leum
BEELDEN
POL LE ROY: „SPEL EN SPIEGEL" VAN EEN VISIONAIR
„ZO MAAR LIEDJES
MN ASSELBERGS
'Tfrj
Geurt van Dijk (geen rel): Wars van alle valse schaamte staat
het did van zijn tijd bij het lijfelijk gebeuren; hij houdt
zijn adem in en laat alle oerkrachten op zich inwerken
S BROCHURE
Roosendaal, de stad waar men zich tijdens
de laatste jaren van de 700 jaren opval
lend inspant om de „cultuur" op het ni
veau van een welvaartstaat te brengen,
houdt momenteel een vrij omvangrijke ten
toonstelling. Ze heet simpeL^Beelden". Maar
wie gaat kijken zal ontdeklo^p dat achter dit
simpele woord ^fle wggelijkheden schuil
gaan. Achtendertig sculpturen staan opge
steld in bet li^a-park aan de Laan van Bra
bant. HeM^allesbehalve een Brabantse ten
toonstelling geworden, maar eerder een
(willekeurige) greep uit de vaderlandse
beeldhouwkunst. Zonder meer een waar
dig facet van de R-700 feesten.
EN, zo zijn er meer voorbeelden
te noemen. Er staan ook veel
werken die elders reeds te zien wa
ren; maar dat zal voor de meeste
bezoekers geen bezwaar zijn. Er is
zo van alles wat. Traditionelen als
Wezelaar (met nogmaals de „Barm
hartige Samaritaan") en Hildo Krop
met een „Zeeman". Tussenfiguren
als Renze Hettema, Johan Jorna
(met nogmaals Tobias; een goed
beeld), H. Verhulst (met een ka
rakteristieke buste van Hamma-
cher) en Joh. van Zweden. Verder
lekker „gekke" dingen van Gust
Romijn (als je zijn „Slang" van
staal niet ziet, moet je de rest in
het park maar even vergeten), Ge
rard Schoffelen (wiens Levens
kracht" de reclame van „Beelden"
dient). Paul van Crimpen (die fijn
zinnig gevoel voor verhoudingen
paart met een oprecht gevoel voor
materiaalbehandeling), Otto Heu-
veling (die wèl weet wat polyester
e kleuren.
nginrichter of stuur deze bon
e, afd. Verkoop Nederland te
6815
imwrn
eum
wegrijden tot en met het
[an welke rit dan ook,
u in een ID-DS een
it komfort. Zowel zichtbaar
scholen zijn de kondities
;>r om u heen gebouwd,
ropneumatische vering
;ert voor uw gevoel elk
k. En zorgt samen met de
irde Citroen wegligging
s rustgevende stabiliteit die
gie bespaart. Dan de
i en banken die zijn zoals
et. Ze geven steun waar
sn de juiste houding die
iidheid voorkomt. Het
jicht op de weg draagt
tot konstant komfort,
i de lichte besturing. Ook
[raakt niet vermoeid.
geluidsisolatie en
liamische vorm reduceren
m storm tot zacht
er. En de vernuftige
litioning houdt uw hoofd
klaarwakker... en de rest
llijk.
et u in een ID-DS
irend die komplete
isrust en weldadige
ining, die wij kortheids-
instant komfort noemen.
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 11 MEI 1968
'mniet vinden, beMdemiseiie
onnteuwl 7
Paul van Crimpen: Echtpaar (kalksteen)
„ACH nee joh, zo'n beeld kun je
niet in de huiskamer zetten.'
Vader denkt aan zijn 3x4 kamer
in een flat. De zoon is het er niet
mee eens en wil blijkbaar met de
beeldhouwer praten. „Prijs nader
overeen te komen" staat in de ca
talogus. „Dat is meer industrie dan
beeldhouwkunst", zegt een man
met een baardje bij een rode zuil
van Gust Romijn. Tegen het groen
van het park bekeken, geef je hem
gelijk; maar tegen de (lelijke) om
ringende fabrieksmuren harmoni
eert het „teken" wonderwel. „Weet
u; ik vind die houten figuren van
K. Bak zo mooi. Ik zit zelf iedere
dag in het hout al zijn het maar
borstelhoutjes maar deze man
laat je de structuur van het hout
beleven." En zo lopen er talrijken
redenerend en denkend door het
park. Wat de een mooi vindt, oor
deelt de ander als lelijk. En deze
confrontatie met beelden in een
park, midden in de stad waar
ieder zo gratis kan binnenlopen
is hèt verheugende van deze ten
toonstelling. Maakt deze tot een
waarachtig onderdeel van een
„volksfeest", dat R-700 wil zijn.
JV^U zal die confrontatie niet overal
even hard meevallen. Een
beeld is geen vrijblijvend ding,
maar wordt al makende ge
dacht in een bepalende ruimte.
Een park als dat van de Liga is
niet zo vrijblijvend door de om
liggende bebouwing als men zich
kan denken of wensen. De Neder
landse „Kring van Beeldhouwers"
(die de selectie maakte na de tal
loze inzendingen) heeft zelf het
plaatsen verzorgd, nadat de „Ta
felronde Roosendaal" de beelden
overal vandaan (vooral uit Am
sterdam) had gesleept. Tussen de
waterpartijen (in èn buiten de vij
vers; het is er nogal moerassig) is
men tot een redelijke opstelling
gekomen; al lenen verschillende
werken zich niet voor de open
lucht. Bij het bekijken zal niet al
leen de toeschouwer overgeleverd
worden aan 'een innerlijke strijd
van het wel of niet mooi „moeten"
vinden. (Dat is voor de meesten
toch nog dè vraag bij een exposi
tie.) Hij vindt er ook een andere
strijd uitgestald op de gazons, n.l.
die van de kunstenaars. Dat zal de
strijd zijn om de vorm, die iedere
kunstenaar voert. Maar voor ons
was het meest opvallende het wor
stelen met nieuwe materialen en
hun eigen vragende vorm en be
handeling. Wanneer b.v. „Een lied
van Odysseus" van Bert de Laaf
(dat het uitstekend doet) een
steenstructuur blijkt te hebben,
dat kwasi-bronzig aandoet, maar
van polyester blijkt te zijn, voelt
men zich genomen en zegt men
„nep".
is) Enfin, ga zelf eens kijken.
Volledigheidshalve nog wat namen:
Hesselius, Wicher Meursing, Jacob
Meyer, A. Molendijk, A. Rietbroek,
J. W. Radecker, Rudi Rooyakkers.
IN de reeks initiatieven, die Roo
sendaal de laatste tijd op cul
tureel terrein ontplooit, mag deze
tentoonstelling met ere vermeld
worden. Misschien is het een initia
tief, dat in de toekomst op gezette
tijden herhaald kan worden. Het
Liga-park ligt uitermate gunstig in
verband met andere manifestaties
van de R-700. Bovendien wordt dit
renteloos liggende park zo een be
hoorlijke functie gegeven. Maar we
zouden ons kunnen voorstellen dat
een Emiel van Loonpark ook eens
dienstig kan zijn voor de ervarin
gen opgedaan met deze tentoonstel
ling. We hopen dat dan evenwel de
Brabantse kunstenaars niet verge
ten zullen worden. Zonder te kort
te doen aan de waarde van deze
expositie kan toch wel gesteld wor
den, dat met de resultaten van Bra
bantse beeldhouwers een evenre
dige verzameling bijeengebracht
had kunnen worden. Het is ook
niet nodig om in een eng provin
cialisme te vervallen en zich alleen
maar te beperken tot streekgebon
den kunstenaars. Een confrontatie
van Brabantse kunstenaars met „de
rest" kan op een dergelijke expo
sitie alleen maar nuttig zijn. Maar
dat is dan voor een volgende keer.
Dit initiatief smaakt inderdaad naar
méér, al zal aan opzet en organi
satie nog wel wat gedokterd moe
ten worden. Ongetwijfeld zullen
duizenden de komende tijd naar
Roosendaal gaan om te feesten.
Het zal voor velen een verademing
zijn om dan even in het nabijgele
gen park te toeven tussen „Beel
den".
H.E.
DE uitgeverij „De Roerdomp"
te Brecht-Antwerpen heeft
het aangedrufd een monumentaal
verzenboek van niet minder dan
370 pagina's uit te geven. Het heet
„Spel en Spiegel" en bevat poëzie
van Pol le Roy, een dichter, die
in Nederland vrijwel onbekend is,
behalve bij lezers van De Tafel
ronde, waaraan hij meewerkt, en
van De Periscoop, waarin hij poë
ziekronieken schrijft.
[JSOPOLDE Jozef Maria le Roy
is op 1 maart 1905 te Hingene
geboren. Zijn eerste gedichten
verschenen toen hij nog maar goed
twintig jaar was. Na zijn eerste
publikaties volgde de ene bundel
op de andere. In 1941 Getuigenis
sen; in 1943 Modulatie en Vuur
zingt; in 1952 Geboorte der Poëzie,
Lucifer en Niet voor Bonifacius;
in 1952 Regina en in 1957 Lava,
een serie prozagedichten, waarin
de schrijver vlucht voor het na
tuurgeweld in een hunkering naar
het bevrijdend licht; in 1963 Tel
lurisch, ook een titel, die voor
zichzelf spreekt. Tussendoor ver-
11
scheen Météréologiques, welke bun
del bewijst, dat de dichter ook
met de Franse taal goed overweg
kan. De onderhavige verzameling
bevat niet minder dan acht dicht
bundels, waaronder Va Banque,
dat met de eerste driejaarlijkse
Blanka Ghijselenprijs voor de Poë
zie bekroond werd. Voorts nog
twee lyrische teksten, Dichters en
De Naamloze, alles daterend van
1946 tot 1966.
f-JET boek wordt gepresenteerd
door Paul de Vree en Erik van
Ruysbeek, met welke laatste de
dichter wel een en ander gemeen
heeft. Beiden schreven een verhel
derende inleiding. De Vree wijst
op een der grondmotieven, name
lijk het samenspel van man en
vrouw of de éénheid-in-de-Eros,
waarvan de dichter de woordspie-
gel wil zijn. Hiermee wordt de
keuze van de titel verduidelijkt.
Van Ruysbeek ziet in het oeuyre
van Le Roy „een traag zich op
trekkend gebouw, hecht van struc
tuur, waarin ieder onderdeel en
elke bundel een organische plaats
toekomt in een groot architecto
nisch geheel". Dat Pol le Roy
betrekkelijk weinig erkenning vond,
is te begrijpen. Zijn poëzie, die
een surrealistische inslag heeft,
slaat niet aan bij een groot publiek.
Hij beschikt over een omvangrij
ke verbeelding en hij smijt met
metaforen, die niet altijd gemak
kelijk te verwerken zijn. In zijn
„Normandische Suite", een der
hoogtepunten in deze verzameling,
vinden we een natuurlyriek, die
nogal wat aanvoelingsvermogen
vereist, wil men haar kunnen be
vatten. Hij werkt met symbolen
en moeilijk te volgen beeldspraak,
gebruikt woorden van eigen make
lij, die in geen vocabulaire te vin
den zijn en vervalt soms in gebral
dat door de rijkdom aan Mank en
ritme wel aardig in het gehoor
ligt, maar uiteindelijk weinig te
zeggen heeft.
■^/AAR de dichter zich in zijn
beschouwing van de kosmos af
keert van schaduw en duisternis
en zich wendt tot het licht wordt
hij minder opstandig, meer be
dachtzaam en rustig. In wezen is
Le Roy een godsdienstig dichter,
al maken zijn verzen, oppervlakkig
bezien, een heidense indruk. Ze
zijn meer verwant aan b-v. de Kel
tische religiositeit dan aan onze
metafysica. Het zou ons niet ver
wonderen als hier, bij nadere be
schouwing, raakpunten met de poë
zie van A. Roland Holst te vinden
Alles bijeen is dit boek vol
problematiek, een voortdurende
poging om de kosmos te doen
uitgaan boven de chaos, een spel
met de elementen, kortom het
werk van een visionair, zoals on
ze letteren er maar weinig hebben
voortgebracht. De fraai verzorgde
uitgave werd bekroond met de Dr.
L. Philipsenprijs voor Literatuur.
Ze is verlucht met acht tekenin
gen van Renaat Saey, die zich
uitstekend bij de tekst aanpassen,
en met twee reprodukties, respec
tievelijk van Robert Geenens en
Aubin Pasque.
WILLEM v. d. VELDEN
X.
mm
Geheimzinnige krachten
GEURT VAN DIJK, zich noe
mende „Boer in de Achter
hoek", exposeert in 's-Her-
togenbosch. In de beide wild-
romantische optrekjes tegenover
elkaar in de Lange Putstraat waar
in Galerie „de Klosbeugel" sinds
september vorig jaar huist, hangen
zijn schilderijen en grafische wer
ken. De verwachte rel is uitgeble
ven. Hetgeen nieuws mag worden
genoemd. Want uit het altijd ietwat
dommelende Den Bosch komen
vreemde signalen, noodkreten van
creatieve mensen die zo graag van
alles willen, maar die er de kans
niet zouden krijgen („terwijl het
elders toch wèl kan"). Ieder cultu
reel initiatief, en dan vooral indien
het riekt naar modern of avant-
garde-theater, zou er bij voorbaat
ten dode opgeschreven zijn.
/""'EEN wonder dus dat bepaalde
mensen wederom het ergste
vreesden bij de vernissage van de
niet alleen zeer moderne, maar
bovendien ook nog zeer erotische
werken van Geurt van Dijk (geb.
te Driel '41, opleiding Arnhem).
Maar nee, er gebeurde hoege
naamd niets. De burgemeester was
er en iedereen" was er en allen
waren blij en vonden het mooi en
goed. Nu moet wel gezegd: zo de
werken al erotisch zijn qua „wat
er staat", dan is dat toch alleen
herkenbaar voor diegenen die
toch al doorgewinterd zijn. Voor
outsiders van de erotische symbo
liek en zelfs voor niet-minnaars
blijft het waarschijnlijk een vrij
onleesbaar, misschien ergens vaag-
erotoïde gebeuren. Blijven het
prachtige gloedvolle kleuren, op
doemend uit het duister van een
bange droom. Blijft het slechts een
enorme techniek, die de schilder
schijnbaar moeiteloos ten dienste
staat.
yOOR de insiders is het dan dus
suks. Maar dan weer niet de
glamour-seks van de Amerikanen
neonkleurige pop-provocaties of
roze Playboy-moederlijkheid
niet de oppervlakkige opgewekte
seks van de reclame of van de oei!
Zweedse film, niet de seks van de
knipoog kortom, maar de doorleef
de en harmonisch in het leven op
genomen geslachtelijkheid van een
tegenover zichzelf en de buiten
wereld goudeerlijk mens. Wars van
alle valse schaamte staat het kind
van zijn tijd Van Dijk bij het lijfe
lijk gebeuren, hij houdt zijn adem
in en laat alle oerkrachten en ge
heimzinnige mogelijkheden, de
hele mystiek op zich inwerken als
een telkens nieuw wonder. Zonder
kwezelachtigheid diep-religieus.
Zonder vluchtige opwinding toch
diep bewogen. Zonder effectbejag,
met puur en eenvoudig schilders-
gebaar, bijzonder effectief. Zonder
opzettelijldieid of nadrukkelijkheid
toch onontkoombaar. Een obsessie.
Een vitaal levenselement van de
hoogste orde. Wat betreft de vorm:
Geurt van Dijk bedient zich van
talloze dubbel- en driedubbelbeel
den. Armen, hoofden, mannelijke
en vrouwelijke geslachtsdelen, alles
verwisselt van plaats, neemt eikaars
functie over, waarbij merkwaardi
gerwijs datgene wat men wil zien,
volmaakt naturalistisch verschijnt.
In een abstraherende vorm. heel in
de verte verwant aan Permeke, en
qua peintuur aan Edvard Munch.
Tot 18 mei kunt u nog gaan kij
ken. Er is rijkssubsidie op de toch
al (veel te) lage prijzen.
4-
„f 4-
f?
JAN ASSELBERGS.
Jan Asselbergs (30) uit Tilburg is een bijzonder
veelzijdig mens. Hij is artiest. Niet een uit een ivoren
toren, maar een zoals men zich wel eens kan dromen,
wanneer het magische jaartal 2000 weer op de prop
pen komt. „Van alle pretenties, die ik heb Is mijn
grootste ,de spelende mens" te zijn", zegt hij zelf.
„Van nu af moeten we er rekening mee houden, dat
de mens straks arbeidsloos is en toch iets moet doen.
Een aantal geeft nu reeds het voorbeeld door zich
met alle mogelijke dingen bezig te houden; door te
„spelen". Ik beschouw mezelf als één van hen. Daarom
bestaat er voor mij geen enkel verschil tussen het zin
gen of maken van liedjes, schilderen, gek zijn op jazz
en beat, film kijken, lezen, lesgeven etcetera". Hij
doet het allemaal. Leraar aan het Tilburgse St. Pau-
luslyceum, portretschilderen, piano- en gitaarspelen
(thuis, in vestzaktheaters en bij modeshows), platen
plukken uit zijn jazz-discotheek, experimenteren met
stift en kwast (voor exposities), schrijven voor de
krant, vader van twee blozende jongens en echtgenoot
van balletlerares Tonny Geelen. Met deze variëteit
houdt hij zijn leven „spelenderwijs" overeind. Dat wil
niet zeggen, dat het zoals bij velen af en toe
geen „knokken" is geblazen, maar hij kan ook ant
woorden op de vraag: „Waarom schreef je deze lied
jes?" met: „Zomaar". Deze liedjes staan op een fraai
verzorgde l.p. „Voor jou en mei" (Philips PY 844 051):
zijn eerste, die dezer dagen uitkwam. Jan is realist
genoeg om te weten, dat er ook een commerciële kant
aan deze uitgave zit. „Maar dat zien we dan wel".
Zowel commercieel (de wijze van uitgeven) als inhou
delijk is dit debuut van Jan Asselbergs het vermel
den waard. Hij is daarmee een van de weinige chan
sonniers, die zowel tekst als muziek zelf schrijven.
Bert Paige maakte voor een uitgebreid begeleidend
ensemble (samen met eigen gitaarspel) prachtige ar
rangementen. Na de opname kwamen zeker een tien
tal musici vragen: „Wanneer komt de plaat uit? We
willen hem hebben". En die jongens zijn wel wat ge
wend. De teksten zijn poëtisch (picturaal!), ironise
rend en wat moraliserend. „Het lijkt me, dat ze het
best aanslaan bij jonge mensen tussen de 20 en 30
jaar", zegt Asselbergs er zelf van. Ze worden gevat in
verrassend wisselende ritmen en toonsoorten. Zijn
stem is nog niet helemaal vast en balanceert nu en
dan wat op de toon, maar het hoort (nog) bij de in
tentie van liedjes „zomaar" ontstaan; tokkelend op
de gitaar in de hoek van de huiskamer of zittend
achter de piano. De leraar, de schilder, de echtge
noot... het zit er allemaal in. „Voor jou en mei" is
een fijne plaat geworden. Een tweede l.p. ligt al in
het verschiet. Misschien hoeft Jan Asselbergs dan
geen „u" meer te zeggen tegen mannen als Boudewijn
de Groot en anderen; dat meent hij op dit moment
zelf nog. En dan nog twee bijzonderheden. Wie in da
afgelopen jaren de kraam van Jan Asselbergs op da
Bredase kunstmarkt voorbijliep, krijgt bij deze plaat
toch nog een rotaprint in de hoes cadeau. En binnen
kort zal de t.v. een 20 minuten durend programma
uitzenden „Portret van Jan", gewijd aan de liedjes
van „Jou en Mei". Tony, zijn vrouw, zal daarbij dan
sen. APOCRIEF