©1
STENT-
EESTER
Het Odéon:
Experiment met een nieuwe mens
ROLAND GAiOUTE (21): je voelde je Bastillebest ormer
O
Erick X., leider van de „mouvement du 22 mars": „Abrupter dan we zelf dachten,ziften we nu midden in een revolutie
VASTE
:K GE-
WERK!
AND N.V.
in staat de (complete
week aan te leggen,
van het jaar gerieflijk
v gehele huis. Met bj-
atuurverdeling
20-C
18"C
15'C
15*C
15°C
20*C.
ten van deze aardgas-
ggen zeer gunstig, ter-
ien uw" gastarief. voor
gebruik belangrijk
woongenot kost u nog
week. ZONDER AAN-
oeft het meer zonder
stellen. Rekenproble-
werken met een vaste
graag eens bij u langs
iveni (01100-5440)
43. t*Mooa <H *00-5440
ge zoeken wij een
het verrichten van
arbeid.
:ur U.T.S.
rken, technisch in-
tig, alsmede de
geven.
Dngeman die aan deze
iire dienstplicht heeft
e baan met mogelijk-
ling, bekwaamheid en
10.000,per jaar.
ent opleiding, vroegere
na het verschijnen van
Brandelaar", Oude Baan
uit van het Italiaanse
„roots te producent van
nmachines, boekhoud-
nputers, etc.
lor Goes voor spoedige
leel zelfstandig de com-
cstiging zal moeten
ng
ïg en een afwisselend®
al georiënteerd bedrijf-
iten aan ons verkoop-
)5.
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 1 JUNI 1968
Enkele Tilburgse stu iten brach
ten een bezoek Aan
Parijs. Zij
denten en.
Wat is precies het aandeel
van de Franse studenten in de
golf van sociale onrust die nu
al enkele weken over Frankrijk
spoelt Zijn zij het alleen maar
geweest die de eerste steen
geworpen hebben naar het
gaullistische bolwerk, of gaat
hun invloed verder Hoe staat
het met de „liaison" tussen
arbeiders, boeren en studenten
Het is duidelijk dat het de
studenten zijn die de „revolutie"
op gang hebben gebracht. Reeds
lang vóór 22 maart, toen 6
militanten werden gearresteerd
aan de faculteit der letteren in
Nanterre, naar aanleiding waar
van de „Beweging van de 22e
maart" tot stand kwam, bestond
een vrij algemeen onbehagen
onder de Franse studenten,
wetenschappelijke medewerkers
en hoogleraren. Met name het
plan-Fouchet, een hervormings
plan voor het onderwijs, dat de
problemen nauwelijks serieus
aanpakt, was onderwerp van
discussie en ontevredenheid.
Men ziet in het plan niets
anders dan een poging de „Uni-
versité bourgeoise" verder te,
verstevigen, door middel van
bepaalde (sociale) selectiedrem
pels het aantal studenten te
beperken, en vooral een poging
om koste wat wil het heilig
ideaal van de wetenschap, het
„savoir neutre et objectif" te
handhaven, d.w.z. géén politiek
binnen de universiteit, géén
engagement en géén maat
schappij-kritiek.
De alternatieve hervormingen
die de verschillende studenten
groeperingen voorstaan, lopen
vrijwel parallel met de ideeën
van andere Europese studenten
bewegingen, m.n. die van de
„kritische universiteit" in
Duitsland (en ook in Nederland).
De kernpunten hiervan zijn:
een reële medezeggenschap van
de studenten in alle beslissingen
omtrent het universitaire beleid
de autonomie van de univer
siteit, wat vooral wil zeggen:
geen onderwijs ten dienste van
de „établissement", maar een
geëngageerde maatschappij
kritische wetenschap.
Daarnaast hebben de eisen
van de studenten betrekking op
een groot aantal concrete zaken:
hervorming van examenproce
dures, de mogelijkheid tot be
roep bij examenuitslagen, poli
tieke en syndicale vrijheden
binnen de faculteiten, afschaffing
van vóór-selecties in het eerste
jaar.
Na de 22e maart, de arres
taties en de sluiting van de
faculteit van Nanterre, kwam
de beweging pas goed op gang.
Men realiseerde zich nu dat
verzet tegen het plan-Fouchet
slechts kon betekenen verzet
tegen het huidige bestel, verzet
dus tegen het regime-De Gaulle.
„Revolutie" is nu het tover
woord geworden in het Quartier
Latin, aan de Sorbonne en aan
de andere Franse universiteiten.
Wanneer de Parijse arbeiders,
in navolging van de studenten,
de fabrieken gaan bezetten,
lijkt het front tegen de regering
compleet.
Het bezette theater Odéon
wordt tot symbool van een
nieuwe directe democratie, het
is een ontmoetingsplaats gewor
den van studenten, arbeiders
en andere bevolkingsgroepen,
een reusachtig podium waar vrij
gediscussieerd kan worden.
Opvallend is dat in de hele
studentenbeweging de leiders
figuren eigenlijk ontbreken.
Daniël Cohn-Bendit, zoals hij
overigens zelf toegeeft, is niet
meer dan een symbool, een
„stem van de revolutie"; men
kan niet zeggen dat hij er een
duidelijke richting aan geeft.
De enige instantie die enig
houvast geeft is de U.N.E.F.
(Union Nationale des Etudiants
frangais), die althans over een
duidelijke organisatie beschikt.
Daarnaast bestaat er een zeer
uiteenlopende variëteit aan
politieke studentengroeperingen.
n Het is doorgaans de (linkse)
U.N.E.F., die de manifestaties
organiseert, het is ook de
U.N.E.F. die een eigen orde
dienst en een eerste-hulp-
brigade heeft ingesteld en daar
mee onnodige excessen bij de
betogingen weet te voorkomen.
Het samengaan van arbeiders
en studenten blijkt moeilijker
te zijn dan de verschillende
theorieën verkondigen. Volgens
de studenten hebben de officiële
vakbonden de omstandigheden
aangegrepen, alleen maar om
enkele „klassieke" eisen kracht
bij te zetten: loonsverhoging,
werktijdverkorting en mede
zeggenschap in de bedrijven.
In plaats van te strijden voor
reële structurele hervormingen,
nemen zij genoegen met deze
eisen en identificeren zij zich
daarmee met de etablishment.
Het verwijt geldt vooral de
leiders en oudere leden van de
vakbonden. Bij de jongere
arbeiders menen de studenten
een volledige solidariteit te
hebben bereikt. Dit laatste zou
ook moeten blijken uit het feit
dat zij het vooral zijn die samen
gaan met de studenten, demon
streren en discussiëren.
Behalve deze problemen bij
het vormen van een arbeids
front tussen arbeiders en
studenten, bestaat voor de toe
komst ook het mogelijke ge
vaar dat de studentenbeweging
zelfs uiteenvalt in kleinere
groepen. Bij de aanvankelijke
directe confrontatie met de
autoritaire structuur van uni
versiteit en regering, was het
niet moeilijk voor de verschil
lende partijen en vleugels binnen
de Franse studentenwereld over
de geschilpunten heen te ko
men. Nu de dialoog pas goed
op gang begint te komen, nu
er alternatieve oplossingen
worden gevraagd en nu de
studentenacties geïsoleerd zijn
van de vakbondsacties, is het niet
uitgesloten dat ook de studenten
eenheid minder sterk is dan
zij zich laat aanzien.
Voorlopig echter is men nog
„één in de revolutie", een
revolutie die, hoe dan ook, niet
meer te stuiten is. Uit de ge
beurtenissen van de laatste
weken zal in ieder geval een
meer bewuste Franse student
geboren worden.
Naast de concrete verlangen»
en eisen waarvoor de regering
nu niet meer blind kan zijn,
is dit wel het meest positieve
punt van de hele beweging
in Frankrijk, een Frankrijk
waar op het ogenblik geschie
denis wordt gemaakt
Wilfrid B. M. Speekenbrink
„Het Odéon is open" voor iedereen. Binnen wordt gedacht aan en ge sproken over „de nieuwe mens"
Een voorpost van de „bour
geoisie" in een vanouds
'evolutionair „Quartier Latin", is
de eerste indruk die men van
het Odéon krijgt, zodra men
vanaf de Boulevard St. Germain
een van de nauwe straatjes in
loopt die naar het beroemde
gebouw leiden. Pompeus rijst
het theater uit het stadsbeeld op.
ogenschijnlijk beladen met het
odium van onaantastbaarheid.
Toen op 10 mei de bezetting
van het Odéontheater echter
aan feit werd en daarna het
eerste sein gegeven was voor
«a overname van talloze fabrie-
jjfn an openbare gebouwen,
blaek overduidelijk hoe broos
bolwerk was.
■J"?** fier maar toch zeker
nu nn nd waPPeren
êvenal, f ak van het heater,
de 7wirtr°UiVens op Sorb°nne,
arte vlag van het anar
chisme en de rode socialistenvlag
studentikoos geflankeerd door
gipsen koppen en handen; men
gaat al snel vermoeden dat deze
uit de rekwisietenkamer van
daan gesleept zijn.
Enkele meters hieronder,
maar toch nog hoog genoeg om
van grote afstand gelezen te
kunnen worden, prijkt een span
doek met het opschrift: ,,1'Odéon
est ouvert" of, zoals de heren
van het „Comité d'Action Révo-
lutionnaire" het zeggen:
l'ex-théatre de l'Odéon n'est
plus un théatre mais une tribune
politique révolutionnaire". Inder
daad kan iedereen, studenten en
arbeiders maar ook „andere"
burgers en zelfs werkgevers,
de zaal zélf vrij in en uit lopen
om er te discussiëren over de
huidige situatie en de voorge
stelde hervormingen.
De ingang naar de lokaliteiten,
welke enkele weken geleden nog
de acteurs, toneelknechten, decors,
directie en administratie herberg
den, wordt echter streng bewaakt
door een speciale studentenwacht.
Het is de organisators niet
aan te zien, dat ze reeds twee
weken de scepter zwaaien in dit
gebouw. Sinds het begin van de
bezetting van het Odéon hebben
ze 3 a 4 uur per dag geslapen
in een daarvoor ingerichte „Salie
de repos", maar de humor
en het enthousiasme waarmee
gewerkt wordt hebben er niet
onder geleden.
Als we met onze begeleider
op het dak van het theater
belanden, zien we dat hier uit
voerige maatregelen getroffen
zijn tegen een eventuele bestor
ming van het gebouw door de
Franse oproerpolitie, de C.R.S.
24 uur per dag wordt de situatie
op straat vanaf het dak en
vanachter de ramen van de één
etage lager gelegen foyer gade
geslagen. Vier brandslangen zijn
uitgelegd om de politie een fris
onthaal te bezorgen: de kraan
behoeft slechts opengedraaid
te worden.
Weer ergens anders in de
doolhof van gangen, trappen en
ruimten werkt een ploeg jongens
in een volledig ingerichte
filmstudio aan een film over het
Parijse studentenoproer; dit
met het oogmerk het buitenland
een meer „objectieve" informatie
te geven over de gebeurtenissen
in de Franse hoofdstad, dan de
zgn. „bourgeois" pers en met
name l'Express en le Figaro
dit doen.
Ook al doet de organisatie op
het eerste gezicht zeer rommelig
aan, na een excursie door het
Odéon en gesprekken met in
het gebouw aanwezige niet-
studenten, onderkent men een
bijna Germaanse „Gründlichkeit"
in het actiepatroon. Het centrale
comité heeft zelfs een Rode-Kruis-
team in het leven geroepen, dat
gratis de gewonden verzorgt,
medicamenten verstrekt en de
slapeloze „camarades" van
vitaminetabletten voorziet.
En, om nog enkele voorbeelden
te noemen van de perfectie,
waarmee de revolutionaire
beweging in het Odéon geregeld
wordt: een „section antiprovo-
cation" die ervoor zorgt, dat er
aan het gebouw niets beschadigd
wordt; een actiecomité om de
ideologie van een nieuwe samen
leving in praktijk te brengen;
en een juridische commissie, die
de mogelijkheden vein een legale
bescherming van de groep
bestudeert. En ga zo maar door.
Aan alles is gedacht.
Na enig geharrewar met de
mensen van de perskamer slaag
den we erin een gesprek te
hebben met een der leiders van
de „mouvement du 22 mars",
die tegelijkertijd de man achter
de schermen is van het Odéon:
Erick X. (achternaam verzweeg
hij liever, omrjat hij bevreesd is
voor represailles van de kant
van de „flics").
n Deze Erick is 30 jaar oud,
heeft blond, licht golvend haar
en dito baard, staalblauwe ogen,
geruite blouse met Schillerkraag
en lijkt op een of andere manier
op Dutschke. Hij is in Zuid-
Amerika en Zuid-Arika geweest
en studeert nu filosofie en
economie aan de Sorbonne. Hij
spreekt naast zijn moedertaal
vloeiend Spaans en Engels.
Wat is de leidende ideologie
achter de beweging van 22 maart?
ERICK X.: Onze beweging is
ontstaan vanuit de praktijk,
vanuit een ontevredenheid met
het leven zowel in als buiten
de universiteit. Abrupter dan we
zelf dachten zitten we nu opeens
midden in de revolutie. Het
ging allemaal zo snel in zijn
werk, dat de vage ideeën die we
hebben over hervormingen
eigenlijk nu pas duidelijk worden.
Onder de druk van de situatie
natuurlijk. Ik kan niet zeggen
dat we een algemene theorie
hebben.
Dus de Franse studenten
hebben niet zoals de S.D.S. in
Duitsland één bepaald patroon
van ideeën die voornamelijk
afkomstig zijn van de filosofie
van Herbert Marcuse?
ERICK X.: Nee, we hebben meer
ideologische voormannen:
bijvoorbeeld Erick Fromm, Marty,
Foucault en Marx. Wat de
revolutionaire studentenbewe
ging nu wil is niet een
nieuwe politiek of economisch
systeem. Het is niet zo, dat wij
primair tien procent loonsverho
ging willen of iets dergelijks.
Wij willen op de eerste plaats
een nieuwe mens, een nieuwe
samenleving. En daarvoor moet
het Gaullistische régime veel
dieper aangepakt worden.
Een nieuwe mens, zoals de
kritische Universiteit daar ook
aan werkt?
ERICK X.: Ja aar het idee van
de kritische Universiteit alleen
vind ik niet voldoende. Een
radicale verandering bereik je
niet alleen met nieuwe
theorieën, die ontstaan uit een
kritische benadering van onze
wereld. Je moet de straat op om
wezenlijke hervormingen door
te voeren. Het gaat om het
daadwerkelijke verzet.
Wat zijn de oorzaken van de
solidariteit van de kant van de
hoogleraren en wetenschappelijk
medewerkers met de actie der
studenten?
ERICK X.: Het staat bijna ieder
een in Frankrijk vrij, zich aan de
universiteit te laten inschrijven.
We verkeren echter al geruime
tijd in de beroerde situatie,
dat studenten als zij zouden
afstuderen, en vooral aan de
filosofie- en letterenfaculteit,
niet aan werk kunnen komen
(ook in Nederland raken we lang
zamerhand met dit verschijnsel
vertrouwd)
Om die reden blijven dan ook
velen de zgn. eeuwige student.
Deze situatie, waarin men geen
passend beroep kan vinden en
waardoor men zijn examens gaat
uitstellen, verontrust de
wetenschappelijke staf natuurlijk.
Vervolgens: de universiteit is in
feite een sociaal systeem, dat
dat sterk geïsoleerd staat
solidariteit te bewerkstelligen
maar die zijn tot dusver weinig
succesvol gebleken. Lees maar
wat „FHumanité", het partijblad
van de communistische partij,
over ons schrijft! Een van de
oorzaken is dat de vakbonden de
leiding van de revolutie voor
zichzelf opeisen.
Zijn jullie nog steeds in staat
de door de studenten begonnen
revolutie in de hand te houden'!
ERICK X. Nee, dat dreigt mis te
lopen. De vakbonden eisen slechts
veranderingen in het economische
systeem: hoger loon of meer va
kantiedagen. Hun doel is directer
en beperkt zich meer tot een strijd
tussen werkgevers en werknemers
met de overheid als meestal par
tijdige scheidsrechter.
Maar wij willen meer, zoals ik al
zei, ons doel is een totale maat
schappelijke ommekeer. En hierin
gaan zij maar moeizaam met ons
mee.
Willen radicale hervormingen
uiteindelijk succes hebben, dan
zal heel de nieuwe generatie, dus
studenten en jonge arbeiders,
moeten samenwerken. Als je
onafhankelijk van elkaar de vrij
wel gemeenschappelijke idealen
tracht te realiseren, zullen de
pogingen opgeslorpt worden door
de onvermijdelijke tegenacties
van de behoudzuchtigen.
Het resultaat is in dat geval niet
meer dan een druppel op een
gloeiende plaat en dat zou onder
déze omstandigheden jammer,
erg jammer zijn.
PAUL JANSMA
Erick X. (rechts)de man achter de schermen van het Odéon, in gesprek
met de Tilburgse studenten, v.l.n.r. Koert de Jager, Paul Jansma en Wil-
fried Speekenbrink
van de maatschappij. De universi
teit kun je vergelijken met een
getto, waaruit voor hoogleraren
weinig ontsnappingsmogelijkheden
zijn.
Het is natuurlijk te gek
om los te lopen dat bijvoorbeeld
hoogleraren in de maatschappij
wetenschappen enerzijds zich
het grootste deel van de dag
met de mens bezighouden en
anderzijds van diezelfde mens
helemaal vervreemd zijn.
Deze tegenstrijdigheid wordt
nü ingezien: onze professoren
zoeken nü echte („face to face"
contacten met „the man in the
street". In de verouderde
universitaire structuur is daar
gewoon geen ruimte voor!
Het politieke aspect is ook niet
te verwaarlozen.
En tenslotte: de „malpayement"
van de wetenschap stemt natuur
lijk ook niet tot tevredenheid
over de regering. Links georiën
teerd zijn in het bijzonder de
alfa-faculteiten.
Een vraag over het gezamenlijke
optreden van arbeiders en
studenten. Vooral in Engeland
en Duitsland werken de arbeiders
de studentenbeweging tegen.
Is er in Frankrijk sprake van
samenwerking en zo ja, is deze
dan reëel of werkt men langs
elkaar heen met ieder een ander
doel voor ogen?
ERICK X.: Ik kan niet zeggen, dat
er een werkelijke eenheid bestaat
tussen de studenten en de arbei
ders. Er zjjn wel van onze kant
acties gaande om de zo gewenste
EINDHOVEN „De Franse
studenten hebben in principe
alleen maar willen fungeren als
lont die de hele zaak zou laten
ontploffen. Dat is nu gelukt.
Frankrijk is een grote puinhoop.
Of we daarmee nu zo gelukkig
moeten zijn doet niets ter zake.
Zeker is, dat onze eisen
ingewilligd zullen worden. Aan
toezeggingen hebben we niets.
Deze actie had slechts een doel:
ons standpunt op te dringen aan
de regering. Wat mijnheer
Pompidou nu nog zegt interesseert
ons niet. We willen geen dialoog
met mensen, die al tien jaar op de
hoogte waren van onze eisen en
er al die tijd niets aan gedaan
hebben."
Roland Garoute (21) weet
waarover hij praat. Een paar
dagen geleden nog stond hij op
de barricaden in de Rue Lussac
in Parijs. „Ik heb zware dagen
achter de rug", zegt hij. „Toen
bekend werd, dat de politie
sancties zou gaan ondernemen
tegen de sleutelfiguren van de
studentenbeweging, heb ik het
maar beter geacht om er enkele
dagen tussen uit te trekken.
Vrienden van mij waren al door
de politie opgepakt. Er was een
zwarte lijst opgemaakt en mij
werd verteld, dat mijn naam daar
ook op stond. Ik heb een paar
dagen bij vrienden geslapen, maar
achtte het ten langen leste beter
om er voor enkele dagen tussen
uit te knijpen.
Nederland lag voor de hand.
In Eindhoven woonde een meisje,
dat ik in Parijs had leren kennen.
Daar kon ik onderdak krijgen.
Ik wacht hier rustig de gang
van zaken af. De amnestie
waarom we gevraagd hebben zal
dezer dagen wel verleend worden.
De regering kan eenvoudig niet
anders".
„Het oproer dat wij veroorzaakt
hebben was iets geweldigs. De
traangasbommen schoten over
ons heen, de ene charge van de
politie na de andere werd
afgeslagen. Daardoor ontstond
een solidariteit tussen ons,
studenten, en de burgerij die
ongevraagd onze zijde koos. Als
je 's morgens thuiskwam dan
voelde je je een beetje een
Bastillebestormer, het revolutio
naire bloed kookte nog in j«
aderen".
Roland Garoute geeft eerlijk
toe dat de revolutionaire bewe
ging die door de studenten
ontketend is een onvoorziene
wending genomen heeft. „Het
is een beetje uit de hand
gelopen", zegt hij. „Onze belang
rijkste opzet was door het
ontketenen van een actie de
aandacht sterker te vestigen
op onze eisen. Daniel Cohn-
Bendit ging ons daarin voor,
maar hij heeft tevens van de
gelegenheid gebruik gemaakt
om te trachten een volledige
breuk met het bestaande systeem
te bewerkstelligen. Slechts weinig
studenten staan achter zijn
denkbeelden. Maar om tot een
gunstig resultaat te komen moeten
we hem blijven volgen".
Roland Garoute kan geen
zinnig alternatief geven voor de
regering-De Gaulle. „Onze acties
hebben de beperktheid van het
Gaullisme aangetoond. We weten
nu waar we aan toe zijn. De
prachtige fagade die De Gaulle
heeft opgebouwd, „la grandeur
de la France", is ineengestort.
Wat er na De Gaulle moet komen?
In ieder geval een concentratie
van linkse groeperingen.
Mitterand zeker niet, die is al
te veel door het Gaullisme besmet.
Met de communisten willen wij,
studenten van de Union Nationale
des Etudiants Frangais, zeker
niet in zee gaan. Zij hebben
ons op het beslissende moment
in de steek gelaten en leggen nu
alleen maar de nadruk op hun
eigen eisen. Dat is een grote
teleurstelling geweest voor Daniel
Cohn-Bendit, die min of meer
gerekend had op de volledige
steun van de communisten".
Het resultaat is nu, aldus Roland
Garoute, dat de communisten
zich distantieerd hebben van
de studenten en de studenten
van de communisten. En dat
maakt de verwarring nog groter,
zegt hij met een zekere spijt.
Roland heeft zich in de afge
lopen weken geheel ingezet voor
de revolutionaire studentenbewe
ging. Daardoor heeft hij niet
kunnen deelnemen aan de
examens die hij vorige week had
moeten doen. „Geen nood", zegt
hij, „als onze eisen ingewilligd
worden, en dat worden ze zeker,
dan krijg ik in september weer
een kans om examens te doen".
PIERRE PETIT