COMMENTAAR: De censuur van de onbenulligheid IN DURBAN STIERF EEN PARTIJ ZICHZELF Vlaamse schrijvers tegen „bloot"-censuur, maar er is meer: Vakbeweging trekt ten strijde Frankrijk is een waarschuwing Joedkoop vervoer DR. CORN. VERHOEVEN MEISJE MARTELAAR BENAUWEND BARRIERE ARMZALIG Nieuwe wetten lieten liberalen in Zuid-Afrika geen keus Vaarwel Broers Tragedie Vrees 11 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 25 MEI 1968 13 N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ^PEILIMGEN PEIUNGEN EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L ;EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPE^ Vandaag maakt de vakbeweging in Nederland een vuist. Op een protest- bijeenkomst in Utrecht, georganiseerd door de drie vakcentrales ge zamenlijk dat is nog niet eerder voorgekomen zal zwaar ge schut in stelling worden gebracht tegen de loonnota van het kabinet- de Jong. Zo geladen is de stemming, dat het N.V.V. het liefst meteen een algemene staking had willen uitroepen. Maar dat ging het N.K.V. en het C.N.V. (nog) te ver. Zij willen eerst het debat van de loonnota afwachten, dat de volgende week in de Tweede Kamer wordt gehouden. Het verzet van de vakbeweging richt zich met name tegen de loonpauze, die het kabinet voor 1969 heeft aangekondigd, en tegen het werkgelegen heidsbeleid van de regering. Is die kritiek gerechtvaardigd? In Nederland is niet overal het besef aanwezig, dat een'loonsverhoging - door productiviteitsvergroting verdiend moet worden. Vooral bij een wat krappe arbeidsmarkt (en die is er weer in het westen van het land) wordt zowel door de werkgevers als door de werknemers nogal gemak kelijk over stijgende loonkosten gepraat. Dan realiseert men zich niet altijd de gevolgen ervan voor de Nederlandse exportpositie en dus voor de werkgelegenheid in ons land. Naar onze mening heeft de regering daarom gelijk als zij waarschuwt tegen een te snelle loonontwikkeling Desondanks hebben ook wij ernstige bezwaren tegen de loonnota. De regering heeft namelijk onvoldoende gemotiveerd waarom de loonont wikkeling N U een loonpauze in 1969 noodzakelijk maakt. Dit is „paniek voetbal". Onduidelijk is ook waarom dit kabinet zo huiverig is voor ver dere arbeidstijdverkorting. Dat kan nu al een middel zijn om structurele werkloosheid op te vangen. Ons hoofdbezwaar richt zich echter tegen het ontbreken van een actief werkgelegenheidsbeleid. Voor de bestrijding van de werkloosheid wordt 150 miljoen extra be schikbaar gesteld. Dat is te weinig om werkelijk iets te kunnen doen aan de bevordering van de industrialisatie in gebieden als zuidwest-Neder land, het Noorden, Limburg en Twente. Bovendien moeten die 150 miljoen worden opgebracht door de ondernemers, via een beperking van de in vesteringsaftrek. Kan het vreemder: De werkloosheid bestrijden door de investeringen af te remmen? Als de regering bevreesd is voor de werk loosheid die het gevolg kan zijn van arbeidsbesparende diepte-investerin gen, had zij veel meer aandacht moeten besteden aan de mogelijkheid van arbeidstijdverkorting. De feiten van de loonnota zijn zo evident, dat men zich de vraag kan stellen of het nu eigenlijk wel nodig is, dat de vakbeweging de Tweede Kamer zo zwaar onder druk zet met haar protestcongres. Zou de Tweede Kamer ook niet eigener beweging, zonder de pressie van deze buiten parlementaire actie, de loonnota verwerken? Wie bezwaar maakt tegen buitenparlementaire activiteiten, moet wel bedenken, dat dit soort acties dikwijls het gevolg zijn van een gebrek aan activiteit van het parlement zelf. Nu is wat dit betreft de situatie in ons land gelukkig niet gelijk aan die in Frankrijk, maar toch moet men ook ten aanzien van het Nederlandse parlement constateren, dat het kabinet on voldoende tegenspel geboden wordt, ledereen is doodsbenauwd voor een regeringscrisis en dat betekent, dat het kabinet eigenlijk kan doen en laten wat het wil. De werkgelegenheidspolitiek is hiervan een duidelijk voor beeld. Dat onvoldoende tegenspel mag men niet alleen de regeringspartijen verwijten. Het is het gevolg van de onduidelijkheid, van de verdeeldheid, 4e in bijna alle partijen voorkomt. Naarmate wij langer moeten wachten opeen werkelijke partijvernieuwing, zal het vertrouwen in het parlement verder verminderen en wordt de kans op buitenparlementaire acties gro ter. Met alle gevolgen vandien. Zie Frankrijk. Wat in Frankrijk gebeurt kan geen reden zijn om de hardste schreeuwers in Nederland in alles gelijk te geven. Frankrijk is wel een waarschuwing. De politieke partijen in Nederland zouden er goed aan doen die waarschu wing ter harte te nemen. Zij zullen zich zelf en de parlementaire demo cratie ondergraven, als ze geen aansprekend antwoord kunnen geven op de maatschappelijke ontwikkelingen van deze tijd. De Nederlandse Spoorwegen hebben voor de zomermaanden goedkope tarieven ingevoerd. Men hoopt op die manier de treinen, vooral in de stille uren, wat beter gevuld te krijgen. Mogen we nog eens een suggestie herhalen, die wij op deze plaats al eerder gedaan hebben? De N.S. zouden er goed aan doen voor bejaar den het reizen goedkoper te maken. De huidige regeling voor bejaarden voldoet niet. Als de N.S. het reizen voor bejaarden aantrekkelijk zouden maken, zouden ze een grote groep mensen, die in deze dure tijd best eens een meevallertje kunnen gebruiken, een groot plezier doen. En er zelf wel bij varen. (Van onze Brusselse correspondent) BRUSSEL Vlaamse schrijvers van wie overigens vele hun eerste boek nog moeten publiceren zijn in opstand gekomen tegen de censuur. Men moet zich dat nu weer niet al te ernstig voorstellen. Noch de opstand, noch de censuur. Met name in het Vlaamse land, in de arrondissementen Brugge en Antwerpen, hebben de gerechtelijke autoriteiten de laatste weken met een ijver, een betere zaak waardig, gesnuffeld in veelal (slecht) gestencilde blaadjes, die onder literatoren en hun aanhang van pseudo-kunstenaars circuleren. Zogenaamde literaire tijdschriften, die het aanzien nauwelijks waard zijn. Ze snuffelden ook, de procureurs des konings, in het Amerikaanse blad Playbay een nummer werd in be slag genomen en de procureur des konings in Brugge daagde Hugo Claus voor de rechtbank, omdat deze in een bewerking van het middel eeuwse spel Marike van Nimweghen drie naakte mannen het toneel liet opdraven. De actie van de gerechtelijke autoriteiten is vooral gericht op (ver meende) uitingen van pornografie. Niet op subversieve kreten, waar mee de bedoelde blaadjes ook vol staan. De censuur heeft het op de schuttingwoorden en de blote plaat jes gericht en daarom heeft die cen suur niet veel om het lijf. Het geschreven woord en het to neel liggen in de belangstellingssfeer van de justitie. Maar in Brussel bij voorbeeld zijn vier bioscopen gespe cialiseerd in blote films. Niet het bloot, maar het sadisme dat in die films bedreven wordt, is erg. Maar daaraan stoort de justitie zich niet. Op de televisie zag ik laatst, in een programma voor vrouwen, een bloot meisje. Geen krant die reageer de, hoewel dat toch te verwachten geweest was na het bah- en boe geroep dat de Vlaamse kranten aan hieven toen Phil Bloom op het Ne derlandse scherm geparadeerd had. Toen de Belgische inzending voor he1 televisie-festival van Montreux hier op het scherm verschenen was, riepen de televisie-recensenten luid keels schande en noemden ze deze produktie een smakeloze show. Maar diezelfde recensenten keerden om als een blad aan de boom, toen in Mon treux bleek, dat de Belgische inzen ding het goed deed. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat het ook in Bel gië niet zo eenvoudig is te bepalen wat mag en wat niet mag, wat kan en wat niet kan. Terug naar de schrijvers en hun anti-censuur actie. De jongeren onder hen laten zich niet van hun mening afbrengen: alles moet mogen en alles moet kunnen. Zo niet, dan komt de vrijheid van het woord in het gedrang en dat is het begin van het einde, zeggen ze. Ze wijzen op de totalitaire regiems, die ook begonnen zijn met onschuldig lijkende censuur. De jongere schrijvers concentreren heel hun actie op de eis, dat zij het recht hebben schuttingwoorden te ge bruiken, allerlei seksuele toestanden en wantoestanden desnoods tot in de finesses te beschrijven en met verwijzing naar Claus, die door het procgs iets van de martelaar krijgt het bloot te tonen waar en wanneer ze dat willen. Vreemd spectakel in een land, waar de zogenaamde pornografische wat is pornografie? industrie te gen de verdrukking in bloeit. Getui ge bijvoorbeeld de enorme hoeveel heid, uit België afkomstige rommel, die men in obscure boekwinkeltjes in Nederland kan kopen. De procureurs des konings schieten met kanonnen op muggen. En omdat daardoor de actie van de justitie nauwelijks se rieus te nemen is, kan men de anti- censuuractie van de schrijvers, zoals ze thans is opgezet, ook maar het best met een glimlach tegemoet treden. .dacht tegen de verzamelde schrijver* zelf. Er waren maar een paar uitschie ters, maar die kwamen dan ook van gevestigde schrijvers als Claus, Lam- po, Ruyslinck, Raes en Jezuiet Van Bladel. Enige uitspraken. Hugo Claus: „Ook wij leven in een terreurmaat- schappij. In de terreur van de mid delmatigheid, die ons een muf en grauw gedragspatroon wil opleggen." Ward Ruyselinck: „Door alle vuur monden te concentreren op de cen suur tegen de blootheid vermorsen we het kostbare kruit van onze kri tiek. We moeten onze actie veralge menen tot kritiek op de fundamentele fouten in onze samenleving." Het was de auteu Jezuiet Frans van Bladel, die met een aanklacht onder meer gericht tegen de schrij vers zelf, de spijker op de kop sloeg. En die de actie, zoals ze tot nu toe gevoerd is, op gelukkige wijze relati veerde met deze woorden: „Wij zijn hier bijeen omdat wat boekjes en prentjes in beslag zijn genomen, om dat iemand die een blote man laat zien voor de rechter gedaagd werd en omdat ons nog meer van die din gen te wachten staan. Mij goed. Ik doe daaraan mee. Omdat het mogelijk is, dat sommigen die boekjes en die prentjes en die blote mannen nodig hebben om zichzelf en anderen er van te overtuigen, dat zij progressief - creatief zijn." „Maar ik vind het wel benauwend, Omdat er een ander soort censuur is in onze samenleving, waartegen we ons niet verweren. De gerechtelijke censuur is slechts een ramzalige af schaduwing van de werkelijke cen suur van onze tijd: de onbenulligheid, onze eigen middelmatigheid." In Brussel, in Paleis van Schone kunsten, kwamen deze week een veertigtal schrijvers en schrijvertjes bijeen in een zogenaamde protest read-in. Het werd, om maar met de deur in huis te vallen, een bijzonder saaie bijeenkomst. Veertig maal drie minuten protestjes voorlezen. De meeste armzalig, armetierig en vol ledig langs het onderwerp schietend. Alles bijeen het protest van de mid delmatigheid en daardoor een aan- „Heel ons maatschappelijk bestel,1 zo ging hij verder, „en onze kritiek daarop bestaat onder die censuur. Wie iets wil zeggen, wat niet hele maal middelmatig is, moet dat op zichzelf veroveren. Dat is een bar rière die meer tegenhoudt en moei lijker te doorbreken is dan welke gerechtelijke censuur ook. Aan de censuur van de middelmatigheid, de onbenulligheid, zijn wij allen mede plichtig." Van die woorden had het gros van de protesterende schrijvers in hun middelmatigheid niet terug. Zelfs niet schilder Herman Ysebaert be kend van de Muryturschildering om het Stedelijk Museum in Amsterdam die vond, dat er nu „genoeg ge praat is" en luidkeels om „richtlijnen voor een culturele revolutie" riep. Maar revolutie maakt men niet met de middelmaat. DURBAN De Liberale Partij liet gisteravond om half tien het leven in een smal straatje, ergens in Durban. Er vloeiden geen tranen, niemand was kwaad of opgewonden, de aanwezigen gedroegen zich kalm en waardig. Even beheerst ook waren de deelnemers Europeanen, Afrikanen, Aziaten en kleurlingen na de vergadering in een overvolle zaabnaar buiten gegaan en hadden zij zich midden op straat rond hun voorzitter, Alan Paton, ge schaard. Haperend niet iedereen kende de tekst zongen ze „For he is a jolly good fellow", „Nkosi Sikelele Afrika (God, red Afrika) en „We shall overcome". De meesten van hen waren jong, de Europeanen droegen open hem den, truien om hun nek, de Aziaten waren gekleed in keurige pakken met stropdas. Paton stond onopvallend tussen hen in een wat droevige en verlegen figuur (Jk hen van nature ^et iemand die aan de weg timmert,' ad hij even tevoren tijdens de ver gadering gezegd.) Toen het gezang was afgelopen, v..ser njemand die juichte, in de riJi S flapte of zoiets als „hoera!" u»Paton zei alleen maar: „dank kep naar zijn wagen. Iedereen verdween in de nacht. Was een bijzondere en bewogen pr.ni, §eweest: de laatste partijbij- heïTA in Durban. Er zouden in twpo ^-Afrika nog maar een of den nverSaderingen worden gehou- tieL-e ,rna' als de wet °P de Poli~ hioirf e§ratie van kracht werd, e Partij op te bestaan. caMnt W«e' Prohibition of politi ci vi erence. Bil!> biedt men- van pp" verschillend 'id te zijn dat Hif i- politiel Onl- 'Warecht ingint .U„u aiic» DE Zuidafrikaanse regering heeft onlangs een aantal nieuwe beperkende wetten met betrekking tot de politieke partijvorming uitgevaardigd. Voor een partij betekende dit de doodsteek: de Liberale Partij. Een Britse journalist, Derek In gram, juist op reis door Afrika, was aanwezig bij de vergadering waarop de Liberale Partij-afde ling Durban zichzelf ontbond. De volgende dag schreef hij dit ver slag. De hele avond heeft niemand er ook maar een seconde aan gedacht van de vergadering een emotioneel geladen aangeledenheid te maken niemand, die trachtte een spreker in de rede te vallen, tenzij voor applaus. Er hing een onmiskenbare sfeer van saamhorigheid. De sprekers op het podium vertolkten duidelijk de ge dachten en gevoelens van alle aan wezigen, behalve dan van de ambte naar van de Veiligheidsdienst („Ik ben blij zoveel bekende gezichten te zien," merkte een van de sprekers op, „zelfs dat van onze oude vriend van de Veiligheidsdienst"). in de hand in een welvarende voor stad heel mooi, maar op een heleboel andere plaatsen is het helemaal niet zo mooi. Het wezenlijke van de gescheiden ontwikkeling van Apartheid, is niet dat het een „gescheiden vrijheid" op levert dat is een illusie. De essen tie is dat het soms door mensen, die macht over anderen hebben, wordt opgelegd aan mensen die niets te ver tellen hebben dat is de realiteit. wat de Liberale Partij voorstond, kwam het partijbestuur tot de slot som dat er niets anders overbleef dan zichzelf te ontbinden. De ruimte in Caxton Hall was veel te klein om alle deelnemers aan de vergadering te kunnen bergen. De mensen puilden letterlijk de zaal uit. Sommigen moesten genoegen nemen met een plaatsje op de stoep. Boven het podium was een span doek aangebracht met de woorden: „Vaarwel, Vrijheid". Tussen deze woorden in een tekening: een blanke en een zwar' hand die in elkaar gre- >n. Daai doorheen, kruiselings, twee uikke strepen. Na een aantal sprekers kwam mr. Paton, de voorzitter van de Liberale Partij, als laatste naar voren. Een persoonlijkheid die men slechts zel den aan het hoofd van een politieke partij aantreft. Klein, blozend ge zicht, brede kaken, met iets school meesterachtigs in zijn doordringende, schorre stem. Geen geëmotioneerd mens. Zijn manier van spreken is snel en op geen enkel punt gekunsteld. Maar de woorden zijn poëtisch en ge laden, en ze komen recht uit het hart. De schrijver van „Cry, The Beloved Country", die nu in de zestig is, heeft nog niets van zijn gevoel voor de Engelse taal verloren. Hij openbaarde de hele tragedie van Zuid-Afrika aan zijn luisteraars: „Het is mijn oprechte overtuiging dat de mens niet geboren wordt om zich voor de Staat plat ter aarde te wer pen." Gescheiden ontwikkeling van Zuid- Afrika lijkt 's zondags met een borrel Paton richtte zich rechtstreeks tot de Veiligheidsdienst: „Vijftien jaar lang zijn jullie ons nader geweest dan broers. Ik weet niet of dit een af scheid voor goed is of dat we elkaar nog ooit zullen ontmoeten." Na een leven van vijftig jaar met een blanco strafregister, „is het pijn lijk te moeten ervaren dat je opeens gevolgd werd, dat sommige van mijn brieven door jullie werden geopend, dat mijn huis door jullie werd door zocht, dat jullie in auto's voor mijn huis stonden, pijnlijk om naar Johan nesburg te vliegen waar jullie me op wachtten, om naar Kaapstad te vlie gen en jullie daar aan te treffen." Hij sprak over mr. Hill (een van de vorige sprekers) en diens vrouw. Hij kreeg zeven en een halve maand huisarrest omdat hij ervan verdacht werd communistische sympathieën te hebben. Totdat men er achter kwam dat dit niet zo was. Maar voor zijn vrouw werd deze maatregel niet op geheven. Het was verbazingwekkend dat ze mr. Hili nog in één huis met zijn vrouw lieten leven. „Alleen een ziek land en een zieke ALAN PATON regering leggen goede, brave en eer zame mensen beperkingen op." Hij gaf zijn toehoorders een raad voor de toekomst: houdt vast aan datgene waar u in gelooft; onderschat uw uithoudingsvermogen niet; houdt uw vriendschappen warm en levend, past op voor droefgeestigheid en weest dankbaar voor de moed van anderen in dit door vrees geregeerde land. Toen Paton klaar was mei zijn toe spraak stond iedereen op en applau disseerde. Hij zat met gebogen hoofd, een nietige en eenzame figuur. Toen, elkaar zwijgend maar begrij pend toeknikkend, gingen de mensen achter elkaar naar buiten. Daar zon gen ze slechts, en toen ging iedereen. Er viel niet veel meer te zeggen. HUGO CLAUS: „Ook wij leven in een terreur- maatschappij". 2o zeker als het is dat een president van de Verenigde Staten de machtigste man ter wereld is, precies even zeker lijkt het mij dat hij in de maanden die aan het verwerven van die macht voorafgaan, de meest machteloze hansworst ter wereld is. Hij wordt van de ene stad naar de andere gesleurd, betast, besnuffeld en be luisterd als een koe die naar het stamboek solliciteert, en tot willi ge speelbal gemaakt van de meest grillige instincten. Nu al gillen hysterische massa's bij het zien van Kennedy, McCarthy of Nixon en de strijd is nog lang niet op het hoogtepunt. Die hysterie wordt, uit naam van de demo cratie, straks nog duizendvoudig opgevoerd. Hele bureaus werken daaraan in opdracht van de kan didaten en hun partij. Honderd duizenden handen moeten worden geschud met een hartelijkheid als of men een oude vriend terugzag. Het is een uitputtende wedstrijd in fysiek en psychisch krachtver toon. Want uithoudingermogen is toch wel de eigenschap die het meest naar voren komt en die misschien meer een prins Carna val zou moeten sieren dan een man die de grootste verantwoor delijkheid ter wereld te dragen krijgt. We horen er nooit iets van in hoeverre de kandidaten deze harde match als vernederend be schouwen, maar daarvoor heeft hij dan ook plaats in het land van de gewelddadigheid. Bovendien nemen alleen vrijwilligers deel: zij weten wat hen te wachten staat. De vraag is dan natuurlijk, hoeveel bestuurlijk talent door juist deze selectiemethode nooit aan bod kan komen. Het zou mij bijvoorbeeld benieuwen welke de kansen van een voortreffelijk man als wijlen Stevenson zouden zijn geweest in een verkiezingscampag ne die minder kermisachtig te werk ging en meer kans bood op 't demonstreren van wezenlijkere ei genschappen. Als iemand zich niet kan verkopen, althans niet op de ze manier, is hij dan voor het ambt ongeschikt? Of moeten wij eerder een vraag stellen naar de dikte van de plank die iemand voor het hoofd moet hebben, om zich zo te willen verkopen en is uitgerekend die dikte dan be slissend voor zijn geschiktheid? Het is een vraag naar het we zen en het functioneren van de democratie en de rol die het ver kopen hierbij kan spelen. Het is dan riskant zonder meer te zeg gen dat het oordeel van een hyste risch gillende menigte waardeloos en niet ernstig te nemen is. Het gaat domweg om het aantal en het verspreiden van een besmet telijke hysterie kan een efficiënt middel zijn om het aantal te ver groten. In een land waar in hoofd zaak commercieel gedacht wordt, heeft deze manier van doen zelfs iets vanzelfsprekends. Zij is op zijn minst een manier waarop ver kiezingen voorbereid en georgani seerd kunnen worden zonder al te duidelijk tegen de democratische beginselen van vrijheid en gelijk heid in te gaan. Er is een zekere pressie, maar wie daar niet voor wenst te zwichten, wordt niet ge straft. Dat kan niet ondemocra tisch genoemd worden. Maar er zit wel een tegenstrijdigheid in het samengaan van dit enorme gelijk schakelingsproces en het princi- pe dat iedereen in staat geacht wordt zelf een keus te doen. Als democratie berust op de keiharde fictie dat iedere burger zijn eigen verantwoordelijkheid kan dragen en daardoor principieel gelijk is, dan is het moeilijk te begrijpen, waarom er zoveel inspanning ge daan moet worden om die bur gers in een bepaalde richting te beïnvloeden. Die beïnvloeding is dat een poging tot geestelijke ti rannie. Zij berust op de veronder stelling dat de burgers niet zelf standig zijn. Propaganda is niet zonder meer democratisch te noe men. Zij verhult eerder de afwe zigheid van democratie of op zijn minst de gebreken daarin, dan dat zij noodzakelijk zou zijn voor het functioneren daarvan. Waar de democratie ontbreekt, blijkt dan ook aan de propaganda de taak toe te vallen de schijn van democratie en mogelijkheid tot keuze op te houden. Welnu, 't sa mengaan van schijn en werkelijk heid onthult in die werkelijkheid iets dubbelzinnigs. Democratie is een fictie van gelijkheid die een fictie blijft en niet op haar reali teit getoetst kan worden, zolang zij gepaard moet blijven gaan met intensieve propaganda. In een werkelijk voltooide democratie zou het volk niet de materie zijn die propagandistisch moet worden be werkt, maar de instantie die be slissingen neemt. Het zou daarom interessant zijn te weten wat een niet tevoren be- invloede meerderheid zou beslis sen inzake een bepaald concreet probleem, b.v. wie in een eventu eel in te richten Nederlandse re publiek president zou moeten zijn. Of eigenlijk is dat probleem al niet nieuw genoeg. Want er zijn een aan tal kandidaten die zich hiervoor in zekere zin al verkocht hebben. Er is een politiek verleden dat nooit ongedaan te maken is. Dat verle den heeft al heel wat beslist of sterke suggesties voor een beslis sing gegeven, voorat de kiezers aan bod komen. Het stelt zijn kan didaten en beproeft de deugdelijk heid daarvan. Er is een minder democratische tijd geweest, waar in een boer van het land gehaald werd om dictator van Rome te worden. Hij had zich niet kandi daat gesteld, stribbelde enorm te gen en vervulde zijn taak voor beeldig. 't Lijkt erop dat juist de democra- cratische verkiezing zo'n „creatie ve" keus of een revolutionaire vernieuwing onmogelijk maken. De vraag is: waar is in deze tijd het „oog" dat verborgen talenten ontdekt? Of is democratie het vertrouwen dat in dit systeem de juiste man uit zichzelf op de juis te plaats terecht zal komen? Is die hele campagne dan maar een wreed spelletje dat met de kan didaat gespeeld wordt alvorens hem de macht „gegund" wordt?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 7