Groeistuip wil tan nieuwe wet SNELLE CONCENTRATIE IN EUROPESE INDUSTRIE POLITIEK SYSTEEM IN V.S. „OPEN BOEK" Niet elke fusie winstgevend NORMEN BIJSTAND LOPEN GRENZELOOS UITEEN Europees verschijnsel Beroepschrift gewoon brief aan koningin Resultaten Motieven Belemmeringen RAY ONDER SUPERZWARE BEWAKING IN MEMPHIS Groeistuipen Miljard per jaar Meer harmonie Geest van armenwet Voorbeelden PRESIDENT AA VERKIEZTNG DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 JULI 1968 (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Ergens in Noord-Holland wordt voor een gezin met enige minder-validen een bungalow met aangepaste voorzieningen gebouwd. Kosten: meer dan 100.000 gulden. De bouw wordt gefinancierd op ba sis van de algemene bijstands wet. Het is een sprekend voorbeeld van „hoe mooi de bijstandswet wel is". Er zijn natuurlijk ook an dere gevallen, waarin de knijperig- heid en kneuterigheid van gemeen telijke bestuurdertjes de deur dicht doet. Want zo is het beeld: 3,5 jaar uitvoering van de algemene bij standswet hebben enerzijds uitste kende voorbeelden van rechtstoe- passing laten zien, maar ander zijds van armenwet-regentjes nog geen objectief denkende, begrips volle bestuurders gemaakt. Op 31 december 1964 is met de armenwet ook de willekeur op zol der gezet. Wat vroeger een gunst was, is een recht geworden. Maar dat wil niet zeggen dat overal de bijstandswet ideaal wordt toege past. In de 3,5 jaar, dat de algemene bijstandswet werkt, zijn de groei stuipen duidelijk gebleken. De ruim 900 gemeenten in Nederland houden er allemaal zo'n beetje hun eigen ideeën over bijstand op na. Hier vindt men iets volkomen vanzelfsprekend, daar totaal on verantwoord. De normen voor bij stand lopen grenzeloos uiteen. Het is allemaal wel begrijpelijk, want de wet bood totaal iets nieuws. En de uitvoering is zowel afhankelijk van deskundigheid als van bereidheid en goede wil. Het zal wel een generatie van mensen duren voordat overal bestuurders en ambtenaren met de juiste men taliteit op de wet zijn ingespeeld, zegt een voorlichter op het ministe rie van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk. Dat uiteen'open van de normen spreekt wel heel duidelijk bij de vergoedingen aan bejaarden in te huizen. De normen voor die ver goedingen verschillen soms zo sterk dat de ene bejaarde in een tehuis vijftig tot zestig gulden per maand minder krijgt dan zijn buur man met wie hij dagelijks een kaartje legt. Dat levert in het be jaardenhuis conflictstof en span ningen genoeg op. Omdat de wet per gemeente wordt uitgevoerd, kan hiervan on mogelijk een algemeen beeld wor den verkregen. Op het ministerie van cultuur, recreatie en maat schappelijk werk wordt er hard aan gewerkt om meer inzicht in de uitvoering te krijgen. Door middel van enquêtes bij de gemeenten probeert het ministerie een beeld van de uitvoering op te bouwen. Ook wat betreft de totale kosten van de bijstandswet tast men nog in het duister. Schattin gen wijzen er op dat die in 1965 meer dan 530 miljoen bedroegen. Waarschijnlijk zullen de totale kos ten nu al naar een miljard per jaar toegaan. „We hopen meer inzicht te krij gen in het uitgavenverloop. Dan kunnen we van jaar op jaar be trouwbaar cijfermateriaal opbou wen". Dat zegt mr. R. H. Knegt- mans, plv. directeur bijstandsza ken van het ministerie. De beleidsambtenaar beaamt onmiddellijk dat de uitvoering van de bijstandswet met groeistuipen gepaard is gegaan. „Maar", zegt hij, „laten we niet vergeten dat de wet iets totaal nieuws bracht en je mensen niet van de ene dag op de andere mentaal kunt omschake len. In het algemeen is de wet niet op onbevredigende wijze uitge voerd. De bestuurlijke aanpak zal geleidelijk verbeteren. Men raakt meer met de wet vertrouwd. Met elkaar ministerie, gemeenten, belanghebbenden moeten we zorgen dat we de filosofie van de wet beter gaan verstaan en wegen vinden om die filosofie in de prak tijk meer gestalte te geven". Wat uit de mond van mr. Knegtmans niet onaardig klinkt. Tegen het einde van dit jaar zal bij de Tweede Kamer een wets ontwerp worden ingediend met de aanvullingen, wijzigingen en verfij ning die in de praktijk wenselijk zijn gebleken. Omdat de gevallen waarin een be roep op de bijstandswet kan wor den gedaan, zo sterk verschillen, blijft het moeilijk om tot meer al gemene normen te komen. Toch kannen er minimale eisen worden gesteld voor de noodzakelijke kos ten van het dagelijks bestaan. Ge probeerd wordt hier wat meer harmonie in te krijgen. Gedacht wordt om tot een algemene norm te komen voor de noodzakelijke, da gelijkse bestaanskosten, waarbij de huur buiten beschouwijig wordt gelaten. Die norm zou kunnen worden afgestemd op het minimum-loon. In een aantal gemeenten wordt al van het minimum-loon uitgegaan bij het bepalen van de normen voor de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. Over het hele land kunnen die normen praktisch gelijk zijn. We moeten zien allemaal op het zelfde denkspoor te komen, aldus mr. Knegtmans. Hij meent dat er een kleine marge moet zijn tussen de bijstandsnormen en het ver plichte minimum-loon. Geleidelijk aan kan er ook wat meer eenheid in de uitvoering ko men door de uitspraken van pro vinciale besturen en van de kroon in beroepszaken. De wet geeft het recht om tegen een beslissing van b. en w. inzake de bijstandsverle ning in beroep te gaan bij Gede puteerde Staten van zijn provincie en daarna bij de Kroon. De Raad van State in Den Haag behandelt meer dan 300 beroepschriften per jaar. Er is een forse stijging in het aantal beroepen, zegt mr. Knegt mans. Dat kan er op wijzen dat ae mensen meer met ae wet ver trouwd raken, hun schroom af zweren en „hun recht gaan zoe ken". Vele mensen weten niet hoe zij in beroep moeten gaan, maar kunnen te rade gaan bij maat schappelijk werkers, bestuurders van vakbonden en van andere so ciale organisaties of instellingen. In ieder geval behoeft niemand ten onrechte van bijstand versto ken te blijven. Hoewel mr. Knegtmans echt niet zou willen zeggen: daar en daar zit de bijstandsverlening radicaal fout, erkent hij dat de uitvoering in de steden gemakkelijker afgaat dan in kleine dorpen. „Je kunt van kleine gemeenten nauwelijks deskundige uitvoering eisen. Daar om is samenwerking bij de uitvoe ring tussen gemeenten zo toe te juichen. Er is rivaliteit tussen ge meenten, maar ook komt de sa menwerking steeds meer op gang. Resultaat ervan zal zijn: meer ob jectiviteit tegenover de aanvragen en meer deskundigheid bij de be handeling ervan". De grote stad heeft het voór- deel, dat de behandeling van de gevallen er veel neutraler gebeurt dan in het kleine dorp, waar Jan en alleman elkaar heel goed ken nen en soms de drinkende opa er bij wordt gesleept om de bijstand af te wijzen. In het dorp waar de ambtenaar van de bijstandswet in donker de mensen bezoekt om ge roddel tegen te gaan, zal iemand niet gauw naar „sociale zaken" toe stappen. In een samenwerkings verband van gemeenten kan de wat grotere afstand tussen ambte naar en belanghebbende net ge noeg zijn om de schroom te over winnen. Sommige bestuurders mogen nog steeds met hun plaatselijke groot heid in de geest van de armenwet leven, de gezagsverhoudingen wij zigen zich en door voorlichting en overdracht van visie heeft een gunstige beïnvloeding van de men taliteit plaats. De meeste gemeen ten zijn bereid een boekje open te doen over de richtlijnen die zij bij verlening van bijstand hanteren. Een uitzondering vormen de ge meenten die alles liever geheim houden. „De ambtenaren zullen de richtlijnen steeds soepel moeten hanteren. In vele gevallen echter komt er automatisme aan te pas en gaan de ambtenaren de richt lijnen zien als dwingende voor schriften". Door de uitspraken van de Kroon in beroepszaken breidt de juris prudentie zich uit. Die uitspraken „ue ene bejaarde in een tehuis krijgt vijftig tot zestig gulden min der dan zijn buurman met wie hij dagelijks een kaartje legt. Dat Ie vert conflictstof". gelden voor het gehele land, maar erg veel houvast bieden ze no; niet. Er zijn nog weinig principi ële uitspraken, veel meer gaat het om beslissingen in heel bijzondere, gecompliceerde zaken. Twee voorbeelden: een kind wordt in de Zwitserse stad Davos verpleegd. De ouders willen een vakantie koppelen aan een bezoek. In dat geval werd beslist dat de ouders recht hadden op bijstand ter aanvulling van het vakantie geld. In een ander geval wilde een bejaarde dame in een tehuis dat haar broer vanuit een ander te huis zou worden overgeplaatst, zo dat beide bejaarde mensen elkaar iets meer steun zouden kunnen geven. In het tehuis van de dame moest een veel hogere vergoeding worden gegeven. In hoger beroep werd beslist dat deze hogere ver goeding verantwoord is. Zoals een bandrecorder voor een blinde, te levisie voor bedlegerigen, dure ap paratuur voor gehandicapten en meer en meer auto's in plaats van invalidenwagens via de bijstands wet worden gefinancierd. Recht op bijstand in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Bejaarden en verlaten vrouwen vormen samen 88 procent van alle mensen die bij stand krijgen; Als volgt verdeeld: bejaarden 57 procent, verlaten vrouwen 31 pro cent. Wie alleen van AOW moeten leven, hebben recht op bijstand, niet alleen om net niet dood te gaan, maar ook om behoorlijk aan het maatschappelijk verkeer te kunnen deelnemen. Dus kan een gemeente verplicht worden in de bijstandsverlening aan bejaarden rekening te houden met de kosten van bezoeken van veraf wonende kinderen. De bijstands wet is er om iedereen, voor Jan met de pet en Pierre met de gleuf- hoed. Recht voor iedereen. Maar achter het masker van de ontwetendheid of van de valse schaamte heerst soms nog armoe. Ten oprechte blijven mensen van het recht op bijstand verstoken. Aan de beschroomden gaf de di recteur van de dienst voor sociale zaken in Den Bosch, de heer W. Leenaarts, de goede raad: Overwin uw drempelvrees. (Van onze firiancieel-economische medewerker) TILBURG Opnieuw zijn een tweetal Nederlandse mammoet- bedrijven overgegaan tot fusering. Het verschijnsel van de samen werking en concentratie van ondernemingen heeft zich vooral in de jaren zestig veelvuldig voorgedaan. Verwacht mag worden dat in het komende decennium nog een groot aantal fusies zal plaats vinden. De behoefte aan schaalvergroting wordt in een toenemend aantal be drijfstakken waarneembaar. Markt verruiming, technologische verande ringen, snelle ontwikkelingen in het management noodzaken tot groot scheepse samenwerking van de indus triële bedrijven. Verschillen in belastingfaciliteiten en in mededingingswetgeving alsme de in vennootschapsrecht staan in vele gevallen deze samenwerking in de weg. De „Europeanisering" van het bedrijfsleven zal er toe moeten leiden dat deze hindernissen geleidelijk worden opgeruimd. De concentratie van bedrijven is geen typisch Nederlands verschijnsel. Overal in Europa ziet men groeiende vormen van samenwerking. In de Verenigde Staten is concentratie een zo omvangrijk fenomeen, dat volgens recente voorspellingen in 1975 drie kwart van de Amerikaanse bedrijven in handen zal zijn van slechts 200 ondernemingen. In de komende jaren zal de aan dacht steeds meer gaan in de rich ting van de zogenaamde „conglome ratie-fusie". Hiermee wordt bedoeld samenwerking van zeer uiteenlopen de bedrijven. Deze vorm van samen werking vermindert de conjunctuur gevoeligheid van de afzonderlijke ondernemingen omdat negatieve uit komsten in de ene sector kunnen worden gecompenseerd door positieve resultaten in de andere branche. Hierdoor wordt het weerstandsver mogen van de totale groep verhoogd, hetgeen de groeikansen slechts ten goede kan komen. Het Europese land waar de meeste fusies plaatsvinden is ongetwijfeld Engeland. Het bedrijfsleven zoekt hier naar samenwerkingsvormen om aan de veranderde marktpositie het hoofd te kunnen bieden. Bovendien wordt omvangrijke concentratie van (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Als een ge meente na een maand nog niet heeft beslist op een aanvrage om bijstand, kan een bezwaar schrift bij burgemeester en wethouders worden ingediend. Is een afwijzende beslissing gevallen, dan kan binnen een maand schriftelijk beroep worden aangetekend. Dan schrijft men heel gewoon een brief aan Gedeputeerde Sta ten van de provincie waarin men woont. Wijzen ook Gede puteerde Staten de aanvrage af, dan kan beroep bij de Kroon worden aangetekend. Eenvoudiger kan het niet: een brief aan de koningin met in alledaags Nederlands de be zwaren tegen de beslissing. Boven de brief kan gewoon „geachte mevrouw" worden gezet. En op de envelop: aan H.M. de koningin. Nader adres en postzegel zijn overbodig. De brief komt wel goed terecht. De Raad van State behandelt zo'n beroep schrift en adviseert, overeen komstig welk advies een ko ninklijk besluit wordt geno men. Over een maand ongeveer worden in de Verenigde Staten de partij- conventies van de Republikeinse en Democratische partijen gehouden. Op 5 augustus zal in Miami Beach de Republikeinse Partij een presi dentskandidaat aanwijzen. Op 25 augustus doet in Chicago de Demo cratische Partij hetzelfde. Daarna volgt de werkelijke race naar het Witte Huis üe presidentsverkiezingen 1968 trekken grote aandacht, ?ol; buiten Amerika en vooral hier in Europa. Velen staatslieden, Journalisten, politici, hoogleraren en tal van andere mensen die zich dagelij'cs bezighouden met politieke wereldproblemen zeggen dat "e verkiezingen van dit jaar de belangrijkste van deze eeuw zullen Worden. Voor wie meer wil weten over het ooienkaanse politieke systeem, de Politieke partijen en de fascinerende riJ orn het presidentschap zelf, zijn legio boeken beschikbaar, want v»6?ter wereld produceert zo- 'Populaire) boeken over politiek Amerika. De meeste echter blij- onvertaald en dus ontoegankelijk i Sr°te groepen van het Neder- nni- Publiek. Onlangs verscheen ow ederland een handzaam boek r uo Amerikaanse politiek en nwr het bijzonder over de ma- 8TniïSn Presidenten kiezen (DEi eikiJD 0M HET WITTE HU1S A dans Hermans Leopold Den Haag). De schrijver is parlementair journalist geweest in Den Haag en een tijdlang secretaris van de mi nister-president. In die functies ver diepte hij zijn politieke scholing die al was gebaseerd op het gadeslaan van en luisteren naar zijn vader die een kwart-eeuw lid was van het par ament. Dr. Hermans maakte tal van reizen door de Verenigde Staten en leerde zo het land en zijn politieke eigenaar digheden goed kennen. Zijn boek schijnt werkelijk gericht te zijn tot een groot publiek dat wil weten hoe of wat, maar verder geen behoefte heeft aan diepgaande studies. Uitvoe rig beschrijft het de weg die tot nu toe 35 Amerikanen hebben af gelegd naar het Witte Huis. Rijkelijk puttend uit de aan smeuïge anekdo tes geen gebrek hebbende politieke geschiedenis, weet hij een plezierig verhaal op te hangen van een in we zen nogal gecompliceerde zaak. Het is een uitstekend boek voor de op algemene achtergrondinformatie uit- zijnde lezer. Het leest bovendien erg gemakkelijk. Van de bekende Amerikaanse poli- ticoloog-hoogleraar en vruchtbaar publicist Clinton Rossiter is enkele jaren geleden een Nederlandse ver taling verschenen van zijn in Ame1 rika veelgelezen „The American Pre sidency". Het is in Nederland uitgebracht on der de titel „HET AMERIKAANSE PRESIDENTSCHAP" en het ver scheen in de Sterrenserie van C. de Boer Jr Paul Brand, Hilversum. Het is een boeiende analyse van de vele en groeiende problemen van het oresidentschap. Om enig inzicht te krijgen in de ongelooflijke macht van het Witte Huis en de ondraaglijke last die het een man kan opleggen, is een boek als dat van Rossiter on misbaar. Het is helder en boeiend geschreven. Van dezelfde schrijver is er „PAR TIES AND POLITICS IN AMERI CA" (Cornell University Press, New York). Het boek behandelt op de zelfde vlotte maar vlijmscherpe wijze de politieke partijvorming in Ame rika. Die is totaal anders dan men hier in Europa gewend is en alleen daarom al is het boek van Rossiter uitermate boeiend. Het werpt tevens een helder licht op een aantal aspec ten van de Amerikaanse politiek die hier niet altijd goed begrepen wor den, juist omdat de Democratische Partij en Republikeinse Partij heel iets anders zijn en vertegenwoordi gen dan bijvoorbeeld de PvdA en de VVD of in Engeland Labour en Conservatives. Voor een vlot overzicht van alles wat zich afspeelt rond de verkiezin gen van dit jaar, waar het hierbij >m gaat, wie de hoofdrolspelers zijn ;nz., is het „ELECTION HANDBOOK 1968". samengesteld door een staf lolitieke redacteuren van de New York Times, hèt boek. Het geeft ant woord op vrijwel alle vragen die de berichten die dagelijks in de kranten staan of via de t.v. de huiskamers binnenkomen, kunnen oproepen. Een voorwoord van James Reston geeft de hoofdlijnen aan van de inzet. Ver volgens geven ieder op eigen ter rein gespecialiseerde medewerkers een vracht informatie over de kan didaten, de strijdpunten in de Ameri kaanse politiek, partij strategie, nieu we politieke bewegingen, de rol van de opinieonderzoeken, de invloed van de t.v., de computers in de politiek, de nieuwe kiezers (de jeugd), en voorts staten van presidenten, vori ge verkiezingen en conventies etc. Spannend als detectives zijn de twee boeken waarin Theodore C White de presidentscampagnes van I960 (Kennedy-Nixon) en 1964 (Johnson-Goldwater) beschrijft. Het zijn THE MAKING OF THE PRE SIDENT 1960 (Pulitzer-prijs) en THE MAKING OF THE PRESIDENT 1964. White beschrijft uitvoerig beide cam pagnes op de manier zoals alleen een topjournalist dat kan. Beide boeken zijn verschenen in pocketformaat (Signet Books New American Library). De meeste van bovenvermelde boe ken zijn gewoon in de boekhandel te krijgen of te bestellen. Mocht dat niet lukken dan is er nog altijd de Amerikaanse Bibliotheek van het Nederland-Amerika-Instituut (Mu seumplein 4 te Amsterdam) waar men gratis boeken kan lenen en waar men een indrukwekkende voorraad politieke literatuur beschikbaar heeft. W.K.I kleine bedrijven in mammoetbedrij- ven een essentiële voorwaarde geacht voor toetreding tot de Europese Eco nomische Gemeenschap. Immers de groeimogelijkheden van geconcen treerde bedrijven kunnen indien omvangrijke kostenbesparingen kun nen worden gerealiseerd groter zijn. De meeste fusies vinden plaats in de elektrotechnische, chemische, staal-, metaalverwerkende, machine bouw-, grafische en levensmiddelen industrie en in de scheepsbouw, ver zekeringsmaatschappijen en banken. In de automobielindustrie heeft de concentratie bijna haar verzadigings punt bereikt. Er zijn echter nog tal van andere sectoren die voor concentraties in aanmerking komen: de textiel-, pa pier-, schoenen- en lederindustrie, genotmiddelenindustrie en handels ondernemingen. Belanghebbende families zijn niet al tijd voorstander van samenwerking met andere bedrijven. Immers fuse ring betekent dat de zelfstandigheid ten dele of geheel moet worden prijs gegeven hetgeen de familie niet altijd kan accepteren. Met name in de traditionele be drijfstakken treffen we dit euvel aan ondanks het feit dat de objectieve noodzaak voor concentratie en fuse ring aantoonbaar is. Wat zijn de belangrijkste motieven om tot concentratie in grotere be- drijfseenheden over te gaan? Door samenwerking en fusering kunnen de betrokken bedrijven in de gelegen heid komen een beter management- apparaat op te bouwen. Voorts ko men mogelijkheden ter beschikking om tot gezamenlijke marktverken ning, research en ontwikkeling van nieuwe produkten en reclame over te gaan. Bij „conglomeratiefusies" doet zich de kans op marktverruiming en stabiele groei voor. Andere voordelen zijn: efficiënter gebruik van arbeid- besparende apparatuur zoals compu ters, breder assortiment, ruimere financieringsmogelijkheden. Naast de voordelen zijn echter een aantal nadelen op te noemen die ech ter meer van macro-economische en sociale aard zijn. Wanneer de econo mie van een land beheerst wordt door slechts een honderdtal grote concerns, dan is het gevaar niet on denkbeeldig dat deze bedrijven een te grote economische en daardoor wellicht politieke macht krijgen. Zij vormen immers de motor van de economische groei waarvan alle an der» welvaartsmogeiiikheden afhan kelijk zijn. De arbeidsmarkt zal bo vendien door slechts enkele onder nemingen worden beheerst. Dit be tekent dat regionale industrialisatie- en werkgelegenheidspolitiek voor een groot deel worden beïnvloed door de welwillendheid en medewerking van het geconcentreerde bedrijfsleven. De concentratie van bedrijven stuit momenteel nog op een aantal belem meringen. In de eerste plaats zijn de fiscale regelingen in de verschillende landen zeer uiteenlopend hetgeen in ternationale fusering in vele gevallen in de weg staat. Daarnaast lopen de wetgeving op het terrein van mede dinging en het vennootschapsrecht niet altijd met elkaar parallel. Er is nog een andere hindernis: veie bedrijven dragen een familiaal en derhalve een besloten karakter. Een aantal Amerikaanse onderzoe kingen heeft, aangetoond dat de re sultaten op langere termijn van fu sering en samenwerking niet altijd positief zijn. Ongeveer de helft van ie onderzochte fusies bleek minder /oordeel te hebben opgeleverd dan men aanvankelijk had gedacht. Zij moesten in feite als mislukt worden beschouwd. In enkele Britse studies wordt uitgemaakt dat de winstge vendheid bij grote concentraties van bedrijven zelfs daalt. Slechts de zeer grote internationale concerns maken hierop een uitzondering. Het zou ongenuanceerd zijn te be weren dat elke fusie van bedrijven vanzelfsprekend leidt tot grote voor delen. Deze hangen voor een deel af van de situatie waarin de betrok ken bedrijven verkeren op het mo ment dat zij met andere willen samengaan. MEMPHIS (REUTER) De ver- daclite van de moord op de neger leider ds. Martin Luther King, Ja mes Earl Ray, is gisteren onder stren ge bewaking' in Memphis (Tennessee) aangekomen, waar hij in afwachting van zijn berechting is opgesloten. De uitlevering werd mogelijk door dat Ray zelf daartegen niet in be roep ging en nadat de Britse justi tie had afgezien van verdere ver volging ter zake van het bezit van een vuurwapen en een vervalst pas poort, strafbare feiten op grond waarvan hij kon worden aangehouen. De politie in Memphis begon al vroeg met de voorbereiding van de aankomst van Ray. Versperringen werden opgericht rondom de gevan genis. De gepantserde auto waarin Ray werd vervoerd werd geëscor teerd door zes politiewagens. Schijnwerpers, die op de auto wa ren gemonteerd, verspreidden een verblindend licht in alle richtingen. Bij aankomst werd de wagen omringd door ongeveer 50 gewapende politie mannen, die belangstellenden op een afstand hielden. De ruiten van Ray's cel zijn met stalen platen afgeschermd. Via een gesloten televisiecircuit kan men al zijn bewegingen volgen. Een naburige cel wordt permanent door bewakers bezet. Na onder zeer strenge bewaking te zijn overgevlogen uit Engeland, wordt James Earl Ray in Memphis geboeid naar zijn cel geleid. Ray droeg ter bescherming een kogelvrij vest.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 7