sympathie voor cognac ONZE PUZZEL Sociologen „Jeugd is niet progressief maar reactionair" ©kORSsKjir Waarom steeds meer rellen? Voor sommigen is het duidelijk: de jeugd is zo ontevreden over het maat schappelijk bestel dat zij er bommen onder legt. Kom, kom, zeggen de sociologen, de jeugd is niet zo progres sief. Nog gekker: de jeugd is conservatief en reactionair. Zo staat het In de boekein: „Zijn de herrieschopperijen en relletjes, zoals we die van de jeugd kennen, folkloristische activiteiten? Wij me nen deze vraag grotendeels bevesti gend te kunnen beantwoorden. Tij dens haar groei naar de volwassen heid ,en naar de bewuste maat schappelijke deelneming oriënteert de jeugd zich allereerst en gedurende een lange periode op het verleden en op de oude en beproefde zeden en normen. Juist hierdoor komt zij telkens weer in conflict met de pro gressief georiënteerde maatschappij en haar officiële gezagsdragers". Ken stelling die in deze dagen van rookbommen en traangas niet alleen de politie een hart onder de kra kende koppel kan steken, maar ook de brave burger, die via zijn kijk kast vrijwel dagelijks met oproer bedreigd wordt. On. het beeld aan te houden: een stelling die reinigt met bliksemkracht. Zij is te vinden in „De onvoorzie ne generatie", een in 1966 versche nen boek van de nu 29-jarige drs. Gerard C. de Haas, secretaris van de Moderne Jeugdraad volgens de flap. De man die ons de geciteerde zinnen voorleest is drs. H. (van Hein) J. A. Zaat, socioloog bij het Provin ciaal Opbouworgaan Noord-Brabant en bekend als schrijver van opwek kende brochures. Zijn laatste pennevrucht is het vo rige week verschenen opbouwcahier „Tijd voor Kreativiteit". Op de ti telpagina staat deze variatie van prof. Pe. op een bekende kreet van Nieuw Links: „De meeste mensen kunnen meer". Of zij, zoals Nieuw Links beweert, ook meer willen, is ook voor Zaat nog maar de vraag. Onderwerp van gesprek zijn niet de kersverse rellen in St.-Willebrord, maar de verschijnselen van agres siviteit in het algemeen. Zaat: „Over St.-Willebrord liever niet. Ik kan er ook geen zinnig woord over zeggen, omdat ik de situatie niet voldoende ken". Op tafel ligt De Volkskrant waarin de Utrechtse hoogleraar prof. dr. J. S. van Hessen zijn vi- «ie op St.-Willebrord presenteert. Zaat: „Hij wijt het aan blunders van de politie en hij heeft misschien gelijk, maar hij maakt het naar mijn smaak niet waar". gelui überhaupt wel werkloos hoeven te zijn, als ze anders zouden willen en daar gaat het om. Een Til- burgse fabrieksdirecteur zei me on langs dat zelfs hier niemand onder de vijftig jaar zonder werk hoeft te zitten". Met het boek van Gerard C. de Haas in de hand is de extra-agres- siviteit van vandaag wellicht beter te verklaren, zeker die van de jon geren tussen zestien en vijfentwin tig jaar, een groep, die geen strip verhalen meer leest, weinig televisie kijkt en dus andere uitlaatkleppen voor haar agressiviteit moet zoeken. Die jeugd is conservatief en reactio nair, zegt De Haas, en zij kan niet anders. De situatieschets is misschien wat zwart-wit getekend, klopt niet helemaal, maar lijkt zo gek niet. Zaat: „De jeugd leeft in een ei gen wereld, een eigen domein waar in het verleden een grote rol speelt. Denk maar aan de ouderwetse kle ding, de zwarte capes, de lange ha ren. De jeugd schijnt zich eerst ver trouwd te moeten maken met het verleden dat de volwassenen allang vergeten zijn, voordat zij zich met de moderne en toekomstige tijd kan bezighouden". En de provo's met hun Witte Plannen? „Ze zijn met hun lange haardos en nonchalante kledij typi sche vertegenwoordigers van een ou derwetse bohémien-romantiek", zo meent De Haas. „Zij verzetten zich tegen luchtverontreiniging, de ver keerschaos, de ontvolking van de binnenstad, de woningnood - kortom: de provo's gedragen zich buitenge woon conservatief en zelfs reactio nair jegens de gevolgen van de mo derne industrialisatie en urbanisa tie". Dat vergt een toelichting, want verzet tegen luchtverontreiniging lijkt meer te getuigen van progressi viteit dan van reactie. Vergis u niet, zegt De Haas, in de provo-ideologie van New Babyion, de maatschappij, waarin de mens volledig vrij zal zijn, is veel terug te vinden van de dromen die de filosofen van de Ver lichting gekoesterd hebben. Want de provo's geven geen eigentijds ant woord op de problemen waar we mee zitten, maar grijpen terug naar de utopistische denkbeelden die in het begin van het industriële tijd perk verkondigd werden. De provo ideologie is voor De Haas daarom niet progressief, maar een reactie op de moderne maatschappij, pre cies zoals de ideologie van de voor oorlogse jeugdbeweging met haar romantisch messianisme. Geen te genstrijdigheid tussen haardos en denkbeelden dus. stripverhalen, Batman en misschien ook de rechtbankverslagen in de krant. Kijkers en lezers vereenzelvi gen zich met de geweldige helden en raken zo een stuk van hun originaire agressiviteit kwijt". Hij vertelt dat de gemiddelde A- merikaanse jongen tussen zijn acht ste en zestiende jaar alleen al in de stripverhalen die hij verslindt, acht tienduizend agressieve beelden on der ogen krijgt: slaan, trappen, do den. Eén op de vier romans die in de Verenigde Staten verschijnen, is in de letterlijke zin van 't woord 'n moord-verhaal. Sociologisch bekeken is het niet zo ongezond, vindt Zaat, want zonder die uitlaatkleppen zou de agressiviteit zich op het maat schappelijk systeem zelf richten. Zijn er omstandigheden waaronder de agressiviteit verhevigd wordt? We houden het academisch en pra ten niet over Amsterdam of St.-Wil lebrord. Zaat: „Als er onvoldoende uitlaatmogelijkheden zijn, als de cul turele korst te dik wordt. In de tweede plaats kan het best zijn dat de agressiviteit die de jongelui zien, ook tot agressiviteit aanzet, maar in welke mate is onbekend en we weten ook niet voor welke groepen dat zou gelden". Een belangrijke oorzaak van extra- vechtlust is volgens sociologen en psy chologen de frustratie. Wie als mens niet aan zijn trekken komt, laat zich gelden met geweld. Werkloosheid kan tot frustratie leiden en zo oorzaak van verhevigde agressiviteit zijn, zeker in een samenleving waarin we aan ons werk ons prestige ont lenen. Wie niet mag werken, staat buiten spel, telt in onze op activi teit en prestatie gerichte westerse maatschappij niet mee. Maar achter de stelling dat de werkloosheid de voornaamste oor zaak van de rellen in St.-Willebrord is, zet Zaat vraagtekens. „Tegen die verhalen is minstens in te brengen dat ze onbewezen zijn. De werkloos heid heeft met de rellen in Rucphen misschien even weinig te maken als met die in West-Duitsland. Recht streeks verband zie ik in elk geval niet. Je kunt je afvragen of de jon- En de demonstraties tegen de NATO dan, de rellerige paasmars van Eindhoven naar Maastricht? Is dat geen duidelijk en overtuigend bewijs van progressiviteit? „Een stuk avontuur", denkt Zaat, „een trektocht en slapen in een oud kas teel Ik geloof niet dat het alle maal zo anti-NATO is. De drang naar romantiek kruipt in politieke leuzen". De jeugd leeft in de wereld van de „comédiens, musiciens en ma- giciens", de wereld van Charles Az- navour, de Beatles en Jasper Groot- veld. Zij zoekt de binnenstad op met haar sfeer van romantische, fascine rende folklore. „Hier voedt de jeugd zich met het avontuurlijk verleden, hier vangt zij de signalen op uit een tijdperk dat de meeste volwas senen vergeten zijn", schrijft De Haas. Van het jeugddomein begrijpt de volwassen generatie geen sikkepit, meent drs. Zaat. Zij beoordeelt het gedrag en de mentaliteit van de jeugd naar de idealen van de jeugd beweging, die zij heeft gesticht en tot maatschappelijke erkenning ge bracht. Zij verwacht van de jeugd sociale belangstelling, verantwoorde lijkheidsgevoel en inzet. Maar de jeugd zet zich alleen maar in voor haar eigen wereldje - en zij heeft ook nooit anders ge daan. Zij spaarde vroeger met hart en ziel voor de kermis met zijn vreemde sfeer en griezeleffecten, zij gaf voor de oorlog al haar zak geld aan de jeugdbeweging die toen nog aansprak, en besteedt nu haar geld aan platen en tienerbladen. De Haas: „De overgave aan de folklore van het samen jong-zijn en de volledige offerbereidheid die bij de meeste jongeren leeft om deze folklore in gedrag, kleding en attri buten te verwezenlijken, zijn onver anderd gebleven". Als de wereld der volwassenen de jeugd haar eigen domein niet gunt, kan dat tot frustratie leiden en extra- aggressiviteit. Zaat: „Er i* weinig aandacht voor, Folkloristische activiteiten Demonstreren, een stuk avontuur..,. Rooksignalen in de binnenstad... Zijn verhaal begint zo: „In ieder van ons zit een stuk geweld, een portie vechtlust, de erfenis van onze prehistorie. Er is een korstje cul tuur overheen gegroeid, maar daar onder smeult het vuur. Kleine jon gens houden van vechten". De voornaamste uitlaatklep voor die diepgewortelde agressiviteit is misschien de sport, die niet voor niets zo populair is. Zaat: „De sport is een onderdeel van het systeem dat wij ontwikkeld hebben om de a- gressiviteit te kunnen ventileren zon der revolutie te maken. Daar horen ook de films bij, James Bond, de TUBUKHIE M J. I. MELGHERS Ufo - SCHIEDAM. Omdat hij zo'n zacht en toch pittig karakter heeft. Het karakter, dat de sympathie heeft van alle kenners van een goede, geurige, hol- landse cognac! jgm. DRS. H. J. A. ZAAT Ik geloof niet dat het allemaal zo antl-NATO Is en daarom ook weinig geld. Ik ge loof dat we nog veel meer rellen moeten hebben om wakker geschud te worden". En hij herhaalt dat die rellen niets te maken hebben met jeugdcriminaliteit en dit soort ver schrikkelijke dingen. De jeugd vraagt niet om prachti ge clubhuizen, maar houdt zich bij voorkeur op in benauwde vertrekken van oude vervallen huizen, kelders en zolders, waar zij, onder visnet ten en gedempt rood licht, mystieke muziek maakt. We zullen, denkt Zaat, de binnenstad wat minder moe ten beschouwen als een zaak van monumentenzorg, en we zullen ook in de steriele nieuwe wijken wat moeten doen om de jeugd haar domein te geven. De toekomst ziet er niet zo best uit. „De Haas: „De samenleving is tegen het aantal jeugdigen niet opgewassen. De opeenhopingen van jongelui in de oude binnensteden en de verre buitenwijken, wier gedrag onvermijdelijk provocerend moet uit vallen, kunnen nu al nauwelijks ver werkt worden. Hoe moet dit dan in de komende dertig jaar?" Om te beginnen moeten we ons serieus gaan afvragen welke eisen de jeugd aan haar domein stelt, zegt drs. Zaat, en verder hebben we in ventieve mensen nodig, die de jon geren op het spoor kunnen zetten. „Met commissies en rapporten ko men we er niet". De jeugd is niet agressief, als zij haar eigen wereld krijgt. Ter on dersteuning van die stelling gooit Zaat een recente ervaring in een Brabants dorp op tafel. „De stichting Jeugdbelangen had daar een instuif gecreëerd, die voor al bezocht werd door jongeren uit mediale kringen. Maar de lol werd er constant verstoord door een stel letje beroerlingen en raddraaiers uit een ander milieu. Op een avond gin gen er 245 glazen aan scherven. Toen zei de voorzitter: als jullie kerels zijn, kom je eens een avond bij me praten. En een half jaar later kwamen er drie. Nu hebben ze zelf een instuif opgericht en het loopt prima. Zo zie je: Geef ze de kans om iets te doen en laat ze dan be tijen". Het toenemend aantal rellen is voor Zaat geen bewijs dat de jeugd zich tegen de gevestigde orde heeft gekeerd. Die interes seert haar (nog) niet. De rook bommen zijn wel een signaal, een teken aan de wand voor de vol wassenen. Geef de jeugd de ruim te, luidt de boodschap. K. BASTIANEN (ADVERTENTIE) Hor. 1. volksnaam v. d. kauw, 3. ronde pruim, 9. inhoudsmaat (afk.), 11. boom, 13. buidelbeertje, 14. meis jesnaam, 15. met rechtmatige trots, 17. eer, 18. gebruikt men voor het land, 19. een lastig werk, 21. soort gebakje, 23. voorzetsel, 25. muziek noot, 27. deel van de bijbel (afk.), 28. meisjesnaam, 29. achting, 31. ge wicht, 33. Europeaan, 34. hoog bouw werk, 35. de gezamenlijke hoeveel heid, 36. steen, 37. hoogste punt, 39. keurig, 41. telwoord, 42. voornaamw., 44. lidwoord, 46. ontkenning (Eng.), 47. Europeaan, 49. geld (Barg), 51. te ken, 53. lichaamsdeel, 55 slaapziekte, 57. voegwoord, 58. Europeanen, 60. meisjesnaam, 61. muzieknoot, 62. schaftlokaal, 63 tasto solo (afk.). Vert.drank, 2. meisjesnaam, 4. pers. voornaamw., 5. deel van een schip, 6. bloeiwijze, 7. haarlok (ZN), 8. beken de afkorting, 9. blauwe boerenkiel, 10. verborgen, 12. voorzetsel, 14. vruchtje, 16. paard, 18. als 12 vert., 20. voedsel, 22 voorvoegsel, 24 plant, 26. voorzetsel, 28. stad in Drente, 30. koning (Fr.), 31. voorvoegsel, 32. vruchtenat, 33 telwoord, 36. een dei- Ver. Staten, 38. rund, 40. edelgesteen te, 42. kropgezwel, 43. water in Priesl. 44. muzieknoot, 45. telwoord, 47. spijstafel, 48. middag, 49. soort groen te, 50. zandheuvel, 52. hogepriester te Silo, 54. voorvoegsel, 56. keurig, 58. afkorting van dona, 59. onbekende. OPLOSSING PUZZEL VORIGE WEEK Hor. 1. staal, 5. enorm, 9. blik, II. opus, 12. om, 14. ignobel, 16. eg, 17. een, 19. Aaron, 20. ode, 21. uk, 22. op, 23. Ot, 24. spelt, 27, af, 29. ho, 30. el, 31. on, 32. ei, 33. te, 35. akant, 38. de, 40. la, 41. do, 43. dof, 45. Dante, 48. Spa, 50. un, 51. Monster, 53. on, 54. beet, 55. Enos, 57. Arkel, 58. Seine. Vert. 1. stoet, 2. A.B., 3. Ali, 4. liga, 5. Epen, 6. nul, 7. os, 8. Megen, 10. knaap, 11. obool, 13 me, 15. o.r., 16. ed, 18. nut, 20 opa, 23 oot, 24. sla, 25. era, 26. tot, 28. fee, 34. elf, 36. klant, 37. nette, 38. dos, 39. Iduna, 42. tante, 44. on, 45. doel, 46. ns, 47. eens 49. Po, 51. mee, 52. roe, 54 bk, 56, si.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 13