Crisissfeer in kloosters vraagt deskundige hulp ABN Spaarbiljet 1968/72 tips voor het vrije weekend KASKI-MEDEWERKER C. M. THOEN: Vrouw-in-het-ambt in huidige cultuur mogelijk Marine wil Doorman behouden 1 I Weinig sterren in Michelin voor Duitsland zbe gouden lien Experiment hervormde catechisatie BISDOMBLAD Nieuws uit prot.- christelijke kerken f 100- groeit veilig tot f 130,- in vier en een kwart jaar Algemene Bank Mederland Derde camping Naar de zwijnen Loopfiets en houten schooltas Een sublieme sigaar voor een prettige prijs. Steek eens op. Ahhh. Een Keurkorps sigaar! Natuurgedroogd, verrassend mild en vol karakter. doos met 10 sigaren 2,90 luxe houten kist met 25 sigaren 7,25 r\e afgelopen winter hebben de hervormde gemeenten van Oos terhout en Etten-Leur geëxpe rimenteerd met de catechisatie. Zo uniek was dit experiment in den lan de. dat de IKOR-televisie er in ja nuari van dit jaar in haar informa tierubriek over de kerken Kenmerk ruime aandacht aan besteedde. Nu de catechisatie na Pasen over het algemeen beëindigd is, is het inte ressant u over de resultaten te infor meren. Normaal ontvangen jonge mensen van protestantsen huize gedurende de wintermaanden een drie kwartier catechisatie per week. Vanaf circa veertien jaar is men welkom. Het is de bedoeling, dat de catechisant dit onderricht van de kerk drie tot vier jaar volgt. Vroeger was het mogelijk op de catechisatie de stof te behandelen en de catechisanten be paalde onderdelen thuis te laten le ren (ouderen onder u herinneren zich ongetwijfeld nog de vragen en ant woorden van de Heidelberger cate chismus). Die goede oude tijd is thans wel definitief voorbij: in de praktijk komt daarvan immers in de meeste gevallen maar bitter wei nig terecht. Hoe prijzenswaardig het ook is om jonge mensen thuis te brengen in het ver staan van de bijbelse boodschap en hen te leren zelf met de bij bel om te gaan, aan de methodiek daar toe kleven in onze veranderde wereld toch wel ernstige bezwaren. Schoolgaande kinderen zijn vaak (o- ver) belast door het huiswerk; dat moet de catechisatie ontgelden. Dan komt deze dan gene niet, soms met een smoes, soms ruiterlijk met de mededeling, dat eerst de Franse of de algebrarepetitie geleerd moest wor den en dat er dus geen tijd voor ■^/as dit een experiment? Wilde men in Oosterhout en Etten-Leur eens iets anders? Ook voor de tele visie legde ik er de nadruk op, dat het hier niet gaat om een experi ment terwille van het experiment. De wereld is in beweging en als we de kop van deze rubriek mogen geloven (en dat mogen we) de kerk ook. De kerk moet zich in haar methodiek aanpassen bij de situatie waarin wij leven. Vandaar het ex periment van de weekend-cateehisa- tie. In plaats van de normale catechi satie (dus niet als beloning voor het trouw volgen ervan) werden twee grote week-ends georganiseerd op 5- 6-7 januari en 5-6-7 april, op een tijd dus dat de scholieren vakantie had den en de werkende jeugd door het vertrek op het einde van de namid dag geen werktijd verloor. De belang stelling was groot (circa 35 meisjes en jongens) en nam na het eerste weekend nog sterk toe. De week-ends werden gehouden op het oecumeni sche vormingscentrum „Hedenesse" bij Cadzand. Het eerste had tot on derwerp: „Hoe is het mens-zijn be doeld?" Het tweede (op verzoek van de cate chisanten): „De schepping". Beide keren maakte een discussiefilmp je aan het begin de tongen los. Aan de discussie werd veel tijd besteed; daardoor was het mogelijk, dat jon ge mensen van zeer verschillende leeftijden (15-24 jaar) en met een volkomen verschillende ontwikkeling de behandelde stof op bewonderens waardige wijze leerden hanteren; meerdere malen waren de directeur van het vormingscentrum de heer Westerval en wijzelf onder de in druk van het gehalte van de vragen en het inzicht waarvan ze getuig den. De stof werd verder verwerkt in rollenspelen en collages- Rond uit imposant was de gemeenschaps zin; er is niemand geweest, die zich alleen gevoeld heeft in de groep; men 'ette bewust op elkaar. Uiter aard was er plaats voor ontspanning. De totaal beschikbare werktijd over schreed ruim de twintig maal drie kwartier, die men anders aan de ge middelde catechisatie kan besteden. Zij kon bovendien veel intensiever benut worden. Op beide week-ends werd een kerkdienst gehouden, die geheel ook de preek, door de cate chisanten zelf werd verzorgd. Het is waar ik zelf initiatief nemer was moeilijk een oor deel te vellen over het resultaat; daarom laat ik liever de catechisan ten aan het woord bij de evaluatie: hun eindoordeel over de waarde van beide week-ends. Als één man was men van mening aanmerkelijk meer geleerd te hebben dan anders in een wintercatechisatie. Dat is zeer be langrijk en vond uiteraard zijn oor zaak in de grote beieidheid van de ze jonge mensen om heel hard te werken. Men was er enthousiast ever, dat zich onder de catechisan ten ook jonge mensen van andere kerkgenootschappen bevonden: Rooms-Katholieken en een Chr. Ge reformeerd meisje, waardoor ons ge zichtsveld vaak verbreed werd. Diep onder de indruk waren allen over de sterke gemeenschapszin, waarvan de beleving haar hoogtepunt vond in de agapè-viering (of zullen we dat nu maar ronduit „avond maalsviering" gaan noemen?) aan net slot van het tweede week-end. Algemeen bestond ook de indruk dat de stof afgestemd was op de prak tijk, zozeer dat men met de opgeda ne kennis in het dagelijks leven iets meende te kunnen. Opmerkelijk is het in dit verband, dat enkele van de oudere catechisanten besloten een andere studierichting te kiezen dan zij oorspronkelijk van plan wa ren en dat deze gericht was op maat schappelijk werk! Unaniem was men van oordeel, dat we „achter dit ex periment niet meer terugkonden" en dat dit per se iedere winter moest worden herhaald. Een „geslaagd ex periment" staat er boven dit arti- el; het zijn vanzelfsprekend niet mijn woorden maar die van deze jon ge mensen zelf en van de directeur van het vormingscentrum. Overigens het yo'knmen eens met hen. E LEUR Blaauwendraad. DEN HAAG De meeste gemeenschappen van broeders en zusters verkeren in zeer grote moeilijkheden. Eén daarvan is de catastrofale achteruitgang van de roepingen en de daarmee gepaard gaande ver grijzing, die de toekomst in zeer veel gevallen uitermate zorgelijk maakt. Het is duidelijk gebleken uit een vorige week gepubliceerd KASKI-rapport, waarvan in ons blad een samenvatting werd gege ven. Maar nog veel ernstiger is de mentale crisis, die aan deze nume rieke achteruitgang ten grondslag ligt en die er ook weer door wordt versterkt. In zo goed als alle orden en con gregaties heerst een crisis-sfeer. Wij spraken erover met de heer C. M. Thoen, socioloog en staflid van het Kaski, die een groot deel van zijn tijd besteedt aan het begeleiden van deze gemeenschappen. Hij is vast adviseur van de dominicanes sen van Voorschoten, de broeders van Maastricht, de broeders van Huy- bergen en de fraters van Utrecht. Verder geeft hij losse adviezen en hulp in speciale gevallen- Hoe verwerken de broeders en zus ters, met wie hij in contact komt, de huidige crisis? „Voor zeer grote groepen van ouderen", aldus de heer Thoen, „is het een tragische exis tentiële ervaring. Ze voelen zich ver eenzaamd. En die vereenzaming wordt nog toegespitst door de grote spanning, welke er in hun leefge meenschap bestaat tussen de oudere en de jongere generatie. Zolang de gemeenschap homogeen was in het besef van zijn unieke geroepenheid kon men er goed leven. Maar nu de jongeren de leefvormen radicaal willen veranderen, nu zij dit niet alleen propageren maar ook probe ren door te drukken, nu wordt het voor de ouderen vaak uitermate moei lijk. Wie ziet ze nog staan? Worden zij niet gezien als relieken uit een voltooid verleden tijd? Hebben zij soms niet het gevoel in een asiel te worden opgeborgen, om daar rus tig aan hun einde te komen? Moeilijk hebben het ook de reli gieuzen uit de middengroep, tussen oud en jong in. Zij vragen zich af of hun leven nog toekomst heeft. Mocht dat niet het geval zijn: wat moeten ze dan? Naar de wereld te rugkeren is meestal onmogelijk. Wachten tot de zaak uitsterft, een weinig aanlokkelijk perspectief. In vele religieuze gemeenschappen ont breekt 'n gemeenschappelijke grond waarde, waarop men zich bij alle verschillen zou kunnen baseren. Men weet vaak niet eens meer wat het religieuze leven eigenlijk is. De een doet dit, de ander dat. En wat de een echt religieus vindt, heeft volgens de ander niets met het reli gieuze te maken". Thoen gelooft zelf volop in de Qp het gebied van dag- en week- bladen is er in Nederland nau welijks nog sprake van een katho lieke pers, aifhans in de traditio nele zin van het woord Er is na tuurlijk nog wel degelijk sprake van bladen die hun redactioneel beleid richten naar de katholieke beginselen, maar die bieden sa men toch een heel ander beeld dan datgene wat men vroeger on der de noemer katholieke pers bijeenbracht. De gerenommeerde katholieke bladen van vroeger wierpen zich, op momenten waar op dat gewenst was, op als spreekbuis van de Kerk of van het episcopaat. Die situatie is van lieverlee minder denkbaar ge worden. Hoewel het echte nieuws uit en over de Kerk momenteel heel wat meer kolommen vergt dan vroeger, is de beoordeling van dat nieuws met name ook in de bladen met katholieke begin selen, ongebondener en daarmee kritischer geworden. De enige bladen op dit moment die een nauwe binding hebben met het Nederlandse episcopaat zijn de bisdombladen, in het Bre dase diocees „Onderweg". In ie der geval is er die binding finan cieel want de bisdommen bekos tigen ze. Of die binding er even zeer is op het gebied van de oor deelsvorming is een andere zaak. Een blad als „Onderweg" geeft geen aanleiding om er onmiddel lijk ja op te zeggen. Qrie bisdombladen gaan over eni ge weken samenwerken, waar door er in de bisdommen Breda, Den Bosch, Limburg nog maar één bisdomblad over zal zijn. Het zal er een van de twee zijn, want de bisdommen Haarlem en Rotter dam runnen er samen ook nog een. Utrecht en Groningen hebben er geen. Op het moment waarop zo'n zuidelijke concentratie bekend wordt vraagt men zich af; waar om er niet een stap meer is ge zet. Een stap die geleid zou kun nen hebben tot een landelijke uit gave die met meer allure gepre senteerd zou kunnen worden. Qe grote vraag is dan natuurlijk of er aan zo n blad behoefte bestaat. De manier waarop tot nu toe de afzonderlijke bisdom bladen hun bestaan hebben ge rekt pleit er niet voor. Maar een landelijk blad in deze verhouding tot het Nederlands episcopaat zou een novum zijn. Het zou bijvoor beeld het standpunt van de verza melde Nederlandse bisschoppen in tal van zaken kunnen bekend ma ken. Daar wordt tenslotte vaak ge noeg om gevraagd. Het zou, in zijn hele redactievoering, de opvat tingen en inzichten van het Ne derlandse episcopaat kunnen ver werken en op die wijze sleun zijn voor veel vragende christenen. Dat is iets wat de thans fuseren de bladen, ook samen, in ieder ge val niet kunnen. De vraag blijft dan ook of de aangekondigde con centratie veel te betekenen heeft. Het zou wellicht zinvol geweest zijn als het nieuwe zuidelijke blad de naam van het Bredase bisdom blad had aangehouden. Op de eer ste plaats biedt „Onderweg" wat meer perspectief dan de al te pro zaïsche naam „Bisdomblad". En op de tweede plaats zou dan mis schien de aansluiting bij het Haar lems-Rotterdamse bisdomblad wat gemakkelijker gevonden kunnen worden. Tenslotte heet dat in het bisdom Rotterdam ook al „Onder weg". waarde van een religieus gemeen schapsleven, ook in deze tijd, ja heel speciaal in deze tijd. Nu het secula risatieproces zich overal doorzet, en dat kan niet anders, nu dit leidt tot een noodzakelijke afbraak van veel ideeën, structuren en gebruiken, juist nu moeten er mensen zijn, die een leven leiden, dat in heel zijn wezen verwijst naar het transcendente. Daarom wil de heer Thoen graag zijn deskundige bijstand verlenen aan orden en congregaties, die zijn hulp inroepen. „Als leek zit ik in een gunstige situatie", zegt hij. „Geeft men dit werk in handen van religieuzen, dan loopt men het risico, dat dezen hun eigen problematiek gaan projecte ren op hun cliënten. Want zij zijn lotgenoten, zitten zelf met een gelijk aardige problematiek. Ik sta er he lemaal buiten. Dat geeft afstand en garandeert objectiviteit". Waaruit bestaat zijn werk? Hel pen bij het opzetten van vernieu wingskapittels, doorlichten van reli gieuze levenssituaties, kritische be geleiding van experimenten, helpen bij de aanpassing van het aposto- laatswerk aan deze tijd. „Wanneer een congregatie zich gaat afvragen: wat doen we eigenlijk, waarvoor doen we het, wat heeft het allemaal nog voor zin, dan beginnen de andere moeilijkheden, die meer op het ideë le vlak liggen, nog eens extra te wegen. Het is mijn ervaring, dat de ze moeilijkheden vervagen, wanneer er een concrete apostolaatstaak is, die als aangepast en authentiek wordt ervaren". Verder moeten er natuurlijk de no dige conflicten worden opgelost, dikwijls van heel concrete aard: Wat bidden we, hoe vieren we de li turgie, wat is onze dagorde. Hier kunnen de socioloog en de sociaal- psycholoog waardevolle hulp bieden door 't toepassen van hem vertrouw de technieken. Zij weten hoe zij men sen moeten interviewen, hoe zij de communicatie moeten verbeteren, hoe zij een structuur moeten opzet ten, die werkelijke medezeggenschap van alle gemeenschapsleden garan deert. „Ik vind het een boeiende op dracht", zegt de heer Thoen. „Tot nog toe heb ik veel gestudeerd en geschreven. Dat heeft zijn waarde waarschijnlijk gehad. Maar de laat ste jaren van mijn leven wil ik ge bruiken om mensen te helpen. En gemeenschappen van mensen, die buiten hun schuld in een tragische situatie zijn geraakt". Dr. ALFRED VAN DE WEIJER NIJMEGEN De seksuele discri minatie. waarop het verzet en de angst van een geklerikaliseerde kerk tegen de vrouw-in-het-ambt gestoeld is, dient principieel te worden afge wezen. Bijbelse en kerkvaderlijke argumen ten in dezen moeten behandeld wor den zoals bij vraagstukken van ras sen- en klassendiscriminatie: in de huidige cultuur kunnen ze niet lan ger gehandhaafd worden. Tot deze conclusie komt dr. J. Peters in een artikel over de vrouw-ir, -het-ambt in het jongste nummer van Concilium, internationaal tijdschrift voor theo logie (april 1968). „De plaats van de vrouw-in-het- ambt is afhankelijk van de positie van de vrouw in de cultuur. Het gaat om de vraag of de vrouw aan vaard wordt, en nuttig en efficiënt een functie kan vervullen", aldus dr. Peters die er ten overvloede op wijst dat de kerk zelf de richting van het ambt, zoals dit vanuit het nieuwe testament is gegroeid in de loop van een lange historische ontwikkeling, bepaald heeft. Hij stelt zich dan ook de vraag of de kerk ook in onze tijd niet de competentie bezit om voor de vrouw-in-het-ambt nieuwe vor men te creëren. „De kerk zou als moeder best eens creatief mogen zijn!" Van allerlei kanten worden de ker ken voor de keuze gesteld: de vrouw in het ambt, ja of nee. Gegevens van de Wereldraad van Kerken (in extenso afgedrukt in het jongste nummer van Concilium) laten zien, dat reeds in 1958 niet minder dan 48 van de toentertijd bij de raad aangesloten 168 kerken het ambt vol ledig voor de vrouw hebben open gesteld, dus ook het priesterschap. Een aantal kerken kent een of ande re partiële vorm van ambt voor de vrouw. Tien jaar geleden was de ten dens nog om de vrouw uit het ambt te weren, op oecumenische overwe gingen: laten er geen nieuwe rede nen voor scheiding worden opgeroe pen. Nu, na betere bestudering van vooral sociologische en culturele as pecten, lijkt de tendens ten gunste van de vrouw-in-het-ambt te zijn. De vrijzinnig-protestantse kerken, waarvoor de kwestie van de vrouw- in-het-ambt nooit een halszaak is ge weest, lijken het pleit van de meer orthodoxe groeperingen te winnen. In zijn pleidooi voor de vrouw-in- het-ambt wijst dr Peters er op dat het heil, waarvan de ambtsdrager de bemiddelaar is, breder moet wor den gezien dan een „afzonderlijke re gio van de menselijke werkelijkheid" of dan „iets van buiten de mens als bestaande grootheid aan hem wordt toegevoegd". In het vraagstuk rond de vrouw-in-het-ambt speelt zich in verhevigde mate de vraag af, of en in hoeverre geloven te maken heeft met de werkelijkheid van alle dag. De humanisering van het geloven impliceert de humanisering van het ambt. „De hedendaagse antropolo gie heeft er ons op attent gemaakt dat er geen louter mannelijke eigen schappen bestaan en ook geen lou ter vrouwelijke eigenschappen, maar dat men op basis van onderschei den biologische conditionering moet proberen mens, christen en dus ook ambtsdrager te zijn. „De mens is al leen volledig in man en vrouw sa men. Daarom is het noodzakelijk dat de vrouw tot het ambt wordt toege laten. De eerste voorwaarde voor de ambtsdrager kan niet langer zijn dat hij een goed uitgegroeide man is. De eerste vraag echter is ook niet langer, of de ambtsdrager wel een vrouw kan zijn. De eerste vraag luidt van nu af: „Hoe kan een zo volledig mogelijke menselijkheid in dienstbaarheid worden gesteld aan de bemiddeling van het heil?". (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De recente schade aan de Karei Doorman door brand in de machinekamers heeft vooralsnog geen wijziging teweeggebracht in het voornemen van de defensieleiding om dit vliegkampschip eerst „in het begin van de jaren zeventig" uit de vaart te nemen. Op het ogenblik is men naarstig doen de de omvang van de schade vast te stellen om zo snel mogelijk met de herstelwerkzaamheden te kunnen be ginnen. Hoe groot het schadebedrag is kan nog niet gezegd worden. Aldus de marinevoo-rlichtinigsdienst. De taak van de Karei Doorman in NAVO-verband zal in de jaren ze ventig overgenomen worden door een squadron lange afs-tands patrouille vliegtuigen, die vanaf de wal ingezet kunnen worden bij de onderzeeboot- 'bestrijdin-g op de Atlantische Oceaan. De keuze gaat daarbij tussen twee toestellen: de Franse Brequet Atlan tic en de Amerikaanse Lockheed Orion. De keuze tussen beide toestel len zal binnen enkele maanden geno men worden, d.w.z. voor de verschij ning dit jaar van de nieuwe defensie nota. Gisteren heeft een aantal ministers een vaartocht gemaakt aan boord van de kruiser De Ruyter, die na het uitvallen van de Karei Doorman als waarnemend vlaggeschip van het uitgevaren smaldeel-5 fungeert. Mi nister Den Toom en zijn staatssecre taris Van Es (Marine) zullen van deze gelegenheid gebruik ma-ken om een uiteenzetting te geven van hui dige financiële problematiek van de marine en van de rol die die Karei Doo-rman nog speelt. (ADVERTENTIE) Dat is een samengestelde interest van 6,36% per jaar. Bovendien is fiscaal voordeel mogelijk door verschuiving van inkomstenbelasting. Al onze kantoren kunnen u nader inlichten over de voordelen, verbonden aan het ABN Spaarbiljet 1968/72. U bent welkom bij de 1,1 Breukelen, in de Herenstraat, begint morgenochtend om tien uur een Lentebloesemtocht. Die worden in groepsverband of individueel in deze tijd van het jaar veel meer gemaakt, maar het bijzondere van de tocht in Breukelen is, dat hij met rijtuigen, janpleziers en andere voertuigen met paardentractie wordt gemaakt. De organisators zijn ove rigens wel een beetje „gedupeerd" door het weer. De naam en de da tum werden al tegen het einde van de winter gekozen, toen men nog niet kon vermoeden (en waarom ook) dat ons voorjaar een Rivièraklimaat te wachten stond, waardoor de bloe sem enkele weken vroeger dan nor maal aan de bomen kwam. Dit neemt echter niet weg, dat er toch veel te genieten zal zijn. Bo men en struiken zijn met fris groen getooid en de weilanden bezaaid met bloemen. De Lentebloesem- tocht gaat van Breukelen langs de Vecht naar Vreeland en dan weer terug naar Breukelen over de prach tige Napoleonsstraatweg- Na dat rit je is het tijd voor een koffiemaaltijd. Daarna begint het tweede deel van de tocht, daf leidt langs de Vecht in zuidelijke richting en o.a. langs de kastelen Gunterstein en Oudaen. Via Maarssen gaat het in volle draf naar het „sprookjesslot" De Haar. Aan dit kasteel, waar de laatste jaren o.a. Brigitte Bardot, Onassis en Maria Callas toefden, wordt een uitgebreid bezoek gebracht. Daarna rijdt het ge zelschap via Harmeien en het polder land naar Breukelen, waar dan een diner staat te wachten. Een dure tocht? Welnee. Eén pk is goedko per dan u denkt. Voor 25 gulden krijgt u bij de VVV-Breukelen die de tocht organiseert, een mooie dagrit, inclusief toegang tot Kasteel De Haar koffiemaaltijd en diner. Nog voor Pinksteren zal een derde camping in Kaatsheuvel worden ge opend. Tegenover de noordflank van de „Roestelberg" wordt momenteel een camping aangelegd, die de naam van dit natuurgebied zal dragen. Dit nieuwe domein voor de kampeerders omvat een terrein met een nuttige kampeeroppervlakte van 25-000 vier kante meter. Het terrein is bijzon der aantrekkelijk gelegen. In de Gelderse Onzalige Bossen enkele kilometers ten noorden van Arnhem kunt u samen met een bos wachter naar de wilde zwijnen gaan kijken, de kosten bedragen één gul den per man, voor „halve mannen" (kinderen beneden de veertien jaar) bedraagt het kijkgeld de lielft. Na dere inlichtingen verstrekt de VVV Oost-Veluwezoom, Larensteinlaan 1 te Velp. Tel. 08302-2832. U bent daar in een van de mooiste natuurgebie den van Nederland, zodat, mochten de wilde zwijnen tegenvallen, het geenszins een verloren dag wordt. Vanwege de geboorte van de zoon van prinses Margriet en mr. v. Vol lenhoven wordt tot en met 9 juni ïji het historisch museum Moermah aan de Loolaan 44a te Apeldoorn een tentoonstelling gehouden onder de titel „Van Willem Alexander tct Willem-Alexander, 150 jaar geboorte en jeugd in het koninklijk huis". Be halve een groot aantal foto's treft men er onder meer aan de loopfiats van prins Alexander uit 1820, speel goed van prins Willem IV, gouden en zilveren rammelaars van prins Mau- rits, de eerste schoentjes van prins Alexander II, de eerste schaatsen van koningin Wilhelmina, de wieg van koningin Juliana, zilveren be kers gewonnen door prinses Irene tijdens concours-hippiques, een hou ten schooltas van prinses Margriet, het poppenhuis van prinses Christi na en het hobbelpaard van prins Willem-Alexander. De openingstijden zijn zaterdag van tien tot vijf uur en zondag van twee tot vijf uur. BEN VAN ZEELAND (Van een correspondent) BONN De „Guide Michelin voor Duitsland", thans in vijfde editie verschenen, is tot 740 blad zijden uitgegroeid. Zij bevat on geveer 10 000 gastronomische be drijven, van dorpsherberg tot luxehotel, in ongeveer 3.600 oor den. De samenstellers van de „Gui de" hebben zich algemeen gehou den aan de praktijk, dat in West- Duitsland want alleen voor het gebied der Bondsrepubliek geldt de „guide" één ster al een te ken van kwaliteit is. Blijkbaar hebben de samenstellers het nog maar altijd niet over hun hart kunnen verkrijgen om dit of dat Westduits gastronomisch bedrijf meer dan een ster te geven. Dit is ongetwijfeld een verdraaiing van het werkelijke gastronomi sche beeld in de bondsrepubliek. Uw correspondent is nu toevallig een jaarlijkse Frankrijk-vakantie ganger en kan uit eigen ervaring er over oordelen, dat vele West- duitse hotels en restaurants, die in de „guide" voor Duitsland maar met één ster prijken het, zeker wat comfort en kwaliteit der geboden spijzen betreft kun nen opnemen met bedrijven in Frankrijk, die jn de nationale „guide" twee, drie of meer ster ren bezitten. Hieruit spreekt naar ons oordeel een te grote dosis Frans chauvi nisme. De Westduitse gastronomie heeft zich er in de „guide"-jaargang 1968 mee tevreden moeten stel-j len, dat in totaal 154 bedrijven van tenminste één ster werdehi voorzien. Elf sterren werden, ver!? geleken met de uitgaven 1967, ge schrapt en 63 nieuwe sterren zijn er bij gekomen. Die gastronomi sche bedrijven in de Bondsrepuï bliek, die zich bijzonder inspannen om te moderniseren zijn voorzien! van de letter „M". Ook dit lijkt ons een anachro nisme: het ware veel beter, wan neer in de uitgave der „guide" voor Frankrijk de werkelijke mo4 derne hotels en restaurants (maar vooral hotels) bijzondere erken ning zouden genieten, want dg „kasten" waarin men in Frank rijk soms moet logeren en die in de nationale hotelgids zijn terecht gekomen, zou men in West-Duits- iand eenvoudig voorbijrijden. De „guide" voor Duitsland heeft wat Keulen als jaarbeursstad betreft blijkbaar nog steeds niet in de gaten, hoe belangrijk de omliggende plaatsen zijn. Zó komen de randgemeenten als Li- blar, Porz, Efferen, Sürth, Frechi- en, Pulheim en Bergheim in de gids niet voor. (ADVERTENTIE) NIEUW'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 17