DICTATORS
ZIJN DUUR
De berg die ze
hartgrondig
vervloeken en
hartstochtelijk
liefhebben
Ghana worstelt met erfenis
van zes jaar wanbeleid
Vertrouwen
Wanbeleid
DAGBLAD DE STEM
(Van een onzer verslaggevers)
ZINAL De berg die ze hartgrondig vervloeken en
hartstochtelijk liefhebben. Die over hun dorp heerst
als een verlichte despoot. Die hun zon elke dag voor
tijdig steelt, hun huizen bespringt en hun horizon voorgoed
heeft uitgewist. De berg heeft uiteindelijk toch gewonnen.
De berg kan wachten, hij heeft het eeuwig leven en weet,
dat er eens een moment komt, waarop het verlangen naar
zijn top de mens te machtig wordt. Het is een zachte, on
weerstaanbare stem, die de avonturiers naar boven lokt,
een zwoele wind, die hun geest verteert.
Veertig jaar geleden kwam er
een Duitser in het dorp, Karl Mül-
lener uit Frankfurt. Een vreemde
zonderling, die het diner op zijn ka
mer liet komen en zwijgend voor
het raam stond. De dag na zijn aan
komst verliet hij het hotel om half
zes 's morgens, grondmist halveer
de op dat moment de sparren ach
ter de kerk. Drie mensen hebben
hem nog gezien, hij droeg een rug
zak, een veldkijker en een bundel
touw. Hij liep in de richting van
de Weisshorn.
Zijn drie bruine koffers hebben
nog veertien dagen onaangeroerd in
zijn kamer gestaan, toen heeft de
waard de sloten verbroken en zijn
identiteit vastgesteld. Hij liet een
stille mis opdragen en heeft de naam
van Mullener op een foto van de
berg geschreven. Het portret hangt
nog steeds in de hal van het hotel,
achter het glas zijn de letters ver
bleekt, de Umlaut is geheel verdwe
nen. Zoals Müllener zelf.
fja hem hebben nog 22 mensen
hetzelfde spel van kat en muis met
de berg gespeeld, dertien keerden
halverwege op hun loodzware schre
den terug en werden met bevroren
voeten, vingers en wangen in het
ziekenhuis van Sion opgenomen. De
andere zijn voor het ijs gemummi
ficeerd en rusten in een sarcofaag
van eeuwige sneeuw.
Nu is het de beurt aan de 29-ja-
rige Régis Theijtaz en zijn 25-jarige
neef Florentin. Ze hebben tien jaar
lang hun kansen gewogen, ze hebben
de route honderden malen verkend,
ze weten nu, waar de dood zijn
strikken heeft gespannen.
Woensdagmorgen om zeven uur
zijn ze vertrokken. Marie-Joseph, de
blonde vrouw van Régis heeft hen
tot aan de rand van het bos ge
bracht, daarna heeft ze zich aan de
overkant van het dal in het bergsta-
tion van de kabelbaan achter een
telescoop genesteld. De rest van het
dorp wacht ademloos op het mo
ment, dat de twee mannen in hun
provisorisch bivak een krant in
brand zullen steken om te bewijzen,
dat ze nog leven.
De uren kruipen traag voorbij, de
sneeuw op de Weisshom glinstert
fel in de lentezon. Om twaalf uur
duiken de twee plotseling bij een
grillig rotsplateau op. Marie-Joseph
volgt hun bewegingen door het open
gesperde oog van de kijker. Régis
gaat voorop, Florentin hangt onder
hem aan het strakgespannen touw.
„Ik vind het een afschuwelijk ge
zicht", fluistert Marie-Joseph. „Ik
weet, dat er niks kan gebeuren. Ze
hebben zich jaren op deze tocht
voorbereid, ze zijn getraind, ze zijn
jong, maar toch. Ik zag Régis net
op een richtel staan. Misschien tien
centimeter breed. Onder hem de af
grond. Vijf-, zeshonderd meter. Eén
misstap en Florentin sleurt hem
mee de diepte in.
Misschien is het alleen het gevoel
van machteloosheid, dat me zo de
primeert. Je weet, dat je niks kunt
doen. Alleen maar kijken: je ziet
je man, hij lacht, hij vloekt. Hij
klimt een meter, zakt weer een hal
ve meter. Ik denk, dat ik straks
naar huis ga. Ik hou het niet meer
uit".
Om vijf uur zakt de zon in de
trog van bergketens en wordt Zinal
razendsnel door de duisternis inge
sponnen.
Régis en Florentin zijn op dat
moment nog 600 meter van de 4512
meter hoge top van de Weisshorn
verwijderd; de piloot van een sport-
vliegtuig, die een half uur rondom
de bergbeklimmers heeft gecirkeld,
laat de foto's circuleren, die hij
gemaakt heeft. Ze zijn nog nat. Ré
gis glimlacht onder zijn valhelm, de
mond van Florentin hangt half open,
de touwen kronkelen om hun licha
men; ze lijken op de figuren uit
de Laokoön.
Tegen acht uur verzamelt het dorp
zich op een wei achter de ijsbaan.
De nacht heeft de bergen en de
lucht nu definitief onder één noe
mer gebracht.
Kijkers tasten de onzichtbare berg
af, niemand heeft de lust om te
praten. Dan roept er één: „Daar,
rechts!". Het is drie minuten over
acht. In de donkere modderpoel van
de avond gloeit een vlam, een
vuurpijl klimt sidderend de hemel
in.
Er gaat een gejuich op, Marie-
Joseph wordt omhelsd, de burge
meester steekt een verse pruim in
zijn mond en roept: „Het is een
onleesbare krant, maar hij brandt
goed".
Twaalf uur later zit Marie-Joseph
weer achter de telescoop. De twee
mannen hebben hun bivak al verla
ten en zijn nu op weg naar de top.
Ze drijven de ijzeren pinnen in de
rotswand, kleven als gemzen tegen
de stenen.
Iedereen verdringt zich om de te
lescoop, iedereen wil de helden zelf
zien. Ze balanceren op de top, ieder
aan een kant van de rood-witte vlag.
Dunne dwergen op een wolk van
sneeuw. Een goddelijk gezicht, zo
meent de burgemeester. Hij laat een
krat bier aanrukken en heft met het
glas in zijn trillende hand een lied
aan, dat bol staat van krimpvrij
nationalisme. Er wordt gedanst en
gedronken. Zinal heeft de berg be
dwongen: David viert zijn overwin
ning op de reus.
Honderden meters hoger beginnen
Régis en Florentin nu aan de af
daling. Nog één nacht zullen ze op
de kale berg moeten overnachten
het zal de afschuwelijkste nacht op
hun tocht worden. Ze hebben het
plan om via de oostflank van de
berg naar een schuilhut te zakken,
maar op het moment, dat Régis een
touwbrug over een kloof slaat, grijpt
een sneeuwlawine de koorden en
wordt hij 100 meter meegesleurd.
Zijn leven hangt op dat moment
alleen nog aan de dunne draad, waar
mee hij met Florentin verbonden
is.
Om vijf uur zitten ze nog steeds
op een plateau, nauwelijks zestig
meter onder de top. Het sportvlieg-
tuig zeilt Weer om hen heen. In de
kijker schrompelt het ineen tot een
radeloze bromvlieg.
En weer valt de avond. In het
hotel repeteert de fanfare voor de
huldiging, tamboers en pijpers be-
-J'
Een vriendelijk plakkaat in het dorpshotel.
NACHT
KAL
(Van een correspondent)
Bepaalde niet onbegaafde leiders van jonge staten stijgt
blijkbaar liun succes als strijder voor de onafhankelijkheid
naar het hoofd. Zij verliezen zich in politieke dagdromen en
wanen zichzelf geroepen als leider over eigen en tal van andere
jonge naties.
NKROEMA
betekent tientallen jaren sober leven.
De mens is kortzichtig en kort van
geheugen: nu men in Ghana gebukt
gaat onder de versoberingen, vergeet
men dat de schuld van de ellende bij
de afgezette dictator ligt. De nieuwe
heren hebben bij het volk niet het
aanzien dat de fascinerende Nkroema
de grote bevrijder, genoot. De massa
ziet de huidige machthebbers eerder
als wrede verstoorders van de groot
se plannen om Ghana tot een leidende
industriestaat in Afrika te maken.
Nu moeten zij het beleven dat dit
plan niet doorgaat en dat hun land
elders steun gaat zoeken. Gedurende
de zes jaren van Nkroema's regering
hoorde het volk dag in dag uit ter
men als „het Afrikaanse socialisme",
en scheldtirades op de neo-kolonia-
listen en imperialisten.
Deze fraseologie van Nkroema heeft
weinig sporen nagelaten, want de
Ghanees is een rustig, wat gemak
zuchtig mens, die graag van het goe
de van het leven geniet. Daarom is
het begrijpelijk dat de westerse lan
den die trouwens na de val van
de dictator financieel heel wat voor
Ghana gedaan hebben bij het volk
veel sympathie genieten.
Natuurlijk heeft dit een schaduw
zijde: de Ghanezen zijn licht geneigd
om al te veel vertrouwen te stellen
in de hulpvaardigheid van het wes
ten, zonder zichzelf in te spannen.
De economische situatie is bepaald
moeilijk. Nkroema had een schijn
welvaart opgebouwd, doordat hij de
bedrijven dwong meer personeel in
dienst te nemen dan nodig was. De
vervoersondernemingen van de over
heid hebben bijvoorbeeld per autobus
zegge dertig man in dienst, terwijl
men in het westen met vier personen
uitkomt. Maar kan de nieuwe rege
ring in Ghana het zich permitteren
om zo'n overbezetting zonder meer
tot normale verhoudingen terug te
brengen?
Ghana's overspannen industriali
sering zal tot zeer bescheiden propor
ties teruggebracht dienen te worden.
In de agrarische sector liggen grote
mogelijkheden. De export van cacao
is zeer bevredigend, maar bet is on
verantwoord dat een zo rijk geze
gend land als Ghana nog een vijfde
van zijn voedsel moet importeren.
stellen opnieuw bier om hun luid
ruchtige bedoelingen te synchronise
ren.
Om acht uur gaat op het plateau
de tweede krant in vlammen op.
De burgemeester belt naar Zrimentz
en zegt, dat het feest is uitgesteld
tot vrijdagavond. Neen, de mannen
zijn gezond, ze hebben alleen wat
pech".
Vrijdagmiddag komt het verlossen
de telefoontje uit de schuilhut. Régis
brengt hijgend verslag uit: een ont
velde knie, wat last van tranende
ogen. En de helft van hun uitrusting
is zoek. Voor de rest is er geen
vuiltje aan de lucht.
De tamboers gespen de trommels
vast om. De burgemeester ijsbeert
door de gang en repeteert staccato
het heldenepos, Jat hij straks over
zijn burgerij zal uitstorten. Marie-
Joseph heeft haar lichtblauwe zo
merjurk aangetrokken, de hotelier
slaat uit voorzorg een nieuw vat
bier aan. De schemering valt al,
wanneer een koerier het hotel bin
nenvalt met het bericht, dat de
mannen in aantocht zijn. Het laat
ste stuk hebben ze skies onderge
bonden en ze kunnen nu elk ogenblik
arriveren.
Op de wei wacht Zinal eerbiedig
op haar grote zonen. Als ze om
de hoek verschijnen struikelen vier
grijsaards naar voren en hijsen
Régis en Florentin op de brekelij-
ke schouders. De pijpers blazen hun
voldoening klagelijk de hemel in, de
postbode, die de tuba bespeelt heeft
een sonore fanfarestoot in gedach
ten, maar het bier speelt hem par
ten.
De vreugde slaat als een vlam
door het dorp: de burgemeester
heeft zich op het blakon gehesen en
spreekt de mannen toe. Hij is pre
cies 48 miputen ,,aan het woord en
het gebaar is Rus'niet denkbeeldig,
dat de bergbeklimmers hun avontuur
alsnog met enige bevroren ledema
ten zullen moeten bekopen. Dan
komt de erewijn, het erebier, de ere-
schnaps. Het is nu een kwestie van
alcohollen of stilstaan geworden.
Camera loopt, roept een televisie-
reporter en hij tilt zijn hete hang
ijzer naar de gebarsten lippen van
Régis.
„Hoe is het gegaan, wat is er ge
beurd?"
Régis haalt de schouders op. Hij
heeft een baard van drie dagen en
kan zo op als zwijgende figurant in
de passiespelen. Na lang aarzelen
zegt hij: „Het is wel goed gegaan".
Het dorp juicht. Het dorp zingt.
Het dorp drinkt. „Hoe was het
om op de top te staan?" schreeuwt
de reporter. „Het was wel fijn",
zegt Régis. „Ja, het was wel fijn".
Weer juicht het dorp. De postbode
heeft zijn tuba neergelegd en giet
haastig twee glazen wijn in zijn
brandend keelgat.
Vijf uur later loopt hij arm in arm
met de burgemeester door de dorps
straat.
Hii barst van vreugde. Terecht,
naar mijn smaak, want het komt
niet elke dag voor, dat hij 'n berg
bedwingt.
Régis voor zijn tocht naar de top van de machtige reus.
Vanzelfsprekend is hun economi
sche beleid gericht op vlagvertoon.
Soekarno levert een klassiek voor
beeld van zo'n leider, die alle besef
van de economische werkelijkheid is
ontgleden. De begaafde ex-dictator
van Ghana, dr. Nkroema, heeft veel
gemeen met Indonesiërs voormalige
leider. Beiden hadden in eigen land
bet aureool van bevrijder. Beiden gol
den tot ver buiten hun land bij velen
els politiek idool.
Nkroema's invloed was speciaal bij
de meest links georiënteerden onder
de Afrikanen groot. Velen in het
zwarte werelddeel meenden dat het
betrekkelijk kleine Ghana, ruim 7
ma'l groter dan ons landje, maar
Het slechts acht miljoen inwoners,
onder Nkroema geroepen was tot lei
derschap onder de zwarte naties.
Nkroema's wanbeleid op financieel
n economisch gebied was oorzaak dat
ïote ®(oep .militairen op 24 februari
de leider ten val bracht, juist
bezoekrnomen' da' deze an Peking op
Zo sio0t Ghana, het eerste Afri-
?)se 'ancl dat onafhankelijkheid
mm.8, op spectaculaire wijze de
af pe van z'j.n nationaal bestaan
®roeP militairen, de nationale
afkJ} ngsraad (NLC, een Engelse
want de officiële taal is
iA beeft sindsdien getracht het
St asturen en vooral zoveel mo
dél» 'e scheppen in de finan-
Nkr„« economische chaos, die
het'®8®, eerzuchtige politiek aan
?ebracht r'''k0 'and heeft toe-
bewiiv? twee, jaren dat het nieuwe
land w»taM 1 roer is- heeft het
ven in h ,T6r vertr°nwen verwor-
de wevoMK kitenland, met name bij
"Mnterai™ f ,jeninhet internationale
ders ziir, ontls- °e militaire regeer-
berinvoerino°mentee' *lezig mel een
wind. van een burgerlijk be
de deels2»,-!16' moeiüjk zijn om bij
!e» hewin t. ,g ÏÏtwikkelde Ghane-
"igingen dl» voor de hezui-
k® zi.in om d°g ]arenlanS nodig zul-
ui' de daern en0l'mc schuldenlast
ie delgen president Nkroema
4es jaar prestigepolitiek
U hoeft heus niet de top te bereiken. Ook in de lager gelegen gebieden,
zult u voldoening hebben van een klim- en wandeltocht,
Vermoeid, maar voldaan zijn ze teruggekeerd: Régis en Florentijn. Marie-Joscpii heeft hen trots en ontroerd
ontvangen,