Het wachtwoord
Oorlog dreigt
nog steeds
in M.-Oosten
Kabouter
Pinkie
Imgard en de inbreker
Het spook
Wiplala
VERJAARDAG JUNI-OORLOG
DE VAAS DIE
KON PRATEN
Vierde ronde
-i
Hardere houding
Sympathie
Voor jou, m'n dochter...
omdat je met glans
door die lastige studie
bent gekomen.
Omdat ik weet dat
je heel wat pleziertjes hebt
moeten missen.
En omdat moeder
en ik gewoon een beetje
trots op je zijn...
voor jou een Certina
Opdat jij je dit succes
nog vaak zult herinneren.
En weet dat we altijd
aan je denken...
CERTINAÖ
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 5 JUNI 1968
In het huis waar Ferdinand, de grote zwarte kater leefde, gebeur
den schokkende dingen. Er werden muren gesloopt, zodat de brokken
puin om Ferdinands spitse zwartfluwelen oortjes vlogen; er werden
leidingen gelegd en buizen aan elkaar gelast tot de vonken spatten
en zijn dikke vacht schroeiden; er werd geverfd met witte en parel
grijze verf die op Ferdinands haren plakte en door zijn rasperige tong
niet weggelikt kon worden. „Donderop rotkat!" vloekte de stucadoor
en smeet Ferdinand een hamer naar zijn kop. De hamer miste Ferdi
nand maakte de zwarte spleetjes in zijn ogen heel smal en ging in de
kamerhoek naar de stucadoor zitten kijken. „Dat kreng werkt op je
zenuwen", zei de schilder en hij deed een uitval met zijn verfkwast
naar de kamerhoek. Maar de opgeheven poot van Ferdinand kal-
merde hem: hij draaide de kat de rug toe en ging voort met schil
deren. De man die buizen en leidingen voor de centrale verwarming
aanlegde, brak de vloer open, hurkte in het gat en kroop onder de
planken. Ferdinand rekte zijn nek om vanuit de kamerhoek te zien,
wat de man deeddit was het interessantste wat een kater kon mee
maken, een hol binnenshuis.
Overdag waren de werkmannen
de bazen in de kamers; maar als de
Hok 's middags vijf uur sloeg, lie
ten ze de boel zoals het was en ver
dwenen. Dan kwamen de mensen
die in het huis woonden weer uit
hun schuilhoeken te voorschijn, uit
de keuken uit de garage en van de
zolder. Ze troostten elkaar met te
zeggen: „het schiet al op" en „nog
maar een paar weken", en „kom
kom, er zijn wel erger rampen!"
Dan kwamen de kinderen uit
school en zij sprongen rond tussen
de rommel en riepen: „Wat een fijne
troep!"
Het was vijf uur. De werkmannen
lieten de rommel liggen zoals het
lag en vertrokken. Eén minuut over
vijf sprong Ferdinand in het hol on
der de vloer. Het huis was vijftig
jaar oud en in al die vijftig jaren
had nooit iemand de vloer openge
broken. Tussen de warwinkel van
buizen hingen spinnewebben die
doorbogen van het stof. Ferdinands
snorren trilden van spanning, de
spleetjes van zijn ogen werden wijd
en diep, de haren van zijn rug en
nek stonden als borstels overeind.
Wat een machtig hol! En dan te
denken, dat hij hier altijd rustig
overheen had gelopen, niet besef
fend welk een afgrond onder hem
gaapte!
Ferdinand verkende de onder
aardse ruimte tot in alle hoeken.
Toen nam hij even contact op met
de kinderen die op de grond lagen
en door het gat naar beneden pro
beerden te kijken maar in het don
ker niet konden zien. „Hoeioei! Ik
schrik me dood!" riep de een. „Ha
die Ferdinand! Ik lach me ziek!",
riep de ander.
„Wat^ is hier te schrikken en te
lachen?" deed de kater verontwaar
digd, maar ach, hij kon niet weten
hoe belachelijk hij eruit zag! De
spinnewebben hadden zich aan zijn
snorpunten gehecht, zij hingen tus
sen zijn oren en bedekten zijn kop
als een sluier.
De vloer bleef enkele weken open
liggen. Elke avond om vijf uur be
trok Ferdinand het hol. Hij voelde
dat dit zijn plicht was; vanuit deze
geheime spelonk bewaakte hij het
huis. Het was niemand toegestaan
hier binnen te komen, hij zou on
middellijk worden weggeblazen, ge
beten, gekrabd. Behalve wanneer de
indringer het wachtwoord kende.
Jazeker, Ferdinand had voor dit
geheime onderkomen een wacht
woord bedacht: VIJF.
Hij had de VIJF gekozen omdat
de werkmannen dag-in dag-uit spra
ken over vrijetijdsbesteding na VIJF
dagen werken, en elke dag verlan-
f?.™, mtzagen naar de klok van
vut: en omdat hijzelf, sedert het
f°A ge°Pend was' nauwelijks op de
Mde slag van de klok kon wachten,
«fl bedacht dat degene die zijn on-
«f. ïmen, wHde betreden, samen
met hem het wachtwoord moest ma-
ken: bijvoorbeeld twee en drie is
vut of vier en een is VIJF.
Soms zijn de mensen hardleers,
ar soms zijn ze wel eens vlug van
ZïiHet.,spel met het wacht
woord leerden ze vrij vlug. „Ferdi-
hpnoa' UjP kleine jongen naar
few f-°°r het gat in de vloer-
Wezip^o Ti ,deed of hii niet aan"
ripna" m hinnen hoor!",
«afzd4kengen- E" hij liet Zich in het
.FAUW". ^i Ferdi-
d duidelijk en afgemeten. Het
jongetje had zijn koetsiersfluitje en
blies „SJRIET, SJRIET, SJRIET!"
„Rongrong", snorde Ferdinand gast
vrij. Want twee en drie is VIJF,
nietwaar?
's Avonds graaide de lange en
slanke arm van de vrouw door het
gat naar beneden. „Kom Ferdinand,
eten. En eventjes de tuin in jongen,
we kunnen geen viezigheid onder
de vloer gebruiken!"
„MAUW!", eiste Ferdinand streng.
„Kom nou!", riep de vrouw onge
duldig.
„MAUW!", beval hij.
De vrouw was zo goed niet of ze
antwoordde: „POES, POES, POES,
POES!". Rongrong, ik kom. Want
een en vier is vijf. Nietwaar?
Triptriptrip. Terwijl Ferdinand op
wacht zit waagt iemand zich in het
onderkomen. Een vreemde indrin
ger. „Halt!" gromt het in Ferdinands
keel. Dit wordt een groots en be
slissend moment.
„MIAUW, MIAUW, MIAUW,"....
Nu afwachten. Is dit vriend of vij
and? Zal het antwoord voldoen of
niet?? Na een ogenblik van intense
beklemmende stilte, klinkt het ver
lossende antwoord: „PIEP, PIEP!"
De spanning ebt weg uit de kater
die zich zacht op zijn ingetrokken
pootjes neerlaat en zijn zwarte vacht
om zich heen plooit: „Rongrong, kom
binnen." Drie en twee is vijf, niet
waar? Een muisje komt binnen,
kijkt naar de poes en buigt diep.
„Goedepiep, opperste commandant
van dit geheime onderkomen, ik zal
u niet verder storen in uw verdedi
gingswerken, welterusten, goede
piep. En weg is de muis.
Ferdinands bekje zakt open van
verbazing. Voor het eerst van zijn
leven heeft hij een muis niet ter
stond herkend, ofschoon het bij de
eerste piep al duidelijk had moeten
zijn wat voor vlees hij in de kuip
had!!
„Het is niet goed dat men zijn ge
voel laat beheersen door de getal
len," denkt Ferdinand.
Hij springt uit de spelonk, schudt
de spinnewebben van zich af en laat
de sommen onder de vijf uit zijn kop
rollen. Hij duikt in elkaar om de
muis te bespringen.... maar de muis
die weet dat twee en twee vier is
en zelfs dat drie en twee vijf is, die
muis is er allang vandoor.
An Mac Gillavry.
Getekend door Lianne Martens, 9 jaar, Schonkweg 22, Etten-Leur.
In Knollenberg woont een kabou
ter. Hij heet Pinkie. Hij woont er
samen met zijn andere makkertjes.
Dat zijn er 100. Ze hadden veel last
van een reus die heet Henk. Op een
dag hadden ze een plannetje be
dacht. Toen de reus lag te slapen
bonden de kaboutertjes hem met tou
wen vast. Toen gingen ze hem pes
ten. Ze wipten op zijn neus en kie
telde hem. De reus werd wakker en
was erg kwaad. Hij wou de kabou
tertjes pakken maar dat kon niet
want hij zat vast. En zo pestte de ka
bouters hem zo vaak dat hij stierf
van honger en boosheid.
Elly Koreman
Mathenessestraat 67A Breda (N.B.)
(Ik wil graag corresponderen met
een meisjes van 11 jaar).
oor Thieu Mureen, Huy gensstraat 15, Terheijden.
In de Pompelmoesstraat kwamen
altijd veel inbrekers omdat daar geen
verlichting was. En de mensen die
daar woonden hielden het nooit lan
ger uit dan drie maanden of een half
jaar.
Zo kwam er eens een familie
met 2 kinderen. Een jongen en een
meisje. De jongen was twaalf en het
meisje elf. Die jongen plaagde het
meisje altijd, omdat ze zoveel sproe
ten had. Die mensen hadden hele
maal geen vermoeden dat in die
straat zoveel inbrekers waren. En ze
deden ook de luiken niet dicht. Het
meisje had die avond een doek met
tomatenschijfjes op haar gezicht ge
legd om haar sproeten kwijt te ra
ken. Midden in de nacht werd ze
wakker door gestommel beneden in
de huiskamer. Omdat ze nog al bang
Het was heel stil in de kamer. De
vaas met bloemen stond op de ta
fel. Opeens ging de deur open en het
jongste kind, Elsje, kwam binnen
gestapt. Want ze was haar zakdoek
je vergeten. Opeens hoorde ze een
stemmetje roepen: „bah, die nattig
heid altijd. Ik kan nooit eens rustig
slapen". Maar toen liep Elsje na
tuurlijk.
„Wie ben jij en waar zit je?"
Toen riep het stemmetje terug: „ik
ben de vaas, ik zit niet maar ik sta."
Elsje riep moeder natuurlijk. En
moeder kwam aanlopen. De ande
ren liepen haar achterna. Moeder zei:
„wat is er kindje. Wat is er ge
beurd?"
Elsje zei: „ik hoor de vaas pra
ten, luister maar. En ja hoor, de
vaas zei: „ik kan praten hoor- Maar
ik wil wel eens rustig slapen, dat
kan ik niet met al die nattigheid."
„Ja, maar ik kan toch zo
geen bloemen laten groeien", stotter
de moeder. „Maar dan hoef je mij
daarvoor niet altijd te nemen, je kiest
altijd mij", zei de vaas. „Ja daar
heb je gelijk in", zei moeder, „we
zullen maar gauw een andere vaas
nemen". De vaas werd gauw schoon
gemaakt en in de kast gezet. Toen
gingen ze weer eten, want ze waren
aan het eten toen Elsje riep.
Zelfverzonnen door
Elly Bruyns
Oosterhoutseweg 33
Breda
(Elly wil graag corresponderen met
een meisje van de derde klas).
Mevro'uw Louise en mevrouw
Adèle, wonen samen in het huis, bij
de gracht. Het is een mooi groot huis.
Toen ze op bed waren hoorden ze
iets. Ze bleven stil liggen. Het spookt
zei mevrouw Louise. Klaartje het
dienstmeisje, had het ook gehoord.
Ze werd er bang van. Ze gingen alle
drie naar beneden. Toen mevrouw
Adèle het licht aan knipte, zag ze
een klein ventje, dat net zo grool
was als je middelvinger. De mevrou
wen keken overal rond. Het kleine
ventje had aan de piano en het type
machine gezeten. Op het papier stond
geschreven: „Wiplala waar ben je?"
En dat kleine ventje, was het spook
van mevrouw Adèle en van mevrouw
Louise en van Klaartje het dienst
meisje.
Corrie Stadhouders
Voorstraat 20, Oosterhout (N.B.)
Klas 5, 11 jaar.
was in het donker bleef ze eerst nog
even liggen. Toen schoot haar plot
seling een geweldig idee te binnen.
Ze dacht dat het haar broer was die
beneden zo stommelde om haar bang
te maken. Omdat haar doek met to
matenschijfjes op de grond was ge
vallen en vies was, besloot ze bene
den een nieuwe te halen. En de oude
bij Michiel (zo heette haar broer)
in zijn gezicht te duwen. Ze ging
zachtjes naar beneden. Ze wilde het
licht aanknippen, maar het licht deed'
het niet. Dus ging ze in het donker
verder. Ze kwam in de huiskamer en
zag iemand achter het naaimachine
wegduiken. Toen sloop ze ook naar
het naaimachine en sprong op de in
breker neer. Die gilde. En zij gilde
ook omdat ze zag dat het haar broer
niet was. De familie was door het ge
gil wakker geworden en kwamen
naar beneden snellen. Ze stonden
verbaasd te kijken hoe die kleine
dappere Imgard die grote forse ke
rel beethield. Ze zei tegen vader dat
die maar gauw de politie moest bel
len. De politie was er gauw en
arresteerde de boef. En Imgard kreeg
een beloning omdat ze het hoofd van
de bende had gevangen. En Imgard
zei toen: „Een middeltje om mijn
sproeten kwijt te raken". Dat kreeg
ze. Het was paardemelk. Ze moest
elke avond een beetje paardemelk
op haar gezicht doen. Zeven dagen
lang. Imgard werd op een morgen
wakker, keek in de spiegel en gilde:
„Ze zijn weg, mijn sproeten zijn weg.
Ze rende naar beneden en vertelde
tegen moeder dat ze weg waren.
Mans had ook nog goed nieuws. De
boef had bekend waar de anderen
waren. En die waren nu ook allemaal
gearresteerd. En nu viel haar oog op
een mandje, waar een hondje zielig
lag te janken. „Dat heb je ook nog
gekregen Imgard", zei moeder. Moe
der gaf Imgard een dikke kus. En
Imgard voelde zich zielsgelukkig.
Dit is zelf verzonnen door Addy
Hagens, Gouwstr. 2a Teteringen
(Ik ben 11 jaar en wil graag corres
ponderen met een meisje van 10-11
of 12 jaar).
(Van onze redactie buitenland)
De wapenstilstand in het Mid
den-Oosten, die in een jaar
jaar tijd nagenoeg elke dag
geschonden werd, heeft de haat
tussen de Arabieren en joden
niet verminderd. Nog altijd hangt
de schaduw van oorlogsgevaar
dreigend boven het Midden-Oos
ten.
Vandaag is het een jaar geleden,
dat de zesdaagse oorlog tussen Isra
el en zijn Arabische buurlanden uit
brak. Beide partijen houden zich
voortdurend paraat met het oog op
een nieuweuitbarsting.
De internationale diplomatie en
de Verenigde Naties zijn er niet in
geslaagd een politieke regeling van
het conflict in het Midden-Oosten
tot stand te brengen. Ondanks flin
ke concessies van sommige Arabi
sche staten lijkt een vreedzame op
lossing onmogelijk.
Israëlische troepen bezetten nog
steeds de Arabische gebieden, die
zij onder de voet hebben gelopen,
van Koe-neitra in het noorden tot de
oevers van de Jordaan en het Suez-
kanaal.
Als er niets ergers gebeurt, schijnt
een in omvang toenemende guerrilla
strijd rondom de grenzen van Israël
het grimmige vooruitzicht voor de
toekomst.
Het Egyptische leger van presi
dent Gamal Abdel Nasser, dat door
de Israëli's in de woestijn van Sinai
tijdens de bliksemoorlog werd ver
slagen, is grotendeels opnieuw geor
ganiseerd en uit de arsenalen van de
Sovjets opnieuw bewapend.
Het Staat achter het ongebruikte
Suezkanaal en is volgens Nasser in
staat, elke Israëlische aanval af te
slaan.
Driemaal hebben de Arabieren en
Israël oorlog gevoerd in 1948,
1956 en 1967 en driemaal hebben de
Israëli's gewonnen.
De Egyptische leider zegt, dat een
vierde ronde „onvermijdelijk" is,
maar dat de volgende keer de Ara
bieren zullen kiezen, wanneer en
waar zal worden toegeslagen.
„De eerstvolgende oorlog zal om
vangrijker en gevaarlijker zijn",
waarschuwt Mohammed Heikal, de
hoofdredacteur van het te Cairo
verschijnende blad „Al Ahram" en
een vertrouweling van Nasser.
Heikal betoogt, dat de versterking
van de Sovjet-vloot in de Middel
landse Zee eens een binnenzee
van de Amerikaanse zesde vloot
het machtsevenwicht radicaal heeft
veranderd.
Nasser, wiens positie in zijn land
en als leider van de Arabische we
reld door de nederlaag van het vo
rige jaar was geschokt, heeft zijn
positie in Egypte de laatste tijd ge
consolideerd door een reeks hervor
mingen, die er op papier indruk
wekkender uitzien dan ze in werke
lijkheid zijn.
Bij een in mei gehouden volks
stemming heeft hij van zijn volk een
daverend votum van vertrouwen ge
kregen.
De oorlog van verleden jaar wordt
in Egypte altijd „de agressie" ge
noemd, maar over de Egyptische
blokkade van de Golf van Akaba,
die het conflict heeft verhaast,
wordt niet gesproken.
Jordanië, dat gevaarlijk gelegen,
slecht bewapend en zwaar geteisterd
is, zou het kruitvat kunnen doen
ontbranden.
Uit zijn overvolle vluchtelingen
kampen en zijn door de zon ver
schroeide heuvels glippen steeds
meer Arabische guerrillastrijders in
de nacht de Jordaan over om de Is
raëlische bezettingstroepen op de
westelijke oever te bestoken, mijnen
te leggen en kiboetzim te beschie
ten.
De Arabische stoottroepen van
1968 zijn nieuw in het Midden-Oos
ten. Voor het eerst neemt de Ara
bier als individu, onafhankelijk van
een regering, deei aan de strijd
voor de herovering van Palestina.
Hij werkt op de verbeelding van de
Arabische wereld en is een symbool
van verzet geworden.
Men kan gerust aannemen dat de
Israëli's en de Arabieren niet het
zelfde over de doeltreffendheid van
zijn actie denken, maar het gevaar
van de zijde der guerrillastrijders is
groot genoeg geweest, om de Isra
eli's op 21 maart te brengen tot een
algemene aanval op de overzijde
van de Jordaan om basissen van
stoottroepen te vernietigen.
De Israëlische minister van de
fensie, Mosje Day an, heeft gewaar
schuwd, dat Israël hard zal optre
den tegen Arabieren, die de guerril
lastrijders helpen.
Inmiddels neemt Israël een steeds
hardere houding aan.
Terwijl het in naam van de resolu
tie van de UNO, waarin terugtrek
king van de Israëlische troepen uit
de bezette gebieden wordt geëist,
heeft aanvaard, eist het rechtstreek
se besprekingen met de Arabieren
om tot een vredesverdrag te komen.
Het trotseert de eis van de UNO
tot het ongedaan maken van zijn
annexatie van de oude stad van Je
ruzalem.
Egypte en zijn bondgenoten hebben
enkele belangrijke concessies ge
daan. Zij zouden alle punten van de
UNO-resolutie hebben aanvaard met
inbegrip van de erkenning van de
soevereiniteit van Israël en zijn
recht, om het Suezkanaal te gebrui
ken.
Maar zij willen niet zo ver gaan,
toe te stemmen in rechtstreekse be
sprekingen.
De pogingen van de bemiddelaar
van de UNO, Gunnar Jarring, om
beide partijen aan "en tafel te bren
gen, zijn tot dusverre mislukt.
De Arabische staten zijn er niet
in geslaagd, ook maar een duim
breedte terug te winnen van het ver
leden jaar door Israël bezette ge
bied van 65.000 vierkante kilometer.
Wel echter hebben zij een zekere
sympathie voor hun zaken weten te
veroveren.
Tot nu toe hebben de Israëli's op
geen enkele wijze laten blijken, dat
zij daarvoor zullen wijken vooraleer
een nieuwe explosie het Midden-
Oosten verscheurt.
Er zijn aanwijzingen, dat de we
reldopinie langzaam is teruggeko
men van een te eenzijdige sympa
thie voor Israël in de eerste weken
van de zesdaagse oorlog.
Hoewel het alweer een dag of wat
geleden is, wil ik toch nog even te
rugkomen op het afgelopen pinkster-
weekeinde. Was gezellig, vond u ook
niet? We hebben allemaal weer eens
fijn elkaar zitten, liggen of lopen be
kijken. En we hebben bevonden dat
de een wat bruiner was dan de ander,
dat de ene zondagsrijder wat langza
mer reed dan de andere en dat de
ene vrouw wat blotere knieën had
dan de andere.
Menigeen, om niet te zeggen ieder
een probeert nu een motief, een ex
cuus of gewoon een verklaring te vin
den voor de onrust in de Europese
studentenwereld. Twee verklaringen
wil ik u niet onthouden. Het blad
Rechts-om meent: „Wat is er mis met
onze universiteiten? Niets behalve
dan dat er teveel lieden rondlopen
die er niet thuishoren!"
Dat tendeert naar een vrij rigoreu-
reuze en niet bijster democratische
oplossing: die van het elimineren van
de ongewenste elementen. Needan
voel ik meer voor de verklaring van
president Tubman van Liberia.
Die heeft gezegd, dat koeiemelk de
bron is van alle studentenrevoltes:
„De moeders geven hun kinderen de
borst niet meer," zei hij. „Zij voeden
hun kinderen vanaf de geboorte met
koeiemelk. Het ligt dan voor de hand
dat die kinderen zich later als runde
ren gaan gedragen."
SchapemeIk dan maar:
Minister Luns is een paar dagen
geleden bij de Portugese premier en
machthebber Salazar op visite ge
weest. En als de een of andere arge
loze democraat gedacht zou hebben
dat dat uit zou lopen op een flinke
ruzie, vanwege die Portugese kolo
niën b.v., dan heeft die een of ander
het helemaal mis gehad. Bij zijn ver
trek heeft minister Luns op het vlieg
veld van Lissabon verklaard, dat hij
blij was premier Salazar te hebben
ontmoet, die veertig jaar met zoveel
wijsheid heeft geregeerd.
Met zoveel diplomatieke wijsheid
kun je ook wel veertig jaar lang mi
nister van buitenlandse zaken blij
ven.
Ploegleider De Gaulle: Retour de
France!
Ir. A. de Boer, directeur van de
provinciale planologische dienst van
Zuid-Holland heeft dezer dagen ge
schreven dat hij het niet onwaar
schijnlijk acht, dat binnen afzienbare
tijd huizen worden gekocht zoals nu
auto's: na enkele jaren wordt de oude
woning ingeruild voor een nieuw
type van dezelfde fabrikant.
Mét de bijkomende problemen als
huizenkneusjes en huizenkerkhoven.
We gaan dolle tijden tegemoet, men
sen.
MERIJN
(ADVERTENTIE)
Getekend door W. van Kaam,
Noordamlaan 9, Zevenbergen.
voor al die momenten
dat je het beste wilt geven.