Ik geloof keihard in roeping COMMENTAAR MENINCSVERSCHILLEN rr Kinderen over beroep en roeping Ultra links achter ultra rechts Niet berusten Eerlijk gezegd laten wij de priesters in de steek terwijl iedereen er al in zijn hart van overtuigd is dat er behoefte aan hen is" EXPERIMENT VAN ORIËNTATIECENTRUM - niT-,1t-„Ji m I MPMPPHPPPPPPlil Pi Dr. Corn. Verhoeven: T STAALKAART KLIMAAT AFHANKELIJKHEID SCHOLEN PROBLEMEN GETUIGENIS 13 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 27 APRIL 1968 13 N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEJL!NGÊti. kiNGIÊH iwr^w^^en I EILINGEN - PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILING_EN |Mriw PPHIIJGFN ïEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN £EJL NÖEN PEILINGEN PEILI'JGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN Powell, een vooraanstaand Britse conservatief, heeft aan de vooravond van het Lagerhuisdebat over de wet tegen de rassendiscriminatie gezegd, dat Engeland geen niet-blanke emigranten meer moet toe laten. De niet-blanken, die zich al in Engeland gevestigd hebben, wil Powell op de kortst mogelijke termijn uit Engeland verwijderd hebben. Deze White-Powertaal heeft in Engeland grote beroering gewekt. De Conservatieve Partij heeft Powell zijn partijfuncties ontnomen. In de Engelse pers wordt Powells rascisme scherp gehekeld. Maar geeft die kritiek wel de publieke opinie weer? Waarschijnlijk niet. Een enquête heeft uitgewezen, dat meer dan negen tig procent der Engelsen op dezelfde wijze denkt als Powell. Bijzonder illustratief is de steun, die Powell heeft gekregen van de ultra-linkse Lon- dense dokwerkers. Vroeger konden zij Powells bloed wel drinken van wege zijn conservatieve denkbeelden maar nu zijn diezelfde dokwerkers zijn felste medestanders. Toch werken er geen niet-blanken in de havens van Londen. Maar ze kunnen er komen als de immigratie van niet-blanken doorgaat. De ultra linkse dokwerkers vrezen die concurrentie. De trieste les van deze affaire is, dat zelfs een liberale en tolerante democratie als de Engelse door het kwaad der rassendiscriminatie is aangetast. Ook ultra-links dat rassen discriminatie bij anderen altijd ten scherpste heeft veroordeeld. Maar als men de eigen portemonnee bedreigd ziet Het is nu bijna twee jaar geleden, dat in ons land de eerste tekenen van de huidige werkloosheid zich aankondigd. In korte tijd groeide het aantal werklozen naar een niveau, dat we sinds de oorlog niet meer hadden meegemaakt. Aanvankelijk was de verontrusting over dit verschijnsel algemeen. De kabinetten-ZijIstra en -De Jong beloofden het kwaad aan te pakken maar kwamen tot nu toe met incidentele maatregelen, die structueel geen oplossing brachten. Nu, voorjaar 1968, moeten we constateren, dat men de werkloosheid meer en meer als een noodzakelijk kwaad gaat zien. Men schijnt te be rusten in een groot aantal werklozen als prijs voor de welvaart van anderen. Dat is des te opmerkelijker, omdat de werkloosheid nu groter is dan vorig jaar. Deze houding is onaanvaardbaar, vooral omdat er geen enkele garantie is dat het huidige aantal 96.000 ingeschreven werkzoekenden niet groter wordt. Werkloosheid is een sociaal kwaad, waartegen de regering krachtig en doeltreffend moet optreden. Voor nu en later dient er een doelgericht werkgelegenheidsbeleid te komen met specifieke maatregelen voor die genen, die niet of nauwelijks meer aan de slag komen. J-JET is vrijwel ondenkbaar dat twee mensen ruzie krijgen omdat de een wel en de ander niet van augurkjes houdt. Over smaak valt niet te twisten, zeggen we dan maar, en dat is meer waar naargelang die smaak zich meer tot de mond beperkt. In de meer verheven regionen van de smaak is de kans op een twist al aan zienlijk groter en er zijn mensen die zove- gaan een hekel te heb ben aan iemand die van Wagners muziek houdt. Dat is een won derlijk verschijnsel, maar het wordt nog veel wonderlijker als we de smaak vergelijken met het oordeel of het inzicht. Een ver schil in smaak wordt oneindig veel gemakkelijker verdragen dan een verschil in oordeel. Er valt over smaak niet te twisten, dat wil zeggen: er is op dit punt nauwe lijks enige communicatie die tot misverstanden kan leiden door haar onvolkomenheid en er schijnt ook geen behoefte aan te bestaan. Het lekker vinden van augurkjes is niet over te drager, en we be ginnen daar ook niet aan. We zijn daarin onbereikbaar en we voelen ons dan ook niet gekwetst of be dreigd. wanneer iemand die smaak niet deelt. Dank zij de afwezig heid van communicatie op dit ge bied blijft onze zelfstandigheid en onze vrijheid onaangetast. Met onze inzichten en opvattingen lijkt dat anders te liggen. Het be gint al wat ik bij de meer ver heven regionen van de smaak noemde: wij noemen die maar ver heven omdat de smaak hier aan het oordeel grenst. Juist daarom gerespecteerde theorie kunnen bevestigen, hecht ik voor mij er betrekkelijk weinig waarde aan. Dat heeft vooral twee redenen. De eerste en enigszins vreemde reden is dat ik alles van blozen afweet. En het is pertinent niet waar dat blozen iets met eigen belang te maken heeft. Het richt zich daar eerder tegen en komt even vaak voort uit schaamte om een ander dan om zichzelf. De echte, fatsoenlijke blozer bloost niet zo zeer als hijzelf bij een toe spraak vastzit, maar als een spre ker met wie hij niets te maken heeft, begint te stotteren. De lief ste en aardigste schoolmeisjes blo zen als niet zij zelf, maar haar buurvrouwen van spieken ver dacht worden. Blozen is het ab surde toppunt van belangeloos heid: het is zo belangeloos als een zonsopgang. En bovendien, daar gaat het hier om, het heeft diep onder de huid iets met boos wor den te maken. Ik kan dat hier niet openlijk uitwerken, maar voor mij staat het vast, dat boos wor den in een debat vrijwel niets met het bedreigde eigen belang te maken heeft. DE tweede reden is dat de kans op ruzie in een gedachten- wisseling groter wordt naar ge lang het inzicht zelf van minder direct belang is. Dat hebben we bij de smaak ook al gezien: hoe zekerder we zijn van de zaak hoe minder lust we hebben die fa natiek te verdedigen. Ruzies gaan nergens over. Er zijn wel eens mensen die ruzie maken over kan er over getwist worden. Hier bestaat een wat gebrekkige com municatie die telkens weer tot botsingen aanleiding geeft. Waar om twisten wij niet over smaak en wel over opvattingen? Blijk baar gelukt het ons niet genoegen te nemen met particuliere inzich ten: we moeten ze uitspreken en gedeeld zien voordat we er zeker van zijn. En als anderen weigeren ze te delen voelen we ons in onze zelfstandigheid bedreigd. We drei gen dan namelijk uitgesloten te worden van een gemeenschap die door communicatie in stand ge houden wordt en dat maakt onze inzichten ook voor onszelf twij felachtig. QOK de machtige oude theorie van het eigenbelang kan hier weer ingeschakeld worden: wij verdedigen onze inzichten en worden boos als ze niet gedeeld worden omdat onze inzichten veel al ideologisch van aard zijn. Zij vormen een subtiel spinsel van gedachten dat speciaal ontworpen is om onze belangen te dienen. Zo IS het zeer waarschijnlijk dat ie mand die een groot vermogen be zit, er een rechtse ideologie op na houdt en zich in een discussie met linkse figuren eerder boos zal ma ken dan iemand die niets bezit, boosheid in een discussie over in zichten is dan te herleiden tot de wil het eigen belang te verdedi gen. Boos wordt hij die dreigt te -verliezen" en dat woord heeft in dit geval een mooie dubbelzinnig heid. QFSCHOON allerlei waarnemin gen deze door de eeuwen heen een erfenis of zo, maar op het hoogtepunt van de twist gaat het daar niet meer over. Vraag het maar na. Anders gezegd: zo lang het nog ergens over gaat, valt er te praten en een vergelijk te tref fen; ruzie is er pas wanneer het nergens meer over gaat. Twisten ontstaan bij voorkeur over in zichten die „bijna niets" beteke nen en op geen enkele manier waar te maken zijn. De gods dienstoorlogen zijn een mooi be wijs van deze wat absurd klin kende stelling. Ik geloof even vu rig in de volstrekte belangeloos heid van die oorlogen als in hun onzinnigheid. Het verschil is „bij na niets". Twist is niet zo zeer het uitvallen van de communicatie als wel een gevolg van het onvermo gen die communicatie onvoltooid te laten. Twee halve cirkels na deren elkaar en staan op het punt er één te vormen. Maar nooit sluit de cirkel zich en op de open pun ten ontstaat ruis en geknetter van vonken. Dan vliegen de twee helf ten weer uit elkaar en zo tot in het oneindige. Het is uitsluitend een „bijna niets" waarover de mensen twisten en waarom zij elkaar de hersens inslaan bv. een duister dogma, de letter i of een verschil in accent. Communicatie schijnt totaal mislukt te zijn als zij niet restloos slaagt. En op dat moment treedt de wet van het ge weld in werking. Die luidt: zodra de mens inziet dat hij geen mid delen heeft om de situatie zinvol te doorstaan, overkomt het hem dat hij alles wat hij heeft en is als middel probeert te gebruiken en dat hij juist daardoor de ab surditeit ten top voert. n (Van een onzer redacteuren) DONGEN Van tientallen jaren her dateert het mopje, dat de hartewensen van iedere rechtgeaarde Brabantse boer op een rijtje zet. Die wensen, in chronologische volgorde te vervullen, luiden: een welgevulde vrouw, een welgevulde stal, een welgevulde portemonnee en een zoon op het seminarie. Het zou nog altijd een aardig mopje zijn, als het niet zo duidelijk uit de tijd was. Met name wat die laatste wens betreft. Wie heeft er op dit moment, boer of geen boer, een zoon op het seminarie, of „op studie" zoals dat heette, nog als een onversneden hartewens? Morgen houdt de katholieke kerk weer roepingenzondag. Ze vestigt daarbij de aandacht nadrukkelijk op het kerkelijk ambt, hoezeer dat momenteel ook in opspraak moge zijn. In de tijd waarin bovenstaand mopje -in' was, bracht een zoon die zijn priesterstudie afbrak meer „schande" voor de familie, dan nu een priester die zijn ambt verlaat. een zuiver persoonlijk aspect. Daar moet je gewoon overheen. Als mijn zoon zover is, dat hij een verantwoorde keus kan maken, dan is het tenslotte zijn keus. Maar ik zou bepaald zwaar met hem gaan praten- Ik zou hem bijvoorbeeld zeker wijzen op het aspect van de eenzaamheid. Denk maar eens aan een missionaris, die zijn werk moet doen in een totaal vreemde cultuur. En denk ook maar gerust aan het leven op een pastorie. Ik geloof, dat ik hem in alle eerlijkheid de harde kanten van het vak zou moeten laten zien. Hij zou eerst dansles gehad moeten hebben, zodat hij in contact zou zijn gekomen met meisjes. Ik zou hem vertellen hoeveel vreugde een man kan beleven aan het ouderschap en ik zou hem nadrukkelijk vertel len, dat hy daar allemaal afstand van doet. Ik zou hem ook naar zijn motieven vragen. Want weet u, dat element van wegschenken van jezelf, dat is iets mystieks, waarvan de gloed op bepaalde punten in je leven maar enkele uren duurt. Maar de smaak van as blijft, de as van eenzaamheid en. teleurstelling. Als hij na zo'n gesprek, dat In mijn gedachten wel een paar maanden kan duren, tóch nog ja zou blijven zeggen maar hij moet dan alle consequenties hebben gezien dan zou ik er, trots op zijn, en dankbaar. Gelooft U in roeping? Keihard! Ik geloof in de roeping van de goede dokter, van de goede ingenieur, van de goede zakenman. Maar zeker ook in de roeping van de goede priester. Ze praten tegen woordig zoveel over ,de kerk van de twijfel'. Voor mij is het eerder ,de kerk van de hoop'. Van deze kerk gaat naar mijn gevoel een nieuw appèl uit en daar zijn, in mijn geloof, jonge, enthousiaste priesters voor nodig, even hard als jonge, enthousiaste boeren en inge nieurs en timmerlui, die naar de ontwikkelingslanden gaan. Als ik aan roeping denk, dan denk ik niet exclusief aan het priester schap. Maar ik vind het priesterschap wel de hoogste en de zwaarste roe ping Kunt U dat laatste toelichten? Zeker! Ik geloof namelijk sterk in de behoefte van deze wereld aan mensen die troosten en helpen. Dok ters kunnen dat, bijvoorbeeld, na tuurlijk ook wel, maar priesters moe ten iets profetisch hebben. Tussen haakjes, juist dat profetische pleit bij mij voor het celibaat, al denk ik dat de maatschappij, mèt het vol- wassener worden van de wereld, zeker ook de gehuwde priester zal kunnen opnemen. Vindt u niet dat je als christen de kerkelijke bediening toch wel van een hogere orde moet vinden dan het werk van de man van het gas of van de huisarts? Als je gelooft in de her schepping van de wereld naar Gods beeld en gelijkenis, dan heeft b.v. de arts er ongetwijfeld een geweldige taak in. Maar bij de mentaliteits verandering die daarvoor nodig is heeft juist de priester een hogere taak. U moet eens naar het resultaat van de Unctad kijken. Al die regeringen, met al die geleerde koppen, weten niet hoe ze de kloof tussen rijk en arm radicaal moeten overbruggen. Zij komen er niet uit. Daar is een mentaliteitsverandering voor nodig. En dan niet uit angst voor de chaos, maar eenvoudig uit medemenselijk heid. Uit naastenliefde dus. Dat is de hoge taak van de priester. Kijkt U op deze manier ook tegen roepingenzondag aan? Zal ik u eens wat zeggen? Roepin genzondag zou naar mijn gevoel een solidariteitszondag moeten zijn. Soli dariteit tussen kerkvolk en pastores. Wc zouden ons op zo'n dag laat er maar een leek op de preekstoel klim men duidelijk achter de priesters moeten stellen. Want eerlijk gezegd laten wij de priesters in de steek, ter wijl iedereen er in zijn hart van overtuigd is. dat er gewoonweg be hoefte aan hen beslaat. De sociale status, waarop het lei derschap van de priesters van toen steunde, is verdwenen. Iedere pries ter kan zichzelf momenteel alleen maar waar maken door zijn eigen hart en zijn eigen handen. Roeping is een term die niet langer exclusief aan het kerkelijk ambt is voorbe houden. lloe zal het kerkvolk excusez le mot daarop reageren? Aan een vader van twee zoons, de oudste in de eerste klas gym, hebben we de vraag voorgelegd: ,Hoe zoudt u reageren, als een van uw zonen u zou komen vertellen, dat hij priester wilde worden?' De vader, een erudiet man met een beroep dat minstens in het grens gebied van de roeping ligt, reageerde zonder aarzelen. ,Als het bijvoor beeld mijn oudste was en hij zou bedoelen, dat hij zich nü op het priesterschap zou willen gaan rich ten, dan zou ik zeggen: onder geen voorwaarde. U moet dat goed ver staan. Ik zou hem er aan herinneren, dat hij op zijn vijfde jaar tram conducteur wilde worden, toen hij zeven jaar was piloot, toen hy negen was dokter en dat hij nadien ook nog wel aardige kanten ontdekt heeft aan, noem maar op, boer zijn, of componist. Nee, ik zou er niet echt serieus op doorgaan. Hy heeft trouwens zelf intussen toch wel ont dekt. dat je met het ouder worden nieuwe dingen, nieuwe mogelijkhe den ontdekt. Vóór zo'n jongen een definitieve keuze zou maken moet hij eerst maar eens wat meer erva ring opdoen. Ik zou hem vriendelijk maar dringend vragen om nog eens terug te komen als hij 18 jaar is.' Hoe zou die jongen op een derge lijk antwoord reageren? Heel gewoon. Wij zijn namelijk in ons gezin gewend om de kinderen altijd een antwoord te geven op hun vragen, uiteraard aangepast aan hun leeftijd en aan hun vermogen om dingen te verwerken. Voor hem zou dit ook zo'n antwoord zijn, eerlijk gemeend, zoals hij dat gewoon is. Ik zou hem trouwens ook duidelijk ma ken, dat iederéén de behoefte tot na volging heeft van iemand dje naar zijn mening ideaal leeft of een ideaal beroep heeft, maar dat juist het priesterschap zo'n moeilijke zaak is, dat hij er eerst nog lang over zou moeten nadenken. Hoe oud zou hij moeten zijn eer V wél bereid zou zijn om er serieus op in te gaan? Nou, ik heb zojuist al gezegd, dat hij nog maar eens terug moest ko men als hij achttien is. Ik bedoel daarmee, dat hij' eerst minstens, als dat kan, een middelbare school moet hebben afgemaakt. En ik vind dat hij gewoon een eigen jeugd gehad moet hebben. Ik zou er ook bepaald het doen en laten van mijn gezin niet naar richten. Ik probeer de sfeer in mijn gezin gewoon goed te maken. Dan moet daar ook een jongen in kunnen leven die er over denkt of zijn toekomst in het priesterschap ligt. Wij zitten nogal eens vaak over allerlei dingen te praten, zo maar vrije gesprekken. En dan komt dat element van ,iets voor anderen kun nen doen' dikwijls genoeg om de hoek. Dat is op zoveel terreinen en in zoveel beroepen mogelijk. Dat is niet voorbehouden aan het priester schap. Voor mij zou dat de oude, gevaarlijke romantiek van het pries terambt zijn en dat. zou, zeker bij my zelf, een afweerhouding op roepen. Stel U nu voor, dat uw zoon 18 is en opnieuw komt vertellen dat hij priester wil worden. Zoudt U er dan blij mee zijn? Ik denk dat geen enkele ouder blij is met een zoon die weggaat. Er zou voor mij zeker ook een persoon lijke kant aan zitten. Kijk, ik geloof nog altyd in de celibataire priester. En als de jongen dan die kant op wil, dan snijd je de tak af. Ik ben nog jong, maar ik kan me toch wel voorstellen hoe het moet zyn om grootvader te worden Maar dat is (Van een onzer redacteuren) TILBURG Zeker vierdu tiend Tilburgse meisjes en jongens heb ben zich enkele weken intensief beziggehouden met de beroeps keuze. Om het wat preciezer te zeggen: met het boeiende vraag stuk van de dienstbaarheid in be roep en roeping. Ze deden dat, via hun leerkrachten, op verzoek van het Oriëntatiecentrum voor Kerkelijke Roeping. Een voor ons land unieke activiteit, gericht op de Roepingenzondag. Een geslaagde poging om de jon gelui duidelijk te maken dat ook in de moderne samenleving de kerke lijke roeping ontdaan van alle mystiek een even mooie en zin volle levensvulling kan zijn in dienst baarheid aan de medemens als een werelds beroep. Geslaagd, omdat de kinderen, leer lingen van de vijfde en zesde klassen van twintig lagere scholen, muio's, technische- en huishoudscholen, vaak op zulk een ongekunstelde en daar door verrukkelijke manier reageer den. In de eerste plaats in hun korte opstelletjes, waarin ze onbevangen hun gedachten formuleerden op drie simpele vragen: 1. Wat wil je later worden en waarom?, 2. Kun je hierdoor ook andere mensen helpen?, 3. Heb je nu al een taak voor je omgeving?. Maar er is nog veel meer uitgeko men, een vloed van werkstukken meestal in groepsverband gemaakt over beroepen en roeping, een bonte staalkaart van de verschil lende wijzen waarop kinderen de werkende mens in de wereld zien. Uitingen van fantasie en verbeel de werkelijkheid in tekeningen, plak- en applicatiewerk, klei- en schilder werk. En vele andere technieken. Dat alles er zijn vaak ware kunstwerkjes bij is van donder dag 25 april tot en met 2 mei ten toongesteld in de garderobe-foyer van de schouwburg, samen met een keur van opstellen. De leerlingen van de Kunstacademie gaan het alle maal verantwoord opstellen. „We hebben vooral geprobeerd een goed klimaat te scheppen voor de kerkelijke roeping in het totaal van de beroepenkeuze." Dat zegt frater Louis Versteden, die het omvang- Een bijzonder fraai werkstuk, een aardappeldruk-mozaïek. rijke project heeft geleid, bijgestaan door de paters I. Brekelmans msc, en. drs. S. Vermeulen aa. Het resultaat heeft dit team over weldigd. Wat als experiment werd begonnen, groeide uit tot een ma nifestatie waarvan niemand had ge droomd. „We zijn dan ook vast van plan deze aanpak volgend jaar ook in an dere plaatsen te stimuleren. We heb ben daarvoor nu een groepje enthou siaste medewerkers, overal in het land verspreid." Wat vooral opvalt in de werkstuk ken is de sterke nadruk die de kin deren steeds hebben gelegd geleid door hun onderwijzers op de on derlinge afhankelijkheid van de men_ sen. Dat Vindt u bij voorbeeld, in de opbouw van een. miniatuurstad, waarbij de vuilnisman een even zin volle en onvervangbare plaats heeft gekregen als de bakker, de bouw vakker, de wijkzuster, de priester ende onbewoonbaar verklaarde woningen! ning paart aan door eindeloos geduld geleid vakmanschap en vruchtbare fantasie. Zeker zeshonderd leerlingen van drie middelbare scholen werden in het kader van het Tilburgse roe pingen-experiment ingeschakeld. Ze kregen een aantal vragen voor zich over eigentijdse problemen. Hun werd verzocht op te geven, welke van die problemen zij eventueel door een forum behandeld zouden willen zien. Ergens komen beroep en roeping bij de problemen om de hoek kyken, soms nauwelijks zichtbaar. U vindt het eveneens in het com pacte plak-schilderwerk van enkele muloscholen, in de wandkleden van twee huishoudscholen, een voorstel lend een moeder in haar gezin en de ander de naar het licht tastentde handen van een werkend mens, een juweeltje van vorm, kleur en com positie. U vindt het eveneens terug, anders van strekking en opzet, in het bij zonder kunstzinnige applicatiewerk van de novicen van het weeshuis. En u wordt ongetwijfeld stil als u wordt geconfronteerd met het reusachtige aardappeldruk-mozaïek, waaraan zestig meisjes van de St.- Dionysius huishoudschool in Dongen van de zusters van liefde een maand lang hebben gewerkt. Onder leiding van zuster Agna. Alle beroepen waarvoor op de school wordt opge leid gegroepeerd om het tableau van de „barmhartige Samaritaan". Een door kleur en duidelijke inspiratie tot een kunstwerk uitgegroeid getui genis dat waarlyk geestelijke span- Drie problemen blijken kennelijk in de gedachten wereld van de jon gelui de boventoon te voeren. De meeste voorkeur kregen de volgende vragen 1. Is dienstweigering asociaal? Moeten er ruime mogelijkheden, worden geschapen voor een alter natieve dienstplicht. Denk je in dit verband alleen aan dienst in ontwik kelingswerk, of zijn er nog andere mogelijkheden? 2. Zie je een taak voor de kerken in de strijd tegen oorlog, armoede, rassendiscriminatie, hongersnood e.d.? 3. Sommige mensen hebben bij zondere hulp nodig, zoals groepen be jaarden, zieken, eenzamen., gehandi capten. Als men de vraag stelt: „Wat kunnen de jongeren daar NU voor doen?", dan krijg je, onder andere, als antwoord: ze zijn nog te jong, ze kunnen beter al hun tijd besteden aan hun studie, het is geen kwestie van liefdadigheid meer, maar van sociale rechtvaardigheid. Wat hier van te denken.? Het is de bedoeling die vragen te zijner tijd door een forum te laten behandelen. De eucharistieviering in Tilburg krijgt, zoals gemeld, op roepingen zondag een bijzonder karakter. Mgr. H. C. A. Ernst, de bisschop van Bre da, zal in de stadsschouwburg de mis opdragen. De dichter Michel van der Plas zal preken over het thema „tussen angst en durf in". Paul Beer- kens en zijn Combo zullen de mu zikale omlijsting voor hun rekening nemen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 9