SUPERBOLLEBOZEN WERD TOCH GEACCEPTEERD Mensa viert eerste lustrum ALTER UIBRKHT (75): RECORDHOUDER IN OOST-EUROM De vers EENS GESMADE CLUB VAN Afgelopen Inspraak Rentree Nodig LiNGÉN N PEILiNGÉN EILINGEN PElLI^ JEN PEILING^ PEILINGFK 0 1 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 29 JUNI 1968 Voorzitter mr. S. A. l'Honoré Naber. (Van een onzer redacteuren) BILTHOVEN Maarten van Kossum liet in 1536 in Zaltbom- mel zijn huis bouwen. Het zou op 23 juni 1883 voor de sloop worden verkocht, maar een dag tevoren werd dit verijdeld. Nu 85 jaren na de redding van dit gotische ge bouw, viert een van Nederlands meest omstreden organisaties, de vereniging van intellectuelen „Mensa", er haar eerste lustrum. Toen oud-marine-officier mr. S- A. l'Honoré Naber de vereniging in 1952 naar Engels voorbeeld oprichtte, barstte er in Nederland een storm van protest los. Men nam het niet. Mr. l'Honoré Naber ontving woeden de brieven, de telefoon stond niet stil. Men verweet hem snobisme en discriminatie. De kranten schreven smalend over „superintellectuelen" „meesterbreinen", en „club van bol lebozen" en doorgaans werden de artikelen voorzien van de meest fan tastische spotprenten. Bladerend door drie dikke plakboe ken vol vergeelde kranteknipsels, die mr. l'Honoré Naber in die vijf jaar heeft bijgehouden, is het opval lend om te zien hoe de mening zich na een jaar of twee wijzigt. De ver eniging wordt niet langer gezien als een gevaar voor de Nederlandse samenleving, hoewel men toch nog altijd laat doorschemeren dat een dergelijke club toch ook niet hele maal normaal kan zijn. Mr. l'Honoré Naber lacht. „Geluk kig is het nu afgelopen met de boze brieven en wo'-dt er niet langer spot tend over ons geschreven. Overigens ben ik wel van mening dat veel mensen ons nog altijd als zonder lingen beschouwen"- Over het eerste lustrum, dat de nu honderd leden tellende vereniging vandaag viert, zegt hij: „In die vijf jaar is ons wel gebleken dat deze vereniging in een behoefte voorziet. Het is ons uiteindelijk in de eerste plaats te doen om het contact dat wij onderling hebben. Wij streven niet naar resultaten. Soms vinden wij geheel nieuwe oplossingen voor bepaalde maatschappelijke problemen maar men zal ons geen brief aan een of andere minister zien schrij ven, waarin wij hem die oplossing aan de hand doen. Dat zouden wij ons bovendien niet eens kunnen per mitteren, want daar is ons aantal veel te klein voor". En dan zwijgt hij, zoals hij dat steeds doet. Iemand die zeer gecon centreerd nadenkt, alvorens te ant woorden. De uitdrukking op zijn ge zicht heeft soms iets weg van ie mand die een zwaar examen aflegt. Tenslotte merkt hij op: „Gek ei genlijk dat 'n meerderheid nog altijd zo belangrijk is. Het is toch veel belangrijker om te weten welke men sen ergens voor of tegen zijn, dan te weten hoeveel het er zijn". Zouden mensen met een hoog IQ bij een stemming meer inspraak moeten hebben dan anderen? Mr. l'Honoré Naber: „Misschien wel. Het IQ van de mensen is nu eenmaal verschillend- Mensen met een hoog IQ komen vaak tot be tere conclusies" er wordt een mi nuut gepauzeerd „hoewel die con clusies meestal verschillen als dag en nacht. Tijden onze discussie avonden is dat wel gebleken. Wij zijn het bijna nooit met elkaar eens". Leidt dat nooit tot ruzie? Mr. l'H. N. glimlachend: „Die vraag wordt ons vaak gesteld. Ru zie hebben wij nooit. Een gerefor meerde kan hier rustig luisteren naar wat een atheïst te zeggen heeft, zonder hem naar de keel te vlie gen. Verdraagzaamheid en respect voor eikaars mening is een van de meest elementaire aspecten om tot een wederzijds begrip te komen. Contact tussen de mensen is ons enige streven. Dat contact hebben wij misschien uit egoïsme beperkt tot contact tussen intellectuelen. Het is nog altijd zo, dat slechts twee procent van de Nederlandse bevol king voor het lidmaatschap van on ze vereniging in aanmerking komt- Dat zijn iets meer dan 200.000 men sen. Men heeft ons discriminatie ver weten, maar wij gaan ervan uit, dat wij er dankbaar voor moeten zijn, dat wij intelligenter zijn dan de meeste mensen. Dat wij de be trekkelijkheid van onze eigen intelli gentie moeten inzien en dat wij op den duur moeten proberen de min- der-begaafde mensen te helpen. Daarbij wil ik wel toegeven dat een van de weinige dingen de mij van de „Mensa" zijn tegengevallen ik had dat bepaald niet gedacht is dat gebleken is dat karakter en in telligentie niets met elkaar te ma ken hebben. Wij hebben in die vijf jaar leden gehad met een bijzonder hoog IQ, die in hun menselijke re laties volkomen faalden. Meestal verdwenen die dan ook gauw als ze merkten dat wij niet een vereniging van dure vooraanstaande mensen zijn". Wat voor leden hebben zij dan wel? Mr. l'H. N.: „Binnenkort treedt er een 15-jarig kind tot onze vereniging toe. Ons oudste lid is ongeveer 75. Wij hebben leden van elke leeftijd en uit alle lagen van de bevolking. Er zijn doktoren, militairen, huisvrou wen, juristen, uitvinders, kunste naars, scholieren en studenten onder onze leden. Jaarlijks betalen zij der tig gulden voor het lidmaatschap. Als zij die niet kunnen missen be talen zij minder. Geld mag nooit een belemmering vormen om lid te worden". Is de test die men moet afleggen om toegelaten te worden in die vijf jaar veranderd? Mr. l'H. N.: „Wij bepalen nog altijd in drie kwartier tijd of iemand tot de twee procent van de bevolking behoort, die volgens de test van Catell een IQ heeft van 148 of vol gens de test van Wechsler een IQ van 133 heeft. Ik zeg dat maar zo, om dat men het meestal vreemd vindt dat iemands IQ in drie kwartier tijds te bepalen is. Men vergeet dan na tuurlijk wel, dat het psychologen zijn geweest, die er jaren aan gewerkt hebben om zo'n test samen te stel len. Wij hebben er wel eens over gedacht om de test te wijzigen, maar zijn tenslotte toch van mening, dat dit onrechtvaardig tégenover de le den zou zijn. Bovendien voldoet de test nog altijd uitstekend." Slagen alle mensen die zich voor de test opgeven? Mr. l'H. N-: „Tien procent slaagt. Eens in de paar maanden legt een groep kandidaten de test af. Soms als wij hen van tevoren al getest hebben, door hen bijvoorbeeld puzzels te laten oplos sen, is dit percentage wel wat ho ger". Waaruit bestaan de activiteiten mi 1 de vereniging? Mr. l'H.N.: „Wij hw-1 den ons bezig met alle denkbare oi. derwerpen, maar maken ook t naar musea, e.d. De leden bijeen, zo vaak als ze dat willea, I en er wordt dan gesproken over p I litiek, godsdienst, planologie, over (i| toekomst, psychologie, noemt u i op. En dan, fijntjes lachend: „Voor on bestaat het probleem van vrijetijds-1 besteding niet. Wij komen altijd te kort. Verder gaan wij naar li gen of nodigen hoogleraren uit rol het houden van lezingen ove: I voorbeeld het alfabet, de betete van kleuren, de confectie, het on- j derwijs, kunst en criminologie-1' ik denk dat wij nooit uitgepraat len zijn". Mr. l'Honoré Naber peinst: „Met I intelligentie moet iets gedaan woi-J den", zegt hij dan. „Men moet ii telligente mensen stimuleren on til gaan studeren voor een beterete-1 komst. Weet u dat verkeerssl fers in de gehele wereld onsjaai lijks miljarden kosten. Wat ik ui gek vind is, dat bijna niemand bel seft hoeveel miljarden het ons jaar-1 lijks kost aan intelligentie die ti-l benut blijft". (Van onze redactie buitenland) „WANNEER Moskou tegen ons zegt, dat we één meter hoog moe ten springen, beloven we 90 cen timeter te springen, maar in wer kelijkheid springen we 80 centi meter. Zegt Moskou hetzelfde te gen Walter Ulbricht, dan belooft hij 1,10 te springen, maar hij haalt in werkelijkheid 1,20 me ter". Deze uitlating, opgetekend uit de mond van een Hongaarse partijlei der, typert treffend de leider van Oost-Duitsland, Walter Ulbricht. Hij wordt morgen 75 jaar. Hij is de oud ste van de Oosteuropese leiders, de laatste stalinist uit de rijen van de communistische machthebbers. Hij is een gehaat en gevreesd leider, maar zijn deel van Duitsland, dat door de meeste westelijke landen niet erkend wordt, bestaat al langer dan de Wei- mar Republiek en Het Derde Rijk. Drieëntwintig jaar heeft hij op zijn hoge post als partijsecretaris en sinds zeven jaar als staatshoofd hevige zuiveringsstormen om zich zien woeden. Zijn positie is er niet door veranderd, in tegenstelling tot al zijn voorgangers. Kroestjev, Ma- lenkov, Boelganin, Novotny en Deisj. Ulbricht is de recordhouder van Oost- Europa geworden Oost-Duitsland is onder zijn bewind veelvuldig het middelpunt geweest van internatio nale beroering. Zelfs kort voor zijn verjaardag, heeft Ulbricht enkele jennerige maatregelen met betrek king tot het reizen naar West-Berlijn genomen, die een internationaal stormpje hebben veroorzaakt. Zijn grute bazen in Moskou vinden het dit keer wel goed, al was Ul bricht voor Moskou nu eens een nachtmerrie, dan weer een voorbeel dig volgeling, die de Russen vaak in ijver overtrof. Malenkov wilde Ul bricht kwijt en ook onder Kroestjev is de val van Ulbricht meer dan eens aanstaande geweest, maar internatio nale verwikkelingen de Berlijnse opstand in 1953, Boedapest in 1956, de Berlijnse muur in 1961 hebben de Russen er steeds van weerhouden de fanatieke Ulbricht aan de kant te zetten. Op dit ogenblik is Ulbricht met de Poolse Gomulka de trouwste aanhan ger van Moskou. Oost-Duitsland is de meest felle opposant van de liberali seringsbewegingen in Roemenië en Tsjechoslowakije en Ulbricht fun geert weer als „de mond" van Rus sische leiders, die de liberaliserings bewegingen evenmin een sympathiek hart toedragen. Zo zit Ulbricht op zijn 75ste jaar nog stevig in het zadel. Het commu nisme is Waiter Ulbricht, de man met het uiterlijk en karakter van een patriarchale onderwijzer, met de paplepel ingegoten. Als man van on buigzame principes, van een strijd vaardigheid die hem zijn leven lang in de frontlinie van het orthodoxe communisme hield, was het stalinis me voor hem een harnas-op-maat. Zijn rechtlijnige inborst, zijn trouw aan het marxisme, zijn negeren ook van humaniteit brachten hem uit het linkse milieu van een armoedig kleer makersgezin op de hoogste post van zijn land. Een waas van geheimzinnigheid lag er steeds om de figuur van de Oost- duitse leider, om zijn puntbaartje wel de „Duitse Lenin" genoemd. Hij heeft Oost-Duitsland in de jaren vijf tig met onmiskenbaar wanbeleid be stuurd. Miljoenen vluchtten uit zijn land niet alleen omdat dit vóór de Mutir nog mogelijk was, maar vooral omdat de Russen de levensstandaard Ulbricht, formeel. .en informeel. in dit platgebombardeerde en over wonnen deel van Duitsland wellicht met opzet het laagst van alle satel lietstaten hielden. De Oostduitse eco nomie tobde met grote moeilijkheden en de collectivisatie van de landbouw bedrijven werd een enorme misluk king. Toch hield Ulbricht zich in die gruwelijke jaren staande. Hoe hij dat klaarspeelde is nog steeds een vraag. Er is wel eens verondersteld dat de Russen in de vijftiger jaren Ulbricht maar wat lieten aanmodde ren om altijd een handige zondebok bij de hand te hebben. Anderen me nen, dat Ulbricht machtige vrienden in het Kremlin heeft gehad Ul bricht is tijdens de oorlogsjaren in Moskou geweest en dat ook zijn relaties met de Russische geheime dienst zeer nauw waren. Ulbricht is echter ook een sterke persoonlijkheid, zij het een onaan gename. Met zijn stuurs uiterlijk en nurks optreden - het Oostduitse partijblad Neues Deutschland pro beert Ulbricht op pagina's foto's de zer dagen als de goedwillende vader en evenwichtige leider aan de man te brengen heeft hij weinig vrien den gemaakt. Van oorsprong was Ulbricht eigen lijk aileen socialist. Maar in het strijdbare linkse milieu van het kleer makersgezin, waarin hij op 30 juni 1893 te Leipzig werd geboren, kre gen zijn socialistische gedachten al gauw een bolsjewistischetendens. Na enkele jaren in de Arbeiders Jeugdorganisatie trad Ulbricht in 1920 toe tot de jonge Duitse commu nistische partij. Drie jaar later was de faam van de timmermansgezel Ulbricht die nog steeds trots is op zijn vroegere vak om zijn theoretische kennis van het marxis me al tot Moskou doorgedrongen. Hy werd uitgenodigd voor een speciale cursus in de Russische hoofdstad. Op dat ogenblik vocht Stalin om het leiderschap met Trotzky. Ulbricht steunde intuïtief de man met de meeste kansen: Stalin. Stalin is se dertdien de grote beschermer van Ulbricht geweest. In de nazitijd woonde Ulbricht in Praag en Moskou. Onderwijl maakte hij reizen naar Spanje, waar hij zich tijdens de bur geroorlog bezighield met het zui veren van de communistische gele deren, waarbij hij onbarmhartig en meedogenloos te werk zou zijn ge gaan. Op 2 met 1945 maakte Ulbricht zijn rentree in het verwoeste Berlijn in een konvooi van Russische wa gens. Vanuit een kantoortje aan de Wallstrasze zette hij het bestuur in de Russische zone op poten, waar bij hij achttien uur of langer per dag werkte, ondanks zijn lever- en gal ziekten. Een vroegere collega van Ulbricht, nu in het westen, herinnert zich: „Toen we het eerste ministerie van Sociale Zaken opzetten, was dat vooral het werk van Ulbricht. Bin nen een uur had hij alle departe menten van een hoofd voorzien en de gehele bezetting van de staf uitge werkt, tot aan de chef van de garage toe". In 1949 gaven de Russen Ulbricht, een knap organisator, de macht over Oost-Duitsland in handen. Boven hem stonden weliswaar een premier en een president, maar als eerste secretaris van de partij was hy uiteindelijk de machtigste man. In 1953, na de Berlijnse juni-opstand, kreeg hij van Moskou de- opdracht zijn regime te verzachten. Ulbricht luisterde en „paste zich aan" even als na Stalins dood, toen hy zei, om te laten blijken dat hy het met Kroestjevs destalinisatie eens was: „Men kan Stalin zeker niet tot de klassieke marxisten rekenen". Het is niet gemakkelijk een figuur als Walter Ulbricht in de communis tische wereld en Oost-Duitsland te beoordelen. Wie hem enkel en alleen ziet als de gehate dictator, die 17 mil joen mensen achter de grauwe Ber lijnse Muur, het ijzeren gordijn en mijnenvelden gevangen houdt, 1 niet de gehele Ulbricht. i Het Westen heeft Ulbricht DDR tot 1961 bouw van lijnse Muur nooit alleen ten. Het streven naar de h»1 van Duitsland was tot voor s eerste gebod van de weste' tenlandse politiek. Na de Muur moest het Westen IA».- land noodgedwongen alleen Het Westen, misselijk gewort» j de koude oorlog, begon I te zien, dat het de politieke^' ren in Europa niet meer'so deren. Dit heeft nog nie erkenning van Oost-DuitslMii zelfs de jonge Duitse gene"jp;, het irreëel (volgens ,fe.niLleIi ji nie-onderzoek), dat het W s, DDR niet als zelfstandige sta 'tent. land Na 1961 heeft Ulbricht een „identiteit" gegeven, 8f„ geklonken aan Rusland, land ook, dat ondanks dW bezetting Duits is gebleven. Na 1961 is het leven, on»®»,, zijn somberheid en armoe Duitsland beter geworden, u mische groei tot 1 vier pw - kor- misvue giuc /-wl-Duik' drie miljoen mensen u« -»• land bedroeg sindsdien cent per jaar. De werktijd w« ter en de lonen hoger. Leonid Brezjnev, d« i» tijleider, prees Ulhncht" 0 lang geleden als de |jji „Oost-Duitsland een ij maakte". Dat is waar, feit, dat het land "bei^1hr .°een 'J"' door een hatelijke muu fflUlir l> ren gordijn Ulbricht z 1 Mien, het gordijn pas wille" mlll]r f* Oost-Duitsland och m Kï' gordijn een „nieuw land DE scholen zijn prettige tijd, worden, dat bereikt is. Ook voor de Tweede K. nu de vakantietijd aan. een welverdiende vakai treft beantwoorden de i geringsfracties die vraag tertje spelend voor de tv en de zijnen deze week iswaar kwam van mr. E „goed maar het kan ll tieleider heeft dan ook (rl len in huis en dat noopt heid. Een onvoldoende kreeg f Den Uyl. Daar is niemand oppositie kan men bezwa ten. De PvdA-fractieleide nul. Een bewijs van cons aanwijzing, dat dit kabiij van de PvdA toch wel (Van „In de komende twintig computers tot de oorlogvoe zyn maar een omwentelii vensdeze omwentelir dwingt tot het nemen van verantwoordelijkheid; pol'4 litaire zaken en daardoor r om beslissingen te nemen 1 delingen is van dagen of ui zeker opzicht negatief wori gen van de vijand volgens voorspeld. Dan zal de com mens moeten beslissen of h het zal hem altijd adviserei Dit lange citaat is tamelijk keurig geplukt uit ruim 23( zijden gruwelijke, maar koel tenschappelijk verantwoord gi te lectuur. Het citaat is ontlee het hoofdstuk „De strategie kenmachine", van de hand vs fesor dr. Harvey Wheeler, een zeer deskundige medewerkt het door de Britse wetenscha nalist Nigel Calder samen; boek „Tenzij er vrede komt., ondertitel van het boek luidt: nose over de gevolgen van de schappelijke oorlogvoering." Een voorspelling dus, of lier reeks voorspellingen die hier t inderdaad nog wat weghebbe science-fiction. En dit maakt dekking dat het niettemin a zeer reeel, technisch mogelijk aanwezig is, des te onthutsen! wetenschappelijke oorlogvoerii staat wel vast dat er spoedig g< dere vorm van oorlogvoering zal zyn, met uitzondering mi van de guerrilla. Het feit dat de wetenschaj meester heeft gemaakt van ogvoering of misschien is n g keerd en heeft de agressie zich voortdurend zwaarder nende mens de wetenschap in ar+ Z1'n helse laboratoria mnrflaan, de verzuchting van ei medewerkers van het boek, da ËrepepSfnaa/VJa^JdeVlhkfztèktr digheden of ¥™at°lo§lsche or Eaten in bombardere moet beschnr°ZOn"laas hie de 2engendt „ft n-tegen de alle rirahng Van riIV10lette en van dit soort 1rZon" Teeensti het de mensen n?irmatle ZeggeI en apathism, fleen maar af: gel»jk eoSCdheIeaakt- Ak dat al altijd nop^ .T waar is- dan der onwetend mr^rg dan de 'emoloog nï' Nederland schrijft rli^ r mr' b-V.A. 1 "H*Velho.T* in een ten E omdat z!i te Vavde werke" lÜktmijV® g™we1^ 's beru

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 6