkers in vele
takken van sport, die allen proberen een plaats in de
Olympische zon te krijgen.
Sinds Mexico de Olympische Spelen kreeg toegewezen
is de sport er in het middelpunt van de belangstelling
komen te staan. Voetbal is echter de enige belangrijke
sport en er wordt het hele jaar gespeeld. De wedstrij
den trekken een evengrote belangstelling als in de
meeste Europese en andere Latijns-Amerikaanse landen.
Ontmoetingen, waaraan topclubs uit de gehele wereld
kunnen deelnemen, trekken soms 100.000 toeschouwers.
In de herfst wordt er ook Amerikaans football gespeeld.
Daarbij is Mexico ook een van de weinige Latijns-Ame-
wicht Vincente Salvidar, de Daviscup-sterren Rafaël
Osuna en Antonio Palaflox. De autocoureur Pedro Ro
driguez en de zwemmer Guillermo Echevarria.
De voornaamste vedetten uit de groep van Olympische
deelnemers(sters) zijn José Pedraza (snelwandelen),
Juan Martinez (5000 en 10.000 meter), de bokser Ricardo
Delgado (vlieggewicht)de schermster Pilar Roldan (hal
ve finales te Melbourne en finaliste te Rome), gewicht
hef f er Manuel Mateos de la Rosa (vedergewicht) en de
zwemmer Echevarria, tot voor kort wereldrecordhou
der op de 1500 meter vrije slag.
Echevarria is met zijn 19 jaar een nationale figuur.
In Tokio wist „Mimo", zoals duizenden fans hem noe
men, zich als negende te plaatsen op de 1500 meter vrije
slag. „Deze keer zal ik bij de Spelen in ieder geval een
medaille veroveren", zegt hij. De beeltenis van deze
Mexicaanse zwemmer verschijnt regelmatig op de tele
visie en in de dagbladen. Het lijkt wel of het gehele
land, net als zijn familie, zijn doen en laten volledig in
de gaten houdt.
Hij is met een tijd van 17.05.8 nationaal recordhouder
op de 1500 meter en de Mexicaanse nummer twee blijft
daar 47 seconden achter. Maar bij de Spelen zal Mimo
met deze tijd niet veel in de melk te brokkelen hebben,
want de Amerikaan Burton is goed voor 16.08,5.
De kansen van Echevarria liggen dan ook uitsluitend
op de 400 meter op deze afstand is de Zweed Gunnar
Larsson sinds 19 september wereldrecordhouder met
4.5.3. Als tweede op de ranglijst staat dan de Canadees
Huttonw (4.06,5), terwijl de Amerikaan Spitz en Eche
varria dit seizoen tot de respectievelijke tijden 4.07,7
en 4.08,5 kwamen.
Zo te zien zal Mimo dus in een heel goede conditie
moeten zijn om bij de eerste drie te eindigen. Hij praat
over de infectieuze nervositeit welke de mensen in
Mexico met de Olympische Spelen in het vooruitzicht
heeft bevangen.
Er gaat iets koels van hem uit. Vooral bij de training
schijnt hij zich bewust dat er over enkele dagen iets
belangrijks gaat gebeuren en dat dan de ogen van geheel
sportlievend Mexico op hem gericht zullen zijn.
Guillermo Echevarria komt uit een gezin dat gek op
watersport is. „Zelfs onze hond kan waterskiën", zegt
hij. Nadat Mimo in het grote sportcentrum van Mexico-
City heeft getraind, verslindt hij een enorme lunch be
staande uit vier glazen fruitsap, een kop soep, vlees, sa
lade en aardappelen.
Tussen de happen door vertelt hij iets over zijn trai
ningsprogramma. „Ik sta iedere morgen om vijf uur
op en ga dan twee uur lang wat baantjes trekken in
het sportcentrum. Daarna studeer ik Engels, keer dan
weer terug om van 1 tot 3 te zwemmen, eet weer wat
en ga dan van vijf tot half acht naar de kunstacademie.
Na de Spelen vertrek ik naar New York om het recla
metekenen onder de knie te krijgen. Natuurlijk heb ik
dit jaar veel tijd moeten opofferen voor de Spelen.
Op de eerste dag moet ik al het water in".
Het Australische loopfenomeen Ron Clarke, die in Mexico op een
gouden medaille mikt op de 5000 en 10.000 meter.
rikaanse landen die verzot zijn op honkbal en het heeft
een hoofdklasse van acht teams die er kwalitatief zijn
mag. In de directe omgeving van de universiteitsstad,
op 20 kilometer afstand van het centrum van Mexico-
City, vindt men de meeste stadions voor de Olympische
Spelen. De universiteit en haar sportaccommodaties vor
men echter slechts een klein gedeelte van de sportcom
plexen welke de Mexicaanse hoofdstad heeft ontworpen.
Ook de polytechnische hogeschool, waar zeer veel
leerlingen college lopen, beschikt over alle mogelijke
stadions en terreinen alsmede indoorpaleizen waar al
lerlei takken van sport kunnen worden, beoefend.
Daarnaast is er een groot complex dat rechtstreeks
wordt beheerd door het Mexicaans Olympisch Comité
en dat het dichst bij de binnenstad is gelegen.
Verder beschikt Meocico-City dan nog over een complex
dat toebehoert aan het departemento Deldistritto Fede
ral, de zogenaamde agglomeratie van genoemde stad
waar niet minder dan 68 voetbalvelden voorhanden zijn
naast 23 basketballterreinen, 28 baseballgrounds en ver
der nog een honderdtal terreinen voor diverse andere
takken van sport.
Mexico heeft de laaste jaren in de sportwereld reeds
een belangrijke rol gespeeld.
Het telt dan ook al enkele grote namen: de bantamge-
een m^in*3" Mfrk, ®pitz' met Echevarria een van de kanshebbers op
een medaille op de 400 meter.