ASTEROÏDE ICARUS NADERT DE AARDE Beeldtelefoon wordt verder ontwikkeld Gemechaniseerde maatschappij Robot helpt bij atoom rampen perspectief Transplantaties worden door inplantbaar kunsthart overbodig ONVOORSTELBAAR HOOG TEMPO... CONTACT DOOR TELEVISIE Geen gevaar voor botsing WERKING OP BRANDSTOFCEL Plastic KANS NIET NODIG Steun CONTROLE EXPERIMENT 1231.- over ijk. Achterstand 20 ==3 DAGBLAD DE STEM Binnen vijf jaar zal er een volledig inplantbaar kunsthart worden ont wikkeld, dat zijn energie betrekt uit de spijsvertering in het lichaam en de ingeademde zuurstof. Dit is voorspeld door dr. Frank Hastings, een voor aanstaand onderzoeker van het Ame rikaanse nationale hartinstituut. De ontwikkeling van het kunsthart wordt mogelijk gemaakt door een revolutionaire brandstofcel, die thans in het laboratorium van dr. Hastings wordt beproefd. De brandstof cel zal elektrische ener gie voor het kunsthart leveren door zuurstof uit het bloed en suiker, die door de spijsvertering wordt gevormd te verbranden. Bij experimenten zijn met de brandstofcel al bijzonder hoopgevende resultaten geboekt. Vol gens dr. Hastings zal het kunsthart een definitieve oplossing kunnen brengen voor de miljoenen nieuwe hartpatiënten, die er elk jaar bij ko men. Het kunsthart zal harttransplan taties, waarmee toch altijd maar een betrekkelijk klein aantal mensen zou kunnen worden geholpen, overbodig maken, aldus dr. Harris. De brandstofcel die bestaat uit een poreus maar stevig, gelei-achtlg plas tic, zou in de aorta de voornaamste ader van het lichaam moeten worden ingeplant, op de plaats waar het bloedvat normaal verbonden is met het natuurlijke hart. De elektrische energie van de cel stroomt dan naar het nabijgelegen kunsthart, dat van stevig maar soepel siliconenrubber is gemaakt en bekleed met een laagje levend weefsel uit een van de been aderen van de patiënt. De energie-voorziening is het grootste probleem bij de ontwikkeling van een kunsthart, aldus dr. Harris. In het instituut wordt ook gewerkt aan iets dat populair een „atoomhart" zou kunnen worden genoemd. Hier bij wordt de energie voor het kunst hart betrokken van een radioactie ve plutonium-isotoop, die in het li chaam wordt ingeplant. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met de Amerikaanse commissie voor atoomenergie. Volgens dr. Hands heeft de brandstofcel bepaalde theo retische voordelen op de plutonium- bron, met name een potentieel grotere veiligheid. De ontwikkeling van kunstharten is slechts één van de vele activitei ten van het Amerikaanse hartinsti tuut. Per jaar wordt aan diverse on derzoekingsprojecten 30 miljoen gul den uitgegeven. De asteroïde Icarus, een rotsblok met een middellijn van bijna een kilometer, ijlt sinds enkele weken met een snelheid van tiendui zenden kilometers per uur in de richting van de aarde. Astrono men hebben uitgerekend dat de hemelzwerver onze planeet om streeks 14 juni rakelings zal pas seren. Maar rakelings is naar astronomische begrippen nog al tijd een slordige zes miljoen kilo gen dan ook dat er absoluut geen meter en de sterrenkundigen zeg- gevaar voor een botsing is. Icarus is één van de ongeveer 1500 asteroïden, die in de meest uiteenlopende banen door ons zon nestelsel wentelen. Zij variëren in grootte van enkele honderden me ters tot bijna 800 kilometer. De sterrenkundigen vermoeden dat het stukken zijn van een planeet, die in de vroegste dagen van de schepping ergens tegenaan botste en uit elk aar werd geslagen. Dit vermoe den werd gesterkt door een opval lende „leegte" tussen de banen van Mars en Jupiter, die echter door opvallend veel asteroïden wordt doorkruist. Icarus is genoemd naar de Griek se mythologische held, die zich met zijn zelfgemaakte vleugels van ve ren en was zo dicht bij de zon waagde, dat de was smolt en de koene vlieger in zee stortte. De as- teroide werd in 1949 bij toeval ont dekt. Astronomen berekenden dat Icarus een sterk elliptische baan volgt, waarvan het ene punt op 29 miljoen kilometer en het andere op 294 miljoen kilometer afstand van de zon ligt. De omlooptijd om de zon bedraagt 409 dagen, maar de asteroïde komt slechts eens in de 19 jaar in de buurt van de aarde. Op 2 mei is Icarus het dichtste punt bij de zon gepasseerd en hij Is dus nu langs de aarde weer op weg naar zijn verste keerpunt in de bui tengewesten van het zonnestelsel. Het is al sinds 1957 bekend dat Icarus tussen 14 en 15 juni de aar de dicht zal passeren. Een jaar ge leden kwam de asteroïde echter pas in de publiciteit, toen enkele onder zoekers in „Scientific American" de vraag opwierpen of er misschien gevaar voor een botsing bestond. Op grond van baanberekeningen kwa men zij tot de conclusie dat die kans uiterst klein is, maar ze zei den er bü, dat asteroïden zich soms grillig gedragen en dat je nooit kunt weten. Om alles nog wat verontrustender te maken, gingen deskundigen zoge naamd voor de grap eens uitre kenen hoe hard een botsing tussen de asteroïde en de aarde zou aan komen. De uitkomsten varieerden van enkele tot tientallen waterstof bomexplosies. Natuurlijk werden daarop verschillende bizarre vereni gingen opgericht, die het einde van de aarde voorspelden. Een Brits parlementslid eiste van de regering garanties, dat er geen botsing zou plaatshebben en hij kreeg die ook. Deskundigen stelden voor desnoods een ruimtevaartuig met een atoom bom naar de asteroïde te sturen om deze op te blazen. Maar het zal niet nodig zijn. De astronomen zijn ervan overtuigd, dat Icarus ons op veilige afstand zal passeren. Maar ze zullen hem wel nauwkeurig met telescopen en ra dar in liet oog houden, want ten slotte komt er niet elke dag zo'n geheimzinnig rotsblok uit de diep te van de ruimte bij ons langs. De volgende gelegenheid komt pas in 1987. Mogelijk zullen dan ruimte vaarders het miniatuur wereld je kunnen bezoeken- Tekeningen, kaarten, schema's en zelfs foto's kunnen worden over gezonden met de beeldtelefoon die is ontwikkeld door de Bei-I Teiephone- laboratorla. „Spoetnik" noemen de mensen van het Westduitse centrum voor kernonderzoek in Karlsru he schertsend dit kniehoge ve hikel, dat op afstand wordt be stuurd om radioactieve straling te meten op plaatsen waar zich een ongeluk met bijvoorbeeld een kernreactor heeft voorge daan. De robot reageert op ra diosignalen en meldt al zijn be vindingen aan een commando post. Zodra er alarm is geslagen snelt het voertuigje naar het rampgebied, waar het de „hete" plaatsen markeert door het af werpen van opvallend gekleur de metalen plaatjes. De „Spoet nik" maakt deel uit van een „kerntechnische hulpcolonne", die sinds 1964 op initiatief van het Westduitse ministerie voor wetenschappelijk onderzoek is opgebouwd en ook bij nucleaire ongelukken in buurlanden in ac tie zal komen. Het robotwagentje heeft drie miljoen gulden gekost. Verder behoren tot de rampcolonne vijf grote opbouweenheden voor vrachtwagens en spoorwagons, waarin al het noodzakelijke ma teriaal, zoals plakband voor het afdichten van besmette ruim ten, speciale kleding, douches en een laboratorium is onderge bracht. Verder is er een automa tische bulldozer, die, op afstand bediend, puin kan ruimen in be smet gebied. Nadenkende Amerikanen en Europeanen maken zich steeds bezorgder over de organisatie van het maatschappelijk leven en de invloed die daarop wordt uitgeoefend door ontwikkelingen, die buiten hun controle vallen. In Amerika wordt de laatste tijd vooral veel gediscussieerd over de massa communicatiemiddelen, die het individuele denken overspoelen en over het verloren gaan van het individu in een moderne technologische maatschappij. In New York werd onlangs een symposium gehouden over „De Sys- temenmaatschappij", waaraan in het maandblad „The Conference Board Record" uitvoerig aandacht werd besteed. Professor Sterling McMurrin, de hoogleraar in de filosifie aan de universiteit van Utah, interpreteer de het dilemma als een keus tus sen „een maatschappij waarin de doelstellingen worden beheerst door menselijke waarden" (intellectuele, geestelijke en morele vrijheid, indi vidualiteit, oorspronkelijkheid en spontaniteit) en „een orde waarin de doelen worden vastgesteld door onze technieken, onze methoden van effectieve manipulatie onze ge automatiseerde en gecybernetiseerde technologie en onze behoefte en vraag naar efficiency en organisa tie". Professor McMurrin weigert de leerstelling van ..et historisch deter minisme te aanvaarden, die staande houdt, dat de „technieken van de hoogontwikkelde sociale en indus triële beschaving van Europa en Noord-Amerika nu een soort struc tuur, logica en kracht uit zichzelf bezitten". McMurrin pleit voor een heroriëntatie op het gebruik van onze technologie om oplossingen te vinden, die het individu weer in het centrum van de door hem gecre- eerde mechanische wereld plaatsen. „Ons probleem zit niet in onze machines, maar in onszelf Onze grootste bedreiging is dat wij ons zelf in machines zullen veranderen. Onze beste kans om deze catastro fe te vermijden is meer kennis van onszelf als individuen en als sa menleving te verzamelen en niet een 'jdel en vaag verlangen naar een eenvoudiger wereld." De voorzitter van de raad van be- jmVan de American Telephone and Telegraph, H. I. Romnes, steun de de stelling van professor McMur rin door te benadrukken dat mo- ,™e, technische systemen, „geen w Jsheid uit zichzelf bezitten, maar «lui!1 de wijsheid of het gebrek aan „'jsheid van hun makers weerspie gelen. Ze zullen blind en doof blij- en voor de behoeften en wensen n menselijke wezens als ze niet et menselijk begrip worden ont worpen en gebruikt". lJu8 M°rison. een historicus van «et Massachusetts Institute of Tech- hotoF' -Zla' 6611 diepere filosofische netekenis in computersystemen. „Om- dnn, 6 .con}Pater alleen maar werkt ker nmm F'e',stelt hij zijn ma- mens iFrn'k dfc vraag wat de er vnJï'a comPuter kan de mens zichzelf ?e eejSte keer toe dwingen om n! ï6 onderz°eken, niet alleen ook wat 's' maar doet en v-(?et' waarom hij het noet en wat hij wil doen." Miller deelt de vrees voor com puters niet, maar ziet er integen deel zeer positieve taken voor weg gelegd, zoals bijvoorbeeld de strijd tegen de armoede in Amerika. „Als we doelmatige plannen willen opstel len, moeten we meer weten over de omstandigheden en de onvermogens van de armen en over de dingen, die wij hun moeten geven om een volwaardige plaats in de maatschap pij te verwerven. Systeemanalyse kan ons een veel duidelijker inzicht geven in allerlei belangrijke facto ren, zoals vereiste vakbekwaamheid en opleidingsmethoden. Zolang wij het' probleem niet in zijn totale omvang overzien, kunnen we niet meer dan uiterst schamele pogingen en onbetekenende resulta ten verwachten, aldus Miller. Hij komt tot de conclusie dat de „sys- temenmaatschappij" ons de hulpmid delen biedt doelmatig onze plannen op te stellen en dat we nu „de macht bezitten als we tenmin ste leren deze te gebruiken om het pantser van de sociale apathie de berusting in eeuwenoude mis standen en het laten voortbestaan van de wijde kloof tussen onze hoop en de werkelijkheid te doorbreken". In Amerika is een verbeterde beeldtelefoon ontwikkeld, die de ge bruikers in staat stelt elkaar zowel te zien als te horen. Het apparaat heet Picturephone-2 én is een nieuwe versie van de Picturephone-1, die al sinds 1964 in experimenteel gebruik is. De Picturephone is een door de Bell Telephone-laboratoria ontwikkeld prototype voor 'n later op de markt te brengen beeldtelefoonsysteem. Het nieuwe apparaat bestaat uit drie eenheden, die op een bureau kunnen worden geplaatst: een visuele eenheid, een druktoetsen-telefoon en een klein bedieningspaneel. De visuele eenheid bestaat uit een televisieschermpje van 13 bij 12,5 centimeter, dat draaibaar op een voetstuk is bevestigd. De druktoetsentelefoon is van een standaardtype, dat in de Verenigde Staten steeds meei gebruikt wordt. Het toestel heeft ir plaats van een kiesschijf twaalf druktoetsen. Ge koppeld aan de Picturephone kan het toestel zowel voor normale tele foongesprekken als voor het openen van een beeldtelefoonverbinding ge bruikt worden. De derde eenheid, het controlepa neeltje, heeft vier knoppen en vier druktoetsen voor het regelen van het geluidsvolume, de helderheid van het beeld en de brandpuntin stelling van de televisiecamera. Op het paneel bevindt zich ook een mi crofoon. De camera kan worden ingesteld op afstanden van 30 centimeter, één meter en zeseneenhalve meter. De laagste afstandsinstelling maakt het mogelijk een groothoekbeeld uit te zenden van bijvoorbeeld een kan toorruimte of een groep mensen. Voor normaal gebruikt, zoals het voeren van gesprekken, wordt de éénimetermstelling gebruikt. De clo- se-up-instelling is bedoeld voor het overzenden van beeldmateriaal, zo als grafieken en tekeningen. Als de close-up-instelling wordt ge bruikt draait een kleine spiegel on der een hoek van 45 graden om laag om beelden van documenten op het bureau in de lens te weer kaatsen. De gebruiker kan ook een „eigenbeeld"-instelling kiezen, zodat het beeld op het scherm hetzelfde is als wat wordt uitgezonden. Op die manier kan hij tekeningen en ander materiaal zodanig voor de ca mera leggen, dat ze het beste beeld geven. Het controlepaneel maakt het ook mogelijk de uitzending van een beeld te stoppen of de microfoon uit te schakelen. De overgang van groothoek- op close-up-beelden wordt mogelijk gemaakt door een elek tronisch gestuurde camerabuis, die zich automatisch instelt op de heer sende verlichtingsomstandigheden en die zelfs bij slecht licht heldere beelden geeft. Het eerste grote experiment met de beeldtelefoon voor dagelijks be drijf, zal in september beginnen, als de Westinghouse elektriciteitsmaat schappij 28 toestelle in zijn hoofd kantoor in Pittsburg en 12 toe stellen op een vestiging in New York in gebruik neemt. Drie maanden lang zullen de personeelsleden van de Westinghouse-elektriciteitemaat- huis en tussen de twee steden in woord en beeld kunnen bereiken. terlijk suggereert robuuste kracn» deAFoTd j?Sler'Vice-voorzitter van da mensS/ Coi?Pany gelooft dat moder„„ t 3 P "Ochterstand" op de schuilt in ec noIogle voor een dee] het doel en hJt Fd-,begrip van computer «p, gebrull! van de k°mst, waari^^r™ Zien een toe" Wensen ^bssingen niet door maar door W?rden gnomen, host dooi een V,mPa- of op zij" met commitl™ v mensen, die veronderstellen dat" 6"" Anderen georiënteerde maf l" tet!hnol°grsch 'een bezig zal a a ppiJ zich al" men, die kn„r, met Proble- hracht tot getallen word?n, terugge- hekommeren om r Zlch niet za' schatbare waa?d ?mentele en on" me' vrijheid en Vo0UeM"WUaliS- wWPueterStdlchtf tegenover dat de "PParaat i.I. elektronisch Wensen en dat 'n ™tTikkeld door Sen aan de men ro'g ls onderwor- ae menselijke wil. Onvoorstelbaar is het tempo, waar mee geheugencellen van grote com puters werken. Een „bewerking" duurt een microseconde, dat is een miljoenste seconde. Binnenkort zal het twee keer zo snel gaan als de computergeheugens worden opge bouwd uit nog kleinere magnetische ringkernen. Tot nu toe hebben deze ringkernen een middellijn van ongeveer 0,5 mil limeter. Binnen enkele jaren zullen ze echter worden vervangen door kernen met een middellijn van slechts 0,35 milimeter. De foto toont in meer voudige vergroting 1000 van deze zeer kleine geheugenkernen in een gla zen kolfje van 2,5 centimeter lengte. Ter vergelijking werden er ge droogde erwten naast gelegd. Veer tigduizend geheugenkerntjes wegen een gram.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 17