„Er moet regionale brandweer komen" H P BOVEN „FLIPSE- NIVEAU" KOMEN C. TER POORTEN .1 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 25 MEI 1968 (Voor een hoger brand- bewustzijn 21 brandpun ten voor huis, werkplaats en kantoor). Zeg nooit: Wat kan er bij ons in brand raken? Zelfs de massiefste bouwwerken kunnen tot de grond toe afbranden. Zijn alle nooduitgan gen bekend Let er op dat ze niet in een onbe dachtzaam ogenblik door allerlei spullen worden versperd. Zorg dat trappenhui zen nooit met goederen worden volgestouwd. Liften zijn géén be trouwbare vluchtwegen. Ze kunnen plotseling stilvallen. Verlies bij 't uitbreken van brand niet uw tegen woordigheid van geest. Het hoofd koel houden geen paniek bete kent meestal het redden van mensenleven(s). Voor bedrijven en kan toren geldt: netheid en overzichtelijkheid is het beste middel om bran den te voorkomen. In technische bedrijven behoren werkzaamheden als arbeid met elektrici teit, lassen, solderen en wrijving tot de sterkste brandveroorzakers. Blijf kalm bij brand. Probeer van de kook ge raakte medebewoners of collega's te kalmeren. Is er ergens brand in een gebouw gesigna leerd, sluit onmiddellijk deuren en ramen. Hier door vermijdt men lucht toevoer naar de brand haard en houdt men rook buiten andere delen van het gebouw. Staan alle verwar mingsapparaten zodanig opgesteld dat ze voor werpen in de buurt niet in brand kunnen steken? Wanneer een kachel niet direct wil branden, probeert dan niet het vuur met petroleum of benzine aan te maken. Rook alleen daar. waar het is toegestaan. Siga- rettepeukjes en afge brande lucifers horen thuis in vuurvaste asbak ken en niet in prullen manden. In met rook gevulde ruimten kan men zich het best kruipend voortbe wegen. Dicht bij de grond is meestal nog vol doende lucht om in te ademen en het zicht nog het best. Een nat ge maakte doek voor neus en mond kan in deze toe stand ook hulp bieden. Werkt men met brand bare vloeistoffen, houd er dar. rekening mee dat de meeste al bij normale temperatuur brandbare dampen ontwikkelen. Met lucht vermengd wor den zij een direct gevaar voor ontploffing. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG/TILBURG „De brandweer vertegenwoordigt het laatste stukje gemeentelijke auto nomie. Daar hebben sommige ge meenten zich als een terriër aan vastgebeten. Ze kunnen nauwe lijks loslaten. Niet zo onbegrijpe lijk, want de brandweer is daar veelal een instituut. Als vader te oud was geworden om de ladder op te klauteren, volgde zijn zoon hem in zijn voetsporen, alleen wat rapper. De brandweer heeft een enorm belast verleden". Hoe openhartig deze typerende opmerking is, wordt duidelijk als blijkt dat hij uit de mond komt van de heer C. ter Poorten, hoofd inspecteur van het Brandweerwe zen. Nederlands hoogste brand weer-man. Als de heer Ter Poorten zijn zin krijgt, zal dit laatste stukje auto nomie de gemeenten uit de handen worden gebrand. „Wij zijn ongerust over de aanpak van de vernieuwin gen die ook niet aan de brandweer zullen voorbij kunnen gaan. In 1964 heeft de Nederlandse regering een bepaalde nieuwe aanpak aanbevolen bij de minister. We leven nu vier jaar later, maar er is nog vrijwel niets van de grond", aldus de kritiek van de heer Ter Poorten. De nieuwe opzet voorziet in een indeling in regionale brandweereen heden. De „body" hiervan zal moe ten bestaan uit een keurkorps brand weerofficieren die de goed geoutil leerde regionale posten continu zul len bemannen. Daarnaast overigens zal men een beroep blijven doen op het reservoir van 21.000 vrijwillige vuurbevechters. „Natuurlijk zullen we de vrijwilligers aanhouden. Ze zullen dank zij een groter beroepska der nog veel effectiever hun manne tje kunnen staan", zegt de heer Ter Poorten. De immer ijlende voet knechten van de rode haan hoeven dus niet naar de pomp te lopen. maar niet het vuur. (Er zijn ook ladders en ladderwagens). „Het klinkt allemaal wat naïef en negatief, maar dergelijke zaken ma nifesteren zich wekelijks en er zijn nog veel gekkere voorbeelden te noemen, die niet maatgevend zijn uiteraard". Het is wel olie op het vuur van degenen die zeggen dat de hele brandweeraanpak tot boven het ge meentelijk niveau moet worden op getrokken. Dit is óók de hoofdin specteur van het brandweerwezen van mening. „Persoonlijk zou ik graag beginnen met een regionale indeling, in de zin als nu Tilburg heeft weten aan te pakken. Zo zie ik Walcheren bij voorbeeld als een mooie regio voor één centrale brandweerpost. Zeeuwsch-Vlaanderen in zijn geheel ook. Maar daar wacht men nu weer, zoals elders ook meermalen voor komt, op de ophanden zijnde ge meentelijke herindeling. Men kan om vele grote steden een regio-brand weer stichten, om Eindhoven, om Breda, enz. Het moeten niet al te grote handzame gebieden worden. te veel manschappen en materiaal worden weggestuurd, maar dat is altijd nog beter dan te weinig". Als de heer Ter Poorten een ver gelijking maakt met de huidige si tuatie (in het bijzonder buiten de grotere steden), zegt hij: „Een klein brandweerkorps rukt uit. Dat zal altijd eerst proberen de zaak al leen te klaren. Na 20 kostbare minu ten ziet men dat het niet lukt. Dan pas wordt een grotere eenheid inge schakeld. Dit is geen verwijt aan de bestaande korpsen, maar de situatie is nu eenmaal zo". Om uit de huidige impasse te ge raken want zo mag de toestand wel worden genoemd r zal er in ambtelijke kringen nog menig uurtje noest en vlijtig moeten worden ge werkt. „Er zijn veel voetangels en klemmen. De gemeentewet zegt dat een gemeente de verantwoording draagt voor de brandweerzorg. Mo menteel kan een regio-brandweer alleen tot stand worden gebracht via een gemeenschappelijke rege ling. Vandaar de behoefte de aan pak van deze zaak boven-gemeente- lijk te laten behandelen. De financi en vormen daarnaast een belangrijk punt. Zal het rijk genegen zijn aan overleg voeren op niveau. Dat geldt niet alleen voor Shell daar zijn deze zaken over het algemeen goed geregeld maar vooral de middel grote industrieën, waaraan Brabant en Zeeland reeds rijk zijn, maar waarvan er zich nog veel meer in dat gebied zullen vestigen". De in sommige gemeenten onge kend hevige strijd tussen ambtena ren van Bouw- en woningtoezicht en brandweermensen zou eveneens door een regionale aanpak tot meer rechtvaardige proporties worden te ruggebracht. „Bouw- en woningtoe zicht heeft een duidelijke wettelijke basis. Zij bepalen veel sterker de inhoud van een gemeentelijke brand preventieverordening dan de brand weer. De gemeenteambtenaren van die dienst zijn HTS'ers. De kracht van hun argumenten is veel gro ter dan die van de vrijwillige com mandant die misschien smid of tim merman is. De gemeentelijke auto nomie zou er weer verder door wor den aangetast, maar er is een lan delijke brandpreventieverordening in de maak, die wellicht bindend zal worden verklaard. Nu wordt die ver ordening nog „aanbevolen". Groot voordeel hiervan: „koehandel" van In Brabant voltrekt zich op dit moment de primeur van een regio nale brandweereenheid. Bond Til burg zullen 16 gemeenten de regio nale brandweer midden-Brabant gaan vormen. „AI duurt het alle maal wat lang, ik ben er van over tuigd dat de regionale organisatie er zal komen. Maar het tempo is iets, waar men moeilijk prognoses over kan geven. Het hangt onder meer ook af van wat de Kamer zich aan de brandweer gelegen laat liggen. Ik moet zeggen dat de be langstelling bij de Kamerleden voor brandweerzaken langzamerhand groeit", aldus de heer Ter Poorten. Hij is het met ons eens dat het de hoogste tijd wordt dat een aan tal elementaire voorzieningen nodig aan de huidige omstandigheden moe ten worden aangepast. In ons ge sprek komt overigens herhaaldelijk naai- voren dat de hoofdinspecteur over iedere gemeente wel iets weet te zeggen. Zomaar een greep: Spuit gasten die naar de brandput lopen te zoeken, terwijl ten langen leste blijkt dat de auto die de vlammen tracht te intimideren met zijn blau we zwaailicht, er boven op staat. Geblokkeerde uitgangen van de brandweerkazerne, omdat er nog van een ouderwetse alarmerings methode wordt gebruik gemaakt (één sirene die het hele dorp op de been brengt)in afwachting van wegscheurende brandweerwagens, parkeren nieuwsgierigen hun auto voor de uitrit. Het dictatortje spelen op eigen gemeentegebied, zodat een object onder het toeziend oog van een groter (en meestal deskundi ger) korps staat af te branden Het ontbreken van deugdelijk en handel baar materiaal, waardoor lekkende slangen de omgeving goed nat hou den, behalve „de belendende perce len" en de vuurhaard zelf Blus- singswerk verrichten tot een hoogte, waarop de waterstraal het hoogste punt van de parabool heeft bereikt. Ik zou niet graag willen dat men nu ineens het land wild ging opdelen in regio's. Hier en daar moet men het eerst proberen, desnoods met een beetje kamerdruk. Ik ben er van overtuigd dat als er één schaap over de dam is, er ook hierbij meer zullen volgen. Wat dat betreft ben ik zeer benieuwd naar de ontwikke lingen rond Tilburg", aldus de heer Ter Poorten. „Bij de brandweermensen smelt de tegenzin tegen de regionale indeling zienderogen. Al zullen er problemen blijven rond twee dicht bij elkaar gelegen gemeenten met een groot korps. Welk korps moet het belang rijkste worden?" Over Brabant en Zeeland zegt de heer Ter Poorten dat de gemeente besturen in deze gebieden wel pro gressief willen meedenken. „Dat kan niet altijd van de gemeenteraden worden gezegd". De hoofdinspecteur van het brand weerwezen dooft op minder deskun dige wijze een binnenbrandje in zijn asbak. Hij onthult vervolgens dat de re gionale indeling momenteel een punt van bespreking is in de Brandweer- raad (het hoogste adviesorgaan van de minister van binnenlandse za ken). Er is dus sprake van vorde ringen. We mogen dus verwachten dat binnen niet al te lange tijd hier over iets meer bekend zal worden. „Men maakt er zich echt wel zorg over" aldus de heer Ter Poorten. „De centrale melding en alarme ring is een uitermate belangrijk punt bij de regio-brandweer. Des kundige officieren kunnen in de eer ste tien minuten de belangrijkste periode in de gehele repressieve brandbestrijding de juiste aanpak leveren. Op de centrale post kan men in één oogopslag zien om welk object het gaat, welke gebouwen er in de omgeving staan. En er kan meteen een hele schuif naar toe. In de eerste uitruk zullen er misschien deze nieuwe regeling mee te wer ken? Voor de gemeenteraden is de verdeelsleutel voor de kosten van belang", aldus de heer Ter Poorten. Hij zet uiteen dat de kosten ge middeld hoger zullen komen te lig gen. Er zal echter minder geld wor den „versmeten". De (hele) kleine gemeenten zullen niet langer een dure brandweerwagen hoeven aan te schaffen voor twee brandjes per jaar, waarbij nooit meer dan een kwart van zijn capaciteit zal worden gevraagd. Maar dat niet alleen. Er komt een heel andere organisatie voor in de plaats. Eén die veel meer het ka rakter zal krijgen van een civiele hulpverleningsdienst, wat de be roepsbrandweerkorpsen in de grote steden nu al min of meer zijn. Denk maar aan het reddingswerk bij ram pen van welke aard ook, „U zult eens zien hoe belangrijk deze taak van de brandweer gaat worden!" benadrukt de heer Ter Poorten. Hij draagt nog een bijzonder zwaarwegend argument aan. Via een regio-brandweer kan er veel meer invloed worden uitgeoefend op de preventie. ,|Wie moet bij indu strie- en stadsontwikkelingen deze zaken behartigen? Neem nu bijvoor beeld de mogelijke vestiging van Shell in Moerdijk. Ik hoef van de vrijwillige commandant van Klun- dert of welke plaats in dat gebied dan ook, niet te verwachten dat hij bij de besprekingen met de indu strie enig tegenwicht kan bieden door een deskundige inbreng". „De industriële brandpreventie is mijn -stokpaardje, dat ik te pas en te onpas nee, altijd te pas, be klim", zegt de heer Ter Poorten. „Maar ook in bovengeschetst geval zal duidelijk zijn waarom. Stel dat dit gebied onder de regio Breda zou vallen. Dan kunnen officieren, waar ik wel deskundigheid van verwacht., industrieën met gemeenten wordt uitgesloten. De gevallen, waarin een industrie zei, we gaan naar de buur gemeente, want daar hebben ze niet zulke strenge preventie-eisen, zijn legio", aldus de hoofdinspecteur van het brandweerwezen. De uitbouw van de regio's acht hij niet zo moeilijk. „Steeds meer com mandanten gaan wat voor de regio nale aanpak voelen. Men zal bij de opbouw moeten uitgaan van de vas te officierskern van een grote ge meente. Die kern zal moeten worden uitgebreid. De opleiding zal kunnen worden verbeterd. Met twee brand jes per jaar en wat schijnoefeningen houdt men zijn paraatheid niet op peil. Er zal voor iedere regionale brandweereenheid een oefengebouw kunnen komen, waar men de men sen familiaar maakt met vuur. De nieuwe bestrijdingstheorieën zijn er op gebaseerd dat een brand van bin nenuit moet worden aangepakt. Dat moet een brandweerman leren dur ven. Uiteraard zal er een stille alarmering moeten komen. En alle gehaspel rond hulpverle ning op de grote doorgaande auto wegen, waar zuidwest-Nederland er voldoende van zal krijgen, zal tot e°n einde kunnen komen. Hoe vaak zijn er nu twee korpsen of juist geen enkel, omdat juist in de nabijheid van de gemeentegrens een „crash" heeft plaatsgevonden", zo zegt de heer Ter Poorten. „De regionale op lossing zal veel doeltreffender zijn, maar ook duurder. Men krijgt er echter veel zekerheid voor terug Dat is belangrijk, wanneer men even het schadecijfer branden in 1968 be kijkt. Ruim een kwart miljard. Het jaar is nog niet op de helft, maar dit bedrag is al groter dan de totale som die in 1967 in vlammen op ging. En men wordt er alleen maar armer door!" PIM GAANDERSE De praktijk heeft het bewezen. In Noord-Brabant en Zeeland ii - net zo goed als elders in den lande - een regionale aanpak van de brandweer een noodzaak van de eerste orde geworden In het gebied rond Tilburg hebben in totaal zeventien gemeenten zich haantje de voorste getoond. We hebben ook een gesprekje gevoerd met „primeur-bereider" A. H. Haarmans, commandant van de gemeentebrandweer Tilburg en directeur van het regionaal (Brabant, Zeeland) opleidingscentrum voor het middenkader. De zaak in Midden-Brabant is bijna geregeld. Enkele gemeenteraden moeten hun fiat nog geven aan het project. De heer Haarmans verwacht echter geen complicaties meer. Daarom zal per 1 januari 1969 de regionale brandweer Midden-Brabant in werking treden. Alphen en Riel, Berkel-Enschot, Diessen, Dongen, Drunen, Gilze-Rijen Goirle, 's-Gravenmoer, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Moergestel, Oisterwijk, Sprang-Capelle, Tilburg, Udenhout, Waalwijk en Waspik hebben dan (waarschijnlijk) besloten: „Te zamen een gemeenschap pelijke regeling te treffen ter behartiging van het belang van de voorkoming en beperking van brand en brandgevaar en van het ver lenen van hulp en bijstand bij branden en andere rampen", zoals het officieel in het regelingsbesluit staat. "et geheim van de regeling?", vraagt commandant Haarmans. „Met meer mensen meer mans". Voordat men vier jaar 55 geleden in de regio Tilburg concreet aan de slag kon gaan voor deze regeling, heeft de Tilburgse commandant negen jaar „preventieve" arbeid verricht. „Meer dan dertien jaar ben ik bezig geweest de mensen psychologisch rijp te maken voor een gezamenlijke aanpak. Ik wil niets horen over inter- of bovengemeentelijke aan pak. Dat is psychologisch volkomen fout. Je jaagt er de mensen maar mee in het harnas. „In Midden-Brabant zijn de brandweermen sen nu zo ver dat ze er van overtuigd zijn dat zij er alleen zijn om elkaar te helpen. Niet om een eigen fikkie te houden. Een en ander is kunnen groeien, omdat in Tilburg de opleiding van de (onder) commandanten wordt gegeven. „De man is hier opgeleid. Komt er bij hem ooit een fantastische brand, dan zal hij om raad en hulp vragen bij z'n grote broer die hem zijn opleiding gaf. Dat is een logische gang. Hij zal blij zijn als er officieren en man schappen komen om hem terzijde te staan", zegt de heer Haarmans. „Iedereen bij ons weet nu dat het er niet om gaat op eikaars stoel te gaan zitten". Om alle betrokkenen daarvan te doordringen zijn dan ook ruim tien jaar nodig geweest. Maar in Tilburg is men de goede weg ingeslagen. Tilburgs commandant zegt: „De brandweer is nu pas op het niveau dat de politie 50 jaar geleden al had bereikt". Het „Flipse-niveau". Er is heel wat mensenkennis voor nodig om het broos-tere af braakwerk van de heilige brandweerhuisjes ter hand te kunnen nemen, 't Is als bij een slak. Bij de minste prikkeling trekt hij zich terug in zijn burcht en zie hem er dan maar uit te krijgen zonder zijn huis te vernielen. Het is niet vreemd dat nog slechts weinig collega's van commandant Haarmans zijn voorbeeld hebben gevolgd. De opzet van Midden-Brabant bestaat uit een centrale alarmering. Wanneer bijvoorbeeld de brandweer van de gemeente Dongen uit rukt, wordt dit terstond aan de „moedercentrale" Tilburg doorge geven. Blijkt Dongen de brand niet aan te kunnen, dan wordt door de commandant in Tilburg beslist welke eenheid ter assistentie zal worden gezonden. Volgende stappen zullen tot een optimaliseren van korpsen en materiaal moeten leiden. Men zal op een bepaald moment aan „sanering" toekomen. Van bijvoorbeeld gemeentegrenzen, voor brandbestrijding onmogelijke barrières. Waarom zal het korps van gemeente X niet kunnen uitrukken als er - dan wel op grondgebied van de buurgemeente - dichter bij de kazerne van X brand uitbreekt. jreventief worden we dank zij deze samenwerking beduidend sterker. Dat is een noodzaak, want de preventieve bestrijding 55 is - op zijn zachtst gezegd - niet ontwikkeld. Nu de belasting zich gaat roeren gaat een betere preventieve beveiliging ook bij het bedrijfsleven spelen. Het betekent straks geld verdienen of heel veel uitgeven". „Het zal van belang zijn dat de hele brandbestrijding in belangrijke mate het werk gaat worden van vakmensen. Brandweer is niet hetzelfde als achter vuurtjes aan rennen. In Tilburg bestaat het werk van de brandweer voor veertig procent uit brandbestrijding, het overige werk staat in het teken van de hulpverlening", aldus de heer Haarmans. Met deze gedachte sluit hij aan bij de mening van de heer Ter Poorten. „Voor mij gaat het telefoonnummer 0011 (het nummer dat door de PTT is gereserveerd als algemeen alarmnummer - red.) veel betekenen. Het zal voor een deel afhangen van wat men er mee zal kunnen gaan doen. Persoonlijk voel ik veel voor het Belgische systeem, dat ook één nummer heeft voor alle regio's. De PTT is technisch echter nog niet zo ver". De ontwikkelingen zijn zodanig dat we ons gaan afvragen of er geen ander woord voor het begrip „brandweer" moet komen. *i-"- Voor de bestrijding van dergelijke grote branden zijn de meeste kleine brandweerkorpsen niet voldoende uitgerust. De geweldige investeringen die nodig zijn om voldoende brandbestrijdingsmiddelen aan te schaffen kan een kleine gemeenschap eenvoudigweg niet op brengen. Dit is een der redenen waarom men streeft naar een regio nale aanpak van de brandbestrijding. Sta niet nieuwsgierig rond te hangen wanneer er ergens brand is uitge broken. Probeer iets nut tigs te doen en loop an deren, die daadwerke lijk helpen, niet voor de voeten. Laat men rekening houden met bezoekers, wanneer er brand in be drijfswoning uitbreekt. Ze kennen de omgeving niet voldoende en lopen gevaar te worden verge ten. Weet iedereen hoe men de brandweer moet waarschuwen Weet het personeel waar de brandblusappa- raten hangen en hoe ze worden bediend Personen bij wie de kleren hebben vlam ge vat, dienen direct in de kens, mantels of doeken te worden gewikkeld. In noodgevallen moeten zij over de grond worden gerold. Ongeveer driekwart van alle branden wordt door nonchalance ver oorzaakt. Oók het nala ten van eenvoudige brandpreventieve maat regelen is een vorm van nonchalance. Zorg voor een gede gen brandbeveifigings- plan en oefen aan de hand daarvan regelma tig. Het is altijd beter en goedkoper branden te voorkomen dan te be strijden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 13