I Minister Klompé: Jonge generatie krijgt te weinig kansen Maleisië opnieuw bedreigd door „confrontatie" VERSTOPPING? ZWAAR PROGRAM: TOCH RESULTATEN Ojoe zeer BEAT, DANSEN? MOGEN ZE MISSCHIEN GUARESCHI OVERLEDEN Haaien rond lijken van Chinezen HOND NU DOOR PHILIPPINO'S Eerste indruk na Uppsala Vredesbe binnen i Het weer in Euro 1 In 't kor Narigheid Couzijn Slopend Mag het? Niet gemakkelijk etke tijd is tijd jggf voor VAN NELLE thee AFTERNOON BUILTJES Indonesië stuurt nog meer soldaten naar Wesl-Irian Schepper Don Camillo Nieuwe voorzieningen oorlogsslachtoffers Aanspraak Verdrag Wondertje Stemmen Openheid Mechanisme Hitsen Vissers in Hongkong: BRAZILIë GAAT GANGEN VAN OUD-NAZI'S NA DAGBLAD DE STEM VAN DINSDAG 23 JULI 1968 (Vai^onze parlementaire redactie) DEN HAAG Minister dr. M. A. M. Klompé van Cultuur, Re creatie en Maatschappelijk Werk is zeer beslist, wanneer ze zegt: „De jonge generatie krijgt te weinig kansen. Wij ouderen kijken veel te veel naar de twee misschien drie procent jongeren, die uit een soort onbehagen, uit ontevredenheid met het bestaande een beetje anders, een beetje excentriek doen. Ze houden van beat, dansen. Mogen ze misschien? De overgrote meerderheid van de jonge generatie is een constructieve generatie. Zij willen erbij be trokken zijn. Zij willen zich engageren in de politiek, in het reli gieuze leven, in de maatschappelijke gebeurtenissen. Zij hebben wel degelijk ruggegraat. Zij hebben idealen. Zij zijn misschien wat harder dan wij ouderen. Maar ze krijgen ook te weinig kansen. Dat weten ze: ze verwijten ons ouderen niet voor niets, dat wij dikwijls te veel praten over hen en zonder hen en even dikwijls te weinig doen.... Ze hebben nog gelijk ook." nistersportefeuille, als ze er de ca paciteiten voor heeft." Zelfs voor een zo mannelijk mi nisterie als dat van defensie? Mi nister Klompé lacht en is dan hele maal vrouwelijk wanneer ze zegt: „Misschien zou het wel eens goed zijn, wanneer daar een vrouw kwam." Vrouw is dr. M. A. M. Klompé lerares scheikunde, Tweede-Kamer lid, lid van het parlement van de kolen- en staalgemeenschap, lid van de Raad van Europa, werkzaam in het internationaal lekenapostolaat, lid van de pastorale plancommissie enz. enz. en tweemaal minister in ieder geval gebleven. Wat in een gesprek met minister Klompé begonnen is met de vrouw in de politiek, de vrouw als burge meester, als Tweede-Kamerlid, als minister, groeit uit tot een vurig pleidooi voor de jonge generatie. Deze minister kan zoiets gewoon niet laten. Ze noemt zich er zelf ten nauwste bij betrokken. Zij wijst, 15 verdiepingen hoog in haar ministerieel torengebouw te Rijswijk naar buiten. „Ziet u, hier moet de jonge generatie leven. Flats, woonblikken, fabrieken, tuinderijen, torens, schoorstenen, gebouwen, gebouwen ziet u ruimte vlakbij huis voor recreatie Begrijpt u wat ik bedoel, wanneer ik zeg, dat de jonge generatie de ruimte moet hebben geestelijk en materieel om haar eigen leven te kunnen leiden Zojuist heeft ze de onlangs be kroonde Couzijn bij zich gehad. Hij is met een collega langer blij ven praten, dan de dagelijkse agen da eigenlijk toeliet. Wat dan nog, want„De kunst gaat vóór." En het is bij deze minister nog waar ook. De kunst gaat vóór, de sport gaat vóór, de jeugd gaat vóór. Ze werkt van 's morgens tot 's nachts. Vele Rijswijkers zien meni ge avond nog licht branden, vijftien hoog, in de ministeriële werkkamer. En als deze minister moe is, trekt ze zich terug in haar keuken, om wat zij noemt haar eigen potje te koken. „Dat ontspant me en tegelijk kan ik wat rustig nadenken". Is een ministersambt dan toch te zwaar voor een vrouw „Het is een zwaar ambt, dat geldt voor mij, dat geldt evenzeer voor mijn mannelijke collega's. Avond in avond uit slepen we volle tassen met stukken naar huis, en 's mor gens wacht de dagelijkse agenda weer. Het is slopend." „Ik moet hard werken, dat is zo. Maar dat moet iedere vrouw in ie der werk immers. Ik geloof er na melijk niet in, dat een vrouw door haar werk haar vrouwelijkheid ver liest. Ze moet gewoon zichzelf blij ven. Ik blijf prijs stellen op wat rid derlijkheid. Dat de man me laat voorgaan. Dat hij me in m'n mantel helpt. Maar ik weiger als minister in mijn werk wordt toegestaan om dat ik toevallig vrouw ben. Hoewel ik me in mijn werk per se niet als man wil laten behandelen. Daar denk ik niet aan. Waarom zou ik. Ik wil mezelf blijven, zoals ik ben". „Of het werkelijk verschil uitmaakt, wanneer een vrouw minister is? Daat weet ik niet, ik kan er geen zinnig antwoord op geven. Zoiets moet u vragen aan de mannen die me kennen, die met me samenwer ken. Vroeger heb ik wel eens ge zegd: ja, zeker is er verschil, want in de ministerskast liggen nu een poederdoos, lipstick en zo. Als grap je doet zoiets het wel, maar dat is het natuurlijk niet. Soms hoor ik wel eens: dat kan alleen een vrouw zo zeggen. Misschien is dat het meer. Maar het gaat in het kabinet pre cies als overal. Man en vrouw vul len elkaar aan, ook in deze werk zaamheden." Wat minister Klompé niet zegt (maar wat insiders wel weten) is, dat de vrouwelijke minister in het verleden bepaalde problemen, be paalde moeilijkheden met wat vrouwelijke tact nogal gemakkelijk wist op te lossen.- Zelft zegt ze ervan nog steeds met plezier kijkend naar enkele kunstvoorwerpen in haar werk kamer: „Wij vrouwen praten mis schien op een andere golflengte, zijn misschien wat vasthoudender, vormen waarschijnlijk een bindend element in de omgeving, waarin we verkeren. Maar er zijn ook mannen die deze eigenschappen bezitten. Dat zal het ook wel zijn in een kabinet. Maar in principe is de vrouw vol gens mij geschikt voor ieder werk, tenzij het fysiek onmogelijk is. Zij is dus ook geschikt voor iedere mi- „Ik krijg ontzettend veel post van mensen, die in narigheid zitten. En geloof me: er zitten onnoemelijk veel mensen in narigheid, 't Doet me telkens weer iets, iedere keer trek ik het me weer aan Met een hulpeloos gebaar steekt ze dan wat nerveus een sigaret op En dan ineens weer lachend „Kortgeleden kreeg ik een brief van een oudleerlinge van me van het meisjesgymnasium Mater. Dei in Nijmegen, nota bene met de foto van haar kleinkind erin. Toen dacht ik ineens, mensenkinderen, wat word je oud". Op dit ogenblik is deze minister een slechte rekenares. Want als am per 20-jarig meisje stond ze le rares scheikunde voor 5 gymbeta met leerlingen die bijna even oud waren. „Ja, dat is zo, één was er zelfs nog ouder dan ik". Ze trok toen met de leerlingen op als meisje met de meisjes kam peerde zomers met de klas en deed wat men thans pleegt te noemen enorm veel vormingswerk buiten schoolverband. Vandaar nog steeds die volstrekte verbondenheid met de jonge gene ratie: „Wij ouderen ik hoor er helaas ook al bij vergeten maar al te vaak, dat wij bouwen aan een maatschappij voor mensen, die er over 20 jaar in moeten leven. Mag de jonge generatie, die straks moe ten leven, dan misschien ook wat te zeggen hebben „Per slot van zaken moeten zij in een totaal nieuwe wereld leven, moeten zij totaal nieuwe terreinen betreden. Laten, wij hun daarom hun eigen verantwoordelijkheid geven. Laten wij ip 's hemelsnaam die mogelijkheden scheppen en als jeblieft niet zo paternalistisch op treden." Het is plotseling een hartstochte lijk pleidooi geworden, dit gesprek met de vrouw als minister. Een pleidooi ook voor „die kleine groep van 2 a 3 procent jongeren, die in hun eenzaamheid te pletter dreigen te lopen en voor „die overgrote meerderheid, die constructieve jon geren zijn." „De jonge generatie ls geen ge- isoleerde groep. Ik weiger pertinent DR. M. A. M. KLOMPé ...niet gemakkelijk... in dit zogenaamde isolement te ge loven. De jongeren horen er vol ledig bij in hun maatschappij, in hun en onze wereld tegelijk. Daai- om heb ik me destijds ook fel ver- zet tegen de gedachte een eigen staatssecretaris voor de jonge gene ratie te aanvaarden." Dat felle verzet zpl dan ook wel bijzonder fel geweest zijn. Het ls immers bekend, dat minister dr. M. A. M. Klompé als het er werkelijk op aankomt niet gemakkelijk is. Noch voor zichzelf, noch voor an deren. Op onderwijs praat men nog steeds vol respect over destijds de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen ad interim, minister Klompé, die toen minister Cals en kele keren soms langdurig moesi vervangen-. Men is daar op O. en W. nog steeds niet uitgepraat over het feit, dat deze minister ad interim in een onbegrijpelijk korte tijd in staat was de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer te verdedigen. Ze eist veel: van zichzelf, van haar medewerkers, ook van bev parlement, dat het haar niet altijd gemakkelijk maakt. Al is zii dan een vrouw. „Maar wat wil je?", zegt ze in haar werkkamer, vijftien hoog in de randstad Holland. „Alles wat je hier" op 'C.RM. aahpakt wordt di- rict gloeiend: de cultuur, de com municatiemiddelen (radio, televisie) het jeugdprobleem, de sport, de sa menlevingsopbouw. Gloeiend van de tegenstellingen, van de menings verschillen". Tegenover de deur van haar werk kamer hangt een schilderij van de Bergense kunstenares Charley Toorop, dochter van Jan Tooroj». Het schilderij stelt een boom vooi. een stevige, sterke Hollandse boom. Maar Charley Toorop heeft zich ook in^ dit schilderij niet verloochend. Zij is een vrouw gebleven, ook als kunstenaar. Miischien is het dit wel met minis ter dr. M. A. M. Klompé, die onmo gelijk kan antwoorden op de vraag, of een vrouw zich als minister wer kelijk onderscheidt van haar man nelijke Collega's? In het verleden heeft zij binnen Oe KVP nogal wat moeilijkheden hei pen ophelderen. Ze doet het wel licht nog wel eens. „Toen ik in de politiek kwam zag ik er een taak lh, niet een beroep. Ik zie het nog zt>. Daarom ben ik waarschijnlijk ook wel, zoals ik ben." Wordt het met dit alles, wat over de vrouw gezegd is, niet hoog tijd, dat er bijvoorbeeld ook meer vrou welijke burgemeesters komen „D heeft gelijk. Er zijn er te wei nig. De vrouw is voor dit ambt ze ker geschikt en bij de regering stuit dit zeker niet op verzet. Maar zijn er wel genoeg vrouwen, die sollici teren Ik zal er toch eens met mijn collega Beernink over praten." (ADVERTENTIE) DJAKARTA (A.P.) De Indone sische regering heeft nog eens vier bataljons naar West-Irian, het voor malige Nederlands Nieuw-Guinea, ge zonden in verband met de algemene onrust en enige rebellenactiviteit op het eiland. Dit heeft het leger gisteren be kendgemaakt. De troepen naar schatting 2400 man zullen de In donesische militaire sterkte op het eiland verhogen tot minstens 9000, zo is in militaire kringen vernomen. Van niet-militaire zijde is evenwel vernomen dat de militaire sterkte op West-Irian veel groter is. Soedjarwo Tjondronegöro, mede werker van minister van buitenland se zaken Adam Malik, is in West- Irian aangekomen voor besprekingen over de wijze waarop volgend jaar de volksraadpleging over de toe komst van het gebied het best kan worden gehouden. CERVIA (AP) De Italiaanse schrijver Giovanni Guareschi die we reldberoemd werd met zijn boeken over Don Camillo en de kleine wereld is gisteren aan een hartaanval overle den. Hij was 60 jaar. Guareschi werd geboren in Emi lia, in het hartje van het communis tische deel van Italië. Zijn verhalen brachten op grappige manier een ver slag van de conflicten tussen com munisten en katholieken in het na oorlogse Italië, niet op nationaal ni veau maar in het alledaagse leven van eenvoudige dorpelingen. De voor naamste personen in zijn werk waren de dorpspriester Don Camillo en de vurige communistische burgemeester Peppone. Deze beiden hadden een ontroerende verstandhouding, ideo logisch waren zij vijanden maar in hun hart toch vrienden. Vijf films zijn over de Don Camillo- serie gemaakt. In alle films speelde de Franse acteur Fernandel de pas toor en de Italiaanse acteur Gino Cervi de rol van Peppone. Het eerste boek over Don Camillo verscheen in 1946 en werd een enorm succes. Met zijn zware snor leek Guarschi wel op Stalin, doch politiek gezien stond hij aan de geheel andere kant. Jarenlang redigeerde hij het ver dwenen rechtse satirische weekblad „Candido". DEN HAAG (A.N.P.) De staats secretaris van C.R.M., mr. H. J. van de Poel, heeft een aantal wijzigingen aangekondigd van de op de algemene bijstandswet steunende rijksgroeps regeling oorlogsslachtoffers. In deze regeling zullen afzonder lijke bepalingen worden opgenomen gericht op de bijzondere behoeften van Nederlanders, die om redenen van ras, geloof of wereldbeschouwing tijdens de oorlog in Nederland of het voormalige Nederlands-Indië door de bezettende macht zijn vervolgd. (ADVERTENTIE) (Van onze correspondent) MANILLA Als ooit een land zwakke bewijsgronden kan aanvoeren ter ondersteuning van een territoriale aanspraak dan is het de Philippijnen. Om redenen die officieel in nevelen gehuld blijven maar zonder twijfel puur zakelijke belangen in de bodemschatten als motief hebben, maakt de Philippijnse regering aanspraak op de Maleisische deelstaat Sabah aan de noordoost-punt van Borneo. Het gebied is twee en een half maal zo groot als Nederland en er wonen minder mensen dan in Den Haag: 550.000. Sedert eind vorig jaar heeft de Philippijnen de emotionele kant van de aanspraak zo de bovenhand doen voeren dat er sprake is van een oor logsstemming. Er wordt geroepen om de vorming van een „bevrijdingS' leger" en de Philippijnse regering heeft vorige week een aantal van het nieuwste type super straaljagers naar het gebied gedirigeerd, dat aan Sabah grenst: de Soeloe eilanden, Ook een torpedobootjager en ver scheidene andere marine-eenheden zijn naar dit gebied gezonden nadat kranten in Manilla met vette kop pen van de voorpagina's hadden ge schreeuwd dat twee Maleisische pa trouilleboten de Philippijnse territo riale wateren hadden geschonden. Op enkele uitzonderingen na zijn het vooral kranten, die de anti-Malei sische campagne aanwakkeren. Daarmee staat Maleisië dan voor de tweede maal sedert haar elf jaar onafhankelijk bloot aan de „confron tatie" van een buurland. De eerste confrontatie, door Indonesië, doofde twee jaar geleden uit als een nacht kaars. De vroegere Philippijnse president, Diosdage Macapagal bond in 1962 de kat de bel aan. En wel op grond van de veronderstelling, dat Sabah toe behoorde aan de erfgenamen van de sultan Soeloe. De Britse regering wees de Phi lippijnse aanspraak van de hand, om dat een verdrag van 1878 duidelijk aantoonde dat deze sultan, mede na mens zijn erfgenamen, voor immer afstand had gedaan van Sabah aan twee Britse zakenlieden. Ten tweede had Spanje, dat de Philippijnen eeu wenlang heeft geregeerd, in 1885 alle Spaanse aanspraken op Noord-Bor- neo laten varen in ruil voor de Brit se erkenning van de Spaanse soeve reiniteit over de Soeloe eilanden. Ten derde hebben de Amerikanen, die na de Spanjaarden de Philippijnen een halve eeuw hebben geregeerd, in een Engels-Amerikaans grensverdrag van 1930 de Britse aanspraak op Sabah en andere delen van Noord-Borneo erkend. De Philippijnse aanspraak op Sa bah gaat uit van de veronderstelling dat het verdrag van 1885 ongeldig is, omdat de sultan er geen partij in is. De sultan Sabah zou slechts in „bruikleen" hebben afgestaan.Maar het bewijstuk is zoek, zo het al ooit bestaan heeft. Philippijnse experts hebben maandenlang in het Spaanse staatsarchief gegraven, maar voor Wist u dat daar hele kleine pilletjes tegen MAMDII IV bestaan? Nourypharma In Oss maakt ze: PlUUlilLMA (Van onze speciale verslaggever dr. A- v. d. Weijer) UPPSALA De Assemblée van de Wereldraad is ten einde. En het wordl tijd een balans op te maken. Wat heeft deze miljoenenzaak waar bij duizenden mensen betrokken zijn geweest, waarvoor tonnen papier zijn verwerkt en een ontstellende hoe veelheid menselijke energie is ge bruikt, uiteindelijk opgeleverd De eerste indruk, die achterblijft, is er een van overladenheid. In amper drie weken tijds hebben we plus mi nus 25 toespraken te verwerken ge kregen, ettelijke preken, panneldis- cussies, teach-ins, dramatische en filmische voorstellingen niet meege rekend. Vervolgens talloze kleinere vergaderingen van de zes secties met haar meer dan twintig subsecties en van de dertig commissies. Tenslotte nog alle mogelijke persconferenties, briefings, publieke hearings en dis cussie die in een wat losser verband tot de Wereldraad stonden. Geen mens die het allemaal heeft kunnen bijhouden Het mag een wonder heten, indien uit een dergelijke machinerie althans nog enkele documenten rollen, die de moeite van het bestuderen volledig waard zijn. In Uppsala heeft dit won dertje zich voltrokken. De Assem blée heeft een goed werkstuk over het ontwikkelingsvraagstuk afgele verd, dat zelfs in de ogen van de jeugd genade heeft kunnen vinden „indien het tenminste wordt doorge voerd". Zij heeft het denken over de katholiciteit van de kerken een stuk vooruit geholpen, door de eenheid van de kerken te plaatsen tegen de achtergrond van de groei naar een heid in de hele wereld. Bovendien heeft deze Assemblée de banden tus sen de Wereldraad en Rome een stuk nauwer aangehaald, ten eerste door enkele katholieke theologen op te nemen in de faith-and-order-commis- sie, ten tweede door de discussie te openen over de mogelijkheid van een eventueel toetreden van Rome tot de Wereldraad. Het zijp vermeldens waardige winstpunten. Maar toch te mager, om het pretentieuze program van Uppsala: „Zie ik maak alle din gen nieuw" als gerealiseerd te kun nen beschouwen. Wat ons in Uppsala misschien het meest opviel, was de onmacht van de duizendkoppige Assemblée om tot re sultaten te komen. Van een echte in breng der afgevaardigden was maar heel weinig sprake, alle macht lag In handen van kleine redactiecommis sies, die met het opstellen van tek sten waren belast. Als deze eenmaal gedrukt waren, viel er weinig meer aan te veranderen, ook niet al kon men de compromissen in iedere ali nea nawijzen. durfde weerspreken, dat de compro- missenmakers bij voorkeur hun kant uitkeken, wanneer de eindredactie van de teksten moest worden opge steld. Als het op stemmen aankwam, toonden de orthodoxen zich dan ook bereid het stuk te aanvaarden, zij het vaak met de uitdrukkelijke vermel ding van hun nog altijd geldende be zwaren. Geen enkel moment hebben wij de Assemblée zijn eigen gewicht tegen de compromissenmakers in de schaal zien werpen. Het ene stuk na het an dere werd er door gejaagd. Ook een volledig gecastreerde resolutie over het conflict tussen Nigeria en Biafra, ook een dito verklaring over de kwestie van Israël en het Midden- Oosten. Ten koste van nagenoeg alles werd geprobeerd zoveel mogelijk stemmen achter de stukken te krij gen. En dat hebben we toch een ne gatieve ervaring gevonden. Degenen, die nog het flinkst voor hun eigen overtuiging uitkwamen, zowel in de secties als in de plenaire zittingen, waren de orthodoxen. Op vallend was, dat naar hen altijd met een zeker ontzag werd geluisterd, dat dan ook niemand hen openlijk Uppsala was arm aan echte gebeur tenissen, plotselinge bewegingen, waarachter men de Geest kan ver moeden, aan incidenten en bevliegin gen. Als die er geweest zijn, dan de den ze zich voor buiten de vergader zaal, bijvoorbeeld in de liturgische vieringen. Zo zullen wij de eucharis tieviering in de kathedraal van Upp sala niet gauw vergeten, vooral niet de overweldigende deelname van al die gescheiden broeders aan het ene avondmaal. Ook de byzantijns-SIavi- sche liturgie, gecelebreerd door me tropoliet Nikodiem samen met enkele andere bisschoppen, was een ware belevenis, vooral voor hen die ge wend zijn aan de vrij kille, sombere, eenzijdig op het woord afgestemde eredienst, welke in veel protestantse kerken wordt gehouden. Iets derge lijks geldt voor de vele experimen tele vieringen, die de deelnemers aan de Wereldraad hebben kunnen mee maken. Zij hebben waarschijnlijk meer betekend voor de vernieuwing van de liturgie, dan het hele docu ment, dat over deze kwestie door de Assemblée werd uitgevaardigd. Belangrijk is natuurlijk ook ge weest het onderling contact in de wandelgangen. Wat dat betreft heeft Uppsala een heel wat beter figuur ge slagen dan het Vaticaans Concilie. Zonder enige moeite kon ieder, die dat wilde, spreken met christenen uit alle werelddelen, vanaf de hoogste kerkelijke leiders tot en met de men sen van het grondvlak. De gezamen lijke maaltijden, de volkomen open heid van nagenoeg alle vergaderin gen en het vrije verkeer in de koffie pauzen hebben in hoge mate tot dit ongedwongen contact bijgedragen. Als katholiek leer je in die contacten dat in al die kerken en gemeenschap pen die buiten ons verband staan en die wij soms zo vreemd vinden, een echt geloof leeft, een bekommernis om de volheid van het evangelie en een onophoudelijk zoeken naar een heid, Voor wio mocht lijden tan een kerkelijk (of nationaal) provincialis me, kunnen enkele weken Uppsala het begin der genezing betekenen. Toch zal de Wereldraad van ker ken niet op dezelfde voet verder kun nen gaan. Uppsala markeert het ein de van een tijdperk. Voor een volgen de keer zal een totaal nieuwe werk wijze moeten worden ontworpen, za! er een eind moeten worden gemaakt aan het mechanisme dat krachteloze compromissen produceert, zal de deur wijd open moeten worden gezet voor een werkelijke deelname der jeugdi gen, zal de al te kerkelijke bekom mernis moeten plaatsmaken voor een echte begaanheid met de problemen van de wereld. Op de laatste dag van de Assem blée hebben enkele jongeren zich heel de dag in de kathedraal van Uppsala verzameld om er te bidden. Voor de Wereldraad, en voor de aan gesloten kerken. Dat God erin tot stand mag brengen, wat Uppsala hal verwege heeft laten liggen. Op Hem ls hun laatste hoop gevestigd. Hij is het, die „alle dingen nieuw" zal moe ten maken. zover bekend is het document al thans daar niet boven water geko men. Al met al geen al te sterke positie voor een land dat aanspraak meent te kunnen maken op een gebied van een buurland. Toch willen de Phi lippijnen de zaak voorgelegd zien aan het internationale gerechtshof in Den Haag. Maar de regering van Koeala Loempoer is tot in lengte van jaren niet bereid daaraan me dewerking te verlenen, zodat de zaak hoogstwaarschijnlijk nimmer de 15 rechters in het vredespaleis bereikt. Er wonen 15.000 Philippijnen op Sabah. Zij verdienen een goede bo terham, vooral in de handel en de bosbouw, en hebben hoegenaamd geen belang bij een geschil waarin hun zekerheden worden aangetast. Daarnaast zijn er de honderden Phi lippijnse smokkelaars, die Sabah het liefst buiten de deur wenst te hou den. Deze smokkel kost de Philip pijnen jaarlijks 700 miljoen gulden aan accijns en invoerrechten. Terwijl Abdoel Rahman niet af laat om de Philippijnse regering te vragen de aanspraak te vergeten, hitsen verscheidene Philippijnse com mentators de krantelezers op. De koning van Maleisië heeft verklaard dat zijn land bereid is om om Sabah te vechten, zowel jongens als meis jes, mannen en vrouwen. Ook zij zijn bereid zich in te zetten voor de ver dediging van hun gebied. Zij wjjzen de Philippijnse aanspraak van de hand als „koloniale inmenging van een land, dat zelf drie eeuwen lang door anderen is geregeerd". HONG KONG (AP) Verscheide ne scholen haaien van 3 tot 4 meter lengte zijn in de wateren voor Hou? Kong waargenomen en de Chinese vissers van de Britse kroonkolonie hebben gezegd, dat de beesten wor den aangetrokken door de lijken va" Chinezen, die bij ongeregeldheden in communistisch China zijn gedood en in de Parelrivier zijn geworpen. vZondag zijn op het strand van Hong Kong opnieuw twee lijken aan gespoeld. Hun handen en voeten wa ren aan elkaar gebonden. Tot dusver zijn meer dan 70 lijken van Chinezen bij Hong Kong en Macao aange spoeld en aangenomen wordt dat honderden stoffelijke resten naar zee zijn afgedreven. De legeronderdelen in de Chinese provincies Kwangtoeng en Kwangsi zouden opdracht hebben gekregen een einde te maken aan de gevechten tussen elkaar bestrijdende groepen rode gardisten, en oproerkraaiers zonder pardon neer te schieten. BELGRADO (Tanjoeg) - Dc Braziliaanse autoriteiten hebben ver trouwelijke rapporten opgevraagd over ongeveer 100 oud-nazi's die bi Brazilië, Argentinië, Paraguay actief zouden zijn. Dit meldt het Chileens blad „Las Ultimas Noticias". Volgens het Zuidslavische pe«bu" reau Tanjoeg heeft Brazilië tot stap besloten na de mysterieuze van twee Duitsers in Rio. Een van hen, kolonel Von Westerhagen die ffl Rio een cursus volgde aan de star- school, werd vermoord. Westerhagc is volgens Braziliaanse kranten ee actief nazi geweest. Het tweede slachtoffer was eenc - viel ingenieur, Helmuth Liebscne die eveneens lid is geweest van ee nazi-organisatie. Na zijn dood werd Liebschers woning 'een brief gevon den, waarin stond „Het schijnt a Hitler mij nog steeds achtervolgt Waarnemers in Rio geloven dat aa de dood van beide Duitsers een con flict tussen verschillende nazi-W»8' nisaties ten grondslag ligt. PAUS PAULTJS heeft toes verleend aan een voormalij kaanse geestelijke, die gehu drie kinderen heeft, rooms-I priester te worden. Dat 1 aartsbisschop van Hobart op nië, dr. G. Young, gisteren ven. JAMES CALLAGHAN JAMES CALLOGHAN, de minster van binnenlandse neeft „herrieschoppers" de gegeven voor het veroorzakt gewelddadigheden tijdens de bet°gingen afgelopen zone weigerde toe te geven aan o oor meer bevoegdheen voor tie. De eisen kwamen na ee ging tegen de oorlog in Vietr cü? g ,voor de Amerikaanse Lg uden werd en uitl werden 43 mense resteerd en 37 gewond. Helsinki Stockholm Oslo Kopenhagen Aberdeen Londen Amsterdam Brussel Luxemburg Parijs Bordeaux Grenoble Nice Berlijn frankfort München Ziirieh Genève Locarno Wenen Innsbruck Belgrado Athene Rome Barcelona Madrid Mallorca Lissabon weer max. té zwaar bew. half bew. half bew. licht bew. geheel bew. zwaar bew geheel bew. geheel bew zwaar bew. zwaar bew. onbewolkt niet ontv. onbewolkt zwaar bew. half bew. half bew. licht bew. onbewolkt onbewolkt half bew. licht bew. geheel bew onbewolkt onbewolkt onbewolkt licht bew. onbewolkt onbewolkt

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 6