ichnisch of hoe verkoop ik mijn land MOLENS EN KLOMPEN ZIJN EEN ZALIG HANDELSMERK WAAR JE NIET AAN MAG TORNEN IVOORJOU! GUMP itructeur „Een Amerikaan ziet Nederland als een dappere natie, die plezierige betrouwbaarheid paart aan schraapzucht" WERKSTER ÏERVENFABRIEK iteurs Jerhoudsmonfeurs Drommen Immitsje Bundeling Als kiespijn Andere koek Grote punt DE STEM VAN ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1968 )ERUST" ks 17 jaar oud zijn. en die de gelijkwaardige opleiding heb- >m op 'Vrederust'. Tijdens de i aan algemene ontwikkeling, berust' wordt veraangenaamd ijkheden. In een pas geopend kan ieder zich op zijn eigen cnheid om ongedwongen met 'uit te blazen'. noderne vulafdelingen ding geven aan een groep van I het noodzakelijk dat U van jertrouwen op uw technische verkkring, uitstekende secun- :n, een goed salaris en directe Ifonds. jbent en een L.T.S.-opleiding óndige brief aan N.V. LODA, |intwerpen en construeren van ddelenindustrie. ring en bij gebleken geschikt- Rnaris belast worden met het Jeltaken van grote projekten. unctie is een opleiding op het uwkunde onontbeerlijk. Enige pparatenbouw strekt tot aan- pan de Engelse taal is vereist. kgebied. Tenminste U.T.S.-op- fin de machinebouw is vereist. |al strekt tot aanbeveling. pn, vergezeld van een recente vaarnaar men solliciteert, kun- np, Stadhuisplein 33 - Tilburg. ADMINISTRATIEVE inistratie is plaats voor een allerlei werkzaamheden be- zal echter zelfstandig haar ei- nen verrichten, n meisje, dat in het bezit is liploma, leeftijd omstreeks 1'? zoeken, schrijf dan een brief - ;eringsedijk 47, Breda. ZUNDERT e volgende vacatures iraaronder een monteur voor de nze fabriek te Zundert. Zundert, alle werkdagen van ische afspraak. - (Van een onzer verslaggevers) HET is een beetje sneu voor alle ferme jongens en stoere knapen, die jaar in jaar uit met onze ijzersterke, folkloristische image in het buitenland hebben geleurd. Sneu voor de ANVV-boys, die omwille van de goede zaak met molentjes door New York liepen en het walmend Ruhrgebied dicht plakten met kleurige affiches, waarop een blozende agrariër onder zijn zuiver zijden petje naar de verpletterend verre einder staarde. Eerlijk, we waren er met zijn allen nou net zo aardig in geslaagd om de uit heemse rakkers te laten geloven, dat er achter de blanke top der duinen een godvre zend volkje leefde, dat kneuterig zijn pijpje smoorde tussen de geraniums en in on wijze bombazijnen broeken ter visvangst ging. Alle andere zaken: de torenflats van de randstad; de gemeenschappelijke tuinen, die op straffe van een geldboete of 14 dagen hechtenis niet betreden mogen worden; de prikkeldraadversperringen om onze steeds kleinere, doch nog stille heidevelden; de propvolle steden en de opgebroken wegen, we hadden het allemaal zo listig gecamoufleerd met tulpenvelden en molen wieken. Geen buitenlander had er dan ook erg in, dat ons land barstte van de fabrieken hoogovens, olieraffinaderijen en militaire oefenterreinen. Daar zorgden onze gidsen wel voor: die stonden met hun stalen gezichten op Schiphol gereed en als er weer een lijntoestel uit Amerika was geland, dan deporteerden ze de passagiers langs de kortste weg naar Volendam en Marken. Broodje paling bij Spaander en dan rap in de rond vaartboot naar de overkant, waar de bedompte bedsteden al klaar stonden. Dat kon je rustig aan Sijtje overlaten. Die wist heus wel, wat ze moest doen om de toeristen te laten geloven, dat alle Nederlanders in de boes boes leefden. J*éL HOLLAND PROMOTION Voor honderdduizenden Neder landers en miljoenen buitenlan ders had die toestand nog eeuwen mogen voortduren, want ze had den er immers volledig vrede mee. Een zoute haring uit het vuistje, stukje kaas uit het knuist je, en passant vanuit de rond vaartboot wijzen op het smalste huis van Amsterdam en dan kon den we weer rustig aan de tafel de deviezen tellen. Akkoord, het was wat pijnlijk, dat die verma ledijde Amerikanen hardnekkig bleven beweren, dat Kopenhagen de hoofdstad van Nederland was en dat ze bij het ANVV-kantoor in New York achterdochtig vroe gen of ei wei een verharde weg van Amsterdam naar Den Haag liep, maar dat taaie ongerief na men we dan maar op de koop toe. Het belangrijkste was immers, dat ze kwamen en dat deden ze ook: in drommen spoelden ze door onze folkloristische sluizien en als ze na 24 uur weer opkrasten namen ze het oude beeld van het knullige, maar o zo pittoreske land aan de Noordzee ongerept mee naar hun haardste den. De Duitsers bleven geloven dat we een smakelijke kruising waren tussen een Tiroler Holzackerbube en een stugge turfsteker met hinderlijk oorlogstrauma en de Amerikaan speet het alleen, dat hij het kogel ronde gat niet had gevonden, waarin de jongeheer Brinkers indertijd zijn duimpje in heeft gestoken om de natie te redden. (Diezelfde Hansje Brinkers is trouwens op dit moment uitgerekend het grootste struikelblok voor alle imagevemiieuwers, zegt A.N.V.V.- perschef Kees Roorda: „Mary Mapes Dodge heeft in 1885 een kinderboek over hem geschreven en dat wordt nog steeds op alle Amerikaanse scho len stukgelezen. Er gaat geen jaar voorbij, of er komt een nieuwe druk uit. Het wordt de Amerikaanse kin deren gewoon met de paplepel inge geven, dat ons land een antieke oase <n die razende wereld is".) lander met zijn draaiorgel ook nog ln techniek en cultuur zijn manne tje staat. Dat hij industrieën uit de drassige polderpond heeft gestampt die hoogwaardige produkten op de internationale markt brengt. Dat er onder zijn boerenpet toevallig een stuk hersenschors zit, dat de vond sten aan de lopende band afscheidt. Dat zal de eigenaar van de soe- venirwinkel weliswaar een grote zorg zijn, maar zijn collega, die het juist van zijn goodwill moet hebben over de grens, kan die klompen en volksdansen langzamerhand missen als kiespijn. Hij wordt op zijn zakenreizen tel kens geconfronteerd met de goedge lovigheid van zijn relaties, wier ken nis van de Lage Landen uit de der tiger jaren dateert. De C ratnale Ka mer van Handelsbevordering heeft onlangs een boekje opengedaan over een marktonderzoek in het buiten land en daaruit blijkt, dat het gros van de Amerikanen ons land nog steeds beschouwt als een kleine, dap pere natie, die op industrieel gebied nauwelijks meetelt en in de handel een plezierige betrouwbaarheid paart aan een hopeloos achterhaalde schraapzucht". Zes jaar na zijn profetische woor den wordt de rekening opgemaakt door de Nederlander Peter Palmen, die in een scriptie over de „Hol land Promotion" de ongezouten kri tiek van 112 oudleerlingen van Nij- enrode feestelijk heeft geopenbaard. De 112 getekenden, na hun studie uitgevlogen naar belangrijke buiten landse bestemmingen, rapporteren van daaruit, dat Nederland op een uiterst gebrekkige wijze verkocht wordt. Met name de overheid krijgt een geweldige optatör en wordt als een stout kind in de strafhoek gezet. De overheid, aldus de meningen der 112, heeft alsmaar zeurderig vastgehou den aan die paar folkloristische za ken, maar is nauwelijks diligent ge weest op alle andere punten. Neder land is een modern land, de indus triële ontwikkeling is in de naoor logse jaren spectaculair geweest, we tenschap, techniek en cultuur mar cheren in de voorste gelederen mee. Waarom, vraagt Palmen zich af, worden deze zaken niet voldoende in de Holland-promotion naar voren ge bracht en uitgebuit? Het smartelijk gevolg is, dat or slechts weinig buitenlanders wen sen te geloven, dat die brave Hol- Tel uit je winst. Wat Nederland dus aan de ene kant met miljoenen subsidieguldens aan folklore uit de toeristenhoed te voorschijn tovert, dat wordt aan de andere kant weer ais wanbegrip overboord gesmeten. Im mitsje bouwen, het zal je berouwen. Zes jaar geleden hief A.N.V.V.-di- recteur Risseeuw al de waarschuwen de vinger op een bijeenkomst van het Genootschap voor Reclame. „Het beeld van Nederland", zei hij toen, „toont een aantal goedige mensen in klederdracht, gegroepeerd rond een molen. Deze image nu van ons land en volk heeft tot logisch ge volg, dot men zich Nederland niet zo gemakkelijk kan voorstellen als het moderne land dat het is, met zijn goede kwaliteiten als toegangspoort voor Europa, als centrum van onder nemingen voor dienstverlening in de gehele wereld, als basis voor wereld omvattende financiële en handels operaties, als wetenschappelijk, cul tureel en artistiek land, als baker mat der waterbouwkunde, als hoog ontwikkeld industrieel land, dat goe de en goedkope produkten levert Eerdier is men door het beeld van de klederdrachten en de molens ge neigd Nederland te beschouwen als een in de ontwikkeling achtergeble ven, in hoofdzaak agrarisch ingesteld land. Dit kan schadelijk werken". Palmen geeft in zijn scriptie ook de voorrangswegen aan, die naar een betere toekomst leiden. Hij pleit met name voor een centraal instituut, waarin overheid en bedrijfsleven sa menwerken en waarin alle krachten worden samengebundeld. Hij gaat daarmee stukken verder dan de A. N.V.V., die zich aan het einde van dit jaar eigenhandig ten grave zal dragen en wordt vervangen door een nieuw instituut, dat met een spaar pot van 7 miljoen de wervingstaak voor Nederland op zich zal nemen. Wat het precies gaat worden is wel iswaar niemand duidelijk, maar dat er een efficiënte, harde aanpak uit de bus komt, is zonneklaar. A.N.V. V.-perschef Roorda spreekt in dit verband al over „een staatsreisbu- reau, dat ons land als een onontkoom baar aantrekkelijk pakket aan de man gaat brengen". Palmen juicht deze wijziging ui teraard toe, maar is daarnaast van oordeel, dat ook in de nieuwe opzet de coördinatie blijft rammelen. „De krachten", klaagt hij, „worden te veel versnipperd en van een harmo nisch samenspel is nauwelijks spra ke. De economische voorlichtings dienst doet wat, de Centrale Kamer voor Handelsbevordering doet wat, de A.N.V.V. doet wat, maar een ech te vuist wordt er niet gemaakt". „Hoe had meneer Palmen zich deze samenwerking dan voorgesteld?" vragen de deskundigen zich op hun beurt af. Het toerisme is gebaat bij molens, klompen en groen. Dat doet het al jaren geweldig en dat gooi je zo maar niet in de vuilnisbak Grote Amerikaanse toeroperators zijn jaloers op de image van Nederland en zouden er een lief ding voor over hebben, als hun eigen land zijn typische kwaliteiten ook zo cen traal kon afficheren. Laten we eerlijk wezen: die molens enklompen vormen gewoon 'n zalig handelsmerk, waar je niet straffe loos aan kunt tornen. De ellende is alleen, dat het land daardoor een etiket krijgt, dat de inhoud maar ten dele dekt. Je zult dus moeten zoe ken naar een synthese, naar een harmonie tussen oud en nieuw. Goed, nou vertellen we de Ame rikanen bijvoorbeeld, dat er duizend schoorstenen staan te walmen tus sen Rotterdam en Hoek van Holland, dat er nog eens duizend hun roetwol ken uitbraken tussen IJmuiden en Amsterdam. Zegt zo'n man in Chi cago dan: „Dat wil ik zien, Mien, pak mijn koffer?". Dat doet-ie al leen als hij belang heeft bij een van die schoorstenen, als hij net wat maakt, dat zo'n fabriek kan gebrui ken. De rest zegt: „Je wordt be dankt. Ik voel niks voor stank voor dank". Dat is het levensgrote probleem: er wordt momenteel gesproken over samenwerking en dat is uiterst no bel, maar de mensen die geacht wor den de koppen bij elkaar te steken hebben totaal verschillende uitgangs punten. Het toerisme is gebaat bij grazige weiden, oude steden, mensen op klompen, de industrie schreeuwt daarentegen om een eigentijdse ima ge, om erkenning voor de technische kwaliteiten van Nederland. De brug, die deze standpunten moet verbin den, hangt vooralsnog aan de zijden draad van wederzijds onbegrip. pijnigde hoofd van vice-president Humphrey de voorpagina siert, opent met een pagina grote advertentie van de K.L.M., onmiddellijk gevolgd door een ferme reclameroffel over de Del tawerken. „Holland kan het ook niet helpen", zegt de K.L.M.-advertentie, „150 miljoen consumenten leven op zijn drempel Het land is geschapen voor het transport: met een kustlijn waaraan de grootste haven ter we reld ligt, met een volkomen plat ach terland, dat ideaal is voor weg- en treintransport. Stuk voor stuk voor delen, die u geld en tijd kunnen spa ren". En ondertussen wordt er druk en verhit gesproken over de Holland- promotion. Iedere belanghebbende verstaat er weliswaar wat anders onder, maar ze zijn het er allemaal over eens, diat er iets dimt te ge beuren. Vandaar, dat die A.N.V.V. met zijn log bestuur van vijftig man en zijn chaotische inspraak van 1500 leden, een grote punt zet ach ter haar activiteiten. Vandaar ook, dat de grote Nederlandse bedrijven steeds forser op de reclametrom beuken Time van 6 september, waar in het drama Tsjechoslowakije naar pagina 34 is verbannen en het ge Kijk, dat is gelijk andere koek dan die Sijtje Boes serveert. Maar vraag je nu aan die man in Denver of Chicago, of hij door die adver tentie zin heeft gekregen om met die 150 miljoen anderen op de Hol landse deurmat te komen liggen, dan zal hij zijn portie waarschijnlijk lief devol aan Fikkie geven. Hij heeft er toch ook nooit over gepeinsd om 14 dagen geheel verzorgd door te bren gen in het Roergebied? Daarom houdt A.N.V.V.-perschef Roorda het voorlopig nog maar op de ijzersterke verkoopargumenten die al jaren hun deugelijkheid hebben bewezen. „Ze willen best een tocht rondom het IJsselmeer maken", zegt hij, „maar ze zijn gekomen voor Amsterdam en Volendam, dat is on uitroeibaar. Wat we wel proberen is de typische eigenschappen van Ne derland te etaleren. Het is een gek, vlak land met gras, dat er anders uitziet dan waar ook in de wereld, met licht, dat uniek is, met water en wolken, waarvan wij het patent hebben. Ik geloof niet, dat er iemand in New York in het vliegtuig stapt om de Zeelandbrug te zien. Ik geloof wel, dat we hem na Am sterdam, Volendam en Marken zover moeten zien te krijgen, dat hij ook nog even doorfietst naar de Deltawerken en het IJssel meer. En dan ben ik er ook nog van overtuigd, dat hij geen spyt zal hebben, dat hy een dag lan ger is gebleven. De foto's op deze pagina il lustreren, hoe ons land ook nu nog naar buiten wordt gepre senteerd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 21