Groeistu
van een
nieuwe
„Dier ge
vind ik
banaa
POLIT
NORMEN
Directeur van jubilerende (125) dierentuin:
Uit het prentenboek
Van de Antwerpse Zoo
Groeistuipen
Miljard per jaar
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 JULI 1968
ANTWERPEN Al meer dan vier
generaties lang vormt de dieren
tuin van Antwerpen de Zoo zegt
men daar een toptrekpleister voor
kinderen en volwassenen uit heel
België en de zuidelijke helft van
Nederland. Talloos vele harmonie
muzikanten en leden van zangko
ren hebben in de afgelopen decen
nia in de openlucht geconcer
teerd in de dierentuin, voor een pu
bliek, zo groot en aandachtig, zoals
men dat alleen nog in België schijnt
te kunnen aantreffen.
Morgen bestaat de Antwerpse
Zoo precies 125 jaar. Op 21 juli
1943 werd de „Maatschappij voor
Dierkunde van Antwerpen" (die een
jaar later al het predikaat „konink
lijk" zou krijgen) gesticht. De be
kende Antwerpse naturalist Jaak
Kets werd de eerste directeur. Hij
aanvaardde deze functie op voor
waarde dat er een museumgebouw
zou komen, waarin zijn natuurhis
torische en etnografische tentoon
stellingen zouden kunnen worden
ondergebracht. In 1844 was dit klaar
en om dit statige gebouw groeide
de Antwerpse dierentuin, tegen de
verdrukking van twee verwoestende
oorlogen in tot een van 's werelds
grootste en beroemdste.
Al jaren lang, voordat de stichting
van de Maatschappij voor Dierkun
de een feit werd, was er in Ant
werpen over gesproken. Van de
groep mannen die zich met dit plan
bezighielden was de heer J. F. Loos
(van het latere Van Gend en Loos)
er één. Hij was vooral geïnspireerd
door het, toen nog jonge, Amster
damse Artis.
Antwerpen is Belgiës enige die
rentuin gebleven De „Zoo" is voor
al bekend om zijn opmerkelijke ver
zameling zeer zeldzame dieren. Nog
maar kort geleden werd er een berg-
gorilla geboren, 's werelds eerste
die dit in gevangenschap overkwam.
Een van de aantrekkelijkste kan
ten van de Antwerpse Zoo is zijn
ligging midden in het stadscentrum,
pal naast het centraal station (of zo
als de Belgen met consequente taal
ijver zeggen: de midden-statie). Dat
is niet altijd zo geweest. Aanvanke
lijk lagen het museum met zijn aan
palende gronden buiten de Spaanse
vestingwerken. Maar al spoedig,
vooral sinds de wallen waren ge
slecht, groeide de stad „over de
Zoo heen". Om niet verstikt te wor
den in de groeiende steenmassa
wist de Maatschappij voor Dierkun
de echter het terrein tijdig uit te
breiden tot 10 hectaren. Dat is op
het eerste gezicht niet zo heel veel,
maar door een buitengewoon intel
ligente aanleg heeft men een maxi
mum aan „expositieruimte" weten
te kweken waarbij men bovendien
nog heeft gezorgd voor een uiterst
zeldzaam perfect en bij de dieren
(voorzover niet in kooien verblij.
vend) passend natuurlijk decor.
Unieke voorbeelden hiervan zijn het
panoramapark voor bergdieren e i
de Afrikaanse savènne, waarin ve>
schillende kudden Afrikaanse ster.
pedieren op vriendschappelijke vo f
met elkaar en met Afrikaanse vogr|.
soorten samenleven.
Het 25ste lustrum wordt voonl
gemarkeerd door het „jubileum-pi i.
ject", een groot gebouwencompl x
voor roofdieren, roofvogels, berei,
nachtdieren, dolfijnen en insektei,
waarvan de moderne en fraaie con
touren reeds zichtbaar worden.
(Van een onzer verslaggevers)
ANTWERPEN Directeur Walter van den Bergh van de
Antwerpse dierentuin rijdt nooit over de Bredabaan naar Ne
derland. Daar word ik maar sjagrijnig van", zegt bij. „Als ik
zie wat ze daar allemaal hebben gedaan en nóg doen met hef
natuurschoon dat deze weg vanouds omzoomde, dan wordt ik
zo kwaad, dat ik mijn aandacht niet meer bij hef rijden kan
houden. Daarom kies ik de weg Eekeren, Kalmthout, Wuust-
wezel of langs Schoten, Brecht en Hoogstraten". Hij zegt dat
allemaal met zoveel overtuiging dat ik voor die dag prompt
de erbarmelijke E-10 afschrijf en naar Nederland terugrijdt via
Hoogstraten. Ik heb er geen spijt van.
Walther van den Berg hoef je niet
veel vragen te stellen. Een waterval
van woorden wordt over je heen ge
stort na de uitermate gastvrije ont
vangst. Kris-kras voeren zijn woor
den je mee door het exotische
boeiende, dynamische, soms bizarre
wereldje waarover hij de outsider,
zegt hijzelf de scepter zwaait.
We zitten in zijn ouderwetse, met
eikenhout betimmerde, veel gebruik
te en behaaglijke werkkamer, vlak
achter de ingang van de Zoo aan het
Koningin Astridplein. De wanden
worden grotendeels ingenomen door
boekenrekken. Hier en daar hangen
schilderijen of pentekeningen van
dieren en vroegere directeuren van
de Zoo. Midden op het kolossale bu
reau minstens zo groot als vier
normale staat een bronzen olifant,
een meesterwerk van de vroeggestor-
ven Italiaans-Belgische beeldhouwer
Bugatti. Naar hem is een jaarlijks
door de Koninklijke Maatschappij
voor Dierkunde toe te kennen kunst-
prijs genoemd.
Walther van den Bergh gaat hele
maal op in zijn werk, evenwel zon
der fanatisme. Hij heeft zich kenne
lijk aangewend om zich, als hij al te
enthousiast van leer trekt, te corri
geren met een paar treffende relati
veringen die duidelijk maken dat het
werk niet hem, maar hij het werk
beheerst. Met amdere woorden bij
hem is de aanduiding „m'n werk is
m'n hobby" optimaal waargemaakt.
Sinds hij in 1931 bij de Zoo in
dienst trad hij is geen weten
schapsman maar ambtenaar van huis
uit, vandaar dat hij zich graag af en
toe outsider noemt is hij bij wijze
van spreken met zijn dieren opge
staan en er weer mee naar bed ge
gaan. Van de toch al turbulente his
torie van de Zoo heeft hij de meest
rumoerige en moeilijke jaren meege
maakt, grotendeels als directeur, de
man die de Zoo er na 1945 weer bo
venop moest helpen om haar de
vooraanstaande plaats in de wereld,
die zij voor de oorlog innam, weer
terug te geven. Hij was op zijn post
toen de witte Brigade, het Belgische
verzet, de Zoo als hoofdkwartier ge
bruikte in 1944 en de granaten van
de terugtrekkende Duitsers neerre
genden op de fraaie parken en deels
al vernielde gebouwen. Hij was er
toen de V-l's de laatste restanten van
de eens zo magnifieke Zoo met de
grond gelijkmaakten en hij was er
toen de vele honderden doden, ge
borgen uit het puin van de door een
V-l getroffen, naburige Cinema
„Rex", in de dierentuin werden ver
zameld voor de identificatie door fa
milieleden. Het zjjn de pijnlijkste
herinneringen uit zijn hele leven.
Zijn vriendelijke gezicht, versombert
erbij. „Toch", zegt hij, „is die die
rentuin een stuk van mijn leven dat
ik niet zou hebben willen missen.
Ik heb er dag en nacht aan gewerkt.
Als ik 's avonds als laatste naar huis
ging nam ik nog werk mee Dat doe
ik nu nog. Uit een soort gewoonte
denk ik want eigenlijk heeft het geen
zin meer. De laatste jaren merk ik
's avonds om een uur of negen dat ik
moe ben. Te moe om nog aan de slag
te gaan".
Hoewel hij graag over zijn dieren
tuin praat, staat hij slechts aarzelend
een vraaggesprek toe: „U vertegen
woordigt nu eenmaal een Nederland
se krant nietwaar?" zegt hij, „ik zou
niet graag hebben dat mijn collega's
van Blijdorp en Artis zouden denken
dat ik onder hun duiven aan het
schieten ben. Ik geloof niet in con
currerende verhoudingen tussen die
rentuinen onderling, maar je bent nu
eenmaal voor een deel afhankelijk
van publiek. Ik zou graag hebben dat
werd vastgesteld dat het initiatief
voor dit gesprek van U, van Uw
krant, is uitgegaan".
Het probleem dat het meest de
aandacht van directeur Van den
Bergh gevangen houdt is het nieuw
bouwproject dat miljoenen Belgische
franks zal kosten. Er wordt al hard
aan gewerkt. Met Pasen 1969 hoopt
men het te openen. Antwerpen zal
dan ook een dolfinarium' rijk zijn.
In het nieuwe gebouwencomplex
komen de onderkomens vooi de roof
dieren, de roofvogels, de beren, de
nachtdieren, voorts de aquaria voor
de dolfijnen en een amfitheater voor
800 personen met een bassin voor
„demonstraties" met dolfijnen.
De financiering hiervan is een zor
gelijke zaak. Merkwaardig genoeg
heeft de Belgische staat, noch de ge
meente Antwerpen ooit veel gedaan
voor deze uit wetenschappelijk, edu
catief en toeristisch oogpuni zo be
langrijke Koninklijke Maatschappij
voor de Dierkunde. De Maatschappij
heeft altijd zichzelf moeten financie
ren en als men dan ziet wat bereikt
is, dan is men geneigd en terecht
de pet af te nemen voor dit staaltje
van particulier initiatief. Maar daar
mee kan dan wel volstaan worden. De
conclusie er aan vast te knopen „dat
er toch maar niets boven particulier
initiatief gaat" is in elk geval voor
barig, als men niet tevens vaststelt
dat de gemeenschap, de gemeentelijke
staatsoverheid, dit particulier initia
tief moet aanmoedigen, ondersteunen
en honoreren. De geschiedenis van de
Antwerpse dierentuin heeft, ondanks
de geweldige groei en ondanks de
veelheid van taken die de Maatschap
pij op zich heeft genomen en nog al
tijd uitvoert, tal van momenten ge
kend waarop het voortbestaan van
deze nationale instelling aan een zij
den draad hing.
Het schijnt dat in deze situatie
langzaam maar zeker verbetering
gaat komen. Zo zullen de weten
schappelijke diensten van de Maat
schappij verbonden worden met de
Rijksuniversiteit Centrum-Antwer-
Directeur Walter van den
Bergh met naast zich berggorilla
Kisubi, vader van de onlangs ge
boren baby Victoria. Het gorilla
kindje wilde niet poseren.
Het nieuwe roofdierencomplex
in aanbouw. Hierin zal tevens Bel
giës eerste dolfinarium worden ge
vestigd.
pen. De wetenschappelijke staf van
de Maatschappij zal als gevolg hier
van vanaf 1 januari 1969 op de be-
taalrol van de staat staan.
De heer van den Bergh: „Sinds
het natuurhistorisch museum in 1844
geopend werd is de Zoo nooit meer
gesloten geweest op enkele dagen na
in 1914 loen het Duitse leger er een
postafdeling met postduiven vestigde
den wé het hele bezit moeten ver
hypothekeren om de bouw van het
nieuwe zalencomplex (thans belang
rijkste en drukst gebruikte congres
centrum van Antwerpen en verre
omgeving Red.) te kunnen bekosti
gen. Voor de nieuwbouw in de Zoo
was er tenslotte een startbedrag dat
bestond uit een bescheiden subsidie,
twee erfenissen en de opbrengst van
een door de Belgische posterijen uit
gegeven speciale postzegel. Maar dat
was lang niet voldoende. We moes
ten een beroep doen op particulie
ren en op het bedrijfsleven. Ik moet
zeggen dat we daar nooit tevergeefs
aankloppen, maar nu'kwam het al
lemaal nogal ongelukkig uit. Ram
pen als met de l'Innovation in Brus
sel, de windhoos in Oostmalle en de
ramp in Martellange hadden al een
duchtige aanslag op de beurzen van
de gebruikelijke geverskring gedaan.
Maar ik geloof wel dat we er zul
len komen.
Een geluk was ook nog dat er een
scherpe concurrentie op de bouw
markt heerste. Ook daarvan konden
we profiteren. Gaat u maar na: de
hoogste inschrijver vroeg 44 miljoen
franks, de laagste 28 miljoen.
Er wordt nu met grote geestdrift
gewerkt. Vertragingen doen zien niet
voor. Centraal in het ontwerp staan
de belangen van het dier, secundair
de eisen die verzorging stelt en pas
op de derde plaats komen het pu
bliek en de esthetiek. Tussen de be
drijven door zijn we ook nog bezig
met de inrichting van een planeta
rium, louter voor onderwijsdoelein
den".
Wat ziet u als de belangrijkste taak
van bet dierentuincomplex?
Van den Bergh: „De taak is het
zelfde als die van elk ander museum..
(zichzelf onderbrekend): „Al meer
dan twintig jaar vecht ik tegen de
gedachte het dier aan te wenden als
zuiver decoratie, als klantenlokker in
een café of iets dergelijks. Ik heb te
gen die lui die dat leeuwenpark in
Tilburg begonnen, gezegd: Waarom
en in 1940 tijdens de tweede Duitse
overval. Na de bevrijding in 1944
moest de Zoo een paar maanden ge
sloten blijven. Maar verder zijn we
elke dag honderdvijfentwintig jaar
lang, geopend geweest.
Hoe we altijd de eindjes aan elkaar
hebben moeten knopen, blijkt mis
schien uit het volgende voorbeeld:
in 1944 zag het personeel yrijwillig
af van een algemene 16 procents
loonsverhoging. Ik had gezegd dat
ik het niet betalen kon en dat de
genen die niet akkoord konden gaan
als vrienden afscheid konden nemen.
Er ging vrijwel niemand. In die
maanden hebben we met man en
macht werkend wat kunnen „in-ver-
dienen". De fauna was zeer eenvou
dig en ik had niet veel vaste kos
ten. De bevolking daarentegen,
murw geslagen door de oorlog en
dankbaar voor elk verzetje, Kwam
in drommen opzetten. Zo snel mo
gelijk probeerden we geld te verza
melen voor een roofdierengebouw. De
wederopbouw verliep bijzonder vlot
tenslotte en toen het Amerikaanse
tijdschrift Life een reportage aan
onze Zoo wijdde waren we op slag
weer internationaal bekend.
Hoe komt de Maatschappij aan het
geld voor de nieuwbouw?
Van den Bergh: „Zelf beschikte de
Maatschappij nauwelijks over vol
doende middelen. In 1958 nog nad-
zoiets banaals. Er kunnen nog onge
lukken van komen ook. Ik heb ze ge
zegd: met zo'n prachtig terrein kun
je iets positiefs doen. Dieren brengen
in een aangepaste en voor hen func
tionele omgeving. Dat is een waarde
volle bijdrage waarvoor je trouwens
ook nog subsidie kunt krijgen van het
World Wild Life Fund. Ik wil ook wel
helpen als ik kan. Maar commercieel
gezien heb je natuurlijk wel een paar
jaar nodig voor zo'n park rendabel
wordt.
Die paar jaren hadden ze niet...".
Maar, om terug te keren tot de
taak van een dierentuin:
„Zoals ik al zei is die hetzelfde als
die van elk museum. Conserveren
dus. Het publiek kennis laten maken
met je verzameling, zó dat het tot de
vêrbeelding van de mensen spreekt
en niet alleen maar de sensatiezucht
prikkelt. Zowel de minder ontwik
kelde als de wetenschappelijk geïn
teresseerde bezoeker moet er iets in
vinden. Zo'n permanente en levende}
tentoonstelling moet educatief zijn op
alle niveaus.
Daarnaast moet achter de coulissen
het dier bestudeerd worden. Die stu
die betekent meer dan men wel eens
geneigd is te denken.
Bij ons bijvoorbeeld zijn belang
rijke resultaten bereikt bij het onder
zoek van hartziekten, mentale afwij
kingen, ziekten van de kransslag
ader, bloedonderzoek enz. Allemaal
ook van groot belang voor de mens
heid. Daarnaast natuurlijk neemt de
diergeneeskunde een belangrijke
plaats in."
De Koninklijke Maatschappij voor
Diergeneeskunde ontplooit nog veel
meer activiteiten. Befaamd zijn de
concerten, waar de bekendste en
sembles en vocalisten optreden. Er
zijn voortdurend tentoonstellingen
op vrijwel alle gebieden van de
kunst. In het winterseizoen worden
lezingen, filmavonden en studiebij
eenkomsten georganiseerd. De maat
schappij beheert natuurreservaten en
neemt deel aan de in België nog
maar langzaam op gang komende
nationale discussie over rulmteHJke
ordening en groenvoorzieningen.
Bijzonder trots is directeur Van
den Bergh op zijn nog niet zo lang
geleden verworven verzameling his
torische microscopen, waaronder een
uiterst zeldzame van Anthonie van
Leeuwenhoek en ondergebracht in
een van de galerijen die thans tot het
„Henri van Heurckmuseum" is om
gedoopt. Van Heurck vermaakte des
tijds zijn verzameling aan de stad
Antwerpen. Het stadsbestuur op zijn
beurt vertrouwde de verzameling toe
aan de Maatschappij.
Een centrale rol in de nevenacti
viteiten van de Maatschappij speelt
het in 1958 uitgebreide en gemoder
niseerde zalencomplex.
De heer Van den Bergh: „In welk
lan8 vindt je zoiets: dat privéperso-
nen voorzieningen (moeten) treffen
waarvoor eigenlijk de gemeenschap
zou moeten zorgen, de overheid dus.
Wij hebben nu alle belangrijke con
gressen die in Antwerpen worden ge
houden, maar we verdienen er niet
aan. Integendeel.
De ruggegraat van de Koninklijke
Maatschappij voor Dierkunde van
Antwerpen wordt gevormd van een
legertje van bijna tienduizend vaste
leden, die trouw hun contributie stor
ten en daarvoor in de plaats een goed
tijdschrift en een winter vol educa
tieve en interessante programma's
krijgen.
Van den Bergh: „Wat dit betreft
houden wij vooral onze artistieke
traditie zorgvuldig op peil. Twee
enveertig concerten per seizoen,
komt nu niet meer voor, maar we
gaan er wel mee door. Er bestaat be-
langstelling voor."
Een Antwerpse journalist en vriend,
van de Zoo zegt een paar dagen;
later: „De Zoo en de Flandria zijn in
heel Antwerpen de enigen die in
de zomermaanden nog iets doen
voor het publiek".
Er wordt in de Zoo wél voor ge
werkt.
Kort na het gereedkomen van het museumgebouw in 1844 bezocht
koning Leopold II de Zoo. De Belgische koningen zijn sindsdien be
schermheren van de maatschappij.
Het natuurhistorisch museum dat de eerste maatschappij-directeur
Jaak Kets liet bouwen en dat het begin vormde van de fraaie dierentuin.
De melkerij, waar de eerste gepasteuriseerde melk in Antwerpen
werd getapt. Hieruit is het Zoo-restaurant gegroeid. Thans het langst
bestaande eethuis van de Scheldestad.
(Van onze parlem
redactie)
DEN HAAG
Noord-Holland wordt
gezin met enige mind
een bungalow met a
voorzieningen gebouw
meer dan 100.000 gu
bouw wordt gefinancii
sis van de algemene
wet.
Het is een sprekend
van „hoe mooi de b
wel is". Er zijn natuurli
dere gevallen, waarin de
beid en kneuterigheid vi
telijke bestuurdertjes de
doet.
Want zo is het beeld
uitvoering van de alge
standswet hebben enerzi
kende voorbeelden van
passing laten zien, ma
zijds van armenwet-reg(
geen objectief denkende
volle bestuurders gemaa
Op 31 december 1964
armenwet ook de willeki
der gezet. Wat vroeger
was, is een recht gewor
dat wil niet zeggen dat
bijstandswet ideaal woi
past.
In de 3,5 jaar, dat de
bijstandswet werkt, zijn
stuipen duidelijk gebh
ruim 900 gemeenten in
houden er allemaal zc
hun eigen ideeën over b
na. Hier vindt men iets
vanzelfsprekend, daar
verantwoord. De normen
stand lopen grenzeloos u
Het is allemaal wel bc
want de wet bood t<
nieuws. En de uitvoering
afhankelijk van deskund?
van bereidheid en goede
zal wel een generatie va
duren voordat overal bi
en ambtenaren met de ju
taliteit op de wet zijn i:
zegt een voorlichter op he
rie van cultuur, recreatie
schappelijk werk.
Dat uiteen'open van di
spreekt wel heel duidelij
vergoedingen aan bejaard
huizen. De normen voor
goedingen verschillen
sterk dat de ene bejaard
tehuis vijftig tot zestig gi
maand minder krijgt dan
man met wie hij dage
kaartje legt. Dat levert ii
jaardenhuis conflictstof
ningen genoeg op.
Omdat de wet per
wordt uitgevoerd, kan hit
mogelijk een algemeen bc
den verkregen. Op het
van cultuur, recreatie
schappelijk werk wordt
aan gewerkt om meer i
de uitvoering te krijgen.
Door middel van enquêt
gemeenten probeert het i
een beeld van de uitvoeri
bouwen. Ook wat betreft
kosten van de bijstands
men nog in het duister,
gen wijzen er op dat die
meer dan 530 miljoen bi
Waarschijnlijk zullen de to
ten nu al naar een mil,
jaar toegaan.
„We hopen meer inzicht
gen in het uitgavenverlo
kunnen we van jaar op
trouwbaar cijfermateriaal
wen". Dat zegt mr. R.
mans, plv. directeur -
ken van het ministerie.
H
bij:
De beleidsambtenaar
onmiddellijk dat de uitvoe
De roofvogelkooi die ook omstreeks 1844 gereedkwam bok
de hele wereld de aandacht.
Witte Huis Lie president!
buiten Amerika en vi
Journalisten, politici, hoog
agelij'ts bezighouden me
e verkiezingen van dit j
Worden.
Voor wie meer wil weten
Amerikaanse politieke syste
st°.uieke Partijen en de fase:
°.m bet presidentschap
10 boeken beschikbaa
'and ter wereld produc
aio *P°PPlaire) boeken over
De meeste ech
«vertaald en dus ontoeg
lanri ®rota groepen van het
ook fn P"bli?k- Onlangs vi
over .Nederland een handza
meer Amerikaanse polit
nj„ ln bet bijzonder over
STR i ttI" Presidenten kieze
RIJD OM HET WITTE
Hans Hermans Leopi