COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN NOORD-BRABANT ZESTIG JAAR ACCENT OP PROVINCIE Zo ging hij naar Den Bosch toe DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 JULI 1968 Kortmann over Kortmann Ijn vrouw ligt in het ziekenhuis, de kinderen zijn niet thuis, de twee Z dienstmeisjes ook niet, en daarom gaat de commissaris van de koningin in Noord-Brabant, dr. C. N. .M. KORTMANN, zelf naar "de keuken om thee te zetten. Vrijdag 12 juli wordt hij zestig jaar, een mooie gelegenheid voor een gesprek „met Kortmann over Kortmann." Hij staat bekend als een eenzelvig natuurliefhebber, heeft meer van een professor dan zijn voorganger prof. dr. J. E. de Quay, en sommigen vin den hem „streng en hooghartig." De definitieve afspraak voor het interview werd vorige week vrijdag gemaakt in Terneuzen, tijdens een verrégende informatiereis van het Benelux-parlement in het Wester- scheldebekken. De Brabantse com missaris stond het grootste deel van de vaartocht op het dek. In groene jas, met groene hoed. De felle wind kon hem niet deren. Zaterdagmiddag, klokslag drie, stuurt hij zijn zwarte Buick, een auto van dienstformaat, het zon overgoten voorplein op van het gou vernementshuis aar. de Verwerstrjat te 's-Hertogenbosch. Naast hem me juffrouw Jeanette Geldens, oud-se cretaresse van koningin Wilhelmina, een huisvriendin. Zij komen terug van de receptie van mr. Frank Houben en Monique van Lanschot. Dit society-huwelijk heeft de theater-lievende Bossche naars vanmorgen en masse naar de> Sint-Jan gedreven. Eén van de ge tuigen was prinses Christine, en Margriet en Pieter waren onder ie gasten. De commissaris helpt me juffrouw Geldens in haar zwarte Taunus 12 M en wuift haar na, tot dat zij het hoge ijzeren hek uit rijdt. De ambtswoning, „het gouverne- mentshotel", zoals het gebouw in historische beschrijvingen heet. In de Middeleeuwen zat er een genoot schap van vrome jongemannen in, de Bogarden, en later woonden er achtereenvolgens nonnen, jezuïeten, de militaire gouverneurs van de stad, de prefecten van Napoleon en de commissarissen des konings. „Een kast van een huis, deze tent", vindt commissaris Kortmann, „maar niet ongezellig". Liever zit hij op zijn boerderij in het Gelderse Overasselt, vlak bij de Maas en niet ver van de Mooker heide. Kortmann: „Daar kunnen we doen wat we willen. De kinderen gaan in badpak van het huis naar de rivier, en iedereen gaat naar bed en staat op als ie wil. Je kunt er heerlijk rondsjouwen in ouwe kleren ge wéldig!" Vandaag draagt hij een donker blauw receptiepak en, zoals altijd, een strikje, géén stropdas. Als hij de thee gezet en geserveerd heeft (niet te bleek, mooi donkerbruin) zegt hij: ..Recepties vind ik afschuwelijk. Bloed en tranen zweet ik er! Ik kan cr niet gezpllig zijn, rondlopen, hier en daar een praatje maken en tussen door nog zaken doen ook. Het ligt me niet Stilte. Een glimlach. Het masker valt af. K.: „Ik ben nogal in mij zelf ge keerd. een introverte persoonlijk heid. Ik draag altijd een masker, speel ontzettend veel toneel, bewaak me zelf. Voortdurend. Dat ik vaak maar vijf woorden gebruik als er vijfentwintig nodig zijn, houdt daar verband mee. Ik ervaar soms dat de mensen me niet begrijpen en dat ligt niet aan hen, maar aan mij. Maar ik kan er niets aan doen, het is niet te veranderen. Zijn loopbaan heeft hem nog ge reserveerder gemaakt dan hij van aard al is. K.: Ik werd burgemeester, toen ik negenentwintig was. Ik heb dus van jongs af aan op het balkon gestaan, daar heb ik aanleg voor. Dat klinkt misschien pedant, maar als kind zat ik al in het bestuur van de voet balvereniging. Ik doe het werkelijk graag. De representatie, de poppen kast, dat hoort er nu eenmaal bij Valt „de poppenkast" hem zwaar der als commissaris van de koningin dan als burgemeester van Breda K.: Nee, de representatie vond ik in Breda het zwaarst. Als commis saris heb ik minder representaties, wèl zwaardere. Interessantere ook, omdat de tegenspelers meer te bie den hebben. Bezwaarlijk in Breda was dat ook de zondagen vaak bezet waren. Maar ik vond lang niet alles vervelend, ik heb met veel plezier konijnententoonstellingen en biljart concoursen geopend! Wat is, afgezien van de represen tatie, de zwaarste job: burgemeester van een grote stad of commissaris van een grote provincie K.: In bestuurlijk opzicht is het commissarisschap niet zwaarder dan het burgemeesterschap van Bre da. Voor mij niet tenminste. Het is wel een beetje anders: als commis saris sta je verder van' de mensen af dan als burgemeester. Hier mik ik op de bal via de band zogezegd, daar moest het rechtstreeks. Voor mij is het commissarisschap plezie riger, het ligt meer in mijn aard. Als commissaris speel je ook veel meer op de lange baan. Je ziet niet onmiddellijk resultaten. Neem de in tergemeentelijke samenwerking maar, daar trekken we hier in Bra bant hard aan. Ik doe het graag, dit werk. Sommigen verwijten Kortmann dat hij te weinig bedrijfsleider, te wei nig manager ts. K.: De verbreding van de wel- vaartsbehartiging door de overheid, de toenemende invloed van de over heid op allerlei gebieden dat vraagt van de moderne bestuurder, veel meer dan vroeger, manager schap. Maar ik geloof niet dat je daarmee staat of valt. Er zijn burge- "Ik zweer trouw aan 06 koning, aan de Srondwet en de wetten J® dat ik de belangen "er provincie met al "Jijn vermogen zal voor staan en bevorderen." D't is de eedsformule waarmee de commissa ris van de koningin zijn ambt aanvaardt. In onze staatsinrich ting neemt hij een merkwaardige positie enerzijds is hij de ertegenwoordiger van de centrale overheid, anderzijds is hij de lei dinggevende autoriteit de provincie. 15,,anvankelijk, tussen en 1848, was hij •neer het eerste dan het atste. De gouverneur bestuurde de provincie in naam van de koning. Provinciale en Gedepu teerde Staten hadden niet veel te vertellen Na 1848 is de positie van de commissaris grondig veranderd. Ge- ieidelijk aan heeft de functie meer en meer een provinciaal karak ter gekregen. De Pro vinciewet van 1962 heeft dat nog onder streept. De commissaris treedt op als voorzitter van de Provinciale en de Gedeputeerde Staten. In de vergadering -van de Provinciale Staten heeft hij slechts een raadgevende stem. In de vergadering van de Ge deputeerde Staten (het dagelijks bestuur der provincie) heeft hij wel stemrecht. Hij heeft ook speciale taken. Zo moet hij eens in de vier jaar elke gemeente bezoe ken envan zijn bevin dingen verslag uitbren gen aan de minister van Binnenlandse Za ken. Ten aanzien van de benoeming van bur gemeesters is het zijn taak een voordracht .in te dienen bij de Kroon. Hij is ook be last met de handhaving van orde en rust, indien zich opstanden mochten voordoen. In dat geval is hij zelfs bevoegd „krijgsvolk" op te roe pen. Ik ben nogal in mijzelf gekeerd Ik voel me verwant aan de jeugd We gaan van een liberale naar een socialistische maatschappij Met de ontwikkeling in de kerk ben ik heel gelukkig. meesters die geen manager zijn, maar wèl voortreffelijke burgemees ters. Een uitspraak die typisch voor hem lijkt. K.: Maatgevoel, dat is een van de hoofddeugden van de bestuurder. Een klassiek criterium haast! Veel te veel bestuurders vergeten dat. Ze verheerlijken de groei als groei, en trekken de zaak uit hun proporties. Van een dorp bijvoorbeeld moet je niet iets verlangen dat niet bij een dorp hoort. Juist onder de burge meesters-managers zijn er die in dat opzicht zwak zijn. Zijn eisen aan een burgemeester K.: Een moderne burgemeester moet natuurlijk zakelijk zijn, maar het belangrijkste is dat hij zich zelf is en blijft, en zijn eigen talenten inbrengt. Dat is wat vgag, ik weet het Maar het gaat er niet alleen om managers te hebben. Geldt dat ook voor een commissa ris van de koningin K.: A fortiori voor een commissa ris van de koningin. Een commissa ris gaat steeds meer op een burge meester lijken, en dat is niet alleen een voordeel Ongevraagd komt deze opmerking. K.: Het uitzoeken van kandidaten voor het burgemeesterschap, de con tacten met de burgemeesters en mijn werkbezoeken aan de gemeen ten persoonlijk vind ik dat tot de zwaartepunten van mijri ambt beho ren. Het is ook typisch voor de commissarisfunctie. Mijn taak ligt tussen de burgemeesters. Dat werk doe ik graag. Mijn contacten met de burgemeesters behoren tot de mooi ste dingen van mijn ambt. Velen, zeker ook Brabanders, zien tegen autoriteiten op, en op een wij ze die meer met slaafsheid dan met respect temaken heeft. Merkt hij wel eens wat van deze hoed-af-men- taliteit K.: Er zijn natuurlijk burgemees ters die chapeau-bas spelen, maar niet veel. Zo nu en dan ervaar ik wel dat sommigen vinden dat ik streng ben, en (lachend) ik vind me zelf zo'n welwillend man! Via-via heb ik ook wel eens gehoord dat sollicitanten mij hautain vonden. Die indruk maak ik misschien, maar dat komt dan door mijn introverte aard. En ik moet natuurlijk zakelijk zijn: als ,ik daar (wijst op zijn werk- kamei in de aanpalende provincia- ie griffie) iemand ontvang, komt er na een kwartier weer iemand an- lers. Bij de borrel heb ik alle tijd, daar niet. Ik begrijp niet goed dat iommigen mij streng vinden, en het zou me werkelijk spijten, als de bur gemeesters niet met hun zorgen bij me komen. Hij vindt zich zelf ook ongeduldig. K.: Als statenvoorzitter zit ik me soms op te vreten. De statenleden lezen hun speeches van papier voor. en dan gebeurt het wel dat er zes hetzelfde betogen. Ik begrijp dal best, het kan niet anders maar ik heb soms moeite om mijn ongeduld te bedwingen. Ik mag het niet laten merken, dat mag niet. We praten lang over de gekozen burgemeester en de gekozen com missaris. Kortmann is er een felle tegenstander van. Zijn voornaamste argumenten K.: Elk systeem van besturen heeft zijn sterke en zwakke kanten, en in elk systeem worden dan ook correcties op de zwakheden inge bouwd. De benoemde burgemeester en de benoemde commissaris zijn correcties op de eenzijdige democra tie. Als de burgemeester en de com missaris gekozen worden, ieidt dat vast en zeker tot versterking van de controle van de centrale overheid en van de invloed van de ambtenarij. Zie België, zie Frankrijk. Laat eens door een onafhankelijk psychologisch bureau uitzoeken waar je de beste burgemeesters hebt, hier of in Bel gië! Het gaat er niet om de invloed van de burgers te beperken, maar om het beste systeem. Als ik baas je zou willen spelen, zou ik voor ge kozen burgemeesters moeten zijn, want dan wordt mijn positie onge twijfeld versterkt en' ik krijg min der werk. Ik vind ons systeem, ook democratisch gezien, gezond. Waar om veranderen? Wat win je ermee? Kranten, radio, televisie. Jaren ge leden kon men horen dat hij er niet goed raad mee wist. Wat vindt de introverte, zeker niet de publiciteit zoekende Kortmann er nu van K: De kranten, en ook radio en televisie, ondergaan duidelijk de An gelsaksische invloed zoals alle le vensterreinen tegenwoordig. De An gelsaksische benadering is veel har der dan de Gallische. Ik vind het een kwestie van wennen. De pers komt geleidelijk aan ook op een hoger ni veau, krijgt meer gekwalificeerde krachten, en dat was hard nodig. De kranten zijn agressiever, ze con troleren je veel scherper, je bent kwetsbaarder als bestuurder, alles wat je doet komt meteen in de grote publiciteit Vindt hij dat persoonlijk hinder lijk? K: Als,jong burgemeester zou ik er aan ten gronde zijn gegaan. Ik ben nu meer gehard, ik zit al zo lang op de bok. Ik probeer me er niet over op te winden. En ik ben een goede slaper, ik lig er zeker niet wakker van! Wij, bestuurders, hebben control» nodig. Wij kunnen de pers niet missen in ons vak. In mijn bin nenste scheld ik er weieens op. Als ik dingen lees, waarbij ik denk: ze konden toch beter wetep! Maar ik kan de pers echt niet missen - néé. Hij maakt nooit opmerkingen over publikaties, óók niet tegenover de betrokken journalisten zelf. K.: De vrijheid van drukpers moet je respecteren. Daarom zeg ik nooit iets. Daar bent u het toch mee eens? Vindt hij de kranten, de radio en de televisie in Nederland „links" K.: Ik geloof dat West-Europa In de overgang zit van het liberale naar het socialistische tijdperk, in de ruimste zin van het woorej. Daar worstelen we mee. Het is geen wonder dat in de pers, waaraan im mers zoveel jonge mensen verbon den zijn, de linkse visie dominant is. Dat vind ik niet gek We be ginnen pas. De spanningen zullen nog wel groter worden, véél groter Vindt hij „links" weerzinwekkend, zoals sommige gezagdragers in Ne derland IC. (lachend)Niet weerzinwekkend zeker niet! Ik vind de hele ontwik keling geweldig boeiend. Vanaf mijn stoel kan ik er niet veel aan doen. Ik ben immers verantwoordelijk voor de openbare orde in Noord-Brabant. Het is nog rustig hier, maar ik weet niet of dat zo blijft Maar die ombouw van het maatschappelijk le ven, van een liberale naar een sociar listische samenleving die komt er, daar ben ik van overtuigd! En ik voel mij heel verwant aan de jeugd van vandaag. Zijn kinderen K.: We hebben er zes. Onze oud ste (24), een zoon, studeert rechten. Dan komt een dochter (22), verbon den aan een talenpracticum, maar van plan om een taal te gaar stu deren. Dan weer een zoon (21), diensplichtig marine-officier. Voorts een dochter (19), die op het punt staat naar de universiteit te gaan, een zoon (bijna 18), die medicijnen gaat studeren en een dochter (16) op de m.m.s. En wat vinden de kinderen van vaders ideeën K.: De generatiespanning zit or In ons gezin natuurlijk dik in. Onze kinderen zijn erg in de maatschap pelijke ontwikkeling geïnteresseerd. En dat vind ik belangrijk. Ze vin den vader paternalistisch af en toe, en dat zal ik ook wel eens zijn! Hij voegt daar ongevraagd wat aan toe. K.: We hebben een gelukkig ge zin en bij deze gelegenheid (zilveren huwelijksfeest op 19 mei en zestigste verjaardag op 12 juli) had ik dat zo graag eens geshowd tegenover de Staten en onze relaties. Op 25 juni was een ontvangst gepland van bur gemeesters en statenleden, op 27 juni van anderen. Vanavond zouden we 'n feest gehad hebben met de tuin als voornaamste decor. Maar mijn vrouw ligt voor observatie in het ziekenhuis. Het is allemaal anders gelopen Wat leest hij K: Bij voorkeur boeken op het ter rein van filosofie en theologie. Ik ben erg betrokken bij de ontwikkeling in de kerk en ik ben er helemaal gelukkig mee. Het is moeilijk, maar boeiend en hard nodig. Er worden fouten gemaakt, natuurlijk, zowel in de voorhoede als in de achterhoe de Ik ben erg geïnteresseerd in de hereniging van de christenen. Ik ben een groot bewonderaar van Tai- zé. Er is prachtige literatuur over te genwoordig, Franse en Duitse. Wat er op dit gebied in Frankrijk verschijnt is geweldig Hij behoort niet tot de verontrus ten. K.: Ook niet bij de typisch pro gressieven, dat zit niet in mijn ka rakter. Politiek ook in déze ont wikkeling zit een hoop politiek, dat weet u sta ik buitenspel. Maar ik ben actief in de braintrust. We heb ben een kleine club van academici, al jaren lang, en daarin denken en praten we over hetgeen aan de or de is Maakt hij zich geen zorgen om „de gewone man" in Brabant, die volgens sómmigen totaal ontredderd is? K.: Ik dacht dat het volk in zijn geheel vrij evenwichtig op allerlei excessen reageert. Kijk, ik geloof dat het kerkvolk als geheel een troep, een kudde is. Daarom is de bewuste onrust ook nooit zo groot. Onrust Constantinus Nicolaas Maria Kortmann is geboren te Weert, waar zijn vader griffier bij liet kantongerecht was. In zijn kin derjaren woonde hij in Venlo en Boxmeer. Zijn gymnasiale opleiding ont ving hij op de jezuïetencolleges te Katwijk en Nijmegen. In 1925 voltooide hij zijn rechtenstudie aan de katholieke universiteit. Een jaar later werd hij be noemd tot burgemeester van de Limburgse gemeente Neeritter en Ittervoort. In 1941, tijdens de bezetting, nam hij met een aan tal andere Limburgse burge meesters ontslag. Hij zette zich weer aan de studie. Op het proefschrift „Het reelits- filosofisch begrip van het alge meen welzijn" behaalde hij in Nijmegen de doctorstitel. Tot in september 1944 werkte hij bij de Algemene Plattelands-Molestver- zekering te Rotterdam. Onmiddellijk na de bevrijding werd hij benoemd tot waarne mend burgemeester van Heer, een gemeente bij Maastricht. Een klein half jaar later werd hij waarnemend burgemeester van zijn geboortestad Weert, waar hij op 17 juni 1946 benoemd werd. Op 1 juli 1952 werd hij bur gemeester van Breda, en op 1 oktober 1959 commissaris van de koningin in Noord-Brabant. Hij heeft belangrijke maatschappe lijke functies bekleed. Zo was hij voorzitter van de Mijn Industrie Raad en, tot voor kort, président- curator van de Katholieke Ho geschool te Tilburg. Interessant is dat hij de her druk verzorgde van het proef schrift „De burgemeester" van zijn voorganger in het burge meesterschap van Breda, dr. Claudius Prinsen. Een tweede herdruk heeft hij in voorberei ding. Vijfentwintig jaar geleden is dr. C. N. M. Kortmann getrouwd met mr. H. Fleskens, dochter van de oud-burgemeester van Geldrop. onstaat in een kudde vooral, als de leiding onzeker is. Het is onontkoom baar dat dat zo nu en dan het ge val is, en dat de orde in de troep ver stoord wordt. Maar zoals het was, ging het toch niet langer? Je kunt ie natuurlijk wel zorgen maken. Als de daling van het kindertal in de Bra bantse gezinnen een gevolg zou zijn of tot gevolg zou hebben een ver storing van de verhouding tot God maar dat hoeft niet-! Om de goeie verhouding tot God, daar gaat het om Een persoonlijke ervaring. K.: Wij hebben met het hele ge zin de paaswake gevierd bij de do minicanen in Nijmegen. Heel nieuw ging dat, met gitaren en gospelsongs. Werkelijk, tot tranen toe geroerd waren wij, de kinderen ook. 't Duur de niet zó lang, twee uur, maar mijn dochter zei dat het nog best een half uur langer had mogen zijn. Gewéldig, de hele kerk was erbij, erbij betrok ken. Dat had je vroeger nooit. Kan hij verklaren dat het zo volg- zame Brabant in de kerkelijke ver nieuwing zo „voorlijk" is K.: Ik zou dat niet zo willen stel len. Ik zou niet willen zeggen dat Brabant vooraan loopt. Monseigneur Bekkers heeft een geweldige invloed gehad omdat hij de gave van het woord bezat, het volk wist aan te spreken. Als hij op de televisie kwam keek heel Nederland. Maar u weet hoeveel moeite hijzelf met die ver nieuwingen heeft gehad. Monseig neur De Vet heeft, op ander terrein, ook een gewichtige rol gespeeld. De huidige Brabantse bisschoppen doen het eveneens voortreffelijk. Dé groot ste waardering heb ik ook voor kar dinaal Alfrink Wie later in de ge schiedenisboeken de dominante figuur zal zijn - ik weet het niet. Kortmann de natuurliefhebberde man die Brabant bewust maakte van het groen een bezit om in het dichtst bevolkte land ter wereld zui nig op te zijn. K.: Dat is niet Interessant, want zo kennen ze me wel. Ik ben inder daad graag buiten. 'Liefst alleen of met een klein gezelschap, En het al lerliefst waar een ander niet komt hoog in de bergen, ver in het moeras, diep in het bos. Dat hangt samen met mijn introverte karakter. Helemaal alleen ben ik het meest creatief. Dat heb ik van jongsaf aan gehad, 's Avonds in bed bekeek ik de natuuralbums van Verkade. Ik heb ze allemaal nog, en ze zien er ge bruikt uit, beduimeld. Zijn vakanties. K.: Gelukkig houdt mijn vrouw ook van de natdur. In de vakanties wandelen we wel vier tot vijf uur per dag. Met rugzak, verrekijker en wat kleine zakboeken. Als burgemeester van Breda heb ik in de winter drie daagse trektochten gehouden. In de dorpen werden we nageroepen, want we zagen eruit als nozems. Loge ren bij vrienden, Bfed, stevige borrel, en dan gezamenlijk eten. Elk weekeinde maak ik toch. nog wel een wandeling van een uur of twee. Ja wel, in de omgeving van Den Bosch, maar als je leert ldjken, is het overal mooi Kan 'hij nog vakantie vieren In Nederland K.: Minder-dan vroeger. Een na- 'deel van de moderne publiciteit! In hotels word je herkend, en dan is de lol eraf. Dan gaan ze op je let ten, en aan alles wat je zegt wordt meer betekenis gehecht dan je be doelt Vijf uur slaat de klok als de commissaris ons „het gouvernements hotel" uitloodst. Anderhalf uur later dan voorzien was. Aan de voordeur is hij weer Kortmann, hélemaal: in de plooi, formele handdruk, poker face. Het masker is weer op. Leuk, zei hij in het begin van ons gesprek, dat ze proberen te peilen wat er achter zit Conclusie op het voorplein: een man naar het hart van Thorbecke. Deze minister van Binnenlandse Za ken eiste tussen 1850 en 1852 het ontslag van niet minder dan vier commissarissen, omdat zij de „geest van de niéuwe tijd" in hun provin cie niet voldoende ingang deden vin- len. En Willem III stuurde ze de aan uit. Kortmann zou mogen blij ven, denken wij. kees'bastianen

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 5