SINOLOGEN IN V.S.: DIT JAAR 800 MILJOEN D Mao: er zijn Chinezen HEROPVOEDING VAN INTELLECTUELEN Slag Macht en dienstbaarheid Lily, als Herman vanavond kom pas dan goed op je N oilly Prat! Een volk wordt uitgemoord Geen interesse Maar de vrouw. MMÉÊmmmmmm SINKIAN6 MHTOEHl TSJINSKAI SZEWWAN HOIHAH (KIANSSli swarm mm mwssi Matiging Proces Aanzien PAMFLETT1 •'•-•• x-.v MQNGOOlSE yOLK^EPUei-EK Oeroemtsji INDIA gmii DE STEM VAN ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1968 «iiKir-E^ NGf£L*.£E,LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENI PINGEN PEIINqb, TNDcniM^EcüNGiy..,v. PEIL'NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN DEII iJ/»cki nni ,i!ï GEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENi PEIL NGEN PEIUNGEN PEIlto PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILLINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN p; Het is niet precies bekend, hoeveel mensen er per dag in Biafra van honger omkomen. Sommigen zeggen 8.000; anderen menen, dat het dodencijfer eerde; rond de 10.000 per dag moet liggen. Weini gen maken zich overigens druk over enkele duizenden doden meer of minder per dag. Wat heeft dat ook nog voor zin? Het is immers duidelijk: ofschoon ze allemaal weten, dat het volk van Biafra wordt uitgemoord is geen enkele regering ter wereld bereid tussenbeide te komen. De Afrikaanse landen hebben de westerse mogendheden laten weten, dat deze zich afzijdig dienen te houden. De Afrikaanse landen vrezen na melijk, dat zij, als Biafra geholpen zou worden, ook in hun eigen land met afscheidingsbewegingen geconfronteerd zullen worden. Vele Afrikaanse staten vormen immers geen natuurlijke eenheid. De grenzen van die lan den zijn willekeurig getrokken. Ze lopen dwars door stamgebieden heen. Dat is niet de schuld van de Afrikanen zelf. Zij zitten met grenzen, die in de vorige eeuw getrokken zijn door de grote mogendheden bij de verde ling van de buit in Afrika. Op grond van zuiver politieke overwegingen wordt dus toegelaten, dat een volk wordt uitgemoord De meeste Biafranen zijn christenen, bekeer lingen. Ze weten dan nu wat in de praktijk de christelijke beschaving be tekent, waarop de regeringen in de westerse wereld zich zo veelvuldig beroepen. Ook de Nederlandse. Toch kan ook de Nederlandse regering niet meteen in actie komen, toch moet ook het Nederlandse kabinet eerst heel ernstig nadenken, of wel gevolg gegeven kan worden aan het verzoek Biafraanse kinderen in Nederlandse ziekenhuizen op te nemen. De Nederlandse Katholieke Oudervereniging gaat zich actiever met het katholiek onderwijs bemoeien. Zo zal o.m. worden nagegaan of er een nieuwe vorm van schoolbestuur te vinden is, die de ouders via de ouderverenigingen meer inspraak geeft. Aan de democratisering van het onderwijs moeten nog velen wennen Opvallend is, dat juist de ouders zo weinig interesse tonen voor deze be langrijke problematiek. Tenminste bij het katholiek onderwijs. Dat zij geen behoefte hebben aan meer inspraak zou kunnen duiden op een groot ver trouwen in de schoolbesturen. Het kan echter ook duiden op gebrek aan belangstelling, op laksheid. En dat zou dan een bijzonder verwerpelijke houding zijn. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Die ver antwoordelijkheid mogen zij wat de school betreft niet zonder meer aan anderen delegeren. e man is niet langer „het hoofd der echtvereniging". De Tweede Kamer heeft deze bepaling (er waren toch nog 22 tegenstemmers) deze week geschrapt uit het Burgerlijk Wetboek. Niets bijzonders. Het is allang niet meer zo, dat de man het in huis alleen voor het zeggen heeft. De vrouw heeft gelijke rechten; zij is ge ëmancipeerd. Dat zeggen we tenminste. Maar als de heer des huizes griep heeft kruipt hij in bed. Dat vindt iedereen vanzelfsprekend. Maar kan een moeder bij een griepaanval eens lekker uitzieken? Emancipatie en griep in het gezin. Een denkertje, zou Merijn zeggen. 700.000.000 PEKING Het aantal inwoners van China heeft al sinds jaar en dag statistici en amateur-wiskundigen gefascineerd, deels omdat het zo groot is, deels omdat grote getallen nu eenmaal moeilijk te bevatten zijn. Bij de laatste officiële volkstelling, in 1953, kwam men tot een aantal van 590.194.715 zielen. Vier jaar later was dit volgens de offi ciële schattingen gegroeid tot ongeveer 654.000.000. Sn juli 1966 maakte een officieel rapport melding van een aan tal van 700.000.000. Dit getal werd een paar weken geleden opnieuw genoemd, toen Mao Tse Toeng zijn jongste toespraak begon met de woorden: „Ons land telt zevenhonderd miljoen mensen." Dit totaal komt aardig in de buurt van de schatting op 710.000.000 van de Verenigde Naties in 1967, maar ligt aanzienlijk onder de be rekening van Amerikaanse sinolo gen, die vorig jaar op een aantal van 786 miljoen uitkwamen. Als de Amerikaanse cijfers juist waren, zou China's inwonertal dit jaar nog de 800.000.000 passeren. Als we echter uitgaan van de cijfers, die de Chinezen gedurende de laatste Door Colin i i I, I twintig maanden hebben gegeven, MCV-UllOUgh kunnen we stellen dat China nu on geveer 711.000.000 inwoners telt. Het totaalcijfer kan alleen bij be nadering worden gegeven, want het is een optelsom van de bevolkings cijfers, zoals iedere provincie die pu bliceerde. Dit systeem wordt sinds de oprichting van revolutionaire co mités in iedere provincie gehanteerd. Bovendien gaven deze comités en kel afgeronde cijfers. Zij kwamen op een totaal van 701.000.000. Men moet daarbij nog in aanmer king nemen, dat de bevolkingscijfers van Tibet, Ningsia en Peking nooit gepubliceerd zjjn. Men mag echter rustig aannemen, dat in Tibet en Ningsia samen on geveer vier miljoen mensen wonen en dat Peking momenteel ongeveer zes miljoen inwoners heeft. Als men uitgaat van een bevolkings aantal van om en nabij de 700 mil joen, betekent dit dat het geboor tecijfer waarschijnlijk gedaald is. Het belang hiervan kan men on mogelijk overschatten. Zelfs wanneer men rekent met een bescheiden bevolkingsaanwas van 2 procent een percentage dat Tsjoe En Lai noemt bedraagt de toename van de bevolking van China in één jaar meer dan het dubbele van de Canadese bevolkingsgroei geduren de de laatste 17 jaar. Vergelijking van de volkstelling van 1953 met de nieuwe cijfers geeft een interessant inzicht bi de inspan- tiet beeld is bekend: tienduizenden, veelal jonge Chinezen die door de straten van Peking, Shanghai of Kanton trekken, muurkranten aanplakken, het Bode Boekje citeren, portretten van Mao rondzeulen en vaak in hevige gevechten gewikkeld zijn. Het gezicht van de culturele revolutie in China is de Bode Garde: arbeiders, boeren en soldaten, die de partijorganen, de fabrieken en de scholen binnen drongen, die zelfs de universiteiten en wetenschapscentra bezetten en economen, hoogleraren en technische specialisten kortom de intellectuelen van hun functie beroofden. Het is de Chinese leiders kennelijk spoedig gebleken, dat dit niet ongestraft kan gebeuren. In een aantal nieuwe richtlijnen neemt Mao Tse Toeng i.e. de partijpolitiek een veel genuanceerder stand punt in tegenover de intellectuelen. Ze moeten niet verdwijnen, ze moeten geïntegreerd worden, aangepast. En dat is een proces dat tijd vraagt. Geleidelijkheid is het motto bij deze politiek-op-lange- termijn. Onze correspondent in Peking, Colin McCullough, gaat in dit artikel in op dit nieuwste probleem van China. PEKING In een zorgvuldig op gesteld artikel, dat zowel het Volks dagblad van Peking als De Rode Vlag publiceerden, is onlangs de partijpolitiek tegenover de intellec tuelen nader toegelicht. Hierin schijnt een tweeledig doel te worden beoogd: bij de intellectuelen begrip te kweken voor het nieuwe her-op voedingsprogramma van de cultu rele revolutie, en de arbeiders-pro- pagandagroepen, die belast zijn met de uitvoering van het programma, voor te houden dat de intellectuelen niet te hard moeten worden aan gepakt. Het her-opvoedingsprogramma be helst in feite dat de intellectuelen de bourgeois-ideeën die zij in het oude opvoedingssysteem verworven hebben moeten verloochenen en zich solidair moeten verklaren met de re volutionaire richtlijnen, die Mao voor het onderwijs heeft gegeven. In het kort komen deze richtlijnen hierop neer, dat de scholen hervormd moeten worden en door arbeiders ge leid, dat de studenten gekozen moe ten worden uit de arbeiders met praktische ervaring, dat pas afgestu deerden enige tijd handarbeid moe ten verrichten, dat de opleidingstij den verkort moeten worden en dat „politieke scholing op de eerste plaats moet komen. Bij de omscholing van de intellec tuelen wordt evenwel de nadruk ge legd op matiging. Om het contact met de massa niet te verliezen moet hen de gelegenheid worden geboden om zich geleidelijk aan d- arbeiders, boe ren en soldaten aan te passen". Het woord waar het hier om gaat is „ge leidelijk". Dit wordt in het artikel toegelicht met de woorden: „Het is tevens noodzakelijk de intellectuelen groepsgewijs en in etappen in te de len bij de arbeiders, boeren en sol daten om door deze laatsten te wor den heropgevoed". Vermoedelijk verwacht men van de intellectuelen, dat zfj zich na een be paalde periode gedurende enkele we ken of maanden bezig zullen hou den met eenvoudige arbeid of mili taire training, maar het plan zal vóór alles geleidelijk worden uitgevoerd. Met de intelligentsia worden in China gewoonlijk diegenen bedoeld die een middelbare school en/of uni versiteit hebben doorlopen. Het gezicht van de culturele revolutie in China: Bode Gardisten. In het artikel wordt echter verder benadrukt dat niet alleen pas afge studeerden, maar ook die intellec tuelen die een bepaalde tijd op cul tureel en onderwijsgebied werkzaam waren met name het kader voor heropvoeding in aanmerking komen. hebben gezien de rustige wijze waar op de heropvoeding doorgevoerd moet worden. In de jongste staatspolitieke richt lijnen wordt bijvoorbeeld de nadruk gelegd op „terughoudendheid", en verder heet het dat degenen die ernstige fouten hebben gemaakt, ge holpen moeten worden bij het be kennen en overwinnen van deze fouten. Het is waarschijnlijk dat dit zich ook tot andere terreinen van het maatschappelijk leven zal uitstrek ken, nu de arbeider-propagandagroe- pen opdracht hebben gekregen bin nen te dringen in fabrieken, op kran tenredacties en in alle hogere lagen van de samenleving, waar het „strijd- kritiek-omvormingsproces nog niet geheel gerealiseerd is". Dit kan verstrekkende gevolgen Het is veelbetekenend dat zelfs die „hardleerse kapitalisten-heulers en bourgeois-technocraten", die van hun voetstuk moeten worden neerge haald, „ook een uitwijkmogelijkheid moeten hebben". Dit zou men zo kun nen opvatten dat zelfs sommige vooraanstaande personen, die tijdens de culturele revolutie aangeiklaagid en in ongenade gevallen zijn, in aanzien zij het niet in hun posities, hersteld kunnen worden. „Dit is een zaak," aldus het ge noemde artikel, „waaraan in de slot fase van de culturele revolutie aan dacht geschonken moet worden". Wanneer deze fase moet worden be reikt, en of dit dan de rehabilitatie van een aantal prominente politieke figuren, die hun machtspositie zijn kwijtgeraakt, met zich mee zal bren gen, blijft de vraag. Maar de mogelijkheid dat dit ge beurt, moet nieuwe hoop geschonken hebben aan veel Chinezen, die in de loop van de laatste twee jaar schul dig zijn bevonden aan oppositie tegen het door Mao geleide proletariaat. Copyright De Stem/Globe and Mail, Toronto) nhigen, die China zich heeft getroost om afgelegen streken van het land te bevolken. Singkiang, Binnen-Mongolië en Hei- loengkiang, de provincies die het noordelijkste deel van China uitma ken, vertonen een zo grote bevol kingsaanwas, dat die alleen kan wor den toegeschreven aan immigratie op grote schaal. De bevolking van Sin- kiang steeg van 4.800.000 tot 8.000.000; die van Binnen-Mongolië van 6 tot 13 miljoen en die van Hei- loengkiang van 11,8 tot 21 miljoen. Zelfs als men rekent met een hoog geboortecijfer, moeten zo'n 7 of 8 miljoen Chinezen naar deze streken verhuisd zijn. gebeurd I 'olkstelimg Wat er in Tibet niet bekend. De voi&sreumg n 1953 maakte melding van een tan' kingsaantai van ongeveer 1,3 joen. Kranteverslagen over de richting van het Tibetaanse rev* tionaire comité spraken slechts va „streken met meer dan een miljit geëmancipeerde onderdanen." De 10 grootste provincies van CE- na zijn Tsjechwan, 70 miljoen int; Shantoeng, 57 miljoen inw.; Hoe 50 min. inw.; Kiangsoe, 47 ai Hopei 43 min.; Kwantoeng, 40 Bk; Hoenan, 35 min.; Hoepeh, 32 nik en Anhwei, 35 min. (Copyright De Stem/Globe and Mail, Toronto) 's A vonds laat, op het mo ment dat ik mijn verticale po sitie in een horizontale verander, valt me soms iets in dat ik op zo'n ogenblik als een grote gedach te beschouw. Meestal is dat het antwoord dat ik overdag eigenlijk had moeten geven op een vraag of een verwijt; bijna altijd heeft het iets te maken met de spijt die na een dag vol gemiste kansen of mislukkende aanloopjes gesust moet worden om mij met het bestaan te verzoenen en me zo in staat te stellen het geschenk van de slaap op het laatste nip pertje althans enigszins te ver dienen. Dus is het meestal nep en de moeite van het vergeten dub bel waard. In het daglicht kritisch bekeken verdwijnt zo'n gedachte ais sneeuw voor de zon, maar in tussen is dan ook een nieuwe dag begonnen en de aanmaak van nieuwe illusies. Soms behoud ik een avondlijke inval ondanks zijn dubieuze her komst als waardevol. Bijvoor beeld die van gisteren. Maar dat was dan ook een waarneming. Het was deze; de meeste mensen die zo de mond vol hebben over hun dienende functie, zijn geen on dergeschikte figuren, maar tame lijk hoge baasjes. Je moet het ver gebracht hebben om te kunnen zeggen dat je een dienende func tie hebt; het is een mooi status symbool. Werkelijk bedienend personeel praat niet over zijn die nende functie. Ik geloof dat dit een waarneming Is die het dag licht kan verdragen en die het wel verdient wat uitvoeriger be keken te worden. Tk denk dat aan de bron van deze mooie frase een verma ning uit het Evangelie ligt. „Wie onder u groot wil worden, moet uw dienaar zijn en wie onder u de eerste wil wezen, moet uw knecht zijn." (Luc. 20. 26-27). Wat hier precies bedoeld wordt, kan in het midden gelaten wor den. Waarschijnlijk is het geen listig advies aan ambitieuze na turen die wel klein willen begin- beste die dat meestal vanuit de vetondet- stelling dat zij zelf wel zonder opdracht in staat zijn de belan- gen van de ander te interprete ren en te behartigen. De ander hoeft dat zelfs niet te weten want hij zou er toch maar niets van begrijpen. Zo ontstaat die merk waardige, bevoogdende vorm van gezag dat zonder ons verzoek en achter onze rug om, maar na tuurlijk wel namens ons en voor ons bestwil, over onze belangen bedisselt en aan ons geluk zit te knutselen. Temand die werkelijk dient In onze opdracht, zal dat waar schijnlijk met een resolute beschei denheid en zonder veel zalvend gepraat doen. Hij is dan ook vol strekt niet onze dienaar. De obers zijn niet de gladgestre buigers, maar de vakmensen tegenover de klant gemakkelijk hun eigen zelfstandigheid bewa ren en heel goed in staat zijn sub tiel wraak te nemen wanneer een verwaande klant meent hen M zijn slaven te kunnen behandelen. Niemand is slaaf op zijn eigen terrein en we moeten dus oppas sen wanneer een mens of instituut uit naam van de dienstbaarheid naar uitbreiding van zjjn geb» uitziet. Ook een instituut als kerk, vroeger wel degelijk een bol werk va-n macht, is nog met aar de grote bekering in zijn bestaai toe, wanneer het zich een ser vice-instituut gaat noemen. Dienst baarheid kan heel goed een lis- zijn, waarmee alleen maar beoogd wordt steeds meeT vingers gaan steken in steeds meer l pen. Behalve een midde macht te krijgen kan zij ook ee middel zijn om een tanende macht vast te houden of de harde kern ervan te verbergen. ITet is niet gemakkelijk helder heid te brengen in de bewa kingen tussen macht en diei baarheid. Dat feit op reden genoeg om deze twee niet op een al te gemakkelijke en vlotte manier aam elkaar nem, maar alleen met de bedoe ling om groot te eindigen. In eilk geval wordt er gesproken over dienaar zijn en niet over zich die naar noeimen en is de spreuk een frase geworden in het weefsel van diepzinnigheden en plechtige ver klaringen waarmee een eenmaal gezeteld gezag zich mooi wil om spinnen. De evangelische belang rijkheid van het dienen wordt als een edele parel op de kroon van 't gezag bevestigd om daar nog meer luister bij te zetten en te suggereren dat de drager van die kroon „eigenlijk" niet heerst, maar de dienaar van de diena ren is. Lippendienst aan de ne derigheid hoort helemaal bij het raffinement van de hoogmoed. Praten over dienstbaarheid is een magisch middel om werkelijk on dergeschikte positie op een veilige afstand te houden. Werkelijk die nen is op verzoek of bevel van een ander de belangen van die ander behartigen. Zonder verzoek of opdracht is er geen sprake van dienen, maar hoogstens van een eventueel welwillend soort bemoeizucht. De mensen die zich zo graag dienaren noemen doen koppelen, want juist ui frtl. makkelijke fraseologische ve ding kan het misbruik va macht een vruchtbare voeding dem vinden. Het is beter verhouding weerbarstig en ow1 teerbaar blijft. Pas. danj® haar feitelijk bestaan iets vag» derlijks en paradoxaals WW, zoals d-at in de aangehaalde uitgesproken wordt. Want niet te ontkennen: het dient en heeft, tot ^ncbe nen. Dat is niet alleen „e de eerste graad, in die an d gezag van onder af ko® verzoek of in opdraelj,et fend behoort te worden, maar is ook een waarheid vandeW de graad: het gezag {Lader- waardevol wanneer het zich geschikt kan maken aan W ke en grote belangeni en z ven kortzichtige standpun Iz-QTï 17* ven Kurwiuimsc OVVA,""/*^ nieitf® overtuiging kan verheffen. betekent dan: het en trouwen aan de b?^.n®S?ke „elijk afzien van het onmiddellijke g»* en de rechtstreekse weon»^ Gezag is dienstbaarheid dienstbaarheid een vorm perieur inzicht en dus gezag Het rijksdaggebouw w; doorn in het oog van de coi stuk voor allerlei betoginger (Van ee BERLIJN. Nog all wacht bij het Sovjet-oor denburgerpoort, op Wen er bloemen bij de kruisei Iran eigen kameraad-voll altijd praat de Westbee van Duitsland. En nog Berlijn de hoofdstad vai de D.D.R. is. MaaJ tember 1968. Ruim 50 mensen west en 1.1 mi! teken tussen twee uiteenl Want meer dan ooit is Berl; barometer tussen oost &n wes kan, dooien, het kan vriezen, aanval op Berlijn is altijd no begin van de derde wereldoi En aan deze weerzinwekkenc dachte dankt de Westberlijne behoud, zijn welvaart, zijn levei In restaurant Moskou aan de Marx-Allee", ir Oost-Berlijn 's middags om 5 uur al een bandje. Een paar moderne joo één meisje en vier jongei komen zo van de hogere mi school, spelen stuk "oor stuk vier instrumenten bijna vol: brengen moderne muziek: Tsja-Tsja, Borneo en Julia, mer geht die Sonne auf". ei zo'n aantal bekende melodie® Men danst. Maar daarmee ook alles gezegd. Een lach nauwelijks af, de overigens der charmante serveersters nen de buitenlanders met een gezicht en schijnen ongevoelig een complimentje, een grapje. 1 den eet men voor redelijke pi voortreffelijk. j Maar buiten, op de Karl Mar 'lee, kan men een kanonskogel raket, afschieten zonder iemar raken. En dat om 56 uur, wai in Nederland op alle wegen de keerspaniek losgebarsten is. Afrikaanse student maakt eer to van een staatswarenhuis, bouwd ter ere van een onderof die door misdadig fascistisch I bij de muur om het leven kv Even verder, op de „Alex Platz" zwoegen de wegenbot aan een complex van kruist tunnels, voetgangers-overstekot socialistische eensgezindheid", een gigantisch propagandabord beert te vertellen. De straten in Oost-Berlijn zt. dit uur bijna verlaten. „Men kijlcl naar de Westberlijnse televisie" men ons in West-Berlijn. „Nie berichten uit West-Berl}jn, uit V Duitsland, uit het westen". De Oostberlijner kijkt wel goe- hierop antwoord te geven. Maa wat uren heen-en-weergepraat 1 hij wonderlijk veel te weten wat zich in het westen afspeelt tveet ook, dat op deze dag ir „Fnedrichstrasse" pamfletten deeld zijn met „Leve Dubcek". wie? Door jongeren, vooral door geren. In de „Friedrichstrasse" nu, tegen middernacht, echter meer van te bekennen. Het gra straatlicht verhult wat animeert jes, die bij 'n paar nachtclub westerse bezoeker voor een dra TAT Maar aïsrt 56611 verm°Uth. Zégt h. NOILLY PRAT. VERMOUTH V -fri08 Verbimt Co.KV.Tilburg - Import

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 24