Groeistuip
wil tan
nieuwe wet
SNELLE CONCENTRATIE
IN EUROPESE INDUSTRIE
POLITIEK SYSTEEM IN V.S. „OPEN BOEK"
Niet elke fusie winstgevend
NORMEN BIJSTAND LOPEN GRENZELOOS UITEEN
Europees verschijnsel
Beroepschrift
gewoon brief
aan koningin
Resultaten
Motieven
Belemmeringen
RAY ONDER
SUPERZWARE
BEWAKING
IN MEMPHIS
Groeistuipen
Miljard per jaar
Meer harmonie
Geest van armenwet
Voorbeelden
PRESIDENT
AA
VERKIEZTNG
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 JULI 1968
(Van onze parlementaire
redactie)
DEN HAAG Ergens in
Noord-Holland wordt voor een
gezin met enige minder-validen
een bungalow met aangepaste
voorzieningen gebouwd. Kosten:
meer dan 100.000 gulden. De
bouw wordt gefinancierd op ba
sis van de algemene bijstands
wet.
Het is een sprekend voorbeeld
van „hoe mooi de bijstandswet
wel is". Er zijn natuurlijk ook an
dere gevallen, waarin de knijperig-
heid en kneuterigheid van gemeen
telijke bestuurdertjes de deur dicht
doet.
Want zo is het beeld: 3,5 jaar
uitvoering van de algemene bij
standswet hebben enerzijds uitste
kende voorbeelden van rechtstoe-
passing laten zien, maar ander
zijds van armenwet-regentjes nog
geen objectief denkende, begrips
volle bestuurders gemaakt.
Op 31 december 1964 is met de
armenwet ook de willekeur op zol
der gezet. Wat vroeger een gunst
was, is een recht geworden. Maar
dat wil niet zeggen dat overal de
bijstandswet ideaal wordt toege
past.
In de 3,5 jaar, dat de algemene
bijstandswet werkt, zijn de groei
stuipen duidelijk gebleken. De
ruim 900 gemeenten in Nederland
houden er allemaal zo'n beetje
hun eigen ideeën over bijstand op
na. Hier vindt men iets volkomen
vanzelfsprekend, daar totaal on
verantwoord. De normen voor bij
stand lopen grenzeloos uiteen.
Het is allemaal wel begrijpelijk,
want de wet bood totaal iets
nieuws. En de uitvoering is zowel
afhankelijk van deskundigheid als
van bereidheid en goede wil. Het
zal wel een generatie van mensen
duren voordat overal bestuurders
en ambtenaren met de juiste men
taliteit op de wet zijn ingespeeld,
zegt een voorlichter op het ministe
rie van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk.
Dat uiteen'open van de normen
spreekt wel heel duidelijk bij de
vergoedingen aan bejaarden in te
huizen. De normen voor die ver
goedingen verschillen soms zo
sterk dat de ene bejaarde in een
tehuis vijftig tot zestig gulden per
maand minder krijgt dan zijn buur
man met wie hij dagelijks een
kaartje legt. Dat levert in het be
jaardenhuis conflictstof en span
ningen genoeg op.
Omdat de wet per gemeente
wordt uitgevoerd, kan hiervan on
mogelijk een algemeen beeld wor
den verkregen. Op het ministerie
van cultuur, recreatie en maat
schappelijk werk wordt er hard
aan gewerkt om meer inzicht in
de uitvoering te krijgen.
Door middel van enquêtes bij de
gemeenten probeert het ministerie
een beeld van de uitvoering op te
bouwen. Ook wat betreft de totale
kosten van de bijstandswet tast
men nog in het duister. Schattin
gen wijzen er op dat die in 1965
meer dan 530 miljoen bedroegen.
Waarschijnlijk zullen de totale kos
ten nu al naar een miljard per
jaar toegaan.
„We hopen meer inzicht te krij
gen in het uitgavenverloop. Dan
kunnen we van jaar op jaar be
trouwbaar cijfermateriaal opbou
wen". Dat zegt mr. R. H. Knegt-
mans, plv. directeur bijstandsza
ken van het ministerie.
De beleidsambtenaar beaamt
onmiddellijk dat de uitvoering van
de bijstandswet met groeistuipen
gepaard is gegaan. „Maar", zegt
hij, „laten we niet vergeten dat de
wet iets totaal nieuws bracht en je
mensen niet van de ene dag op de
andere mentaal kunt omschake
len. In het algemeen is de wet
niet op onbevredigende wijze uitge
voerd. De bestuurlijke aanpak zal
geleidelijk verbeteren. Men raakt
meer met de wet vertrouwd. Met
elkaar ministerie, gemeenten,
belanghebbenden moeten we
zorgen dat we de filosofie van de
wet beter gaan verstaan en wegen
vinden om die filosofie in de prak
tijk meer gestalte te geven". Wat
uit de mond van mr. Knegtmans
niet onaardig klinkt.
Tegen het einde van dit jaar zal
bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp worden ingediend met de
aanvullingen, wijzigingen en verfij
ning die in de praktijk wenselijk
zijn gebleken.
Omdat de gevallen waarin een be
roep op de bijstandswet kan wor
den gedaan, zo sterk verschillen,
blijft het moeilijk om tot meer al
gemene normen te komen. Toch
kannen er minimale eisen worden
gesteld voor de noodzakelijke kos
ten van het dagelijks bestaan. Ge
probeerd wordt hier wat meer
harmonie in te krijgen. Gedacht
wordt om tot een algemene norm
te komen voor de noodzakelijke, da
gelijkse bestaanskosten, waarbij de
huur buiten beschouwijig wordt
gelaten.
Die norm zou kunnen worden
afgestemd op het minimum-loon.
In een aantal gemeenten wordt al
van het minimum-loon uitgegaan
bij het bepalen van de normen
voor de noodzakelijke kosten van
levensonderhoud. Over het hele
land kunnen die normen praktisch
gelijk zijn.
We moeten zien allemaal op het
zelfde denkspoor te komen, aldus
mr. Knegtmans. Hij meent dat er
een kleine marge moet zijn tussen
de bijstandsnormen en het ver
plichte minimum-loon.
Geleidelijk aan kan er ook wat
meer eenheid in de uitvoering ko
men door de uitspraken van pro
vinciale besturen en van de kroon
in beroepszaken. De wet geeft het
recht om tegen een beslissing van
b. en w. inzake de bijstandsverle
ning in beroep te gaan bij Gede
puteerde Staten van zijn provincie
en daarna bij de Kroon. De Raad
van State in Den Haag behandelt
meer dan 300 beroepschriften per
jaar.
Er is een forse stijging in het
aantal beroepen, zegt mr. Knegt
mans. Dat kan er op wijzen dat
ae mensen meer met ae wet ver
trouwd raken, hun schroom af
zweren en „hun recht gaan zoe
ken". Vele mensen weten niet hoe
zij in beroep moeten gaan, maar
kunnen te rade gaan bij maat
schappelijk werkers, bestuurders
van vakbonden en van andere so
ciale organisaties of instellingen.
In ieder geval behoeft niemand
ten onrechte van bijstand versto
ken te blijven.
Hoewel mr. Knegtmans echt niet
zou willen zeggen: daar en daar
zit de bijstandsverlening radicaal
fout, erkent hij dat de uitvoering
in de steden gemakkelijker afgaat
dan in kleine dorpen. „Je kunt
van kleine gemeenten nauwelijks
deskundige uitvoering eisen. Daar
om is samenwerking bij de uitvoe
ring tussen gemeenten zo toe te
juichen. Er is rivaliteit tussen ge
meenten, maar ook komt de sa
menwerking steeds meer op gang.
Resultaat ervan zal zijn: meer ob
jectiviteit tegenover de aanvragen
en meer deskundigheid bij de be
handeling ervan".
De grote stad heeft het voór-
deel, dat de behandeling van de
gevallen er veel neutraler gebeurt
dan in het kleine dorp, waar Jan
en alleman elkaar heel goed ken
nen en soms de drinkende opa er
bij wordt gesleept om de bijstand
af te wijzen. In het dorp waar de
ambtenaar van de bijstandswet in
donker de mensen bezoekt om ge
roddel tegen te gaan, zal iemand
niet gauw naar „sociale zaken"
toe stappen. In een samenwerkings
verband van gemeenten kan de
wat grotere afstand tussen ambte
naar en belanghebbende net ge
noeg zijn om de schroom te over
winnen.
Sommige bestuurders mogen nog
steeds met hun plaatselijke groot
heid in de geest van de armenwet
leven, de gezagsverhoudingen wij
zigen zich en door voorlichting en
overdracht van visie heeft een
gunstige beïnvloeding van de men
taliteit plaats. De meeste gemeen
ten zijn bereid een boekje open te
doen over de richtlijnen die zij bij
verlening van bijstand hanteren.
Een uitzondering vormen de ge
meenten die alles liever geheim
houden. „De ambtenaren zullen de
richtlijnen steeds soepel moeten
hanteren. In vele gevallen echter
komt er automatisme aan te pas
en gaan de ambtenaren de richt
lijnen zien als dwingende voor
schriften".
Door de uitspraken van de Kroon
in beroepszaken breidt de juris
prudentie zich uit. Die uitspraken
„ue ene bejaarde in een tehuis
krijgt vijftig tot zestig gulden min
der dan zijn buurman met wie hij
dagelijks een kaartje legt. Dat Ie
vert conflictstof".
gelden voor het gehele land, maar
erg veel houvast bieden ze no;
niet. Er zijn nog weinig principi
ële uitspraken, veel meer gaat het
om beslissingen in heel bijzondere,
gecompliceerde zaken.
Twee voorbeelden: een kind
wordt in de Zwitserse stad Davos
verpleegd. De ouders willen een
vakantie koppelen aan een bezoek.
In dat geval werd beslist dat de
ouders recht hadden op bijstand
ter aanvulling van het vakantie
geld.
In een ander geval wilde een
bejaarde dame in een tehuis dat
haar broer vanuit een ander te
huis zou worden overgeplaatst, zo
dat beide bejaarde mensen elkaar
iets meer steun zouden kunnen
geven. In het tehuis van de dame
moest een veel hogere vergoeding
worden gegeven. In hoger beroep
werd beslist dat deze hogere ver
goeding verantwoord is. Zoals een
bandrecorder voor een blinde, te
levisie voor bedlegerigen, dure ap
paratuur voor gehandicapten en
meer en meer auto's in plaats van
invalidenwagens via de bijstands
wet worden gefinancierd. Recht op
bijstand in de noodzakelijke kosten
van het bestaan. Bejaarden en
verlaten vrouwen vormen samen
88 procent van alle mensen die bij
stand krijgen;
Als volgt verdeeld: bejaarden 57
procent, verlaten vrouwen 31 pro
cent. Wie alleen van AOW moeten
leven, hebben recht op bijstand,
niet alleen om net niet dood te
gaan, maar ook om behoorlijk aan
het maatschappelijk verkeer te
kunnen deelnemen.
Dus kan een gemeente verplicht
worden in de bijstandsverlening aan
bejaarden rekening te houden met
de kosten van bezoeken van veraf
wonende kinderen. De bijstands
wet is er om iedereen, voor Jan
met de pet en Pierre met de gleuf-
hoed. Recht voor iedereen.
Maar achter het masker van de
ontwetendheid of van de valse
schaamte heerst soms nog armoe.
Ten oprechte blijven mensen van
het recht op bijstand verstoken.
Aan de beschroomden gaf de di
recteur van de dienst voor sociale
zaken in Den Bosch, de heer W.
Leenaarts, de goede raad: Overwin
uw drempelvrees.
(Van onze firiancieel-economische medewerker)
TILBURG Opnieuw zijn een tweetal Nederlandse mammoet-
bedrijven overgegaan tot fusering. Het verschijnsel van de samen
werking en concentratie van ondernemingen heeft zich vooral in
de jaren zestig veelvuldig voorgedaan. Verwacht mag worden dat
in het komende decennium nog een groot aantal fusies zal plaats
vinden.
De behoefte aan schaalvergroting
wordt in een toenemend aantal be
drijfstakken waarneembaar. Markt
verruiming, technologische verande
ringen, snelle ontwikkelingen in het
management noodzaken tot groot
scheepse samenwerking van de indus
triële bedrijven.
Verschillen in belastingfaciliteiten
en in mededingingswetgeving alsme
de in vennootschapsrecht staan in vele
gevallen deze samenwerking in de
weg. De „Europeanisering" van het
bedrijfsleven zal er toe moeten leiden
dat deze hindernissen geleidelijk
worden opgeruimd.
De concentratie van bedrijven is
geen typisch Nederlands verschijnsel.
Overal in Europa ziet men groeiende
vormen van samenwerking. In de
Verenigde Staten is concentratie een
zo omvangrijk fenomeen, dat volgens
recente voorspellingen in 1975 drie
kwart van de Amerikaanse bedrijven
in handen zal zijn van slechts 200
ondernemingen.
In de komende jaren zal de aan
dacht steeds meer gaan in de rich
ting van de zogenaamde „conglome
ratie-fusie". Hiermee wordt bedoeld
samenwerking van zeer uiteenlopen
de bedrijven. Deze vorm van samen
werking vermindert de conjunctuur
gevoeligheid van de afzonderlijke
ondernemingen omdat negatieve uit
komsten in de ene sector kunnen
worden gecompenseerd door positieve
resultaten in de andere branche.
Hierdoor wordt het weerstandsver
mogen van de totale groep verhoogd,
hetgeen de groeikansen slechts ten
goede kan komen.
Het Europese land waar de meeste
fusies plaatsvinden is ongetwijfeld
Engeland. Het bedrijfsleven zoekt
hier naar samenwerkingsvormen om
aan de veranderde marktpositie het
hoofd te kunnen bieden. Bovendien
wordt omvangrijke concentratie van
(Van een onzer
verslaggevers)
DEN HAAG Als een ge
meente na een maand nog niet
heeft beslist op een aanvrage
om bijstand, kan een bezwaar
schrift bij burgemeester en
wethouders worden ingediend.
Is een afwijzende beslissing
gevallen, dan kan binnen een
maand schriftelijk beroep
worden aangetekend. Dan
schrijft men heel gewoon een
brief aan Gedeputeerde Sta
ten van de provincie waarin
men woont. Wijzen ook Gede
puteerde Staten de aanvrage
af, dan kan beroep bij de
Kroon worden aangetekend.
Eenvoudiger kan het niet: een
brief aan de koningin met in
alledaags Nederlands de be
zwaren tegen de beslissing.
Boven de brief kan gewoon
„geachte mevrouw" worden
gezet. En op de envelop: aan
H.M. de koningin.
Nader adres en postzegel
zijn overbodig. De brief komt
wel goed terecht. De Raad van
State behandelt zo'n beroep
schrift en adviseert, overeen
komstig welk advies een ko
ninklijk besluit wordt geno
men.
Over een maand ongeveer worden
in de Verenigde Staten de partij-
conventies van de Republikeinse en
Democratische partijen gehouden.
Op 5 augustus zal in Miami Beach
de Republikeinse Partij een presi
dentskandidaat aanwijzen. Op 25
augustus doet in Chicago de Demo
cratische Partij hetzelfde. Daarna
volgt de werkelijke race naar het
Witte Huis üe presidentsverkiezingen 1968 trekken grote aandacht,
?ol; buiten Amerika en vooral hier in Europa. Velen staatslieden,
Journalisten, politici, hoogleraren en tal van andere mensen die zich
dagelij'cs bezighouden met politieke wereldproblemen zeggen dat
"e verkiezingen van dit jaar de belangrijkste van deze eeuw zullen
Worden.
Voor wie meer wil weten over het
ooienkaanse politieke systeem, de
Politieke partijen en de fascinerende
riJ orn het presidentschap zelf, zijn
legio boeken beschikbaar, want
v»6?ter wereld produceert zo-
'Populaire) boeken over politiek
Amerika. De meeste echter blij-
onvertaald en dus ontoegankelijk
i Sr°te groepen van het Neder-
nni- Publiek. Onlangs verscheen
ow ederland een handzaam boek
r uo Amerikaanse politiek en
nwr het bijzonder over de ma-
8TniïSn Presidenten kiezen (DEi
eikiJD 0M HET WITTE HU1S A
dans Hermans Leopold Den
Haag). De schrijver is parlementair
journalist geweest in Den Haag en
een tijdlang secretaris van de mi
nister-president. In die functies ver
diepte hij zijn politieke scholing die
al was gebaseerd op het gadeslaan
van en luisteren naar zijn vader die
een kwart-eeuw lid was van het par
ament.
Dr. Hermans maakte tal van reizen
door de Verenigde Staten en leerde
zo het land en zijn politieke eigenaar
digheden goed kennen. Zijn boek
schijnt werkelijk gericht te zijn tot
een groot publiek dat wil weten hoe
of wat, maar verder geen behoefte
heeft aan diepgaande studies. Uitvoe
rig beschrijft het de weg die tot
nu toe 35 Amerikanen hebben af
gelegd naar het Witte Huis. Rijkelijk
puttend uit de aan smeuïge anekdo
tes geen gebrek hebbende politieke
geschiedenis, weet hij een plezierig
verhaal op te hangen van een in we
zen nogal gecompliceerde zaak. Het
is een uitstekend boek voor de op
algemene achtergrondinformatie uit-
zijnde lezer. Het leest bovendien erg
gemakkelijk.
Van de bekende Amerikaanse poli-
ticoloog-hoogleraar en vruchtbaar
publicist Clinton Rossiter is enkele
jaren geleden een Nederlandse ver
taling verschenen van zijn in Ame1
rika veelgelezen „The American Pre
sidency".
Het is in Nederland uitgebracht on
der de titel „HET AMERIKAANSE
PRESIDENTSCHAP" en het ver
scheen in de Sterrenserie van C. de
Boer Jr Paul Brand, Hilversum.
Het is een boeiende analyse van de
vele en groeiende problemen van het
oresidentschap. Om enig inzicht te
krijgen in de ongelooflijke macht van
het Witte Huis en de ondraaglijke
last die het een man kan opleggen,
is een boek als dat van Rossiter on
misbaar. Het is helder en boeiend
geschreven.
Van dezelfde schrijver is er „PAR
TIES AND POLITICS IN AMERI
CA" (Cornell University Press, New
York). Het boek behandelt op de
zelfde vlotte maar vlijmscherpe wijze
de politieke partijvorming in Ame
rika. Die is totaal anders dan men
hier in Europa gewend is en alleen
daarom al is het boek van Rossiter
uitermate boeiend. Het werpt tevens
een helder licht op een aantal aspec
ten van de Amerikaanse politiek die
hier niet altijd goed begrepen wor
den, juist omdat de Democratische
Partij en Republikeinse Partij heel
iets anders zijn en vertegenwoordi
gen dan bijvoorbeeld de PvdA en de
VVD of in Engeland Labour
en Conservatives.
Voor een vlot overzicht van alles
wat zich afspeelt rond de verkiezin
gen van dit jaar, waar het hierbij
>m gaat, wie de hoofdrolspelers zijn
;nz., is het „ELECTION HANDBOOK
1968". samengesteld door een staf
lolitieke redacteuren van de New
York Times, hèt boek. Het geeft ant
woord op vrijwel alle vragen die de
berichten die dagelijks in de kranten
staan of via de t.v. de huiskamers
binnenkomen, kunnen oproepen. Een
voorwoord van James Reston geeft
de hoofdlijnen aan van de inzet. Ver
volgens geven ieder op eigen ter
rein gespecialiseerde medewerkers
een vracht informatie over de kan
didaten, de strijdpunten in de Ameri
kaanse politiek, partij strategie, nieu
we politieke bewegingen, de rol van
de opinieonderzoeken, de invloed van
de t.v., de computers in de politiek,
de nieuwe kiezers (de jeugd), en
voorts staten van presidenten, vori
ge verkiezingen en conventies etc.
Spannend als detectives zijn de
twee boeken waarin Theodore C
White de presidentscampagnes van
I960 (Kennedy-Nixon) en 1964
(Johnson-Goldwater) beschrijft. Het
zijn THE MAKING OF THE PRE
SIDENT 1960 (Pulitzer-prijs) en THE
MAKING OF THE PRESIDENT 1964.
White beschrijft uitvoerig beide cam
pagnes op de manier zoals alleen een
topjournalist dat kan.
Beide boeken zijn verschenen in
pocketformaat (Signet Books New
American Library).
De meeste van bovenvermelde boe
ken zijn gewoon in de boekhandel
te krijgen of te bestellen. Mocht dat
niet lukken dan is er nog altijd de
Amerikaanse Bibliotheek van het
Nederland-Amerika-Instituut (Mu
seumplein 4 te Amsterdam) waar men
gratis boeken kan lenen en waar
men een indrukwekkende voorraad
politieke literatuur beschikbaar heeft.
W.K.I
kleine bedrijven in mammoetbedrij-
ven een essentiële voorwaarde geacht
voor toetreding tot de Europese Eco
nomische Gemeenschap. Immers de
groeimogelijkheden van geconcen
treerde bedrijven kunnen indien
omvangrijke kostenbesparingen kun
nen worden gerealiseerd groter
zijn.
De meeste fusies vinden plaats in
de elektrotechnische, chemische,
staal-, metaalverwerkende, machine
bouw-, grafische en levensmiddelen
industrie en in de scheepsbouw, ver
zekeringsmaatschappijen en banken.
In de automobielindustrie heeft de
concentratie bijna haar verzadigings
punt bereikt.
Er zijn echter nog tal van andere
sectoren die voor concentraties in
aanmerking komen: de textiel-, pa
pier-, schoenen- en lederindustrie,
genotmiddelenindustrie en handels
ondernemingen.
Belanghebbende families zijn niet al
tijd voorstander van samenwerking
met andere bedrijven. Immers fuse
ring betekent dat de zelfstandigheid
ten dele of geheel moet worden prijs
gegeven hetgeen de familie niet altijd
kan accepteren.
Met name in de traditionele be
drijfstakken treffen we dit euvel aan
ondanks het feit dat de objectieve
noodzaak voor concentratie en fuse
ring aantoonbaar is.
Wat zijn de belangrijkste motieven
om tot concentratie in grotere be-
drijfseenheden over te gaan? Door
samenwerking en fusering kunnen de
betrokken bedrijven in de gelegen
heid komen een beter management-
apparaat op te bouwen. Voorts ko
men mogelijkheden ter beschikking
om tot gezamenlijke marktverken
ning, research en ontwikkeling van
nieuwe produkten en reclame over te
gaan. Bij „conglomeratiefusies" doet
zich de kans op marktverruiming en
stabiele groei voor. Andere voordelen
zijn: efficiënter gebruik van arbeid-
besparende apparatuur zoals compu
ters, breder assortiment, ruimere
financieringsmogelijkheden.
Naast de voordelen zijn echter een
aantal nadelen op te noemen die ech
ter meer van macro-economische en
sociale aard zijn. Wanneer de econo
mie van een land beheerst wordt
door slechts een honderdtal grote
concerns, dan is het gevaar niet on
denkbeeldig dat deze bedrijven een
te grote economische en daardoor
wellicht politieke macht krijgen. Zij
vormen immers de motor van de
economische groei waarvan alle an
der» welvaartsmogeiiikheden afhan
kelijk zijn. De arbeidsmarkt zal bo
vendien door slechts enkele onder
nemingen worden beheerst. Dit be
tekent dat regionale industrialisatie-
en werkgelegenheidspolitiek voor een
groot deel worden beïnvloed door de
welwillendheid en medewerking van
het geconcentreerde bedrijfsleven.
De concentratie van bedrijven stuit
momenteel nog op een aantal belem
meringen. In de eerste plaats zijn de
fiscale regelingen in de verschillende
landen zeer uiteenlopend hetgeen in
ternationale fusering in vele gevallen
in de weg staat. Daarnaast lopen de
wetgeving op het terrein van mede
dinging en het vennootschapsrecht
niet altijd met elkaar parallel.
Er is nog een andere hindernis:
veie bedrijven dragen een familiaal
en derhalve een besloten karakter.
Een aantal Amerikaanse onderzoe
kingen heeft, aangetoond dat de re
sultaten op langere termijn van fu
sering en samenwerking niet altijd
positief zijn. Ongeveer de helft van
ie onderzochte fusies bleek minder
/oordeel te hebben opgeleverd dan
men aanvankelijk had gedacht. Zij
moesten in feite als mislukt worden
beschouwd. In enkele Britse studies
wordt uitgemaakt dat de winstge
vendheid bij grote concentraties van
bedrijven zelfs daalt. Slechts de zeer
grote internationale concerns maken
hierop een uitzondering.
Het zou ongenuanceerd zijn te be
weren dat elke fusie van bedrijven
vanzelfsprekend leidt tot grote voor
delen. Deze hangen voor een deel
af van de situatie waarin de betrok
ken bedrijven verkeren op het mo
ment dat zij met andere willen
samengaan.
MEMPHIS (REUTER) De ver-
daclite van de moord op de neger
leider ds. Martin Luther King, Ja
mes Earl Ray, is gisteren onder stren
ge bewaking' in Memphis (Tennessee)
aangekomen, waar hij in afwachting
van zijn berechting is opgesloten.
De uitlevering werd mogelijk door
dat Ray zelf daartegen niet in be
roep ging en nadat de Britse justi
tie had afgezien van verdere ver
volging ter zake van het bezit van
een vuurwapen en een vervalst pas
poort, strafbare feiten op grond
waarvan hij kon worden aangehouen.
De politie in Memphis begon al
vroeg met de voorbereiding van de
aankomst van Ray. Versperringen
werden opgericht rondom de gevan
genis. De gepantserde auto waarin
Ray werd vervoerd werd geëscor
teerd door zes politiewagens.
Schijnwerpers, die op de auto wa
ren gemonteerd, verspreidden een
verblindend licht in alle richtingen.
Bij aankomst werd de wagen omringd
door ongeveer 50 gewapende politie
mannen, die belangstellenden op een
afstand hielden.
De ruiten van Ray's cel zijn met
stalen platen afgeschermd. Via een
gesloten televisiecircuit kan men al
zijn bewegingen volgen. Een naburige
cel wordt permanent door bewakers
bezet.
Na onder zeer strenge bewaking te zijn overgevlogen uit Engeland, wordt
James Earl Ray in Memphis geboeid naar zijn cel geleid. Ray droeg ter
bescherming een kogelvrij vest.