Inspecteur Frantzen 40 jaar bij onderwijs Yan Duinkerken monumentaal Even uitblazen mevrouw Drukte in „De Put j-papier voor uw pen Nieuw gebouw gemeentewerken in Middelburg Flanellen lakens blijven „in" KINDEREN LANGER DAN VROEGER De Spaarbanken in dit gebied werken samen om u meer service te geven! Een spaar girorekening bijvoorbeeld Inspecteur Frantzen wordt gehuldigd Aanvoerpremie suikerbieten Suiker Monument voor groot man DE STEM VAN DONDERDAG 3 OKTOBER 1968 O (Van een onzer verslaggeefsters) MIDDELBURG „Sinds eeuwen is er geen nieuwbouw voor de dienst gemeentewerken tot stand gekomen. Maar nu kunnen we, met een haast kinderlijke blijheid zou ik willen zeg gen, een nieuw kantoorgebouw in gebruik nemen." Dat zei ir. C. J. M. van Unen, directeur van gemeen tewerken in Middelburg gisteren bij de officiële opening van het nieuwe onderkomen voor zijn dienst aan de VHssingschestraat. De openingsplechtigheid werd ver richt door burgemeester mr. J. Drij- ber van Middelburg. Hij vond, dat bij de bouw van het nieuwe kantoor een „echt Middelburgse oplossing" is bereikt. Een nieuw gebouw met een modern interieur is opgetrokken in oude stijl. „Bovendien is", zo zei de bur gemeester, „de dienst uitgebreid op de plaats waar die sinds jaar en dag is gevestigd". Vervolgens onthulde de burge meester een ingelijst structuurplan van Middelburg. Terwijl hij dat deed werd beneden in de hal van het ge bouw een kaart onthuld, waarop alle bestemmingsplannen van de stad zijn aangegeven. De kaart, die be doeld is als voorlichting voor de be volking zal voortdurend worden bij werkt. Aan het woord kwam ook wethou der W. P. J. Baars van openbare werken. Hij gaf o.a. een uiteenzet ting over het belang van de dienst gemeentewerken. Gesproken werd ook namens de Middelburgse aan-ne- mevscombinatie. Het laatste (dank-) woord was aan ir. Van Unen. In dit nieuwe pand zijn de afdelin gen stedebouw, bouw- en woningtoe zicht en weg- en waterbouw gehuis vest. Hiermee is de eerste fase van de nieuwbouwplannen afgesloten. Bij realisering van de tweede fase zullen ook o.a. de administratieve afdelin gen in een nieuw gebouw worden ondergebracht. De stadsschuur zal dan als werkruimte dienst blijven doen. (Van een onzer verslaggeefsters) GOES „Innemend en met een veelzijdige hartelijke belangstelling voor alles en iedereen." Zo is er ooit eens over hem geschreven: de heer L. F. J. H. Frantzen uit Goes, inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Goes. Vandaag, donderdag 3 oktober, is de heer Frantzen veertig jaar bij het onderwijs. Dit wordt vanmiddag tijdens een receptie in de ambachts school gevierd. De heer Frantzen (58) heeft, zo zegt hij zelf, een veelbewogen carri ère achter de rug. Het onderwijs boeit hem, ook nu nog steeds juist nu misschien: „Het is poot aan spe len hier in Zeeland. Het werkterrein binnen de inspectie is er groot voor een inspecteur. Daarbij komt, wat het onderwijs betreft, de zaak in Zeeland duidelijk in beweging. Er is een tijd geweest dat er een zekere verstarring zat in het Zeeuwse on derwijs. Begrijpelijk overigens, omdat men hier meestal niet op de hoogte was van experimenten in het onder- wijs elders. Maar dat is nu helemaal over", verzekert hij. „De verstar ring is doorbroken. Alles staat open voor overleg en experimenten". Heel verheugend in dit verband vindt het de heer Frantzen dat het plan om een eigen regionaal, peda gogisch centrum in Zeeland op te richten, vaste vormen begint aan te nemen. Nederland kent drie van der gelijke landelijke centra, twee in Den Haag, en een in Amsterdam. De heer Frantzen wijst op het nadeel voor Zeeland dat het zover weg ligt van deze centra via welke, kortge- zegd, de onderwijsvernieuwingen als gevolg van researchwerk in de praktijk vaste vormen dienen te krij gen. Het regionaal pedagogisch centrum zal, zo vertelde de heer Frantzen, in Middelburg komen. Wanneer? „Dat hangt er van af wanneer de minister geld beschikbaar stelt. Maar in principe heeft hij al een toe zegging gedaan". Het centrum zal beschikken over 'n beperkte vaste staf en enkel part-timers. Deze krachten zullen hun aand-acht vooral richten op het basisonderwijs in Zeeland, en op de „aansluitingen" naar boven en naar beneden, dus op het voort gezet en het kleuteronderwijs. Dit centrum is slechts een van de vele zaken waar de heer Frantzen in Zeeland mee bezig is. Ruim zeven jaar werkt hij nu in deze provincie als inspecteur bij het lager onderwijs. Hij is afkomstig uit Maastricht, waar hij op 20 januari (ADVERTENTIE) Binnenkort zijn ze er weer; de koude dagen, koude nachten en de weerzin om van de warme kachel naar het koude bed te gaan. Ten minste voorzover er geen centrale verwarming, elektrische dekens en flanellen lakens aanwezig zijn. Het goedkoopste van deze drie is nog altijd het flanel, dat overigens ook vaak wordt gecombineerd met de elektrische deken en centrale ver warming. Ongeveer 73 procent van de Nederlandse gezinnen heeft fla nellen lakens in huis en brengen de ze in „winterse praktijk". Een twee de belangrijke factor is, dat deze la kens niet alleen in wit verkrijgbaar zijn, maar in diverse kleuren en ge borduurde uitvoeringen. Een onderzoek bij 200.000 schoolkinde ren in West-Duitsland heeft uitgewezen, dat 14-jarige jongens over het algemeen 10 cm en meisjes van dezelf de leeftijd ongeveer 8% cm langer zijn dan twintig jaar geleden. Zij zijn daarbij ook overeenkomstig zwaarder in gewicht. Eerder werd reeds vastgesteld dat baby's tegenwoordig bij hun geboorte ongeveer twee cm langer zijn dan twintig jaar gele den. De stijl van de ruimte-eeuw is weerspiegeld in deze leer-creatie van Vernier/Fran- ka. Het pak bestaat uit een voor- schootachtige overgooier met hoge kraag. Daarbij horen dan de smalle zacht- leren (nappa) lieslaarzen en een helmachtig hoofddeksel. 1910 werd geboren. In 1928 slaagde hij aan de bisschoppelijke kweek school in Roermond voor onderwij zer. Twee jaar later haalde hij de hoofdakte en vervolgens de akten Frans, Duits en Engels L.O. Verder heeft hij aile Ward-getuigschriften, het Ward-diploma-A, (het leraarsdi ploma) en bovendien nog het diplo ma koordirigent. In 1928 werd de heer Frantzen benoemd aan de r.-k. jongensschool in het Limburgse Horn. Ruim drie jaar later werd hij te vens als cursusleider verbonden aan het Ward-instituut in Roermond. In 1939 volgde zijn aanstelling tot zang leraar aan de r.-k. kweekschool in Maastricht. In 1944 moest hij met zijn gezin on derduiken wegens verzetsactiviteiten. Enkele maanden later keerde hij in zijn standplaats Horn terug. Van on derwijs geven was toen geen sprake, Vanuit militair gezag kreeg hij de op dracht de repatriëringsdienst voor t% bereiden en te leiden in het nog te bevrijden gebied Roermond-Venlo. Begin 1945 ging deze dienst functio neren. De heer Frantzen werd be noemd tot reservekapitein in bui tengewone dienst en tevens tot dis trictshoofd van de repatriërings dienst. In september 1945 werd hij door het militair gezag in samenwer king met de Stichting Jeugdzorg, be last met de oprichting en leiding van het instituut St. Ludwig in Vlo drop. In maart 1946 nam hij, na eervol te zijn ontslagen uit militaire dienst, zijn taak bij het onderwijs weer op. Hij werkte enkele jaren als con sulent van het Ward-instituut en werd vervolgens benoemd tot hoofd van de gemengde Don Boscoschool in Roermond. In 1953 werd hij hoofd van de hieruit voortgekomen r.-k. jongensschool, en in 1961, tenslotte, kwam de heer Frantzen naar Zee land, naar Goes. (ADVERTENTIE) Met deze betalingsrekening kunt u bij een van de 15 spaarbanken in het Delta-gebied gegarandeerde spaarbank-cheques krijgen met een spaarbankpas. Elke cheque is tot maximaal 50,— gegarandeerd. U kunt deze cheque voor alle doeleinden gebruiken overal in Nederland. En zon der dat de spaarbanken daar ook maar iets voor rekenen. Ook automatische overschrijvingen zoals bijvoorbeeld huur, verzekering, enz., kun nen via een betalingsrekening worden ver richt. Van elke mutatie ontvangt u een handig dagafschrift thuis. Met een beta lingsrekening hebt u weinig contant geld meer in huis nodig: het staat rente-gevend op de Spaarbankelk moment van de dag tot uw beschikking! Meer dan 200 kantoren van de Spaarbanken in het Delta-gebied staan klaar om u alle gewenste informatie te geven. De Spaarbank te Rotterdam Spaarbank Anno 1820 Schiedam Spaarbank Viaardingen Nutsspaarbank Maassluis Spaarbank te Dordrecht De Spaarbank te Gorinchem Nutsspaarbank Alblasserdam Spaarbank te Delft Nutsspaarbank te Tholen Vlissingsche Nutsspaarbank Nutsspaarbank te Middelburg Nutsspaarbank Middelharnis- Sommelsdijk Nutsspaarbank Zierikzee Nutsspaarbank Gouda Leidse Spaarbank 'n publicatie van de BONDSSPAARBANKEN, SAMENWERKEND IN HET DELTAGEBIED (Van onze correspondent) AXEL Vrijdagmiddag zal de heer L. F. J. H. Frantzen door de leerkrachten bij het lager onderwijs uit Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen in de Halle een receptie worden aangebo den, omdat hij, zoals elders gemeld, veertig jaar bij het onderwijs is. Van deze veertig jaar is de heer Frantzen de laatste zeven jaar in specteur bij het l.o. in Zeeland. Bij zonder veel aandacht werd door hem besteed aan de vernieuwing van het onderwijs. ,?5 op (Van onze correspondent) TERNEUZEN In „De Put' de rede van Ter-neuzen lagen dins dag heel wat scheepstonnen veran kerd. De zeeschepen, die liefst 184.286 tonnen bijeen brachten, waren: het Liberiaanse motorschip Glorie van 84.093 ton: een landgenoot daarvan, de stoomtanker Taxanita van 81.980 ton en het Engelse motorschip Forth Bridge van 48.213 ton. (Van een onzer verslaggevers) BERGEN OP ZOOM Door een foutieve opgave hebben wij geschre ven dat de Suikerunie de bietentelers momenteel een aanvoerpremie van f 3,- per ton bieten betaalt. Dat blijkt niet juist te zijn. Er bestaat een af spraak tussen Suikerunie en CSM, dat beide een aanvoerpremie van f 2,- per ton betalen. In uw editie^ van 27 september j.l. maakte u gewag van de huidi ge précaire situatie bij de suikerbiet verwerkende industrieën in den lan de. Dit geeft voor mij de aanleiding om de Europese suikerbietencul tuur eens nader onder de loep te nemen. Als uitgangspunt stel ik het feit, dat de Europese bietsuiker op de wereldmarkt DRIE-maal zo hoog in prijs ligt als de kwalitatief betere rietsuiker! Waarom dan toch vasthouden aan deze historisch achterhaalde, oneven wichtige suikerpolitiek, indien men bedenkt, dat de miljoenen die in de suikerindustrie zijn en nog steeds worden gestoken, mogelijk veel be ter geïnvesteerd hadden kunen wor den in industriële projecten, die ener zijds onze handelspositie op de we reldmarkt kunnen verstevigen (im mers onze economie drijft toch voor namelijk op onze uitvoer) en die an derzijds ons meer arbeidsplaatsen garanderen. Nu wordt dat geld ge stoken in verliesprojecten, jaar in, jaar uit, alsof het een openbaar nuts bedrijf geldt, dat vanwege het sociaal karakter gerust met verlies mag werken. De agrariërs zelf lopen, elk laar grote financiële risico's, immers ls Nederland nog niet steeds het land bij uitstek van regen en voch tigheid? Het gevolg is: laag suiker gehalte der bieten en moeilijke rooi ing. Ook hier kapitaalsinvesteringen die beter besteed hadden kunnen worden. Laat deze agrariërs die landbouwprodukten verbouwen waar aan in de E.E.G. meer behoefte be staat of koop in het ontkennende geval deze boeren op uiteraard rede lijke wijze uit en geef tenslotte hun de kans, althans zeker de jongeren, zich te laten omscholen tot vaklie den. Vrijkomende landbouwpercelen kunnen eventueel bebost worden ten behoeve van de recreatie van onze toekomstige generaties, weliswaar een „verlies"-project, in zoverre dit laatste als zodanig te kwalificeren valt. En dan zit aan deze idee nog een andere, ook zeer positieve zijde. Wij moeten derhalve de veel goedkopere en betere rietsuiker gaan invoeren uit de z.g. arme landen. Zou dit ook niet veel gezonder zijn voor deze ontwikkelingslanden: hun produktie, alsmede werkgelegenheid en daardoor hun inkomen kan daardoor gaan toe nemen. Ik dacht zo, dat de ontwik kelingslanden hiermede veel meer gebaat zouden zijn dan met giften (van onze belastingcenten gemakke lijk gegeven), die Joost weet (en nu weet hij dat maar al te best) waar terechtkomen (vide Latijns-Ameri- ka, etc.). Overigens, met de kapitalen, niet langer meer in suikerbieten gesto ken, kunnen wij die kapitaalsgoede ren vervaardigen, waaraan deze ar me landen, omwille van hun econo mische vooruitgang zo'n behoefte hebben, die zij zelf niet kunnen ma ken, laat staan betalen. En dat zou wel kunnen o.a. met hun rietsuiker. Al met al toch een vreemde situa tie. Wie der heren, zo specialistisch bedreven in lands- en wereldpolitiek, kan mij (en velen met mij) een af doend, wel geargumenteerd antwoord verschaffen, waarom men bedoelde situatie continueert, welke ons jaar lijks miljoenen kost en zal blijven kosten. Mij dunkt een reële vraag van alle Nederlandse belastingbeta lers. Roosendaal Th. M. W. Neutelings HIL VARENBEEK Tijdens de Groot-Kempische Cultuurda- gen die in 1958 in Hilvarenbeek werden gehouden, werd de Am sterdamse journalist Fred Tho mas benoemd tot „doctor hono ris causa" van The Pickwick Club Bekroond te worden met het ere doctoraat van dit merkwaardige genootschap is een hoge onder scheiding vanwege de zeldzaam heid waarmee zij wordt verleend en de strenge selectienormen die worden aangelegd. Zij is dus even fel-begeerd als het ere-boere- schap van de Bergense Vasten avond. Op de dag dat hem deze onder scheiding werd uitgereikt was Tho mas al ernstig ziek. Hij leed aan een vreemde slepende kwaal, die zijn lichaam reeds duidelijk getekend had. Fred Thomas wist dat de ge neeskunst hier te kort zou schie ten en dat hem niets restte dan naar liet einde uit te zien. Anton van Duinkerken hield, zoals hij ieder jaar placht te doen, de „promotierede". Hij was beter op dreef dan ooit, hetgeen dus zeggen wilde, dat de aanwezigen een briljant vuurwerk van ongewijde welsprekendheid over zich heen voelden dalen. En toen, volkomen onverwacht, in een atmos feer die nauw verwant was aan die van de befaamde Bergense Carna val, stelde hij daar ten overstaan van Fred Thomas en de honderden aanwezigen het probleem van de dood aan de orde. Plotseling kreeg deze schertsver toning een geweldige dimensie. Ont zaglijke dingen, waarmee elk mens te maken krijgt, werden hier, in de ze kermisachtige omgeving, met gro te openhartigheid en vrijmoedigheid aan de orde gesteld. Van Duinker- kens rede maakte een enorme in druk. Het luidruchtig gezelschap werd doodstil. De aanvankelijke beklem ming verruimde zich spoedig tot het geluksgevoel van bevrijding en allen gingen in stilte, maar een onverge telijke ervaring rijker, de nacht in. In deze betrekkelijke onbelangrijke gebeurtenis hoewel uiterst belang rijk voor degenen die er getuige van waren treden enkele dingen naar voren, die typerend waren voor het fenomeen Van Duinkerken. Daar is ten eerste de bijna magische wer king die van zijn persoonlijkheid uit ging, met name wanneer hij als spre ker optrad. Hij had iets van de mee slepende, hypnotiserende kracht der oude kanselredenaars die heie ker ken op de knieën kregen, iets van een Peter Kluizenaar die half Eu ropa ter kruisvaart joeg en van de monnik Savonarola die de straten van Florence deed walmen van de brandstapels. Met het aanzienlijke verschil dat, dat het onmenselijke fanatisme van deze boetepredikers aan v. Duinkerken volkomen vreemd was. Integendeel: hij was er een ver klaarde vijand van. Hij was veeleer een laaiend vuur van warme mense lijkheid en een rijke bron van mede leven en mededogen. Niet voor niets is zijn felste hekeldicht: „Ballade van de Katholiek" gericht tegen het giftig fanatisme dat nationaal-socia- iisme heet. Ik wil hiermee enkel maar laten zien hoe ongehoord sterk de greep op zijn hoorders was, hoe krachtig de uitstralende werking van zijn per soonlijkheid. Ook minder geletterden die hem moeilijk konden volgen in zijn vaak ingewikkelde spel met hoofdzinnen, nevengeschikte en on dergeschikte bijzinnen, tussenwerp sels en toevoegingen, kwamen onder de ban van zijn welsprekendheid of van zijn persoon. Overigens was die welsprekend heid niet altijd even groot. Zelfs Van Duinkerken faalde wel eens door gebrek aan concentratie of ern stige voorbereiding of als de inspi ratie hem in de steek liet of als het klankbord ontbrak, de weerkaatsing vanuit de toehoorders, die voor elke spreker volstrekt onontbeerlijk is. Hij ploegde zich dan moeizaam naar het einde. Ik heb dat enkele ma len meegemaakt, maar toch: er was geen redevoering, of er kwam min stens één moment in voor, waarin het schuilgaande genie plotseling verblindend achter de verduistering uit te voorschijn trad, en dat maak te dan de hele avond op een wonder baarlijke, onverwachte manier weer goed. Ondanks het feit dat hij een uiterst druk bezet man was, toonde Anton Van Duinkerken zich altijd bereid om waar dan ook en voor wie dan ook zijn welsprekendheid te demon streren. Er is in heel Noord- en Zuid-Nederland welhaast geen plaats of vereniging te vinden, waarvoor hij zijn oratorische talenten niet. heeft laten schitteren. Hij opende tentoonstellingen, zat in duizend-en-één commissies, let terkundige genootschappen en jury's. Zijn overtuigingskracht en verbijs terende belezenheid verleenden zijn woord een groot gezag. Hij heeft dat gezag tot op het hoogste niveau uit geoefend en de ere-titel van een der grote emancipators van het Neder landse Katholicisme, kon hem dan ook met recht en ere verleend wor den. Maar evenzeer als hij zich thuis- voelde in de hoogste regionen van wetenschap en kunst en tussen auto riteiten van allerlei slag, voelde hij zich tussen wat men gemakshal ve „het gewone volk" noemt. In zijn vroegste gedichten bezingt hij de „Lof der Zeevaarders", het eenvou dige „Volk in de Processie" en houdt hij een loflied op de „Zonderlinge Zielen": ziel van de blinde orgel man, ziel van de kromme petroleum- man, ziel van de tuinman, ziel van de oerdomme klerk die Sint Theeu- wes om uitkomst bidt. Dit was bij van Duinkerken aller minst de neerbuigende aanstellerig heid van de halfzachte idealist. In tegendeel: het was zijn leven. Zijn- genegenheid tot en zijn aandacht voor de gewone man hoorden bij zijn wezen. Zjj sproten voort uit zijn diep ste overtuiging, dat elke vorm van leven de moeite waard is, dat te midden van de miljarden die de we reld bevolken, elke menselijke per soon een volstrekt unieke verschij ning is, die alle aandacht verdient. Dikwijls was ik er dan ook getuige van en ik mag wel zeggen: tot mijn vreugde -- dat van Duinkerken het gezelschap van de eenvoudige dorpspastoor boven dat van de spits vondige theoloog verkoos en dat hij liever een glas bier dronk met een palingvisser dan champagne met de snobs. Misschien vond hij daar wat hij steeds verbeten zocht: authentiek leven, echte menselijkheid? Van Duinkerken was een groot au teur. Uit en te na is er geschreven over zijn virtuoze essays, zijn poë zie, zijn verhalend proza, zijn tijd schriftartikelen, zijn polemieken, al les bijeen een halve bibliotheek vol. Liever dan hier nog eens op in te gaan, heb ik daarom de voorkeur gegeven (eigenlijk ook ten overvloe de voor wie hem kenden) te wijzen op de bijna overstelpende abondantie waarmee hij zovelen liet delen in zijn goedheid en zijn warme mense lijkheid een eigenschap, die tot de meest monumentale eigenschap pen van zijn gecompliceerde wezen hoort. Het allereerste gedicht dat Van Duinkerken in boekvorm publiceer de («ijn bundel: Onder Gods Ogen) was 'n principiële beginselverklaring een Evangelie van de Schoonheid. Het tweede gedicht echter onmiddel lijk daarop volgend dus, was „Ju belstadje", een feestelijke ode aan zijn geboortestad. Het is dan ook om vele redenen zinvol, dat voor deze monumentale man daar een monu ment wordt opgericht. JAN NAAIJKENS. BERGEN OP ZOOM In de ge boortestad, Bergen op Zoom, van Anton van Duinkerken (prof. dr. Willem Asselbergs)die enige tijd geleden is overleden, begint dezer dagen een geldinzameling. Uit de op brengst daarvan zal de oprichting van een gedenkteken ter ere en ter nagedachtenis van deze grote Neder landse letterkundige worden bekos tigd. Wellicht willen ook vele niet-Ber- genaren hun waardering en bewon dering voor het werk, de velerlei geschriften en de persoon van Anton van Duinkerken tot uitdruk king brengen. Bijdragen kan men storten op postrekening 11847775 van het kantoor van de N.V. Nederland- sche Credietbank te Bergen op Zoom, met vermelding van „pionu- ment Anton van Duinkerken". Ter begeleiding van de actie druk ken wij hierbij een artikel van de bekende Brabantse auteur Jan Naaij- kens over persoon en werk van An ton van Duinkerken af. 1

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 5