EBA" LUIS" YPISTE 0 Strijdlust weg bij Nederlandse architecten Deze bon is evenveel waard als je zelf waard bent. il Te veel stagnatie in ontwikkeling industrie coupon Zend deze bon aan: Opticien - Oostburg Wieó-y *en- en AerLledi Lnf 178-320 - SLUIS Hulst VLAMING M. v. MOSSEVELDE Pleidooi van burgemeester Eekhout voor West-Zeeuwsch-Vlaanderen: Weinig perspectief Ontgoocheling Voor vier ton Met België? m 5 at 3 tel. 01177- 597 tel. 01178- 462 litraat 3 tel. 01178- 560 aat 3 tel. 01140-3546 Itretarie is plaatsingsmogelijkheü Ima's u.l.o. en typen. F gemeentelijke bezoldigingsver- hden de leeftijd van 21 jaar is ling van toepassing). Izo spoedig mogelijk. Iriijk 10 dagen na het verschijnen leenden aan de Burgemeester van trkt 21, Hulst. ligen omtrent deze openstaande erkrijgen ter gemeentesecretarie. ieeswiaN^ 13 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 20 JUNI 1968 13 (Van een onzer verslaggevers) AFSNEDE (B.) „De Vlamingen zijn een volk, dat kan improviseren. Veel meer individu dan de Nederlanders. In de architectuur kun je dat goed merken. De doelstelling van de Vlaamse architect is totaal anders gericht dan die van de Nederlandse. Bij ons vind je meer creativiteit". Deze stelling wordt uitgesproken door de heer M. van Mossevelde (28), geboren in Gent, charmant, innemend en spraakzaam. Wij ontmoeten hem in het Vlaamse dorpje Af snede aan de Leie. Hier heeft hij een boerderij, die stamt uit de jaren 1750 en omgebouwd is tot een moderne woning zon der dat overigens afbreuk werd gedaan aan het oorspronke lijk karakter. In de vroegere schuren, heeft hij zijn architectenbureau gevestigd. Er komen opdrachten uit o.a. heel België, Nederland, Italië en Spanje. De heer Van Mossevelde behoort thans tot de beste en best betaalde architecten van België in de wat je noemt nouvelle vague. Na zijn humaniora in Gent ging hij naar de architectensehool in Gent. Hij behaalde zijn getuigschrift na een studie van zeven jaar met uitzon derlijk goede resultaten. Vervol gens liep hij zeven maanden stage bij architect Brunswijk in Brussel. Intussen maakte Van Mossevelde o.a. het ontwerp voor een tand artsenpraktijk met woonhuis in het Oost-Zeeuwsch-Vlaamse Sint Jan steen. Na zijn diensttijd begon hij zijn bliksemcarrière. Op zeventienjarige leeftijd deed hij mee aan een wedstrijd voor de grote prijs van studenten archi tecten in België. Hij kreeg de eerste prijs. Toen hij negentien was, nam hij deel aan een inter nationale architectenwedstrijd. Op dracht was: ontwerp een. toeristen stad van 50.000 inwoners voor een kustgebied op de Canarische Eilan den. Een zuiver stedebouwkundige opgave. De ontwerpen van de win naar zouden worden gebruikt voor de uitbreiding van bestaande woon wijken, aanleg van hotelzonen, ur banisatiezonen, jachthavens, mu seums, bankgebouwen, vlieghaven etc. Ditmaal werd Van Mossevelde tweede. Lange tijd werkte hij op de Canarische Eilanden. ,Als ik de eerste prijs had ge kregen, dan zou ik beslist hier niet gezeten hebben,' verzekert hij. Er waren ruim 150 deelnemers uit 50 verschillende landen.. Een Parijzenaar zag zijn ontwerpen 'be loond met een miljoenenprojeot. ,Die wedstrijd,' zegt hij, .heeft me toch wel de geest gegeven om meer aan tropische architectuur te gaan doen. Het gaat hier in hoofd zaak om de compositie. Technische problemen van tochtvrije ramen, schoorstenen, afwatering en zo heb je niet. Je kunt je gang gaan. Er wordt gewerkt in veel grotere di mensies. Het moet meestal een spel van licht en schaduw worden, tus sen gesloten en open. Dat vind je niet in de Westeuropese architec tuur behoudens dan in de zuidelijke landen van Europa.' We willen nog even terugkomen op het verschil tussen de Neder landse en Belgische architect, zo duidelijk omlijnd door de heer Van Mossevelde in het voorgaande. Naar aanleiding hiervan stellen wij hem een aantal vragen: Waarom meent u dat de doel stelling van de Nederlandse en Vlaamse e.q. Belgische architect verschillend is? .De Vlaming, of zo je wil de "elg, is creatiever. De Nederlander heeft te weinig strijdlust. De crea tiviteit blijft daardoor achter.' Kent u in Nederland goede architecten? ,In heel Nederland is geen echte architect te vinden.' Hoe komt dat? .In Nederland wordt allereerst gekeken, of een woning deugdelijk is. Dat wil zeggen, of alle voor schriften bij de bouw worden na geleefd. Bij ons mag veel meer ge- rmproviseerd worden, ook al zijn er vaste regels. Dat verschil is dui delijk te zien, als je door Vlaan deren rijdt. De Nederlands architect houdt zich precies aan de reglemen. •en. Ze kunnen daar moeilijk aan ONDER AUSPICIËN van de Stich ting Studiefonds Oskar Back zal ook in 1969 het tweejaarlijks natio naal vioolconcours worden gehou den, waaraan jonge violisten so usten zowel als orkestleden s deelnemen. De hoofdprijs neeft het karakter van een studie beurs en bedraagt f 16.000. De r.1Iinflr w°rdt hierdoor in staat gesteld gedurende een jaar in het buitenlands een solistische oplei- "8 te volgen, uitsluitend daar ar een vioolschool van buiten- in ennwezig is, zoals d® v's- «f de Sovjet-Unie. Er van f ?nnn "°g drie PrÜzen> ieder 1 1000 worden toegekend. Voor ,geslaaSde interpretatie decinÜ ^e^erlandse compositie in donn nde op 3 maart 1969 wordt var. f i°(vu.mus bovendien een prijs van L "«geloofd. De winnaar he? v? hoofdprijs zal te zamen met televkn, "?aa?d 0rkest voor de bouv/(Vi? en' et Concertge- kest hew? ?n, h-0t Residentie Or- verklaa?^611-? 1,1 Principe bereid hooHn-r winnaar van de T s°listisch optreden p4 J?eden' In 1967 werd de Emmy Verhej?" d°°r de violiste ontkomen. Toch zijij er nog genoeg achterdeurtjes te vinden om je zelf te kunnen zijn. Die weet men over het algemeen niet te vinden.' Is dat te merken? ,Ja zeker. De architect in Neder land moet te veel in een keurslijf leven. Neem nou bijvoorbeeld een Rietveld. Je kunt merken bij zo'n man, dat er gevit wordt op kleine dingen. Als hij de moed zou heb ben daar doorheen te breken, dam zou je eens wat zien.' De heer Van Mossevelde om schrijft zijn doelstelling als volgt: ,Het is eigenlijk zuiver privé- architectuur, wat ik doe. Helemaal ten dienste van de wooncultuur. Hierin aanvaard ik geen enkel com promis. Ieder project is anders. Ik houd zoveel mogelijk rekening met het karakter van de bewoners, hun opvattingen over woon- en cultuur genot. Als ik met een cliënt ga praten over een ontwerp, dan wil ik graag weten, hoe hij het ziet en wat zijn wensen zijn. Ik besteed heel wat gesprekken om het ka rakter te leren kennen van de men sen, waarvoor ik werk. Dan maak ik een concept en ga weer praten. M. VAN MOSSEVELDE strijdlust Bij dit gesprek heb ik nog nooit te horen gekregen, dat de bedoe lingen anders waren.' Hij vindt het noodzakelijk, dat de jonge architect zich ontwikkelt door kennismaking met vreemde woonsferen. Vier jaar werkt Van Mossevelde in Spanje. ,I'k heb veel aan zelfstudie ge daan. Op school leer je alleen de grondslag. Misschien ben ik abnor maal individualist geworden. Dat vind ik niet erg.' meent hij. ,Ons vak is bikkelhard.' Momenteel is de architect bezig met een ontwerp voor een admi nistratief gebouw voor de Bel gische wielrijdersbond te Brussel. Ook enkele scholen heeft hij nog op zijn programma staan. ,Ik laat me niet binden. Dat overkomt me ook niet, als ik in Nederland werk. Ik vecht net zo lang tot ze mijn zin doen. Bij officiële gebouwen is de strijd nog groter. Je staat tegenover de ge meenschap. Het contact is veel geringer dan met het individu. Bij mij staat echter voorop: aanpassing aan de wooncultuur. Daarmee boek ik het meeste resultaat. Een dosis risico moet je er bij nemen.' Hij is van mening, dat ruim 90 procent van de mensen, die een eigen huis laten bouwen, zich bezondigen aan de zgn. gevel architectuur. ,Veel mensen bouwen voor hun omgeving, de buren. Belangrijk is alleen, wat die er van zullen zeg gen. Als het geveltje maar interes sant is. Ze vergeten daarbij, dat de psychologie van de architectuur allereerst probeert te doorgronden, welk interieur essentieel is voor het leefklimaat, de opvoeding. Een voorbeeldje. Ik heb het eens mee gemaakt, dat in een bepaald bedrijf de personeelsleden te lang op het toilet vertoefden. Ik heb toen op de deuren aan de binnenzijde van de w.c.'s grote spiralen laten schilderen. Niemand bleef nog lan ger dan strikt nodig IK BEN TOBIAS: LUISE RINSER (H. P. Leopolds Uitgeversmij. N.V.- Den Haag. Luise Rinser wil in deze roman de ontwikkelingsgang van een jongen tot volwassen man vol gen en zij doet dat op een wat pa thetische manier, die niet altijd aan sluit bij de psyche van de jongeman uit deze tijd. Het verhaal heeft iets geforceerds en over-literairs, waar door niet zozeer de probleemstelling als wel de uitwerking ervan wat aan de overtrokken kant is. Ergens maakt de roman de indruk van een sprookje en dat kan men niet zeggen van de worsteling van de jonge mens naar zijn volwassenheid. Al komen er goede passages in het boek voor, geheel beantwoorden aan de realiteit doet het niet. Daarvoor is het gegeven te theoretisch analy serend uitgewerkt. WIJ TZ'E HSI, KEIZERIN VAN CHINA: JOHAN FABRICIUS (Uit gever Leopold, Den Haag). De aartsverteller Johan Fabricius heeft het boeiende verhaal geschreven van een Chinese keizerin, die zich door wilskracht en diplomatie (men mag ook slimmigheid zeggen) een carrière opbouwt. Men maakt in dit verhaal kennis met het uit zijn mid deleeuwse droom ontwakende China, dat geconfronteerd wordt met de „barbaren", de mensen uit het wes ten, die het land willen openbreken en daar tenslotte in slagen. Fabrici us moet diepgaande studie van zijn onderwerp gemaakt hebben en hij verwerkte zijn gegevens tot een uit stekend leesbare en boeiende ro man, die men met veel interesse volgen zal. BLAISE CENDRARS: NEEM ME MEE TOT HET EIND VAN DE WE RELD: (Manteau, Brussel-Den Haag Grote Marnixpocket)Het boek be schrijft het laatste jaar van een hef tig levende 97-jarige actrice. Door de overdaad aan woorden krijgt ech ter niet iedere situatie de vereiste helderheid. De vrouw wordt tot ka rikatuur van dewellust terwijl haar gedragingen nogal modieus ver klaard zijn. Haar omgeving is gestof feerd met een reeks zielloos gebleven figuren die allemaal nèt niet nor maal zijn. Het overdadige en bizarre taalgebruik van de vitalist Cendrars werkt tenslotte dodelijk vermoeiend omdat het als het verhaal zelf hol blijft. (ADVERTENTIE) M VOUWLIJN M VOUWLIJN I I De Koninklijke marine, Postbus 22, Den Haag. Naam: Straat: Plaats:Leeftijd: verzoekt toezending informatiepocket. °057"6 l Dit is een bijzondere advertentie. Een vul-in, knip-uit, vouw-op, stuur-weg advertentie. En méér dan dat. Door middel van deze advertentie kun jij, jonge enthousiaste kerel, aantonen dat je iemand bent. Kun je bewijzen, dat het roer van de De Ruyter bij jou in veilige handen is. Of dat radio radar voor jou geen geheimen heeft. Of dat je meer weet van sonar, onder- waterakoestiek of kernvoortstuwing dan wie ook in je omgeving. Of dat, nou ja, dat je iemand bent die, een Verzeker je toekomst; Zorg dat je er ook bij komt! i i i i l i i i i fijn vak wil leren. Een goed salaris verdienen. Vaart en actie in z'n leven brengen. Iets voor jou? Zet de schaar in deze advertentie, knip 'm helemaal uit, vul de bon in, volg onderstaande vouw-aanwijzingen op en gooi hem daarna ongefrankeerd op de post. Wij zenden je dan een pocket vol foto's en gegevens over het solide, boeiende, vooruitstrevende bedrijf dat de marine is. Doen!!! Het kost niks, verplicht tot niets en je weet meteen een heleboel meer. Knip de advertentie langs de stippellijnen uiten vouw het geheel langs de aangegeven vouwlijnen in twee slagen verticaal naar achteren. Adreskaart, foto en coupon blijven dus naar boven. Vouw nu de advertentie horizontaal langs de vouwlijnen, zodat aan de bovenkant alleen nog de adreskaart zichtbaar blijft. Stop nu het ingevulde deel (de coupon dus) in de gleuf direct onder de foto zodat je een stevig, niet uit elkaar vallend mapje krijgt. Zonder plakken of frankeren kan het mapje nu op de post. Doe het direct even. Binnen een paar dagen heb je antwoord. I i I- I I I I I I I I I 1 I I I I I I I I I I I VOUWLIJN (Van een onzer verslaggevers) BRESKENS. „Men spreekt allerwegen over ontsluiting van het Westerscheldebekken. Daarmee bedoelen ze echter alleen Vlissingen-Oost en Terneuzen. Breskens is daar niet bij, terwijl we toch prach tig aan de monding van de rivier liggen. We kunnen hier in West-Zeeuwsch-Vlaanderen kleine industrie heel goed ge bruiken, niet alleen om onze dorpen bevolkt te houden, maar ook om er meer leven in te blazen, om ze leefbaarder te maken". Dat zegt burgemeester J. Eekhout van Breskens, tevens voorzitter van het Industrieschap Breskens, Groede, Schoondijke en Hoofd plaat. Met lede ogen zien hij en zijn collega-burgemeesters, dat op elke werkdag ver over de honderd mannen uit hun gemeenten de Schelde oversteken om in Vlis- singen en Middelburg hun kost te verdienen. Op dezelfde vroege morgens rijden ook de met pen delaars gevulde bussen in de rich ting van de kanaalzone. „Onze vrees is, dat op den duur een deel van hen zich in de plaats waar de werkkring is, zal gaan vestigen. Het zullen natuurlijk vooral jongeren zijn, die we kwijt raken. Dat willen we tegengaan door te zorgen dat er in de eigen woonplaats voldoende werk is. Het is echter een somebere affaire. In de paar jaar, dat het industrie schap bestaat, hebben we nog geen enkele industrie warm kunnen krijgen om hier neer te strijken. Voornaamste oorzaak is, volgens mij, de aarzeling, die overal in in dustriële kringen valt te bespeu ren om te investeren op plaatsen waar nog geen feitelijke industrie is gevestigd. Ik heb ook directies van industrie- en in de kanaalzone gepolst. Ook daarin zit echter, zeker voor de eerste tijd, weinig perspectief. Haar mening is, dat de mogelijk heden hier eerlang zeker zullen worden benut, maar de uitbreiding van de bedrijven gebeurt vanuit Terneuzen, de sprong naar hier maken ze niet. We zouden het ideaal vinden, wan neer zich hier toeleveringsbedrij ven voor die. grootindustrie aan de andere kant van Zeeuwsch- Vlaanderen zouden willen vesti gen. Ondernemingen met rond de honderd werknemers vinden we groot genoeg. Zo'n vier tot vijf jaar geleden zag het er voor ons nog allemaal aan trekkelijk uit. De minister van Economische Za ken die toen aan het bewind was, dacht ook aan Breskens, toen hij na ging waar in Zeeland industrie kernen met overheidssteun zou den kunnen worden gevestigd. Dat was een logische gedachtengang, omdat hier al sprake is van een eerste industriële aanzet. Het was voor ons een bittere ontgoocheling toen de minister plotséling een andere kijk op de zaak kreeg. Bres. kens viel af en in Zeeuwsch- Vlaanderen kreeg alleen Terneu zen de faciliteiten, ofschoon de minister wel erkende, dat geheel Zeeuwsch-Vlaanderen een ontwik kelingsgebied was. We, dat zijn Breskens, Schoondij ke, Groede en Hoofdplaat, hebben toen de handen ineengeslagen en hebben het Industrieschap gesticht Zoals gezegd, tot nu toe zonder re sultaat. Bij elkaar hebben we 8500 inwo ners. Ik heb van het begin af aan gezegd, dat het me niet interes seerde in welke gemeente een nieuwe industrie zou komen. De dorpen liggen zo dicht bij elkaar, dat er van pendelen toch geen sprake is. De werknemers kunnen tussen de middag toch de voeten onder eigen tafel steken. De stedebouwkundigen hebben, samen met de PPD en het ETI, de meest geschikte plaats voor een industrieterrein aangewezen". Die plaats ls ten oosten van de bebouwde kom van Breskens in de richting Nummer Een. Het voor industrievestiging aangewezen ter rein, waar thans nog het vee graast en de boer voren in het land trekt, is zestig hectare groot. Voor veertien hectare daarvan is een plan nader uitgewerkt als eer ste „nuttige ruimte", met straten, enz. Burgemeester Eekhout: „Een be langrijke voorwaarde om snel in dustrie te kunnen krijgen, dat heb ben ze ons ook op het ETI ge zegd, is, dat je het terrein zo kan aanbieden en dus ook in bezit moet hebben. Het indiustrieschap heeft daarom zes hectare in eigendom verwor ven. Maar wie komt er om? We hebben nu al voor zo'n vierhonderdui- zend gulden geïnvesteerd. Het is een beetje ontmoedigend, dat al die moeite tot de dag van vandaag tevergeefs is geweest. We kunnen advertenties plaatsen en aan de gemeentegrenzen borden neerzet ten, maar dat zijn allemaal van die kleine dingetjes. Moet je de boer op om fabrieken hierheen te halen? Probleem is, geloof ik, dat we hier nog niet aan „indu strieel denken" toe zijn". Burgemeester Eekhout is op zoek naar een uitweg uit de status quo waarin het gebied zich bevindt. Daarbij gaan zijn gedachten ook uit naar de mogelijkheid van con tact met Belgische industriële or ganisaties om ook Breskens be trokken te krijgen in wat dan ge zamenlijke projecten zouden zijn. Op ander niveau zijn er natuur lijk ook mogelijkheden. Zo is er die van een natuurlijke uitbouw van het in Breskens zo belang rijke visserijbedrijf, door bijvoor beeld het stichten van een viscon- servenindustrie. Op de lange duur wanhoopt burgemeester Eekhout niet, wat de toekomst van zijn en de omliggen de gemeenten aangaat. In het avondlijk donker ziet hij al de lichtjes van de nieuwe bedrijvig heid in Vlissingen en Terneuzen in het Scheldewater glinsteren. Hij is ervan overtuigd, dat die lichtjes steeds dichterbij zullen ko men, tot ook Breskens deel zat uit- maken van het industriële Schel- debekken. Het wachten duurt de heer Eekhout echter wel lang.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 9