Operatie
„Redt de Totem"
TIEN]
Con
van
is n
dooc
Wester
CEDERSTAM
PRIMITIEF
WEINIG
GEWELDIG PRODUKT VAN
BIZARRE HOUTSNIJKUNST
INDIAANSE TOTEMPAAL
IS GEEN AFGODSBEELD
Een gulden
DE STEM
7
(Bijzondere medewerking)
De meesten onder ons iveten van het bestaan
van totempalen dank zij het lezen van avon
tuurlijke Indianenboeken. Sommigen, die con
tact hadden of hebben met de padvindersbe'
iveging, weten, dat die bizarre totempalen ook
spreken tot de verbeelding van de tvesterse
jeugd. Wie totempalen „echt" gezien heeft
weet bovendien dat zij ouderen eveneens in
hun ban kunnen brengen. Die vreemde, drei
gend, e, starende, grijnzende beelden vond men
vroeger bij Indiaanse nederzettingen. Zij sche
nen fantastische schildwachten te zijn, die de
vreemdeling het gevoel gaven, voortdurend
geobserveerd te worden.
Er zijn in Canada nog tal van
oude totempalen te vinden, die
vroeger èeht dienst hebben ge
daan. Veel van die oudgedienden
zijn aangetast door weer en wind.
Gelukkig echter heeft men tijdig
een aantal fraaie exemplaren van
de vermolmingsdood kunnen red
den. Deskundigen hebben ze ge
restaureerd en ze met moderne
middelen zo geprepareerd, dat zij
voor het nageslacht bewaard zul
len blijven.
De totempaal is ontstaan in het
zuiden van Alaska en in (de Cana
dese provincie) Brits-Columbia. El
ders in Amerika wonende stammen
namen in de loop der jaren de to
tempaal over. Het is een zeer ver
breide opvatting of beter misvatting,
dat totempalen een soort Indiaan
se afgodsbeelden zouden zijn. Zij zijn
dat beslist niet. Wat zijn zij dan
wel? Heraldieke, historische, legenda
rische en mythologische houten do
cumenten. Zij zijn afbeeldingen van
het embleem of wapen en van voor
vallen uit het verleden van de ei
genaar. De eigenaar kan zowel een
aanzienlijk man zijn als een stam,
clan (geheim) genootschap, fami
lie of andere sociale groep.
Een totempaal werd (en wordt
nog) gemaakt 'lit de stam van een
rode ceder. De totrmsnijders zijn
wat betreft rangorde der versie
ringen dieren, vogels, symboli
sche figuren en zo meer aan
strenge regels gebonden. In de wij
ze van uitbeelding zijn zij echter ta
melijk vrij. Vrijwel iedere totem
paal is een „beeldverhaal" met his
torische, legendarische en mytholo
gische elementen. Slechts de eige
naars, vervaardigers en zij, die bij
de „onthulling" (lees overeindzet-
ting) tegenwoordig waren, kunnen de
„beeldroman" geheel lezen en begrij
pen. De onthulling gaat in de regel
gepaard met plechtig-feestelijke dan
sen.
Tot in de twintigste eeuw toe meen
den de volkenkundigen, dat de totem
paal een oeroud Indiaans brok cul
tuurbezit was. Tegenwoordig weet
men echter, dat hij niet veel ouder
is dan een eeuw of twee. Vermoe
delijk voortgekomen uit de (veel ou
dere) gewoonte om de palen der wo
ningen te versieren met snijwerk.
IJdelheid en statuszucht spraken ook
een woordje mee, want zowel man
nen van aanzien als groepen gingen
het voornaam vinden pm er een
„losse" (totem)paal op na te hou
den. Men heeft ze wel eens, en niet
geheel zonder grond, vergeleken met
familiewapens. Totempalen plaatste
men ook wel bij de graven van op
perhoofden.
symbolische aanduiding van het feit
dat hij en dus ook de met hem
verbonden stammen en geslachten
de oorspronkelijke heerser in de
streek was. Behalve vogels vindt men
op de totempalen ook wolven, be
vers, vissen, beren en andere die
ren afgebeeld, evenals aardbevingen,
regenbogen, gletsjers en sterren.
De allereerste totempaalsnijders
moesten zich behelpen met primi
tieve werktuigen en eenvoudige
kleurstoffen. Hun werk werd gemak
kelijker en verfijnder, toen zij na de
komst der Europeanen bijlen en goe
de messen ter beschikking kregen.
Nog later kwamen er verfsoorten en
andere kleurstoffen, die beter be
stand waren tegen weer en wind,
dan die, welke de Indianen zelf
maakten.
Veel totempalen zijn „bekroond"
met een arend of dondervogel. De
dondervogel met zijn kromme sna
vel was het zinnebeeld van tal van
Indiaanse stammen in de kuststre
ken langs de Stille Zuidzee. Men
meende dat die vogel de koerier
van de donder was en bliksemschich
ten wegslingerde met zijn snavel.
Ook de arend nam een vooraan
staande plaats in. Vaak beeldde men
hem uit met gespreide vleugels, een
„Oertotempalen" versierde palen
van Indiaanse woningen dus zijn
er maar heel weinig bewaard geble
ven. Volgens een misschien wat al
te sombere schatting zijn het er twee
in totaal. Zij bevinden zich op de
voor de kust van Brits-Columbia ge
legen Koningin-Charlotte-eilanden.
Op de palen herkent men duidelijk
de emblemen (familiewapens) van
enige vooraanstaande Indiaanse ge
slachten.
Sommige Indiaanse stammen de
Haida's bijvoorbeeld vervaardigen
niet alleen totempalen, maar ook
mooie met totemfiguren versierde
kisten, waarin zij hun bezittingen
bergen. Vroeger hadden zij boven
dien nog met totemhoutsnijwerk ver
sierde cederhouten eetborden. De
Haida's maakten zelfs kleine totem
beeldjes van een zachte leisteen (ar-
gilliet), die een tijdlang zeer in trek
waren.
Het is jammer, dat de Indianen
thans weinig meer doen aan hun
totemkunst. Ook zij zijn de mo
derne wereld binnengestevend.
De Canadese overheid heeft ech
ter enkele van de nog beschik
bare Indiaanse kunstenaars in
dienst genomen om van de merk
waardige totemkunst te redden
wat er nog te redden valt. Ge
lukkig kan men zeggen, dat de
operatie „Redt de Totem" in vol
doende mate zal slagen om voor
later waardevol materiaal in de
museums te hebben.
iBMIMfHW—u lhagau-3
LWW J| I tjjgfcglw
Veel totempalen dragen een sterk heraldisch stempel en misschien wel, zoals bij familiewapens, een blijk van menselijke
ijdelheid.
Enkele totemkunstenaars bezig met de afwerking van een paal.
De eeuwen, waarin de
Roodhuiden het Noord-
Amerikaanse vasteland
beheersten, behoren al
lang tot het verleden.
De blanken zijn er nu
heer en meester.
Diezelfde blanken
beijveren zich nu om het
culturele bezit van hun
vroegere tegenstanders
te bewaren voor het
nageslacht.
Dit gebeurt o.a. met
de actie „Redt de Totem"
zotcel in de Verenigde
Staten als in Canada.
Onder totaal andere omstandigheden dan eeuwen geleden wordt hier gesneden en gehakt
aan een nieuwe totempaal.
(Vai
AMSTERDAM - „Kanker
lid van Het Nederlands I
leken. Een andere specia
is nog geen doodvonnis,
kenden wij op bij een
Amsterdam. De cijfers dl
gen, spreken duidelijke t
gevallen is te genezen,
gevallen worden genezei
kanker in vroege stadia
percentages moeilijker k
De stafleden van het A
Leeuwenhoekhuis de
het centrum van de verei
Nederlands Kankerinstitu
men niet zo gauw met cijfe
brug. Want zekerheid ove
zing van een patiënt, die
is, krijgt men pas na ve
tien tot vijftien jaar. Wel i
te stellen dat er in Neder
duizenden mensen rondl
genezen zijn van kanker,
derlands Kankerinstituut 1
in haar vijfendertigjarig bi
ker een „hoek"-steentje
dragen. Maar dat verzwijgt
dige specialisten in alle be
heid.
De vereniging „Het Nt
Kankerinstituut" werd in
gericht. Initiatiefnemer wa
J. H. de Bussy, die „onder
een droevig geval in eige
met prof. J. Rotgans en pr
de Vries een Amsterdam
stichtte, dat zich snel ovei
hele land uitbreidde. Spoi
een imposant bedrag bij
bracht en kon de verenigii
nen met de realisering van
stelling: kanker en aan'
ziekten te onderzoeken en
zen. In 1914 betrok men ee
huis aan de Keizersgracht,
bouw kreeg de naam An
Leeuwenhoekhuis.
De kliniek bood ruimte
ventien kankerpatiënten,
ratorium bevatte acht a negf
ruimten. Maar al spoedig
vriendelijke grachtenhuis
Plannen voor nieuwbouw
niet verwezenlijkt worden
stuur prees zich echter
toen de minister van Arbi
vrijgekomen militair hospit
bood voor het symbolische
van één gulden per jaar. Ne
grijpende verbouwing kon
bouw, gelegen aan de Sarph
in 1929 in gebruik worden g
(Van een onzer redacteu
De smerige oorlog in A
grootste staat, de 58 milj<
woners tellende federatie IS
roept drie problemen op: d<
rechtmatigheid van de a
ding van Biafra, de hulpver
aan de hongerende en ste
slachtoffers onder de bur
volking en de kwestie van
penleveranties. Aan dit laai
eet heeft het Brabantse T
Kamerlid drs. Th. West
(KVP) opmerkelijk veel aa
besteed, en niet zonder sue
Kort geleden heeft hij, v
derde keer in enkele maande
vragen gesteld aan de regei
mei vroeg hij of de bericht
M- er and wapens leverde
igeriaanse generaal Gowor
waren. Zo ja, hoeveel vergui
waren dan wel niet afgegev
moest, hangende de vredesbes
gen in Kampala, aan die wap
nngen geen einde worden ge
De regering deelde daaro
oat voor de periode na 1 jt
gunningen waren verstrekt v
evering van 600 granaten 1
"°®v®.van een fregat dat Ne.
hï óg,^la vei"kocht had (hel
mer „Wilhelmina"), voor de 1<
ro„Va2- 6000 bouwitzer-grana
»„„r Ie van ruim 16 miljo
snol a nen. (Westerterp:
artiii ZOl\. g,emaakt worden d
rtillenebednjven, een staat:
eming. Dat is toch al te gel
ziiDb»t0^VOeging van de reger
vere,Tne^ Was de verde"« afgi
bevrpH 2ge2 vo°rlopig te
ger rHof volksvertegem
juni bfd daarom stelde h
mede Kamer mondelinge
VVD S6nS £vdA' ARP'
PPR- Ministe
van zl£andse Zaken), juist
Portugal ge™chtmakend bezo
middellijk tf de Ieverant
zeede nnV 'aten stopzetti
ook toe stappen te onde: