(0 -ö c <u c fü 0) E c O Henk MOLI met V van Ulsen speelt èRE /illeke Alberti to TJ "O O O OO CU -0 PROTESTEER OOK EENS OP DEZE MANIER ■V 00 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 JULI 1968 u t/1 -o ULTIMATE SPINACH Op geregelde tijden waait er een nieuwe „sound" van Amerika naar ons landje over. Ten onrechte worden deze nieuwe muzikale uitingen vaak ondergebracht in het vakje „underground" of „underground-rock". Maar er is een veel gevarieerdere en ook essen tiëlere indeling te maken. Groepen als Jefferson Airplame, Doors, Moby Grape, Big Brother and che Holding Company zijn vertegenwoordigers van de West-Coast-sound. Aan de andere kant van de Verenigde Staten is een geheel nieuwe beweging ontstaan, mgt groepen als Beacon Street Union, Phluph, Ultimate Spinach en Orpheus. Het centrum van deze nieuwe pop-revolutie is vreemd genoeg het puriteinse Boston, vandaar Boston-sound". De instelling van de Boston- groepen is zowel anti-hippie als anti- verdovende middelen. De Boston-sound is het klankbord van een kwartmiljoen college studenten, die er vanuit gaan, dat verdovende middelen on-intellectueel zijn. Wel zijn de Boston-muzikanten dikwijls „drop-outs", mensen die de geordende maatschappij uit minachting voor de grote gebreken ervan, de rug toegekeerd hebben en in artiesten- wijken leven. Opmerkelijk is, dat Nederland en Engeland de enige Europese landen zijn, die belang stelling hebben voor alle nieuwe ontwikke lingen op pop-gebied. Polydor Nederland n.v. brengt een aantal elpees van de Boston- groepen op de markt. Een van de belangrijkste groepen, die de Bostonsound vertegenwoordigen is The Beacon Street Union uit Boston. De groep is echter pas de afgelopen winter erin geslaagd die belangrijke plaats te veroveren. Begin van dit jaar pakte The Beacon Street Union alle instrumenten bij elkaar en vertrok vanuit Boston naar New York. De leden van de groep streken neer in Greenwich village, de artiestenwijk, die tal van grote namen, onder wie die van Bob Dylan, heeft voortgebracht De hippies bezorgden de Bostonse groep haar populariteit. Na een optreden voor hen in The Bitter End volgde dan ook spoedig een aanbod te komen spelen in het theater „The Scene", dat te vergelijken is met de Lon- dense „Speakeasy", waar beroemde popsterren altijd de voorste tafeltjes bezetten. The Monkees, The Who, Jimmy Hendrix en The Gee Bees verklaarden onder de indruk te zijn van het zeer eigen geluid van The Beacon Street Union. Daarna was het slechts een kwestie van zeer korte tijd of de platenmaatschappijen kwamen met con tracten. MGM bracht de eerste elpee uit: „The Eyes of the Beacon Street Union". Onder de bizarre naam The Ultimate Spinach schuilt een klassiek georiënteerde groep, waarvan de oprichter, Ian Bruce Douglas, achttien instrumenten bespeelt. Hij schrijft en zingt bovendien alls nummers. Keith* „bad trip" Lahteinen is dé stuwende drummer van de groep. Jeff Cathoon speelt sologitaar en Richard „grub" Neese verzorgt het baswerk. Barbara Hudson en Linda Neighbour completeren de sound van de Spinach met hun close-harmony stemmetjes. De groep streeft naar muziek, die iedereen aanspreekt, waarin iedereen wat van zich zelf terug kan vinden. Leider Ian zegt nauwelijks geïnteresseerd te zijn in een top-40 notering, maar alleen het terrein van de pop-muziek te willen uitbreiden. J.T. BEACON STREET UNION Meer dan 7000 jongeren zullen deze zomer in de vakantiemaan den uitzwerven over twintig verschillende landen. Niet om vakantie te houden, maar om te werken. Zij nemen deel aan de kampen van de Bouworde. Vanuit Nederland gaan ruim 1100 jon gens en meisjes naar bouwkam- pen in België, Duitsland, Oosten rijk, Italië en Frankrijk. Waarom? Dat is duidelijk geworden uit de verslagen van boüwkampen in de afgelopen jaren: omdat ze zich dienstbaar willen maken voor hun naasten. 'Zij mopperen alleen als zij de indruk krijgen dat het werk niet zo goed georganiseerd is als het zou kunnen zijn, want zij willen hun kamptijd uitbuiten om zoveel mogelijk te helpen. De jongeren gaan ook echt niet werken om te getuigen van wat men wel eens christelijke solidariteit pleegt te noemen. De bouwgezellen willen gewoon helpen, waar hun handen werk vinden om gedaan te wor den. Zij verzetten zich tegen een wereld, waarin het mogelijk is, dat mensen geen dak boven hun hoofd hebben of geen brood voor hun kinderen. Dat verzet uiten zij niet in protestmarsen, maar in daden. Bovendien willen zij elkaar over de grenzen van de landen heen beter leren, kennen. De projecten van de Bouworde strekken zich dit jaar uit over Algerië, België Brazilië, Chili, Duiteland, Frank- rïjk, Ierland. Israël, Italië, Joego- ,vl?i Kongo, Oostenrijk, Portu gal, Ruanda, Spanje, Suriname, Tsjechoslowakjje, Tunesië, Venezuela, Zwitserland. Zij om vatten o.a. de bouw van wonin gen, jeugdcentra, scholen, kerken, tehuizen voor gehandicapten en verwaarloosde kinderen, kinder dorpen, bruggen, kloosters, va kantiekolonies, etc. Voor inlichtingen kun je je wenden tot de Stichting Bouworde Nederland, St.-Annastraat 172, Nijmegen, (tel. 08800-26074). Mocht je niet in staat zijn om werkelijk mee te werken dan kun je ook een geldelijke bijdrage leveren (giro 860700). Heb je er wel eens aan gedacht dat je ook op deze manier kunt protesteren! Jllllllllli: 2®wy (Van onze 20-WIJ-redactie) Henk van Ulsen, de man die hier met „Dagboek van een gek" maandenlang volle zalen met jongeren trok en daarna een tournee van bijna een jaar maakte naar de Nederlandse Antillen, Suriname en Zuid- Amerika, is terug in Nederland. Al enige weekjes weer. En hij is al weer volop aan het meelopen in de voorbereiding van nieuwe stukken, shows etc. Het feit, dat hij bij zijn terugkomst teleurgesteld was over het Nederlandse toneel zoals hij dat na een jaar heeft teruggevonden, weerhoudt hem niet om enthousiast binnen datzelfde Nederlandse toneel weer aan de slag te gaan. „Ik voorzie al weer drukke tijden", zegt hij. „Naast mijn werk voor de Comedie heb ik ook nogal wat televisieverbintenissen. Zo speel ik een rol in „De Blauwe Kamer" van Simenon. Verder wil ik in een show van Willeke Alberti samen met haar een fragment van Molière doen. Een onderneming, dat wel. Maar ik zie het wel. En dan geef ik in Kampen een voorstelling ten bate van een Surinaams dorp, dat door Kampen geadopteerd is. En voor ik het vergeet, het komende seizoen ga ik ook weer lesgeven op de toneelschool. Daar heb ik enorm veel zin in." Henk van Ulsen is niet alleen teleurgesteld over de Nederlandse toneelprestaties. Hij is ook enigszins teleurgesteld over de manier, waarop het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk hem heeft behandeld. „De eerste acht maanden van mijn reis waren voortreffelijk georganiseerd door de STICUSA, de Stichting Culturele Samen werking", vertelt hij, „en dat gedeelte van mijn reis verliep dan ook geheel volgens plan. Ik kreeg van de STICUSA een bepaald salaris en daar heb ik veel werk voor moeten en kunnen verrichten. Ik wilde daarna mijn inter continentale tournee uitbreiden, ik wilde meer voorstellingen geven in andere landen en daarvoor wendde ik me, voordat ik de reis ondernam, tot het ITI, het Internationaal Theater Instituut. Daar werden verstrek kende afspraken gemaakt en mentale, geen financiële steun beloofd. Ik zou door het ministerie worden geïntroduceerd, de verschillende ambassades en consulaten zouden van mijn 1 komst worden verwittigd. Er zouden folders, die voor mijn rekening werden ontworpen en uitgevoerd, verstuurd worden, maar van al die beloften is niets of nauwelijks iets terechtgekomen. Op de ambassades wist men meestal van niets. „Wij zijn geen impresariaat", werd vaak gezegd en dat is in wezen wel zo, maar dat wil niet zeggen, dat dan niet vaker een behulpzame hand toegestoken zou kunnen worden." Erg enthousiast over de toneelsituatie, zoals hij die hier aantrof, is Van Ulsen bepaald niet. „Het gemiddelde resultaat van de voorstellingen, die ik in de tijd, dat ik hier ben, heb kunnen zien, was nogal benau wend", merkt hij op. Hij zag en hoorde ook van anderen, dat van het aantal toneelstukken dat afgelopen sei zoen in première is uitgebracht; een groot aantal een misser bleek te zijn, „en ik dacht nog wel, dat er iets veranderd zou zijn. Toen ik pas terug was, dacht ik iets nieuws aan te treffen, maar al te gauw merk Je, dat het nog steeds dezelfde polonaise is, waar een plaats voor je wordt opengehouden en waar je dan weer in meeloopt." „Nee, het is me erg tegen gevallen", concludeert hij en over zijn werk bij de Nederlandse Comedie, waar hij in twee stuk ken, „De Revisor" en „De Spaanse Brabander" een hoofdrol zal spelen: „Mensen om me heen zeiden tegen me, waarom ga jij bij de Nederlandse Comedie werken, dat is toch niets voor jou." „Nou, van die uitlatingen trek ik me niet zoveel aan. Ik doe mijn werk in die stukken zo goed als ik kan, vooral omdat de regisseurs me aantrekken en van politiek trek ik me niet zoveel aan. Als er goed wordt gespeeld bij de gezelschappen, verdwijnen ook alle bezwaren. Ik heb niet zo sterk dat gevoel van verbondenheid met een gezelschap. Men neemt mij sterk kwalijk, dat ik weiger lid te worden van het Nederlands Verbond van Tonelisten, het NVT. Natuurlijk heeft die vereniging gezocht voor séjours en vakan tiegeld en dat is allemaal erg fijn, maar aan de andere kant wordt de middelmaat de hand boven het hoofd gehouden en wordt de vervlakking in de hand gewerkt. Ik ben een individualist. Toen het departement me in de West in de steek liet, heb ik het ook allemaal zelf moeten De Mama's and the Papa's zijn weer bij elkaar. Na hun laatste hits „Straight Shooter" en „Twelve-Thirty" gingen de leden afzonderlijk initiatieven ontwik kelen. Maar sinds vorige week zijn Mama Cass en haar bege leiders weer in de opname-studio's van RCA-Victor te vinden. Het resultaat een nieuwe LP zal spoedig op de platenmarkt gebracht worden. Vanaf vorige week is er voortaar elke zondagavond in Paradiso A'dam, een „Urkan"-manifestatie Ach, manifestatie is een groot woord, want het wil niet anders zeggen, dan dat alles kan en ma op zo'n avond. Dat wil zeggen: je kan gaan optreden voor de microfoon, discussiëren, BOE roepen, voorlichten, ageren, zelfs afgaan. Je weet het dus: Paradiso, Weteringschans 6-8, Amsterdam, elke zondagavond. MAMMA'S AND THE PAPPA'S

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 21