AMES
SPORTVISSERS verwachten
veel van nieuwe seizoen
„Een beiaard kan bulderen maar ook fluisteren'
JONG GELEERD....
.OUD GEDAAN
AUTOTIPS
Zwljndrecht
Schoon
Klapstuk
Bedrog
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 1 JUNI 1968
IAT
type 1800 - '62 2250,-
type 600 - '64 2575,.
type 850 -'65 3100,-
type 1100 - '66 3975,-
type 1500 '66 4650,-
type 124 - '67
slechts 12.000 km
5975,-
FORD
12M. stat. car '64 1850,-
Zephyr '64 2375,-
Corsair '64 2975,-
Cortina '64 3250,-
Taunus20M'65 4750,-
OPEL
1700 Rekord '65 3475,-
Kadett '66 4275,-
EXCLUSIEVE AUTO'S
Zeer mooil
AUTO UNION '64
4 deurs '64 2975,-
SI MCA 1300
4 deurs '65 3875,-
RENAULT R8
automatic '65 2750,-
JAGUAR M 10
automatic, 4 deurs
directiewagen 5750,-
OPEL KAPITaN
4 deurs '66 6375,-
als nieuw
AUSTIN GLIDER '66
4500,-
DAFFODIL '66
20.000 km 3600,-
V.W. CABRIOLET '65
24.000 km 5500,-
V.W. GHIA
sportcoupé 35Wf
Daarnaast keuze uit
(Van onze hengelsport-medewerker)
GOES/BREDA. Elk jaar op de morgen van de
eerste juni, bij de opening van het nieuwe hengel
sportseizoen, lopen in Nederland (en België) enkele
honderdduizenden wekkers af. Dat is het grote start
sein voor de massale uittocht naar de vele favoriete
stekkies op het veelbelovende binnenwater. Nog nooit
tevoren, hebben waarschijnlijk zoveel Broeders in Pe
trus aan de sluiting van de vissenbruilofthet Nieuw
jaar voor de hengelaars, deelgenomen. De stijgende
behoefte aan recreatie heeft ook de laatste jaren steeds
meer nieuwelingen in de hengelsport naar de water
kant gelokt. Ook al, omdat ze vaak in gezinsverband
een nieuw stuk weekeind-recreatie en vrijetijdsbeste
ding kiezen.
Voor de echte „hengel-professoren" begint het nieuwe hengelsport
seizoen op het zoete binnenwater altijd een dag voor de eerste
juni. Niet, dat er dan al gevist wordt. Dat zeker niet. Wet is wet.
Maar op vele geheime stekkies kan het voeren (de dag tevoren) om
de vis te lokken wonderen doen.
80 V.W.'s
1200 - 1300
1500 kevers
vanaf 1500,-
60 V.W.'s
1500 - 1600
groot model
vanaf 2500,-
25 V.W.'s
bestel en kleinbus
vanaf
Ondanks toenemende waterver
vuiling zijn de verwachtingen voor
het nieuwe hengelsportseizoen
weer hoog gespannen. De mees
te hengelaars, die niet verder dan
hun eigen locale viswatertje en de
inhoud van hun leefnet kijken is
het natuurlijk om de vis te doen,
die dit jaar gevangen wordt. De
meer ingewijde sportvissers we
ten echter drommels goed, dat dit
jaar politiek de basis van een
goed hengeljaar.in Nederland gaat
worden gelegd. In de loop van dit
jaar gaat de Tweede Kamer de
wijzigingen van de visserij-wet be
handelen, die prioriteiten moeten
geven aan de hengelsport. Dat be
tekent, dat het hele beleidsstelsel,
dat tot nog toe de beroepsvisser
steunde, zich gaat wijzigen. Van
nu af aan zal de hengelsport van
wege de veel grotere algemene
creatieve belangen, grotere mede
zeggenschap over het beheer van
de schubvisstapel krijgen. Het is
de bedoeling van de wetswijziging
gen, het mede door gesplitst
verhuur van viswater mogelijk te
maken, de schubvis voor de sport
en de aal voor het beroep te re
serveren. Maar het gaat nog heel
wat moeite kosten om dit in de
praktijk door te voeren. De toe
komst zal moeten zijn, dat de sport-
visserij het beheer over de schub
visstapel krijgt en dat het beroep
hier met de handen afblijft.
Prioriteit voor de hengelsport is
een mooi woord. De gewone man
vertaalt dat stomweg door te zeg
gen, dat er nu eindelijk eens meer
vis (en dan grote kanjers) en
meer viswater beschikbaar moet
komen. Hoe, wat en waar zal hem
allemaal minder interesseren. De
hengelaar is een individualist, die
nog reuze eigenwijs is ook. Toch
zal de vaderlandse sportvisser moe
ten begrijpen, dat in dit kikker
landje alleen iets bereikt kan wor
den als alle 700.000 hengelaars in
een machtig verbond verenigd zijn.
De grote kansen voor de sport
gaan komen als het beroep met
de netten uit het oinnenwater blijft
en de schubvis-stand aan de sport
laat. Dat betekent, dat er een
grootscheepse sanering van de be
roepsbinnenvisserij en uitkoop van
het beroep moet komen. In feite
betekent prioriteit ook, dat de
overheid haar toekomstige subsi
diebeleid zal moeten richten op
het reserveren van de schubvis
voor de sport. En daar wordt dan
niet alleen de voornwinde, bra
sem, karper zeelt en andere wit-
vis, maar ook de snoek, baars en
snoekbaars mee bedoeld. Daar
wordt ook een verbod van de kuil
op het IJsselmeer mee bedoeld,
dat een nationale taak in de op
bouw van een betere schubvisstand
kan vervullen. Ook de sportvissers
zullen iets meer voor hun mooie
sport moeten over hebben. Ze zul
len echt iets meer moeten gaan
betalen.
Er wordt momenteel hard ge
werkt om tot grotere beheerseen-
heden en hengelfederaties van sa
menwerkende clubs te komen. Dat
betekent, dat steeds meer visclubs
over en weer eikaars leden rech
ten geven in eikaars wateren te
vissen. Daar ligt het grote henge
laars-ideaal: een soort nationaal
hengel-paspoort. Niet dat alle wa
teren van Eijsden tot Groningen
in dat vergunningen-paspoort ko
men. Dat lukt natuurlijk nooit. Er
zijn zoveel kleine afgesloten en ex
clusieve wateren en visplassen
voor mannen met het „gouden
haakje", dat in feite voorlopig al
leen op de openbare grotere wate
ren gerekend moet worden.
Veel clubs zullen het komende
jaar ook moeten begrijpen, dat
hengelen meer is dan domweg vis
jes vangen en uitzetten. Ook aan
de hand van wetenschappelijke ad
viezen zullen de clubs tot een be
ter viswaterbeheer moeten komen.
Er moeten meer grote kanjers te
vangen zijn. En dat betekent bij
voorbeeld, dat er een bepaalde
leeftijdsopbouw van bepaalde vis
soorten in een water zal moeten
komen. Er moet dus een aantal
jaarklassen van vissoorten zijn,
die elkaar in het water onderling
verdragen, die elk jaar een flink
aantal kanjers aan de vissende le
den kunnen aanbiden. Er is om zo
te zeggen bestands- en geboorte
regeling nodig ook op het water.
Wie een boer adviseert stam
boek-vee te kopen en beter te mes
ten, kan een paar jaar later de
economische winstpunten al zien.
Maar wat er onder water gebeurt,
is heel wat moeilijker te peilen.
Veel onttrekt zich op de geheim
zinnige diepten van de vis-wateren
aan onze waarneming.
Er wordt in Nederland steen en
been geklaagd over watervervui
ling en dalende vangsten. De gro
te trek naar zee is mede te wijten
aan de vaak teleurstellende vang
sten op het binnenwater. De nieu
we wettelijke maatregelen zijn
een goed begin voor een totale om
buiging van het visserij-beleid
naar de recreatieve kant. De wind
is om. Er worden grote proeven
met nieuwe vissoorten zoals fo
rel en graskarper genomen men wil
de snoekbaars-stand verbeteren,
trachten meerval in het water te
rug te brengen en andere activi
teiten, die meer vis dus meer
sport en recreatie beloven. Dat
zijn grote winstpunten bij de start
van dit nieuwe hengelsport-sei
zoen. Voor Brabant heeft ook de
grote watersportontwikkeling langs
de Maas en Biesbosch mooie
winstpunten gebracht, omdat de
nieuwe watersporthavens ook nieu
we uitvalspoorten voor de varen
de hengelaars zijn geworden. Het
gaat de goede kant uit, als de
hengelaars maar zouden begrijpen,
dat hun toekomst in handen ligt
van een machtige nationale hen-
gelaarsbond, die in hecht samen
spel met de grote federaties en
beheerseenheden de viswateren
gaat beheren.
Voor de komende weken nog een
laatste tip. Het koude weer in mei
kan tot gevolg hebben, dat de vis
senbruiloft iets is verlaat. U zult
dus na 1 juni nog vissen vangen
met „kuit" in. Zet deze vis terug-
U spaart er niet alleen een mooie
paairijpe vis mee, maar ook hon
derden, wellicht zelfs enkele dui
zenden, jonge vissen die anders
geen kans op nieuw leven krijgen.
Dit beroep op uw liefde voor de
natuur en uw eigen visstand zal
niet vergeefs zijn als u bedenkt,
dat u uw sport voor later bewaart.
Het gaat er toch echt niet om zo
veel mogelijk visjes te vangen.
Zelfs met een paar vissen in het
leefnet kan een volle dag in de
mooie natuur al _«n geslaagde vis
dag zijn. Wie anders over denkt,
komt nog niet met de juiste men
taliteit aan de waterkant.
BREDA Mocht u
vandaag rillend ontwaken
en constateren dat u door
viskoorts bevangen bent,
duik dan niet hals over
kop met uw hengel in de
boorden van de rivier,
hank of kolk. U loopt dan
kans aan de haak geslagen
te worden van boze boeren
of woeste wetsdienaren.
Tenminste als u geen
papieren kunt tonen. Bent
u een beetje hengelaar, dan
dient u een papierwinkel
vergunningen op zak te
hebben. Eigenlijk nog meer
papieren dan pieren.
Iedereen die in viswater
wil inleggen, dient zich te
verzekeren van een visakte.
Bovendien behoort hjj een
vergunning te hebben van
de eigenaar en/of pachter
van het water.
Stel, u wilt ook wel eens
een snoek in de bek kijken.
Uw eerste gang is dan
naar het gemeentehuis voor
een kleine visakte B, ad.
f 8,-.
Daarmee mag u snoeken
met peur en twee hengels,
mits u bent voorzien van
een geldige vergunning
van de rechthebbende op
het visrecht van het water,
zoals het heet.
Maar met zo'n dagkaart
komt u er niet. Daarvoor
hebt u een seizoenkaart
nodig en u mag pas
snoeken na 1 juli
Als je de papieren op zak
hebt en u rilt nog immer
van de viskoorts, wilt u
dan op de terreinen van
vele hengelsportverenigingen
nog even de volgende
zaken in acht nemen: geen
honden meenemen, zoveel
mogelijk gebruik maken
van paden en wegen,
hekken sluiten en
vernielen, geen papier, as
afrasteringen niet
of ander afval laten liggen.
Geen ondermaatse vis
meenemen, er op letten
dat de vergunning geldig
is. En vergeet uw
dobbertje niet.
Goede vangst.
10 V.W.'s
AMESCADOR
5-pers.
kampeerwagens
auto met inferieur
compleet
vanaf f "°00''
garantie
inruil
financiering
a.d. RIJKSWEG
DORDT/R'DAM
01850-26755
2e Pinksterdag geep®n
(Van een onzer verslaggevers)
KOPENHAGEN Om twaalf uur 's nachts
is de professor niet meer te houden. Hij heeft
in feite al de hele avond op de punt van zijn
stoel zitten wippen, maar nu wordt het im
mense verlangen hem toch te machtig. Hij
springt in de kring van getrouwen met zijn
pint bier geheven, waardoor hij verdacht veel
begint te lijken op een volkse kopie van het
vrijheidsbeeld. „Ah jawel", roept hij geest
driftig, „wat zoude ge er van denken, als de
professor nu het Wilhelmus ging spelen?"
Wij voelen er alles voor. Het witte Baltic-hotel,
waar wij op weg naar Denemarken met de
koekhappers en klompenmakers zijn gestrand, ligt
in een godverlaten steppe in Duitsland en het moet
geweldig zijn om de satyrs en bosnimfen op dit
uur te bedelven onder ons nationaal zelfbeklag.
„Op de barricaden", schreeuwt de professor, „als
ge wacht speel ik ook nog van Mien, waar is mijn
feestneus".
Wij houden de adem in, want dit is te mooi om
waar te zijn. Zal het de professor inderdaad luk
ken om zijn rijdend carillon tot leven te wekken
Vergeet het maar. Want op het moment, dat hij
zijn baskenmuts diep over het kale hoofd wil
drukken, pakt zijn vrouw hem reeds
bij de schouder „Ge blijft hier", bijt
ze hem toe, „ge zijt ene zot".
De professor glimlacht vertederd
de glimlach van een sterveling
die droomt van de hemel in de vei
lige wetenschap, dat het vagevuur
altijd dichterbij is.
De pet gaat weer af, de glimlacn
valt in scherven. „Ah jawel", pro
beert hij nog „ik zal maar efkes
spelen. Heel zacht. Tevergeefs,
want toevallig kent de vrouw de
stadsbeiaardier van Oostende al meer
dan 40 jaar. Ze kruist haar handen
voor haar borst, die nog steeds de
gulzige mëesterhand van Rubens
verraadt, ze knikt hem moederlijk
toe. Een verrukkelijke vrouw.
De volgende morgen haalt pro
fessor Ephrem Delmotte zijn scha
de dubbel en dwars in. „D'n bei
aard", zegt hij, als hij zijn zacht ge
kookte eitje pelt, „d'n beiaard is
toch zo'n schoon instrument. Ge
kunt hem laten bulderen als de
woeste zee en laten fluisteren als
een engelke. En zo zit ge daar hoog
In de toren, moederziel alleen met
uw klokken. Ge beukt de pedalen
en ziet ver beneden u het volk staan.
Ge kunt ze niet horen, maar zij u
wel. Gij zijt niet in onmiddellijk con
tact met uw luisteraar, maar ge
communiceert wel met ze. Dat luis
tert nauw, als het goed gaat voor
mij, gaat het ook goed voor de men
sen beneden. Ge wordt voortdurend
gewogen en daarom moet ge spelen
van hart tot hart".
Even later klimt hij via de linker-
band van de vrachtwaèen naar zijn
37 klokken, die roerloos onder de
stalen balken op de handdruk van
de meester wachten. Op de hoge bok
lijkt hij nog kleiner dan de Schepper
bedoeld heeft, zijn tenen moet hij
strekken om bij de houten pedalen
te komen.
De eerste die hem schuchter ant
woord geeft, is de kleine bronzen op
donder, die in de schaduw van de
zwaargewichten leeft, dan vallen de
andere klokken hem ook bij. „Wien
Neerlands bloed door de aderen
vloeit".
Onmiddellijk stroomt het hotel leeg
de obers vergeten de knapperige
broodjes der gasten en drommen om
de professor, wiens handen als vleer
muizen over de toetsen dansen. Zijn
blozend gezicht dampt van vreugde.
„Ah, dat is schoon", roept hij naar
zijn vrouw, die tussen de vergeet-
mijnieten op het perk werkeloos toe
kijkt.
steeds op zijn bok, hij speelt nu het
Deense volkslied en glijdt ondertus
sen meter voor meter naar de doua
niers. Een paar uur geleden heeft hij
ontdekt dat zijn paspoort verlopen
is en hij probeert nu de Denen met
klokgelui te vermurwen. Ais hij
langs de slagboom rijdt is hij net
toe aan de eerste strofe van het Wil
helmus. De douanier knikt hem toe
en schreeuwt in het Engels: „Mag
ik uw paspoort even zien?"
Het heeft geen zin om door te spe
len. De professor klimt naar bene
den en loopt geslagen naar het kan
toor, waar men zijn klein bedrog
feilloos ontdekt. Daarna volgt een
ijlgesprek met de Nederlandse am
bassade in Kopenhagen, die persoon
lijk garant moet staan voor in- en
uitvoer van Ephrem Delmotte, die op
zijn visitekaartje als ambt heeft ver
meld „Glockenmeister Berater".
Ephrem Delmotte speelt ook, als
onze colonne de veerpont naar De
nemarken oprijdt. Auf wiedersehen.
De kraandrijvers en douanebeamb
ten luisteren ademloos en vergeten
hun werk. De pont vertrekt meer
dan een half uur over tijd.
Aan de overkant zit Ephrem nog
Straks m Kopenhagen zal overigens
blijken, dat de professor het klap
stuk van de Hollandse week voor
zijn rekening neemt. Natuurlijk, de
klompenmaker en de sigarendraaier
doen wat ze kunnen, maar zodra
Ephrem zjn carillon beklimt, kun
nen zj hun tent wel sluiten- Dan is
er geen mens meer die wil weten,
hoe men in Nederland de koekplan-
ken snjdt en de bolknak rolt.
Ephrem is onweerstaanbaar.
Goedbeschouwd is hj als volbloed
Belg het koekoeksei in het folklo
ristisch nest van Holland-week-orga-
nisator Fred Hoyte, maar een knies
oor die daar op let.
„Ge moet daar niet zwaar aan
tillen", zegt de professor monter,
„we zijn toch allen dezelfde Euro
peanen, ik speel in Keulen, 385 tree
tjes naar boven, 385 treetjes naar
beneden, ik speel in Sluis, 100 tree
tjes omhoog, 100 treetjes omlaag
En overal spreken de klokken een
zelfde taal. Ik heb in Portugese to
rens gezeten, in Franse, in Duitse.
Het is allemaal een pot nat. Ik heb
ook in de kathedraal van Luxemburg
gespeeld. Ik als Belg in een Hol
landse week. Ik zal u vertellen, zo'n
schone verstandhouding heeft de Be
nelux nog nooit gehad".
Zjn vrouw haalt de geweldige
schouders op en roept: „Ephrem ge
zÜt ene zot. Ge moet alleen spelen".
Hij kijkt haar vol mededogen aan.
Toevallig heeft hij die klok al meer
horen luiden. En hij weet ook waar
de klepel hangt. Hij haalt weer diep
adem en begint welgemoed aan
„Mien waar is mijn feestneus". Om
hem heen luisteren de Denen eer
biedig.
Terecht, want de professor doet
liet zo gevoelig, dat mén gemakke
lijk zou kunnen denken, dat hj ons
volkslied speelt. Dat de aanwezige
Hollanders elkaar bi' het refrein bj
de schouders vatten en om het ca
rillon beginnen te dansen, is een in
convenient. dat de Denen graag door
de vingers zien.