KOMST
;r dat er
ce wijze.
omdat
iriseerd,
ing ont
houden
laak en
flessen
DÜQ vbn t>£
Hiep hiep hoera Computers en andere vrijwel
volmaakte machines zullen ons en onze kinderen het
werk uit handen nemen, en eindelijk zullen we
volop vrije tijd krijgen. Maar.... wat doen we dan met
de vogelvrije uren die ons in zulk een overvloed boven
het hoofd hangen?
D e meningen botsen pas goed bij de vraag: wat doen we met
die vrije tijd? Pessimisten voorzien de totale chaoseen wereld vol
rellen en oproer. Want, zeggen ze, de mensen moeten hun
energie toch ergens kwijt! Op zijn best voorspellen zij de volledige
consumptie-maatschappij, waarin het volk naar oud recept
met brood en soelen zal worden zoet gehouden.
E r zijn geweldige veranderingen op til. De beschikbare vriie tijd
zal nog aanzienlijk toenemen, en of dat nu vóór of na het magische jaar
2000 zal gebeuren doet er eigenlijk niet veel toe. Waartoe de
veranderingen die daar het gevolg van zijn, precies zullen leiden, it
niet met zekerheid te zeggen. Maar waarom zouden we pessi
mistisch ziin?
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1968
f
**-'«
flRB€«'D
fiVCLJ
Nier M€€R
»«l
JOOf 1
Wftl£NK3Mr
:rie met keus uit
rd en De Luxe),
|n het GT-model
r).
gingen u nu al
iurlijk een Ford
Iterdam
intl
Dat is, kort samengevat, het onderwerp van de
speciale reportage-serie die DE STEM in de komende
weken gaat publiceren. In tientallen interviews en
beschouwingen zullen de redactie en haar
medewerkers een beeld trachten te geven van de
„vrije-tijdsmaatschappij", de nog nauwelijks voorstelbare
wereld van morgen en overmorgen.
„Wij gaan onze toekomst in zoals we de oorlog
in zijn gegaan: geblinddoekt." Dat schreef in 1946 de
econoom Joseph A. Schumpeter. In 1968 lijkt dat
niet meer helemaal waar. In Amerika en Europa proberen
geleerden van allerlei discipline op wetenschappelijke
basis vast te stellen wat de toekomst brengen kan
(niet: zal).
Onze reportage-serie geeft een indruk van de stand
van het toekomst-onderzoek op het ogenblik. De
deskundigen noemen de toenemende vrije tijd „het
voornaamste vraagstuk van onze toekomst", maar
pasklare oplossingen ervoor hebben zij niet.
Het denkwerk is pas begonnen.
Algemeen wordt er van uitgegaan dat de vrije tijd toeneemt. Dat
wil zeggen: we krijgen steeds meer tijd die we niet hoeven te besteden
aan sociaal of economisch noodzakelijke bezigheden, zoals werken, huis
houden, schoolgaan, slapen, eten, kleden enz. In 1900 had
elke werker in Nederland gemiddeld 11 uur vrije tijd per week.
in 1956 al 24 uur, en na de invoering van de vrije zaterdag
in het begin van de jaren zestig 27 uur.
Hoeveel uur zal dat in het laar 2000 zijn?
Daar zijn de geleerden het niet over eens. Er zijn er die zeggen dat
In de toekomst nog maar een kleine élite van de bevolking zal
mogen werken, maar anderen, bijvoorbeeld de socioloog
drs. J. Bertlng, noemen „dit ,roze beeld' opium voor degenen die
erin geloven."
Prof. C. A. van den Beid, directeur van het Centraal Planbureau, is de
enige in Nederland die op grond van nu bekende gegevens een
berekening voor het (aar 2000 gemaakt heeft. Hij komt tot bijna
40 uur vrije tijd per week. Maar in ae Verenigde Staten zijn
sommige beroepsgroepen nu al aan dat aantal uren toe...
Niet iedereen heeft veel vrije tijd. Onderzoekingen van het
Centraal Bureau voor de Statistiek hebben uitgewezen dar de ge
middelde Nederlandse man 32 uur vrije tijd per week heeft,
maar de gemiddelde Nederlandse vrouw siechts 21 uur. Dat ver
schijnsel hangt nauw samen met de emancipatie van de vrouw in onze
samenleving. In onze reportage-serie zal er een aparte aflevering
aan worden gewijd.
Ze ziin er altijd geweest de zwartkijkers. Zij hebben zich bijvoorbeeld
ook zorgen gemaakt bii de invoering van de vrije zaterdag. Dat is
dan allemaal meegevallen. De meeste mensen liggen wat langer in
bad en in bed. tuinieren meer en knutseien meer, gaan meer
vissen, doen meer aan andere sport, en gaan samen winkelen in de
supermarkt. Geen revolutie dus.
Maar, zo schriift in een brochure van de Werkgroep 2000 de
Tilburgse sociaal-pedagoog prof. dr. J. A. Stalpers (die ook in onze
serie aan het woord komt, er is toch onrust. Veel mensen zijn
ontevreden over de kwaliteit van hun bestaan, zij willen méér. Een
tweede auto, een tweede t.v. en ander status-verhogend speelgoed?
Of iets heel anders?
De meeste mensen kunnen meer, heeft de Groningse hoogleraar Pen
gezegd, en ae Brabantse socioloog drs. H. J. A. Zaat (een van de
medewerkers aan onze serie) zegt het hem na. Voer voor opti
misten! We krijgen eindeliik wat we in het knellend arbeidsbestel
niet hebben: tiid voor scheppende zelfwerkzaamheid, tijd om ons zelf
individueel en in groepsverband meer te ontplooien, tijd om
te zamen vrije mensen te worden....
H et zal niet vanzelf gaan, maar per slot van rekening heeft het ook
lang geduurd voordat we gewend waren aan het gedisciplineerd
arbeidsbestel waarvan we nog altijd denken dat het adelt. Prof. De Froe:
„Evenals de beroepsuitoefening heeft de vrije-tijdsbesteding voor
bereiding en leiding nodig. Het is te verwachten dat deze in
het jaar 2000 een integraal deel van opvoeding en onderwijs
zullen uitmaken."
Over de maatregelen die we moeten nemen om ons arbeidsbestel
in een vrijetijdsbestel om te bouwen, zullen in deze reportage
serie veel deskundigen aan het woord komen. Overigens zal geen
van hen verlossende woord spreken, want dat is er (nog) niet.
Maar zijn we voorlopig al niet een heel eind, als we ons het probleem
bewust worden?
Vrije tijd en onderwijs, vrije tijd en televisie, vrije tiid en cultuur,
kerk, sport, toerisme, doe-het-zelf-hobby's, woning- en stedebouw, vrije
tijd en vrijheid het zijn allemaal onderwerpen die aan bod komen.
Prof. Stalpers wijst er in ziin eerder genoemde brochure oo. dat
psychologisch onderzoek heeft aangetoond dat eigenschappen
als initiatief, doorzettingsvermogen, creativiteit, belangstelling voor
zaken als politiek, muziek, schilderkunst, toneel, natuur, niet
verbonden zijn aan een bepaald niveau van Intellectuele begaafdheid,
maar dwars door alle intelligentiegroepen gespreid liggen. De
meeste mensen kunnen meer, en daarom hoeft de toekomst geen
tijd te worden van brood en spelen alléén. Na het uitsluitend
zwoegen hoeft niet het uitsluitend zwelgen te voigen...
Maar dan komt het er wei op aan een nieuw maatschappelijk
bestel tot stand te brengen, een samenleving waarin ieaer mens met
zijn eigen kwaliteiten de ruimte krijgt. Als we dat reusachtige
karwei willen klaren, zullen we de toekomst niet geblinddoekt tege
moet mogen gaan. Dan zullen we vandaag de wereld van
morgen moeten verkennen.
Met de speciale reportage-serie over de „vrije-tijdsmaatschappij"
wil DE STEM daartoe een bijdrage leveren.