J
TOE
HERMAN BATELAAN STORTTE
ZICH OPNIEUW IN DE SHOW
c
C
ER HANGT VEEL AF
VAN DE PERSOONLIJKHEID VAN DE ARTIEST"
<u
2
O
x
u
Q
X
h-
<D
""O
3
O
N
O
O
X
I:
Lieberman
II
ms)
a
n
2
19
RT
ET INTERNATIONAAL
IOOI te Hilversum
tD. „De toren van Babel"
Paul Jobson van de An-
een avonddienst.
SERMAN5e aflevering:
ddelen. a
SKI: een gedramatiseer-
n gerechtelijke dwaling.
"N BOSCH over „Wat is
onny ontvoerd.
•eportage over de wereld-
rus
n
1 51 en 52.
ERING
treekse reportage van de
.appen te Mettett.
L.ANDBOUWMAGAZINE
lioenschap van België te
'ROOM, t.v.-feuill. dl. 5:
ide.
an de NAVO te Kaisers-
(5). Periode februari
ITERTJE.
IN. Dl. 13.
medie met Spencer Tra-
iz Taylor.
CAL: muzikaal portret
sj
f Spa
LO a HOLLYWOOD.
4SCHAPPEN VAN
ivoir-vivre.
TURE: feuilleton.
IT.
IE: feuilleton.
A van de finale van de
s wedstrijd in de vertol-
lanson.
15
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 27 JULI 1968
Jt
Nee,Bibles
;n irum kan nietzo
echt zijnWij zwtch.
zoor $eweld
►gr 22.00 Nws. en ber. 22.15
ïz 23.40-23.45 Nws.
aandag 29 juli
ILVERSUM I 402 M
7.00 Nws. en ochtendgym"
strijdlied 7.23 Lichte gr.riuu.
iges (7.30-7.35 Van de vow
RO: 7.54 Deze dag VAK*'
8.11 Act 8.20 Lichte gr.muz.
ges 9.00 Stereo: Mod. orkest
r.) (9.35-9.40 waterst.), I"-""
,v NRU: 11.00 Nws. 11;""
door de, Nederlandse radio
<opn>: mod. muz.
[LVlïRSUM II 298 M
.00 Nws. 7.10 Het Jevend
5 Badinerie: klass gr-rï]
7.32 Act.: 7.50 pverw«
Nws. 8.11 V.d. Kind. 8.3"
Toeringclub: vakantie
luisvr. NRU: i".00 Muz
(opnl KRO: 11.00 Nws. ll.®j
n 11.30 Bejaardenpr. 11-°
uM III 240 M EN FM-KAN.
00 Nws 9.02 Fit: Licht pla-
nma 10.00 Nws. 10.03 Popm
NwsJ.
BBfBj
DEN HAAG „Er hangt veel
af van de persoonlijkheid van
de artiest. Artiesten die als een
stomme boer de bühne opgaan,
zo van ik ben onze lieve heer
en ik zal het eens even gaan
maken, zijn voor mij geen
artiesten. Dat zijn gewoon mee
lopers, de zogenaamde uitbuiters,
de rage-uitbuiters. En die denken
dat ze de waarheid in pacht
hebben, maar ik gil hoor,
werkelijk ik gil.
Het publiek keert zich na de
eerste platenopnamen toch
onmiddellijk van die artiesten af.
Als een artiest zich op de
bühne wèl waar weet te maken
neemt het publiek er wèl
genoegen mee, dat de geluids
kwaliteit wat minder is dan op
de plaat. Want op de bühne
spreekt ook het visuele nog een
woordje mee.
Wat hij vergeleken met de
platenopname mist kan hij op
vangen met een geweldige
presentatie. Niet aan zijn billen
staan te krabben terwijl het
publiek in de zaal staat, of in
zijn neus te peuteren, of van
verlegenheid niet de zaal in
durven kijken. Dat is een min
achting tegenover het publiek.
En ik heb juist respect voor
het publiek. Dat heeft tenminste
een mening. Het komt. Het klapt
of het klapt niet.
Het is onder andere de taak
van de manager om de artiesten
dat alles bij te brengen. Want
de artiest kun je dat niet
kwalijk nemen. Dat is een jong
mens en die ziet nog niet alles.
Dat kan ook niet. Een jongen
van zeventien jaar kan nog niet
een volgroeide persoonlijkheid
zijn. Het kan wèl
al een persoonlijkheid zijn."
Herman Batelaan is weer
helemaal terug in de Nederlandse
showwereld. Na ernstige moei
lijkheden met een aantal
artiesten, van wie hij daarna
zijn handen teruggetrokken
heeft, is het een poos rustig
geweest rond deze oud-sergeant
instructeur, oud-sportleider,
oud-wasbaas en een van de
bekendste Nederlandse managers.
In die stille tijd is hij getrouwd,
kreeg hij een dochtertje, dat nu
ruim een jaar is en bouwde hij,
om zich af te reageren, een
tweedehands bestelauto om tot
een zeer gerieflijke caravan.
Nu heeft hij zich opnieuw
intensief in de show gestort.
Anderhalve ton armer en wat
teleurstellingen rijker, maar
weer met de oude vechtlust,
die eens de Jumping Jewels en
Johnny Lion naar de tienertop
stuwde; met de oude zelf
verzekerdheid, een duidelijke
UJ
O
-J
LO
i
LU
LO
h*
I—
2
LU
LO
LU
LU
agressieve klank in zijn stem
van wie-doet-me-wat en met
de brede lach, die in het gesprek
vaak weer spontaan loopt van
oor tot oor.
In de zitkamer van zijn Haagse
woning wordt een groot gedeelte
van een van de muren in beslag
genomen door foto's. Papieren
herinneringen aan de successen
van „de jongens", die door hem
naar de populariteit en rijkdom
werden gecoacht. Stralende
Anneke Grönloh en Willeke
Alberti. En natuurlijk de
Jumping Jewels. Middelpunt:
Johnny Lion, wie in een
uitvoerige serie uitvergrotingen
door gillende tieners de kleren
van het lijf worden gerukt.
Bij die foto's lichten de ogen
van Herman Batelaan weer op.
Het is de tijd. waaraan hij nog
steeds met heimwee terugdenkt.
„We hebben ervoor moeten
vechten", zegt hij met de
stemverheffing, die in het
gesprek herhaaldelijk voorkomt
als hij vindt da zijn talrijke
woorden tekort schieten. „Het
was een harde tijd, maar een
mooie. Zo'n knaap als Johnny
LionIk zou willen dat ik
nu weer zo'n knaap had."
In de afgelopen rustige periode
heeft Herman Batelaan toch
nog wel enige activiteiten ont
plooid. Hij is aan een boek
begonnen, waarin hij zijn
belevenissen in de showbizz
beschrijft. Omdat hij het nodig
vond zoveel mogelijk afstand te
nemen werd het eerste manus
cript een enorm droge, bijna
niet te lezen, bedoening. Nu
laat hij het boek uit zijn
aantekeningen schrijven door
een Amsterdamse en Hilversumse
journalist.
„Ze zijn hard aan het werk.
Maar ik kan niet zeggen: jongens
schiet eens op. Ik heb er echt
geen behoefte aan om met een
boek te komen van, Ha nu ben
ik de grote jongen. Maar ik
vind het wel leuk als er een
boek verschijnt, waar ik per
soonlijk achter kan staan.
Wanneer het uitkomt kan ik
nog niet zeggen. De jongens die
eraan werken kennen me. Ze
begrijpen ook, dat ze er geen
commerciële zaak van moeten
maken. Anders verdom ik het.
Ik heb geen boek nodig om
geld te verdienen.
Het is mijn ideaal. Ik vecht
ergens voor. Als ik weet, dat
iets eerlijk en recht is ga ik tot
het einde ook. Dan interesseert
me de materiële zijde niet. Dan
had ik indertijd met die
moeilijkheden wel concessies
gedaan. De onderkruipfiguur, de
Judasfiguur gespeeld. Dan had
ik honderdvijftigduizend gulden
in mijn zak gehouden. Maar ik
ben de verantwoordelijke man
geweest, ik erken mijn plaats.
Dus heb ik onmiddellijk mijn
geld van de bank gehaald en
betaald. En er zijn bovendien
zoveel goeie mensen die je helpen,
dus ik kom er toch wel.
Je moet nou ook niet denken,
dat ik hier zit als een brave
jongen. Ik kan zakelijk keihard
zijn. In ieder geval ten behoeve
van de artiesten en ten behoeve
van mezelf als dat nodig is.
Maar niet ten koste van de
artiest ten behoeve van mij.
Dat is een groot verschil."
In het boek zal een grote
plaats ingeruimd worden aan
een uiteenzetting over de taak
van de manager. Herman Bate
laan maakt een gebaar als we
daarover beginnen zitten we
hier volgende week nog. Dan
lacht hij: „Ik vind het toch wel
prettig hoor om hier over te
praten. Ik ga niet opscheppen,
want ik ben een heel eenvoudige
jongen. En ik ben al lang blij,
dat ik mens ben. Maar die taak
van de manager, daar schrik je
misschien van. Ik zal je eens
wat opnoemen." Hij pakt een
van de paparassen uit de map
waarin hij het laatste manuscript
van zijn boek bewaart en draagt
voor
„Als een manager werkelijk
zijn taak goed wil doen maar
ik zeg je in Nederland is dat
heel moeilijk moet hij op de
eerste plaats beginnen met het
behartigen van de zaken van de
artiest. Hij wordt verantwoor
delijk. Hij moet een machtiging
aanvaarden van de artiest om
overeenkomsten met derden aan
te gaan. Dat betekent dat je ook
de juridische consequenties
aanvaardt als er iets verkeerd
gaat.
De manager verzorgt de boek
houding van de artiest. Hij gaat
de artiest verplichten tot het
nemen van lessen, o.a. compositie
leer, muziekles, zangles, be
wegingsleer, etiquetteleer, filo
sofie, psychologie, poseren,
bühnepresentatie."
Hij schenkt opnieuw een
frisdrank in. „Dat is ook de
taak van de manager. (Lacht).
En dan krijg je de image
building. De manager moet
adviezen verstrekken voor
kleding en haardracht, reper
toirekeuze, fotoreportages,
publieiteitsstunten, hij moet
interviews arrangeren, contact
leggen met dag-, week- en
tienerbladen, grammofoonplaten
maatschappijen, discjockeys,
eventueel geldleningen verstrek
ken, borg staan in verband met
aanschaf van apparatuur,
vervoermiddelen, lesgeld.
Maar (met slemverheffing) de
belangrijkste taak van de ma
nager is dat je in de artiest
aanwezige muzikale ideeën,
opvattingen, allures, persoon
lijkheid naar boven moet halen,
en daarnaast de artiest moet
steunen en zodanig stimuleren,
dat dit alles de juiste vorm
krijgt, zonder dat dit werk
vroegtijdig door onverantwoorde
handelingen van derden, de
zogenaamde uitbuiters, teniet
wordt gedaan.
Je moet het proberen te
verkopen zoals de artiest het
zelf zou verkopen. Maar daar
naast moet je uitkijken dat er
op de bühne geen Johnny Herman
Batelaan komt te staan.
Ik vraag me wel eens af (helaas
wordt dit vaak uitgelegd als
opschepperij) of jonge mensen
in Nederland in staat zijn om
voor andere jonge mensen zo
ver te denken. Ik geloof dat niet.
Ik heb ook niet de wijsheid in
pacht. Maar je hebt toch
levenservaring nodig.
Is de invloed van de managers
hierdoor niet zo groot dat je
zou kunnen zeggen dat een
manager de ster maakt?
„Een ster wordt niet gemaakt.
(Fel). Een ster wordt geboren.
Jazeker, nog steeds. Soms
denken de mensen in de om
geving, dat iemand een artiest
is, dat hij het in zich heeft.
Maar er is nog steeds maar een
antwoord: dat is het publiek.
En als het publiek zegt: Nee.
Stop dan maar met zo iemand.
Dan kan je wel doorgaan en
zeggen: Het publiek is gek.
Helemaal niet. Het publiek wil
je gêwoon niet. En ben je 'ver
standig dan ga je alleen voor je
vrienden en familie zingen.
Als je echter artiest wilt zijn
en je gaat wat je doet verkopen,
aanvaardt dan ook onmiddellijk
de ongeschreven wet van de
verkoop: dat je concessies moet
doen aan het publiek. Want dat
betaalt jou. Als ik voor een
baas werk, die mij betaalt 'heb
ik ook persoonlijke opvattingen
en ideeën weg te drukken."
Een nieuwe Johnny Lion zit
er voorlopig niet bij de talenten,
die Batelaan op het ogenblik
onder zijn hoede heeft, al zegt
hij hoge verwachtingen te heb
ben van de nieuwe, jonge
Haagse groep „Michael Minions
of Fortune." „Die kan ik splitsen
en dan heb ik vier solisten.
Verder heb ik nog een sterke
relatie met Johnny Lion., En
dan is er Ronny Lake. Die is
van de oude groep. Die heb ik
weer aanvaard. Die heeft gezegd:
Herman, het spijt me. Het knelt
me gewoon. Iedere dag denk ik
eraan. Nou, omdat ik dat kan
begrijpen, omdat ik zelf ook zo
in elkaar zit, zei ik: Oké, ik ga
met jou weer zakelijk werken,
maar met de rest wil ik nooit
van mijn leven meer iets te
doen hebben. Absoluut niet.
Daarnaast heb ik nog twee
aankomende groepjes. Dag en
nacht ben ik er mee bezig. Maar
dat is lekker. Daar blijf je jong
van. Heel jong. Ik vind het
geweldig iemand daar te krijgen
en ervoor te knokken. Ja joh.
Er zit een hoop vechtlust in
me. Augustus. Leeuwtype hè.
(stilte) Ja, strijd niet uit de
weg gaan vind ik het heerlijkste
wat er is."
Eind juni is hij met Michael
Minions naar Engeland geweest.
Er bestaan contacten met the
Mamma's and the Pappa's. En
voor volgend jaar staat voor
„Michael Minions of Fortune"
een show naar Suriname en de
Antillen op het programma.
„Verder ben ik op dit moment
benaderd door een platen
maatschappij om hoofd pro
grammabureau te worden. Daar
sta ik over te denken. Het
geeft meer zekerheid. Wat ik
nu doe is vrij lucratief. Dat
heb ik net verteld. Gelukkig heb
ik met Johnny Lion veel geld
kunnen verdienen. En ik had
gelukkig wat spaarcentjes hè.
Maar waar niks bijkomt
(stilte)."
Dan moeten we op straat
naast het huis de caravan be
kijken, het van alle kampeer-
gemakken voorziene pronkstuk,
dat eens een oude bestelauto
was. Als een kind zo trots laat
hij de zelfuitgedachte technische
snufjes bewonderen. „Ik kon me
in die nare periode beter op
deze auto afreageren dan op de
artiesten", zegt hij grinnikend.
Binnen laat hij de foto's zien
van zijn jonge vrouw en zijn
dochtertje, waarover hij als
gelukkige vader uren zou kunnen
vertellen. Ze hangen onder de
serie van Johnny Lion. Hij wijst
naar de opdrachten op de foto's
terzijde: Anneke Grönloh, Willeke
Alberti en anderen die hem in
lovende woorden een gedeelte
van hun succes terugkaatsen.
„Ja, dat is wel leuk", zegt
Herman Batelaan, ditmaal zonder
brede lacht. „Maar het zijn
alleen maar woorden. Het is
zo gemakkelijk om zulke
woorden op papier te zetten."
JOSé TOIRKENS
Praag.
Als wij op een snikhete zater
dagmiddag arriveren, is het
ontvangstcomité van
Tsjechische studenten niet op de
afgesproken plaats. Te samen met
de andere deelnemers aan onze
studiereis worden wij enkele
uurtjes losgelaten op de stad.
Wanneer ik nit de bus stap, staat
er plotseling een man voor mijn
neus, in zijn linkerhand een
grote papieren zak die later ge
vuld blijkt te zijn met Tsjechisch
bankpapier. Waar ik vandaan
kom en of ik westers geld heb?
Hij blijkt mij 8 kronen voor 1
gulden te willen geven, (de offi
ciële koers is iVs kcr) en is de
eerste van een lange rij in alle
soorten en leeftijdsklassen, die
wij als tollenaars zouden gaan
betitelen. In een wandeling van
één uur wordt men gegarandeerd
enkele keren met dit doel aan
gesproken. Na enig handelen
blijkt 1 gulden al gauw 10 kcs
waard te zijn, iets dat resulteert
in een metamorfose: van Neder
lands student met bescheiden
middelen tot westers kapitalist.
Een halve liter bier blijkt plotse
ling 15 tot 30 cent te kosten, de
tram 6 cent, een taxi dwars door
Praag 2,en een eerste klas
langspeelplaat 3,40. Milan, onze
gids maakte er een grapje over:
„Wij hebben Marx en jullie heb
ben „Het Kapitaal".
Als de Tsjechische gastheren
zijn gearriveerd worden wij naar
onze nachtverblijven bij de Eco
nomische Faculteit gebracht.
Grote grauwe flats waar de stu
denten met 3 personen een
betrekkelijk kleine kamer delen.
Iedere kamer heeft een radio, die
slechts één zender ontvangt. Er
zijn tijdens de vakantie weinig
studenten in Praag, zodat het ge
bouw een zeer internationale be
zetting heeft. In Tsjechoslowakije
is een zeer groot deel der Econo
mische studenten vrouwelijk
(men vindt mannen meer ge
schikt voor technische weten
schappen) Boze (mannelijke)
tongen beweren dat dit een van
de oorzaken is voor de huidige
economische toestand.
Uit de colleges en gesprekken
met studenten, die de daarop
volgende dagen plaatsvonden,
kwamen mijn Tsjechische ge
sprekspartners uit de bus als dui
delijk liberaler dan mijn
beslist niet socialistisch-econo-
mische opvattingen. De nivelle
ring van de lonen, deelneming
van buitenlands kapitaal, alleen
rendabele bedrijven voortzetten,
convertibele valuta etc. Plotseling
ontdekte ik mijzelf als verdediger
van het socialistisch ideaal van
gelijkheid, een rol waarvan ik bij
mijn vertrek niet had
kunnen dromen.
De extremiteit van deze ideeën
wordt allengs aannemelijk wan
neer ik nader kennis maak met
Praag. Bijna alles is van de staat,
bijna iedereen is ambtenaar. Wat
dit betekent, merk ik pas wan
neer veel, voor mij vanzelf
sprekende zaken hier plotseling
niet blijken op te gaan. Een
extreem voorbeeld is dat eén
eenvoudig ontbijt al een wacht
tijd va® anderhalf uur met zich
meebrengt. Eerst krijg ik een
vork, enige tijd later koffie en
3 kwartier later brood, dat ik
droog en uit het vuistje moet
nuttigen om nog op tijd op
college te kunnen zijn. Een
diner kan gemakkelijk 2 uur
vergen. Er is één ober bij wie ik
het bier moet bestellen, een
andere voor de soep, weer een
andere voor de hoofdmaaltijd en
ten slotte nog een bij wie ik
moet betalen. Er is heel wat
water door de Moldau gestroomd
voor het je lukt om ze alle vier te
activeren. Service vraagt om
eigenbelang en dat is iets wat
hier zeer sporadisch voorkomt.
In het hele zakenleven ontbreekt
een bepaalde dynamiek, die in
het westen zo vanzelfsprekend
is, dat wij het ons nauwelijks
nog realiseren. De winkels hebben
geen lokkende etalages, maar
"vrij onesthetische uitstalkasten
met een fantasieloos overzicht
van wat binnen te koop is. Als je
naar binnen gaat, zal men je
echt niet uitgebreid adviseren
over enige aankoop en je
eventueel bereidwillig haar de
collega om dé hoek verwijzen,
waar het betreffende artikel
misschien wél te krijgen is. Of
wat te denken van het café bij
het zwembad met 1000 bezoekers
waar men dagelijks 200 flesjes
bier inkoopt en aan de rest van
de gegadigden de mededeling
doet, dat er morgen wel weer
bier zal zijn. De prijzen worden
niet beïnvloeden door de grotere
of kleinere behoefte aan een
artikel. Zij zijn centraal
vastgesteld, al naar gelang de
preferentie, die het goed geacht
wordt in hét dagelijkse leven
te hebben. Een hoge preferentie
hebben o.a. openbaar vervoer,
huisvesting, literatuur, primaire
voeding en bier; een lage
preferentie: chocolade, auto's
koffie, luxegoederen. Zo kan
het dus gebeuren, dat men een
lange r(j mensen aantreft voor
een winkel waarin een goed met
hoge preferentie (dat dikwjjls
ver onder de kostprijs verkocht
wordt) te koop is. Het is natuurlijk
twijfelachtig of zij allen voldaan
kunnen worden. Ter illustratie
van de merkwaardige verhoudin
gen die zo zijn ontstaan: de gelds
waarde van 15 stukken chocolada
is gelijk aan de huur van een
woning met alle comfort.
Over excursies naar bedrijven
Praag werkt hard aan vernieuwing
kan ik vrij kort zijn. Zij beperken
zich tot een meer of minder
geïnteresseerd rondsloffen door
de produktieruimten. Geen
rondleider, geen nadere
toelichting. Dag met het handje
als we overal rondgelopen hebben.
Dat was dat. Waarom zou men
ook aan public relations doen
in staatsbedrijven
Onze tweede bestemming is
Bratislava, hoofdstad van Slowa
kije, veel industrie, economische
hogeschool. Een vliegreis vanuit
Praag neemt ongeveer IV2 uur
in beslag en kost 15,De
verhouding met de universiteit
van Praag is niet al te best,
Tsjechen en Slowaken blijken
overigens überhaupt niet dol op
elkaar te zijn. De Slowaakse
studenten klagen erover dat hun
„land" altijd economisch
benadeeld is door de Tsjechische
meerderheid. Men is ook niet
■vyeinig trots op de Slowaak
Dubcek. Alhoewel men elkaar
hier nog met kameraad
aanspreekt (in Praag was het
mijnheer), is de anti-Russische
tendens er niet minder om.
Vlado „De Russen zijn onze
broeders; onze vrienden zoeken
we zelf uit, onze broeders hebben
we." Ook hier weer gezellige
gesprekken, die zelden uitmonden
in een debat, omdat blijkt dat
we het elementair met elkaar eens
zijn. De Slowaken ontpoppen
zich bovendien als prettige
feestvierders, die bijzonder
melodieus kunnen zingen.
De armoede aan muziekonderwijs
in Nederland blijkt weer eens,
wanneer wij met een vals,
vierkant gezongen liedje onze
Nederlandse contraprestatie
leveren.
Een van de avonden is gereser
veerd voor discussies met een
groep Russische studenten, die
op dat moment in Bratislava
vertoeft. De taalmoeilijkheden
zijn groter dan bij de Slowaken,
maar dat is beslist niet de
hoofdreden voor het gebrek aan
werkelijk contact. De mensen
aan mijn tafel zijn allen
„komsomosly" („de jongeren-
communistenpartij), die naast
een muurvaste overtuiging van
eigen ideeën, duidelijke onwil
tot een politiek gesprek
uitstralen. Een vraag over vrije
meningsuiting wordt b.v.
beantwoord met: „Hoe vindt u
Bratislava." Als ik vraag of zij
wel eens twijfelen aan het
communistische stelsel, volgt
alleen een schouderophalen. De
enige jongeman, met wie ik tot een
werkelijke uitwisseling van
ideeën kan komen, blijkt later
professor te zijn. De argumenten
van beide zijden zijn niet nieuw:
„Ook de westerse mens leeft
onder grote sociale en
economische dwang" te grote
vrijheid van het individu kan
grote schade berokkenen (wapen
bezit) „maar wie bepaalt
hoever die vrijheid ingeperkt
mag worden?" Als het vijf
minuten voor twaalf is, worden
alle Russen ietwat onwillig door
hun leider naar hun kamers
gedirigeerd. Een inperken van
vrijheid waar wij nogal wat
bezwaren tegen zouden hebben.
Het slot van onze reis wordt
gevormd door een cocktailparty,
gegeven door het Tsjechische
ministerie voor cultuur. Plaats:
een hotel in Amerikaanse stijl,
entourage o.a. een jukebox met
kleuren televisie-apparatuur,
sfeer zeer kapitalistisch.
Met boeken en grammofoon
platen overbelast, (koopjesjagers
die we zijn) is de bus mee
Nederlandse studenten de
Oostenrijkse grens gepasseerd.
Het was weer even wennen aan
de wereld van mooie etalages,
veel auto's, een bescheiden beurs
en leesbare kranten, waarin
Dubcek met Okker en Tsjecho-
Slowakije met de Tour de
France concurreert.
J. J. H. BOKMA
O
4
i