]RSTE IOOI WETENSCHAP OP JACHT NAAR GEHEIMEN VAN DE OCEANEN Russen kunnen in Bonn geen onderdak vinden PARIS Zee kan ons nog veel leren EREN In 1970 naar Caraïbisch Bekken MOEILIJKHEDEN MET BOUW AMBASSADE Standen ne in. ff aan. UKKEN N.V. SYMPOSIUM GEORGE DARWIN INTERNATIONAAL DOELSTELLINGEN Beperking Bureaucratie eldestroom) 27.47, 4 J v,„ (8ZV) 30.17, 5 M. Cam. ldestroom) 30.23. P. Schop (Ganzen) 25.42 daris (Ganzen) 26.30, 3 j' ooft (Schelde) 26,34,' 3 j' (Scheldestroom) 26,58, 5 jiningen (Luctor) in 27.00 verrassende uitslagen van Maris zijn eerste het klassement voor de ker moeten afstaan aan P voorsprong is slechts pe len, zodat de ronde van ent a.s. zaterdag de beslis, engen. verliezer bij de dames Is van de Ketterije. Het meisje leek de vorige definitieve voorsprong té nomen op haar clubgenote olff. Doordat zij nu drie ïoest prijsgeven is Martha met negen seconden voor- Jannie. De strijd om de its zal gaan tussen Jannie Carita Salome. Jannie sec. voorsprong, hetgeen lijk voldoende zal z(jn ment voor de Zeeland-be.' ils volgt: 1 J. Fransoo (Luctor) 1 nin. 25 sec. 2 C. Salome room) 1.52,13, 3 M. Wolff 6.4, 4 J. van de Ketterij 1.13. 5 M. Cambier (Schel- 2.3.34. 6 F. Ploegaert .8.38, 7 J van Oost, (Gan- 8 M. Capello (Ganzen) I. Vergouwe (Schelde- 14.53, 10 J. Cambier, idem, P. Schop (Ganzen) In 1 n., 46 sec., 2 T. van Maris .55, 3 J. van der Hulst. 1.49.59. 4 M. de Koter, 1.51.18: 5 K. Weijland, id, Volwerk (Luctor) 1.52.25, e Vijver (Scheldestroom), van de Voorde (Zeehond) van Kruiningen (Luctor) L. Vondergen (SZV), >iaLiberty, welke ;rd gewonnen. it, Breda; 3. Tienen (Bel- voor de sportiefste club Brugge (B.). an immers ongeacht ogelijkheid VAN m m m tel. 01640-5878 tel. 01X50-2294 tel- 01100-7476 Hulst tel. 01140-2215 tel. 01184-3729 tel. 01180-5241 DAGBLAD DE STEM (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG „Van sommige delen van de maan weten wij meer dan van de oceanen op aarde." Met deze uitspraak geeft schout bij nacht ir. W. Langeraar uit Den Haag, chef van de Hydrografische Dienst van de Koninklijke Marine duidelijk te kennen, dat de hydrografie, maar vooral de oceanografie nog in de kinderschoenen staat. Bij de ontwik keling van deze wetenschappen en bij de bevordering van de internationale samenwerking op dit gebied speelt Neder land een zeer voorname rol. Dit blijkt ook uit een Neder lands initiatief, dat geresulteerd heeft in een grootscheeps onderzoek, dat in 1970 in het Caraïbisch Bekken van start zal gaan. Dit z.g. CICAR-project wordt uitgevoerd onder supervisie van de IOC, de Intergouvernementele Oceano- grafische Commissie. CICAR zijn de beginletters van Coordinated Investigation of the Ca ribbean and Adjacent Regions, het geen betekent gecoördineerd onder zoek van dt zeegebieden rond het Caraïbische bekken. Het initiatief voor dit onderzoek werd een jaar of twee geleden in de Nederlandse Commissie voor Zeeonderzoek naar vorén gebracht door prof. dr. H. Pöètma, directeur van het Neder lands Instituut voor het Onderzoek 'ter Zee in Den Helder en ir. W. Langeraar. Het plan werd voorge legd aan de .minister van Onderwijs en Wetenschappen en deze maakte liet aanhanging bij het IOC. In het IOC werd' het plan met veel en thousiasme ontvangen. Op het ogen blik hebben een twaalftal landen zich bereid verklaard aan het on derzoek deel te nemen, waaronder Nederland, de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, Mexico, Venezuela, Bra zilië en Cuba. Laboranten en analisten verrich ten metingen en onderzoekingen aan «e bovengebrachte monsters. Op de foto een bodemmonster, genomen "et be/uilp van een corer. De mon sters kunnen belangrijke aanwijzin- Sen bevatten over de vindplaatsen tan mineralen en delfstoffen. MR i Aan het onderzoek gaat in no vember van dit jaar een symposium op Curasao vooraf. Dit symposium wordt georganiseerd in samenwer king met de Unesco en de F.A.O., de Wereldvoedselorganisatie. Hier zal een aantal geleerden naar voren brengen wat er over dit gebied reeds bekend is en waar de problemen lig gen. Aan de hand hiervan zal men het onderzoekingsprogramma opstellen. Met de uitvoering zal in janua ri 1970 een begin worden gemaakt. Het onderzoek zal zich uitstrekken over de natuurkundige, de chemi sche, biologische, geologische en geo fysische samenstelling van de zee, de bodem en de kusten. Tevens zal men aandacht besteden aan de vis serij en aan meteorologische om standigheden, met name de oorza ken van het ontstaan van tornado's. De Nederlandse bijdrage aan het CICAR-project zal waarschijnlijk be staan uit het zenden van een Ma rine-onderzoekingsvaartuig, waarmee een bedrag van ongeveer 2,5 mil joen gulden gemoeid is. Dat nog zo weinig bekend is over de wereldzee spruit voort uit het feit, dat de oceanografie een nog zeer jonge wetenschap is, die pas aan het eind van de vorige eeuw enige belangstelling kreeg. Dat was met de expeditie van het Engelse schip HMS Challenger met aan boord een wetenschappelijk team onder leiding van George Darwin. De opzet van deze expeditie was een zuiver weten schappelijke, namelijk een eerste in ventarisatie van de zee. De resulta ten, die men behaalde, waren zo op zienbarend, dat met deze expeditie het algemeen onderzoek op gang kwam. Hierbij hebben zich onder meer onderscheiden Engelsen, Zwe den, Duitsers en ook de Nederlan ders. In het beginstadium was ieder onderzoek zuiver wetenschappelijk. Het heeft tot de Tweede Wereldoor log geduurd voor men een begin maakte met toegepast onderzoek. Vooral het voorspellen van branding in verband met landingen was be langrijk. Pas in 1957 had voor het eerst in ternationale samenwerking op grote schaal plaats in het kader van het internationaal geofysisch jaar. Met uitzondering van twee gevallen ken de men voor die tijd nog geen sa menwerking in internationaal ver band. De eerste uitzondering betreft het ICES, International Commission for the Exploration of the Sea, in Kopenhagen, dat in 1904 werd opge richt, ter bevordering van de visse rij op de Noordzee. Hieraan namen deel een tiental landen. De tweede uitzondering is het internationaal Hydrografisch Bureau in Monaco. Dit bureau werd in 1921 opgericht om een grotere veiligheid te bewerk stelligen bij de navigatie. Na 1957 wilde men de internationale samen werking bestendigen. De eerste stap daartoe was het tekenen door twaalf landen van liet Zuidpoolverdrag in december 1959. Sindsdien is het on derzoek van de zee pas goed op gang gekomen. In 1961 werd het I O C. op gericht, waarvan nu r.uim zestig lan den lid zijn. Voorzitter is. sinds 1967, ir. W. Langeraar. De doelstellingen van het I.O.C. zijn het bevorderen van wetenschap pelijk onderzoek om meer te weten over de samenstelling en de levende en minerale rijkdommen van de oceaan door gezamenlijke acties. Het I.O.C. verbruikt jaarlijks voor onder zoek en verwerking van gegevens 25 miljoen dollar, welk bedrag door de lidstaten gezamenlijk moet worden opgebracht. Een belangrijk aspect van de werkzaamheden van het I. O.C. vormt de uitwisseling van infor maties. Hiervoor zijn twee grote we reldinformatiecentra ingericht, welke gevestigd zijn in Washington en in Moskou. Deze twee centrums wisse len sinds 1957 alle informatie uit, zo dat beide centrums over dezelfde ge gevens beschikken. Daarnaast kent men nationale, regionale en gespe cialiseerde centrums. In principe kan elke wetenschapsman om informatie verzoeken bij de diverse centrums. enla<mmikl Um de ^e„zeeflora Het I.O.C. houdt zich onder meer ook bezig met de vervuiling van de zee. Door het industrieel afvalwater en het afvoerwater van de land bouw met pesticiden en insecticiden, zijn de rivieren in Noord-West- Europa al volkomen vergiftigd. Geleerden maken zich over dit ver schijnsel ernstig zorgen. Een zeventig jaar geleden kon men in con tracten met dienstmeisjes de bepaling aantreffen, dat zij de betrekking alleen aanvaardden, indien niet vaker dan drie maal per week zalm werd gegeten. De roze vis was toen een van de goedkoopste soorten. Men wil nu onderzoeken wat er gebeurt met het biologisch evenwicht, nu steeds meer afvalstoffen in zee worden geloosd. Men wil weten hoe de afval stoffen verspreid, verdund en vernietigd worden. Ook wil men weten of bepaalde stoffen wel vernietigd worden. Er zijn visstoffen bekend, die zelf ongevoelig zijn voor bepaalde vergiften, maar die deze gifstof fen optasten. Wordt deze vis door een mens geconsumeerd dan zou dit ziekteverschijnselen ten gevolge kunnen hebben. Het internationaal zeerecht is ook een punt waar het I.O.C. zich mee bezig houdt. In het zeerecht komen een aantal lacunes en onjuistheden voor, althans voor wat betreft de onbelemmerde uitoefening van het wetenschappelijk zeeonderzoek. In september komen in Parijs twee werkgroepen van het I.O.C. bijeen om materiaal en achtergrond informatie te verzamelen van wetenschappelijke aard. Dit materiaal wordt ter beschikking gesteld van verdragexperts, die aan de hand hiervan verschilende verdragsontwerpen kunnen samenstellen. Vorig jaar werd in de Verenigde Naties op voordracht van de ambas sadeur van Malta een resolutie aangenomen over het gebruik van de rijkdommen en de wetenschap van de zee. Men wil vastlegen, dat deze alleen gebruikt zullen worden voor vredelievende doeleinden. Tevens moeten de opbrengsten van minerale rijkdommen, voor zover deze buiten de nationale jurisdictie vallen, ten goede komen aan de gehele mensheid. In Rio de Janeiro wordt op 19 augustus een conferentie gehouden, waarop men een aantal van deze problemen zal belichten. Men zal trachten tot voorstellen te komen, die door secretaris-generaal Oe Thant eind van dit jaar aan de assemblée van de Verenigde Naties zullen worden voorgelegd. Het marineonderzoekingsvaartuig Snellius (foto), of het zusterschip Luymes zal waarschijnlijk ingezet worden bij het CICAR-project in het Caraïbisch bekken. Bij seismisch werk (onderzoek naar de golfbeweging) wordt veel ge bruik gemaakt van sloepen. (Van onze correspondent in Bonn) BONN De Sovjetrussisclie ambassadeur in Bonn, Semjon Za- rapkin, heeft al eens gedreigd om zijn ambassade te degraderen tot de status van een consulaat, wanneer de regering in Bonn hem niet op korte termijn een perceel grond ter beschikking stelt, waarop een nieuw ambassadegebouw kan worden neergezet. Het onaangename is evenwel, dat de regering in Bonn daarover niet alleen kan beslis sen en dat nog verschillende andere instanties hun toestemming moe ten geven alvorens een bouwvergunning zal kunnen worden ver leend. De voornaamste hindernis is nog al tijd, dat de Sovjets geen nauwkeu rig bouwplan hebben voorgelegd voor het stuk grond in de buurt van het Aloysiuscollege in Bad Godesberg, dat him is aangeboden- De z.g. „Landschaftsschutz" wil haarfijn we ten of de neer te zetten gebouwen harmonisch in het landschap passen. De Russen hebben tot dusverre nog niet veel meer aangeboden dan een zéér schematische tekening, ook wan neer daarvoor speciaal twee Sovjet- russische architecten uit Moskou naar Bonn kwamen. De Landschafts schutz" is in ieder geval nog niet tevreden. De zogenaamde Nansenfles is zojuist aan de draad bevestigd en de veiligheidslijnen worden weggehaald. Met dit instrument worden monsters van het water genomen. De Sovjetrussisclie ambassade is, sinds de aanknoping van de diploma tieke betrekkingen tussen W.-Duits- land en de Sovjet-Unie in een voor malig Rijnhotel in Rolandseck ge vestigd. Dit hotel ligt zelfs niet eens meer bij Bonn en ook niet op het territorium van de deelstaat Noord- rij nland-Westfalen, maar op dat van Rijnland-Pals. Toen de Westduitse autoriteiten de beperking van de bewegingsvrijheid van hun diplomaten in Moskou be antwoordden met een soortgelijke maatregel tegen de Sovjetrussische diplomaten in Rolandseck, lagen die wel erg off-centre: zij mochten zich, zonder aanmelding bij het ministe rie van buitenlandse zaken in Bonn, niet veel verder komen dan tot Keu len. dat lag nog niet binnen de radius van 50 km der vrije Sovjetrus sische bewegingsmogelijkheden. Dat was voor de Sovjets aanleiding te proberen dichter naar Bonn te ko men. Bovendien wilden zij niet on der doen voor de Amerikanen, En gelsen en Fransen, die allen majes tueuze ambassadegebouwen in Bonn of Bad-Godesberg bezitten. Daarbij kwam dan nog, dat de Sovjetrussi sche ambassade in Rolandseck prak- lisch wordt opgegeten door de mie ren en dat het geheel afgezien van de beperkte bewegingsvrijheid voor de Sovjetrussische diplomaten werkelijk dringend noodzakelijk is, dat de Russen een betere huisves ting krijgen. Maai- dat is een groot probleem mensen die grond te verkopen had den in Bonn of Bad Godesberg, trok ken hun aanbiedingen weer in. zo dra zij hoorden, dat de Russen er een ambassade en een residentie voor Zarapkin op wilde bouwen. Niemand wil graag Russen als buren hebben. De Russen zelf hadden een perceel grond gevonden in de buurt van het ministerie van defensie in Duisdorf. Voor de verkoop daarvan gaf de re gering in Bonn geen toestemming, kennelijk omdat zij bang was, dat de Sovjets met behulp van moderne afluisterapparaten alle militaire ge heimen die in het ministerie zouden worden besproken, zouden kunnen af luisteren- Het perceel, waarop ambassadeur Zarapkin thans het oog heeft laten vallen, is onderdeel van een gebied, dat onder natuurschoon valt. Dat maakt de situatie nog weer veel ge compliceerder, ofschoon de regering in Bonn, de landsregering in Düssel- dorf en de gemeente Bad Godesberg hun toestemming tot de verkoop van het perceel grond hebben verleend. Het punt is echter, dat natuurschoon verlangt dat eerst nauwkeurig bouw plannen met een maquette worden voorgelegd, alvorens een bouwver gunning kan worden verleend, bo vendien mag geen gebouw hoger worden dan drie verdiepingen. Ambassadeur Zarapkin heeft voor deze bureaucratie geen begrip. Twee architecten zijn uit Moskou naar Bonn gekomen, maakten een schets van de bouwplannen en zaagden van triplex een maquette van de toekom stige ambassade en de ambassadeurs residentie- Maar in Moskou weet nog nie mand of ambassade en residentie in derdaad ook zo gebouwd mogen wor den, m.a.w. of men daar de beide gebouweri niet veel te representatief zal vinden en toestemming tot de bouw zal weigeren. Dan kan ambas sadeur Zarapkin weer van voren af aan beginnen. Wie in de ambassade in Rolands eck het woord „nieuwe ambassade" ook maar in de mond neemt, loopt gevaar onmiddellijk naar een ande re diplomatieke post te worden over geplaatst De ambassadeur kan het woord niet meer horen.. (Van onze Parijse correspondent) Lucas Kleijn) Er zijn kleine en grote boeven. Allemaal met een goed hart, —zeg gen ze zelf. De kleine in Charles Hut die voor de zestiende Parijse straf kamer terecht moest staan wegens heling. Zijn haren zijn spierwit, want hij is ol 75 en bovendien heeft hij zijn halve leven doorgebracht in het verbanningsoord op Guyana. Maar zo oud en zo wit als hij is, hij loopt nog kaarsrecht en zo stond hij ook in de beklaagdenbank. U mag aanspraak maken op de titel van de oudste van alle bannelingen, zei de president. Ik zie uit de stuk ken, dat u meer dan dertig jaar in Guyana hebt gezeten en dat u daar waarachtig ook nog kans heeft gezien er een paar veroordelingen bij te krij gen. Maar laten we daar niet al te lang bij stilstaan. Om kort te gaan: u kwam in 1949 terug naar Frank rijk. Dat klopt, mijnheer de voorzitter, zei Charles. En toen heb ik mijn best gedaan om eerlijk aan de kost te ko men, want ik heb een goede inborst. Tegenwoordig leef ik van mijn pen sioen. Van wat, vroeg de president? V wilt me toch niet wijs maken, dat de be stolenen ook nog voor uw oude dag zorgen? Maar ter zake. U wordt be schuldigd van heling. Inbrekers heb ben een juwelierszaak leeg gehaald en de sieraden wilde u wel tegen een zacht prijsje verkopen. Is dat zo? Zo is het niet helemaal, meneer de voorzitter, zei Charles. U moet we ten, dat ik nog al wat familieleden heb en die wilde ik graag wat ca deau doen. Maar hoe kwamen die inbrekers dan bij u terecht, wilde de voorzitter we ten. Dat zal ik u uit de doeken doen, zei Charles. En hij ging er extra rechtop voor staan. In de stukken, die u daar voor zich heeft, staat om te beginnen een grote fout. Er staat in, dat ik bendeleider ben geweest en dat is toch echt niet waar. Ik ben, als u dat nog niet wist, een zeer bekende persoonlijkheid. Door in- en uitbraken heb ik nog al wat avonturen beleefd. En in Guyana heb ik een boek geschreven over wilde dieren en kaaimannen. Dat boek is overal in Europa vertaald en als u wilt kan ik u op mijn zolder zo'n 120 kilo aan tijdschriften laten zien met artikelen over mijn boek. En wat die juwelen betreft, hoe kon ik weten, dat die van diefstal afkomstig waren? Ik zweer bij de levende god, dat ik het niet wist en als ik liep, mag u direct mijn hoofd onder de valbijl leggen. De guillotine staat nog niet op u te wachten, zei de president en met dat boek en die 120 kilo tijdschriften zou het best een beetje minder kunnen. U krijgt van mij drie maanden gevan genisstraf. Charles had die drie maanden in voorarrest precies uitgezeten en mocht dus als vrij man de zaal uit. Hij boog zich voor de rechter en sprak: „In mijn leven heb ik nog nooit aan de Franse justitie getwijfeld". De grote boef is Roger Tour, ook met een goed hart. In Saint-Germain en Leye heeft hij kans gezien in een paar jaar kleine spaarders op te lich ten voor niet minder dan anderhalf miljoen frank. In de beklaagdenbank zie hij er keurig netjes uit: een fla nellen pak met een onberispelijke vouw in de broek. Dat kon er van de duiten van de klanten royaal af. Als chef boekhouder van een bank heeft hij alle rekeningen door elkaar gehaspeld, waarbij hij goed uitkeek, dat het meeste geld op zijn eigen re kening terecht kwam. Met dat geld heeft hij van alles ge daan. Veel voor zichzelf gehouden maar ook veel weggegeven. Voetbal verenigingen konden van hem krij gen wat ze hebben wilden, voor sport terreinen zat het geld los in zijn zak en als er zieken waren, sprong hü voor ze in de bres. Voor werklozen kocht hij televisies, zijn secretaresse had twee zieke kinderen, die hij voor zijn rekening mee nam naar de win- terport op Corsica. Diezelfde secreta resse zat wegens heling naast hem op de beklaagdenbank, want zij moet er van hebben geweten, waar al dat geld vandaan kwam. Roger ver diende bij de bank 3.700 frank per maand, een goed salaris, maar toch te weinig voor een luxe auto, een kost bare bibliotheek met zeldzame exem plaren en een kapperswinkel als ca deau voor zijn vrouw. Ik had maar één ideaal in mijn le ven, zei Roger, veel mensen geluk kig maken. Van andermans geld, voegde de voor zitter er aan toe. In zijn flanellen pak knipperde Ro ger niet met de ogen, toen hij zich tot vier jaar gevangenisstraf hoorde veroordelen. Want gaat hij niet voor een nobele zaak de bajes in? En zijn secretaresse was maarwat blij. dat zij achttien maanden kreeg, voor waardelijk.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 11