„Onze camping biedt ook plaats aan licht gehandicapten" SPAANSE GRIEP Huiveringwekkende nasleep van Eerste Wereldoorlog Dagblad De Stem t gemeente Gedurfd experiment van echtpaar Deelen-Boessenkool provinciaal ambtenaar V MEDEWERK(ST)ER Eerste stadium Beperkt UITBREIDING EERSTEN PRECAIR COMPLICATIES Avontuur Hertel en ïsola gaan samen „isoleren" Vragen over werk gelegenheid in Deventer Provincie Zeeland OPENBARE BEKENDMAKING KATHOLIEKE HOGESCHOOL 4 DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 30 JULI 1968 4 Mevr. G. Deelen-Boessenkool ..plaats voor invaliden (Van een onzer verslaggevers) ALMELO De vlag waait vrolijk onder een huilende zomerhemel. Er staan enkele caravans op de Reutu- meres. Ze zijn goeddeels verborgen in het door mensenhand geplante, zich allengs tot natuurlijke scheidin gen ontwikkelende groen. Het ver sterkt het gevoel voor privacy. Het past volkomen in „het straatje" van de exploitanten. Piet Deelen (49) en zijn 36-jarige echtgenote Jos Boes- senkool, tot voor kort als wijkzuster werkzaam te Enter nabij Rijssen. Zij ontvangt mij in de verbouwde boerderij, thans kantine van de cam ping. „Alleen de muur waartegen u zit is misschien blijven staan, anders is alles tegen de grond geweest", ver telt ze. Het is er gezellig in de huiskamer. Veel boeken geven sfeer aan het in lichte kleuren gehouden, stemmig ge meubileerde vertrek. „Wij lezen beiden erg graag", zegt de zuster met haar korenbloemblauwe ogen. „Piet had vroeger een graan handel in Lekkerkerk. Hij kwam met vakantie in Enter. Zo hebben we el kaar leerde kennen. Hij wilde altijd al een camping, 's Winters werkt hij in zijn oude vak. Bij de ABTB te Hengelo". Mevrouw Deelen spreekt wat voor- zichtig-aarzelend. Zij verzoekt mij ook zo over hun experiment te schrij ven. Niet al te enthousiast, opdat de Nederlandse invaliden niet na le zing reistas en -deken ter hand ne men en zich richting Reu turn (15 km ten oosten van Almelo) spoeden. Het idee, namelijk invaliden gees telijk of lichamelijk gehandicapten, gelegenheid te bieden met hun fami lie op deze camping te verblijven, verkeert nog in een eerste stadium van ontwikkeling. Maar het bestaat. En dat feit op zichzelf al is verheu gend. Hoeveel pensionbedrijven en hotels zijn er bijvoorbeeld niet die beslist deze gehandicapte mensen de deur wijzen. Om praktische redenen: ze zijn er niet op ingericht. Uit fi- ninciéle voorzorg: er zijn gasten die niet met het beeld van een geeste lijk of lichamelijk gehandicapte ge confronteerd willen worden. Stellig niet in hun vakantie. Mevr. Deelen heeft hier begrip voor. „In een pension gaat dat ook moeilijk. Daar zit je vaak boven op elkaar in één kamer. Met slecht weer bijvoor beeld. Daarom juist kan het op een camping zoveel beter. Het idee kwam bij ons op omdat we hierboven drie slaapkamers hebben. Door mijn vroegere beroep kan ik gehandicapte mensen helpen. Geen volledige dagverzorging natuurlijk. Maar hulp bij het opstaan of bij het aankleden, bij het wassen of verscho nen kan ik gemakkelijk geven. Ik kan me voorstellen, dat een fa milie met een invalide (lichamelijk of geestelijk) zoon of dochter graag met de anderen in caravan of tent verblijft, terwijl ze weten dat hij of zij hierboven kan slapen. De moge lijkheid voor die mensen om op va kantie te gaan, wordt door ons aan bod vergroot. En dat is onze bedoe ling. Het gaat uiteraard niet om „zwa re" patiënten. Ze moeten 'n beweeg lijkheid hebben. Bed-patiënten kun nen ook wij niet accepteren. Daar voor zijn andere mogelijkheden als 't Henri-Dunanthuis en 't Zonnebloem- werk plus de boottochten. Maar een lichte verzorging en ook een niet te ingewikkeld dieet, daar kan ik best voor zorgen. Gezien de drukte hier in het hoogseizoen kan ik anderzijds niet de hele dag achter zo'n patiënt aan rennen. Mevrouw Deelen behiudt zich 't recht voor eerst met de patiënten kennis te maken, voordat zij hem ac cepteert. Omdat alleen zij kan bekij ken of de gehandicapte op haar cam ping zonder bezwaar voor hem of haar zou kunnen verbl'iven. „We hebben een beperkte staf en dus beperkte mogelijkheden", meent zij. „Maar in principe willen we een ieder graag een kans bieden binnen het raam van onze mogelijkheden". Grensgevallen, mensen die niet al te veel hulp behoeven, kunnen op de Reutumeres een ongetwijfeld prettige vakantie doorbrengen. „Wij rfioeten het per patiënt, liever gezegd van gast tot gast bekijken", zegt mevrouw Deelen. Ze is nu weer echt zuster Boessenkool, die angstvallig vermijdt het woordje „geval" te gebruiken. Het tekent haar. Het is tevens een veelbelovend voor uitzicht voor hen die zich aan haar zorgen zullen toevertrouwen. „Bent u niet bang, dat u gezonde gas ten wegjaagt, als u hier invaliden „toelaat" op de camping?" „Dat is inderdaad een punt van ernstige overweging voor ons ge weest. Maar gezien de beperkingen waaraan wij de gasten moeten on- (Van een onzer verslaggevers) ENSCHEDE. „Ik was een meisje van twintig toen in Duitsland de revolutie uitbrak. Wij werkten met veel andere Hollanders bij Krupp, maar na de wapenstilstand was er geen werk meer, dus maak ten we aanstalten om naar huis terug te gaan. Mijn ouders, die vroeger in Gronau gewoond hadden, woonden nu in Enschede. Van de ene dag op de andere stonden de machinegeweren in de straten van Essen, met arbeiders erachter. Ik heb er nog bij staan kijken, de dag voordat ik naar huis reisde". Mevrouw G. Wisselo-Steenbergen (70) kan zich van die turbulente tijd nog een paar hoogtepunten herinneren. De machinegeweren op straat en de vier begrafenisstoeten, die zij op de laatste etappe naar huis, de tien kilometer tussen Gronau en Enschede, tegenkwam. „Toen ik thuis kwam, lagen drie van mijn broers ziek in bed. Ik had het ook gauw te pakken. Er waren zes kinderen, en die zijn allemaal ziek geweest. Ik weet nog, dat mijn moeder de een of andere thee gebruikte. Vader niet. Die zei: „een flinke borrel, dan heb je nergens last van. Ik weet wel, dat hij niet ziek is geweest, net zo min als moeder". Mevrouw Wisselo en haar broers hebben het allemaal overleefd, maar in diezelfde tijd heeft de „Spaanse griep" tientallen gezinnen uitge roeid. Vier begrafenissen binnen het halve uur, dat was iets in het Enschede van die dagen! „In Essen moet er teen een compleet nieuw kerkhof bijgekomen zijn, heb ik al tijd genoord. Het was erg. De men sen, die vandaag nog bij je werk ten, waren soms morgen al dood" Een stukje uit een Encyclopedie: „De epidemie van 1918 begon in China en breidde zich van daar snel over Azië naar Europa uit. Daar ze vanuit Spanje naar Nederland schijnt te zijn gekomen, noemt men de ziekte ook wel de Spaanse griep. Vooral in het najaar was de sterf te zeer hoog. Alleen in Duitsland stierven in dat jaar 187.800 perso nen aan deze ziekte". Uit Spanje naar Nederland geko men? In zekere zin is dat juist, maar het gebeurde toch niet recht streeks. In Nederland is de ziekte Vanuit Duitsland verspreid. Dat ge beurde al enkele maanden, voordat zij, in november 1918, haar hoogte punt bereikte. Bladerend in de kranten van vijf tig jaar geleden, komen we op 29 mei het eerste bericht over de ziekte tegen: Vreemde ziekte in Spanje. Ongeveer een derde van al le mensen in Spanje zijn plotseling door een vreemde ziekte aangetast. De koning en zijn ministers niet uit gezonderd. Zondag waren verscheidene schouwburgen te Madrid niet in staat te spelen, ten gevolge van het feit, dat bet gehele personeel aan de geneimzinnige ziekte lijdt. De trams lopen eveneens slecht wegens ziekte van het merendeel der be ambten. De dokters bevelen voor zorgsmaatregelen aan, de bladen wi.iden uitvoerige beschouwingen aan de bijzonderheden der epide mie. Het publiek wordt gemaand om alle kamers te luchten, vaak naar buiten te gaan en een langdu rig verblijf in een stoffige omgeving te mijden. Op 3 juni een bericht, dat volgens de Matin, de ziekte van de Spaanse koning een gunstig verloop had, maar dat nu de infante Isabella aangetast was. Een bericht uit Londen spreekt over verdere uitbreiding, nu ook naar Marokko, waar het Spaanse garnizoen zou zijn aangetast In tien dagen zouden meer dan 700 mensen aan de ziekte gestorven zijn. Op 6 juli wordt gemeld, dat de geheimzinnige ziekte ook in enkele Duitse steden, te Parijs en in Zwe den is waargenomen. In Engeland zouden ook duizenden aan de vreemdsoortige kwaal lijden. Twee dagen later: „In Duitsland breidt de Spaanse ziekte zich nog steeds uit, hoewel niet op onrustbarende wijze. In Oostenrijk en Hongarije heeft Ie influenza epidemie thans ook haar intrede gedaan" Spaanse ziekte influenza nog een stapje en het begrip Spaanse griep was gevormd. Op 13 juli is er in de krant voor het eerst sprake van: „De Spaanse griep breidt zich in Engeland nog voortdurend uit. In Zwitserland zijn een vijftiental sol daten aan de Spaanse griep bezwe ken". Het is geen wonder dat de ziekte dan inmiddels ook Nederland heeft bereikt. Men leest op 10 juli: „Spaanse ziekte?' Er wordt medegedeeld, dat in de gemeente Losser twee arbeiders uit Éssen zouden zijn teruggekeerd, die verschijnselen vertoonden van aan getast te zijn door de Spaanse ziek te" En dan op 13 juli: „De geheimzin nige Spaanse griep heeft nu ook in Nederland haar gevreesde intocht gedaan. Te Losser waren, naar woensdag gemeld werd, reeds 38 personen door de ziekte aangetast". In de zelfde krant wordt melding ge maakt van gevallen elders in het land: „Honderd in het Engelse inter neringskamp in Groningen, 3 in Da len, enkele in Rotterdam. De on mars in Nederland was begonnen. Al op 18 maart was er een soort gelijk bericht verschenen. Alleen betrof dit geen griep, maar schurft. In de Gelderse Achterhoek was deze ziekte in verschillende ge meenten, zowel bij kinderen als bij volwassenen, geconstateerd. Men vermoedde, dat zij door Duitse de serteurs en smokkelaars was over gebracht. In dit laatste oorlogsjaar werd ons land overstroomd met buitenlandse vluchtelingen vanal lerhande nationaliteiten. Zij zochten en vonden er een zekere veiligneid, maar bepaald geen vetpot. Grote werkloosheid dwong duizen den om in Duitsland werk te aan vaarden. Daar stom1 tegenover, dat een deel van de bevolking onwaar schijnlijk veel verdiende. „Op de pinkster-kermis te Heerenveen beur de een stoomcarrousel in vier dagen bijna 30.000 gulden. Of er ook geld is!" luidt een krantebericht. Een ander bericht, onder de titel „Oorlogs-winst" maakte melding van een Hagenaar, die een juwelier opdracht had gegeven om gouden gordijnringen te maken en elke ring met een diamantje te bezetten! Ook kwamen we het volgende bericht te gen: Neede, 9e juni 1918. Op oen huwelijksfeest van de landbouwer Den R. op woensdag a.s. werden niet minder dan 450 huisgezinnen uitgenodigd. Het schijnt, dat daai aan nog niets gebrek is". Gebrek heerste er wel in duizen den gezinnen, vooral van de gewone man. „Van welvaart krimpt uw bruin verschiet", had Potgieter ge zongen over de ontginningen in Twente. Die ontginning werd nu ver sneld voortgezet, maar niet van welvaart, doch uit honger. Fabrie ken en gemeentebesturen lieten werklozen grote heidevelden „aan maken". Zij sloegen er twee vliegen ui een klap mee: de mensen hadden werk en er kwam cultuurland vrij voor de voedselvoorziening. Tot in de stedelijke parken werden bonen verbouwd. Vooral sinds het maartoffensief van de Duitsers, die een laatste po ging ondernamen om hun verloren oorlog als nog te winnen, was de- voedsel-situatie in Nederland pre cair geworden. Boter en kaas gin gen nu op de bon, de vleesrantsoe nen voor militairen werden inge krompen. Weldra zou er regelmatig te weinig vlees zijn om de bonnen te kunnen inwisselen. En naar ma te de oude oogst opraakte en er nog geen nieuwe van het land kwam. werden vooral brood en aardappels schaars. Onder andere in Meppel en Amsterdam hadden de eerste hon- ger-opstootjes plaats. Soldaten, i-ie ze moesten bedwingen riepen: „Wij hebben ook honger". In steeds meer plaatsen (Breda, Rotterdam, Scho ten, Lonneker) werden bakkerijen en venterskarren geplunderd. Ten slotte zag de regering zich zelfs ge- roodzaakt de jeneverkraan van Schiedam dicht te draaien, om uog zoveel mogelijk graan voor de voed selvoorziening te behouden. Geiten werden geslacht, een konijn bracht 14 gulden op. In Oude Pexela wer den boeren geplunderd. Een 16-jarig meisje in Den Haag, op weg naar de avondschool, werd bij een relletje door een verdwaalde kogel gedo >d. Maar veel meer slachtoffers zou de nonger nog eisen. Niet zozeer rechtstreeks, als wel door de ver minderde weerstand van de mensen. De griep-bacil, overgewaaid van de grens, meegekomen met geïnter neerde Britse, Belgische of Russi sche vluchtelingen, greep zijn slacht' offers en weldra vulden zich ook in ons land de kerkhoven. Van de griep zelf kon je in een dag of cirie, vier herstellen, maar veelal kwam net tot complicaties. Vooral een bij- 'komende longontsteking (de penicil line zou pas in een volgende oorlog beschikbaar komen) betekende voor velen de dood. Het eerste geval met dodelijke afloop wordt uit Roer mond gemeld. Dit betreft een 18-ja- rig meisje. Een 63-jarige man in Delft is het tweede slachtoffer. „Spaanse griep" wordt een vaste rubriek onder gemengd nieuws in de krant. Merkwaardig genoeg ver dwijnt zij daar ook al gauw weer. Maar niet voor lang. In de herfst slaat de ziekte met verdubbelde kracht toe. Nu vallen de slachtoffers bij duizenden. Oktober is voor Twen te de zwartste maand. In Vriezen- veen overlijdt van elke honderd in woners er een aan de Spaanse Griep. Een krant, bestemd voor een Vriezenveens gezin, komt terug met de opmerking „allen overleden" Scholen en bioscopen worden geslo ten, hoewel de medici het niet eens zijn over de al dan niet besmettelij ke aard van de ziekte. Een Amsterdamse arts, dr. B. S. De Smitt past met goed gevolg in spuitingen met sublimaat toe, lezen we in de krant. Niettemin vallen er in november in Nederland 10.676 gi iep-slachtoffers, in maart 1919 komt het einde. Dan hebben 18.769 Nederlanders hun tol aan de ziekte betaald. Over de gehele wereld wa ren het er zeker naar schatting 20 miljoen' derwerpen, zullen we hier niet de al lerzwaarste gevallen krijgen, die kun nen we eenvoudig niet aan. We moe ten er dus, vooral met psychisch ge stoorden eerst terdege op kunnen ver trouwen dat de patiënt in kwestie gewend is onder de mensen te ver keren, of hij werkt in een werkplaats voor invaliden etc. Maar dat gezonde mensen een camping als de onze niet pruimen, omdat we invaliden een kans geven, dat moeten wij dan maar avonturen". „In een pension, waar je in de huis kamer bij elkaar zit, zijn er meer bezwaren dan op een camping, waar velen er overdag op uit trekken. Bo vendien hebben we door de aanplant van elzen en struikgewas de camping zodanig in vakken verdeeld dat er voor iedereen voldoende privé-ter- reis is, zonder al te veel met de bu ren te worden geconfronteerd. Als de gezonden desondanks ons toch de rug toekeren, dan vinden wij dat jam mer: in de eerste plaats voor henzelf dat zij eigenlijk hun gebrek aan me demenselijkheid op deze wijze de monstreren, in de 2e plaats voor ons zelf, al zijn we beiden niet puur za kelijk helaas. Want dat moet je ei genlijk wel zijn. Een camping is geen filantropische inrichting. Lopen de gezonden weg dan staan er twee wegen voor ons open: we moeten in de toekomst ge handicapten weigeren of we gaan ons geheel inschakelen op gezinnen met invalide kinderen. De tijd zal het le ren. Het is een experiment. Een stap in het duister, maar een stap die wij beiden wel aandurven". HILVERSUM (ANP) Hertel en Co N.V. (Amsterdam) en N.V. ïso la (Hilversum) gaan voortaan om vangrijke opdrachten met betrekking tot de totale isolatie van installaties op land gezamenlijk uitvoeren. Bij andere activiteiten behouden ze elk hun volledige zelfstandigheid. Deze categorie isolatie-werken zullen zij in maatschappijverband verrichten on der de naam „Herstel-Isola-Partner- ship". (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het Tweede Ka merlid Nypels (D '66) heeft aan minister De Block (Econ. Zaken) ge vraagd of hij bereid is de financiële faciliteiten, die het gemeentebestuur van Deventer aan de Deventer Al gemene Industriële Maatschappij kan verlenen, zodanig aan te vullen, dat de vestiging van dit bedrijf met plm. 500 werknemers voor Deventer kan worden behouden. Het heeft God be haagd tot Zich te roepen onze dierbare Zus en Tante DOROTHEA VAN NUENEN Op de leeftijd van 84 jaar gaf zij, in het St.- Adrianuspension, nog vrij plotseling, na voor zien te zijn van het H. Oliesel, haar leven aan God terug. Etten: Zuster M. Villanova. Raamsdonk: C. J. van Nuenen Raamsdonk dorp) 29 juli 1968. St.-Adrianuspension. De plechtige uitvaart dienst, waarbij U wordt uitgenodigd, zal plaats vinden op donderdag 1 augustus a.s. om 10 uur in de parochiekerk van St.-Bavo te Raamsdonk- (dorp). Avondmis voor de over ledene op woensdag om 19 uur in voornoem de kerk, waarna bezoek aan de lijkenkapel, al waar de overledene staat opgebaard. Samenkomst donderdag 1 augustus a.s. om 9.30 uur in het St.-Adrianus- pension te Raamsdonk- (dorp). De Voorzitter en Commissarissen van de Raad van Beheer en de Directie van Overslagbedrijf rerneuzen „Ovet" N.V., te Terneuzen, geven hierbij tot hun leedwezen kennis van het over lijden van hun Commissaris de Heer CAMILLE HENRI DE BROECK Overleden te Sluiskil 26 juli 1968. Zijn nagedachtenis zal in hun herinnering be waard blijven. Terneuzen, 29 juli 1968. Hiermede geven wij met leedwezen kennis van net overlijden in de ouderdom van 81 jaar van de weledelgeboren Heer CAMILLE H. DE BROECK onderscheiden met de versierselen van de Orde van Oranje-Nassau. Administratief Onderdirecteur van onze Maatschappij. Commissaris van N.V. Ovet, Terneuzen. Helder inzicht, energie en grote menselijkheid waren de kenmerken waarmede de overledene met onverflauwde ijver gedurende meer dan een nalve eeuw de belangen van onze maatschappij en haar dochteronderneming heeft gediend. Zijn nagedachtenis zal bij ons in hoge ere blijven. President, Commissarissen en Directie van de A.C.Z. De Carbonisation g.a. Sluiskil. Sluiskil, 26 juli 1968. Het gezamenlijk personeel van de A.C.Z. de Carbonisation g.a. te Sluiskuil vernamen met leedwezen het overlijden op 81-jarige leeftijd van hun Administratief Onderdirecteur, de wel edelgeboren Heer CAMILLE H. DE BROECK onderscheiden met de versierselen van de Orde van Oranje-Nassau. Zijn hoge plichtsbetrachting en volhardende toe wijding zullen voor ons een onvergetelijk en stimulerend voorbeeld blijven. Sluiskil, 26 juli 1968. Ter provinciale griffie kan voorlopig op ar beidsovereenkomst worden geplaatst een func tionaris in de rang van Deze functionaris zal naast bode-werkzaamheden, het verrichten van chauffeursdiensten en huis houdelijke werkzaamheden tot taak hebben. Salaris afhankelijk van leeftijd. Salarisgrenzen vanaf 301,34 per maand op 18- iarige leeftijd tot 751,39 per maand op 26-jarige leeftijd en ouder. Boven genoemde bedragen wordt een vakantie-uitkering van 6% uitgekeerd. Premie A.O.W./A.W.W. is voor rekening van de provincie. De provincie is aangesloten bij de In terprovinciale Ziektekostenregeling. Sollicitaties binnen 8 dagen na het verschijnen van dit blad te richten aan de griffier der Staten van Zeeland, St.-Pieterstraat 42 te Middelburg. Met diepe droefheid geven wij U kennis van het overlijden van onze geliefde broer, schoonbroer, oom en neef de Heer RENé JACOBUS DE THEIJE op de leeftijd van 80 jaar. Wij bevelen de ziel van onze dierbare overledene in uw gebeden aan. Boxtel: Mevr. C. de Theije-Weegenhausen kinderen en kleinkinderen Sittard: J. de Theije R. de TheijeCleven kinderen en kleinkinderen Hulst: A. de Theije A. de TheijeLampo kinderen en kleinkinderen Terhole: C. de Theije G. de Theije—de Bot, kinderen en kleinkinderen A. de Theije Sydney: A. de Theije s.m. Terhole: L. de Theije L. de TheijeColsen en kinderen. Hulst: R. Verdurmende Theije J. Verdurmen Terhole, Hulsterweg 120. De plechtige uitvaartdienst, gevolgd door de teraardebestelling, waarbij u beleefd wordt uit genodigd, zal plaatshebben op donderdag 1 augustus a.s. om 11 uur, in de parochiekerk van de H. Gerardus Majella te Terhole. Eucharistieviering woensdagavond om 7 uur. Condoléances worden in ontvangst genomen in Café „Centrum". Zij die bij vergetelheid geen uitnodiging hebben ontvangen, gelieven deze kennisgeving als zoda nig te beschouwen. Burgemeester en wethouders brengen ter open bare kennis, dat zij voornemens zijn een vergun ning te verlenen aan 1. de heer J. H. Verhulst, wonende te Breda, Smutsstraat 5 tot het uitbreiden van een wo ning op het perceel Smutsstraat 5, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie D no. 8441; 2. de heer P W. J M Otten, wonende te Breda, Heusdenhoutseweg 42, tot het slopen van een houten paardenstal en het bouwen van een paardenstal met mestberging bij een woning op het perceel Heusdenhoutseweg 42, ka dastraal bekend gemeente Ginneken. sectie A no 2373. Aangezien voormelde bouwplannen niet in over eenstemming z(jn met de ter plaatse geldende be stemmingsplannen zullen de vergunningen ver leend worden met toepassing van artikel 20 der wederopbouwwet. Belanghebbenden kunnen binnen tien dagen na heden hun bezwaren schriftelijk kenbaar maken aan het gemeentebestuur en gedurende deze ter mijn ter gemeentesecretarie afdeling Volkshuis vesting (Catharinastraat 16) inzage nemen van de bouwaanvragen met bijbehorende bescheiden. Breda, 30 juli 1968. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx, burgemeester van den Dam, secretaris. DANKBETUIGING Voor de vele blijken van belangstelling, gelukwen sen, bloemen en cadeaus bij ons 40-jarig huwelijks feest ontvangen, betuigen wij onze hartelijke dank. A. v. Bunder J. v. Bunder-Martens Absdale, Plattendijk 25. Een krant van deze tijd Voor de BIBLIOTHEEK wordt gevraagd een voor de titelbeschrijvingsafdeling. Middelbare schoolopleiding is vereist. Bezit van het assistent-diploma of het G.O.-diploina strekt tot aanbeveling. Sollicitaties kunnen worden gericht aan de secretaris van curatoren, Hogeschoollaan 225. Tilburg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 4