Ik geloof keihard in roeping
COMMENTAAR
MENINCSVERSCHILLEN
rr
Kinderen
over beroep
en roeping
Ultra links achter ultra rechts
Niet berusten
Eerlijk gezegd laten wij de priesters in de steek
terwijl iedereen er al in zijn hart van overtuigd is
dat er behoefte aan hen is"
EXPERIMENT VAN ORIËNTATIECENTRUM
- niT-,1t-„Ji m I MPMPPHPPPPPPlil Pi
Dr. Corn. Verhoeven:
T
STAALKAART
KLIMAAT
AFHANKELIJKHEID
SCHOLEN
PROBLEMEN
GETUIGENIS
13
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 27 APRIL 1968
13
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEJL!NGÊti. kiNGIÊH iwr^w^^en I
EILINGEN - PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILING_EN |Mriw PPHIIJGFN
ïEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN £EJL NÖEN PEILINGEN PEILI'JGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
Powell, een vooraanstaand Britse conservatief, heeft aan de vooravond
van het Lagerhuisdebat over de wet tegen de rassendiscriminatie
gezegd, dat Engeland geen niet-blanke emigranten meer moet toe
laten. De niet-blanken, die zich al in Engeland gevestigd hebben, wil
Powell op de kortst mogelijke termijn uit Engeland verwijderd hebben.
Deze White-Powertaal heeft in Engeland grote beroering gewekt. De
Conservatieve Partij heeft Powell zijn partijfuncties ontnomen. In de
Engelse pers wordt Powells rascisme scherp gehekeld. Maar geeft die kritiek
wel de publieke opinie weer?
Waarschijnlijk niet. Een enquête heeft uitgewezen, dat meer dan negen
tig procent der Engelsen op dezelfde wijze denkt als Powell. Bijzonder
illustratief is de steun, die Powell heeft gekregen van de ultra-linkse Lon-
dense dokwerkers. Vroeger konden zij Powells bloed wel drinken van
wege zijn conservatieve denkbeelden maar nu zijn diezelfde dokwerkers
zijn felste medestanders.
Toch werken er geen niet-blanken in de havens van Londen. Maar ze
kunnen er komen als de immigratie van niet-blanken doorgaat. De ultra
linkse dokwerkers vrezen die concurrentie. De trieste les van deze affaire
is, dat zelfs een liberale en tolerante democratie als de Engelse door het
kwaad der rassendiscriminatie is aangetast. Ook ultra-links dat rassen
discriminatie bij anderen altijd ten scherpste heeft veroordeeld. Maar als
men de eigen portemonnee bedreigd ziet
Het is nu bijna twee jaar geleden, dat in ons land de eerste tekenen van
de huidige werkloosheid zich aankondigd. In korte tijd groeide het
aantal werklozen naar een niveau, dat we sinds de oorlog niet meer
hadden meegemaakt.
Aanvankelijk was de verontrusting over dit verschijnsel algemeen.
De kabinetten-ZijIstra en -De Jong beloofden het kwaad aan te pakken
maar kwamen tot nu toe met incidentele maatregelen, die structueel geen
oplossing brachten.
Nu, voorjaar 1968, moeten we constateren, dat men de werkloosheid
meer en meer als een noodzakelijk kwaad gaat zien. Men schijnt te be
rusten in een groot aantal werklozen als prijs voor de welvaart van
anderen. Dat is des te opmerkelijker, omdat de werkloosheid nu groter
is dan vorig jaar.
Deze houding is onaanvaardbaar, vooral omdat er geen enkele garantie
is dat het huidige aantal 96.000 ingeschreven werkzoekenden niet
groter wordt.
Werkloosheid is een sociaal kwaad, waartegen de regering krachtig en
doeltreffend moet optreden. Voor nu en later dient er een doelgericht
werkgelegenheidsbeleid te komen met specifieke maatregelen voor die
genen, die niet of nauwelijks meer aan de slag komen.
J-JET is vrijwel ondenkbaar dat
twee mensen ruzie krijgen
omdat de een wel en de ander
niet van augurkjes houdt. Over
smaak valt niet te twisten, zeggen
we dan maar, en dat is meer waar
naargelang die smaak zich meer
tot de mond beperkt. In de meer
verheven regionen van de smaak
is de kans op een twist al aan
zienlijk groter en er zijn mensen
die zove- gaan een hekel te heb
ben aan iemand die van Wagners
muziek houdt. Dat is een won
derlijk verschijnsel, maar het
wordt nog veel wonderlijker als
we de smaak vergelijken met het
oordeel of het inzicht. Een ver
schil in smaak wordt oneindig
veel gemakkelijker verdragen dan
een verschil in oordeel. Er valt
over smaak niet te twisten, dat wil
zeggen: er is op dit punt nauwe
lijks enige communicatie die tot
misverstanden kan leiden door
haar onvolkomenheid en er schijnt
ook geen behoefte aan te bestaan.
Het lekker vinden van augurkjes
is niet over te drager, en we be
ginnen daar ook niet aan. We zijn
daarin onbereikbaar en we voelen
ons dan ook niet gekwetst of be
dreigd. wanneer iemand die smaak
niet deelt. Dank zij de afwezig
heid van communicatie op dit ge
bied blijft onze zelfstandigheid en
onze vrijheid onaangetast.
Met onze inzichten en opvattingen
lijkt dat anders te liggen. Het be
gint al wat ik bij de meer ver
heven regionen van de smaak
noemde: wij noemen die maar ver
heven omdat de smaak hier aan
het oordeel grenst. Juist daarom
gerespecteerde theorie kunnen
bevestigen, hecht ik voor mij er
betrekkelijk weinig waarde aan.
Dat heeft vooral twee redenen.
De eerste en enigszins vreemde
reden is dat ik alles van blozen
afweet. En het is pertinent niet
waar dat blozen iets met eigen
belang te maken heeft. Het richt
zich daar eerder tegen en komt
even vaak voort uit schaamte om
een ander dan om zichzelf. De
echte, fatsoenlijke blozer bloost
niet zo zeer als hijzelf bij een toe
spraak vastzit, maar als een spre
ker met wie hij niets te maken
heeft, begint te stotteren. De lief
ste en aardigste schoolmeisjes blo
zen als niet zij zelf, maar haar
buurvrouwen van spieken ver
dacht worden. Blozen is het ab
surde toppunt van belangeloos
heid: het is zo belangeloos als een
zonsopgang. En bovendien, daar
gaat het hier om, het heeft diep
onder de huid iets met boos wor
den te maken. Ik kan dat hier
niet openlijk uitwerken, maar voor
mij staat het vast, dat boos wor
den in een debat vrijwel niets
met het bedreigde eigen belang te
maken heeft.
DE tweede reden is dat de kans
op ruzie in een gedachten-
wisseling groter wordt naar ge
lang het inzicht zelf van minder
direct belang is. Dat hebben we
bij de smaak ook al gezien: hoe
zekerder we zijn van de zaak hoe
minder lust we hebben die fa
natiek te verdedigen. Ruzies gaan
nergens over. Er zijn wel eens
mensen die ruzie maken over
kan er over getwist worden. Hier
bestaat een wat gebrekkige com
municatie die telkens weer tot
botsingen aanleiding geeft. Waar
om twisten wij niet over smaak
en wel over opvattingen? Blijk
baar gelukt het ons niet genoegen
te nemen met particuliere inzich
ten: we moeten ze uitspreken en
gedeeld zien voordat we er zeker
van zijn. En als anderen weigeren
ze te delen voelen we ons in onze
zelfstandigheid bedreigd. We drei
gen dan namelijk uitgesloten te
worden van een gemeenschap die
door communicatie in stand ge
houden wordt en dat maakt onze
inzichten ook voor onszelf twij
felachtig.
QOK de machtige oude theorie
van het eigenbelang kan hier
weer ingeschakeld worden: wij
verdedigen onze inzichten en
worden boos als ze niet gedeeld
worden omdat onze inzichten veel
al ideologisch van aard zijn. Zij
vormen een subtiel spinsel van
gedachten dat speciaal ontworpen
is om onze belangen te dienen. Zo
IS het zeer waarschijnlijk dat ie
mand die een groot vermogen be
zit, er een rechtse ideologie op na
houdt en zich in een discussie met
linkse figuren eerder boos zal ma
ken dan iemand die niets bezit,
boosheid in een discussie over in
zichten is dan te herleiden tot de
wil het eigen belang te verdedi
gen. Boos wordt hij die dreigt te
-verliezen" en dat woord heeft in
dit geval een mooie dubbelzinnig
heid.
QFSCHOON allerlei waarnemin
gen deze door de eeuwen heen
een erfenis of zo, maar op het
hoogtepunt van de twist gaat het
daar niet meer over. Vraag het
maar na. Anders gezegd: zo lang
het nog ergens over gaat, valt er
te praten en een vergelijk te tref
fen; ruzie is er pas wanneer het
nergens meer over gaat. Twisten
ontstaan bij voorkeur over in
zichten die „bijna niets" beteke
nen en op geen enkele manier
waar te maken zijn. De gods
dienstoorlogen zijn een mooi be
wijs van deze wat absurd klin
kende stelling. Ik geloof even vu
rig in de volstrekte belangeloos
heid van die oorlogen als in hun
onzinnigheid. Het verschil is „bij
na niets". Twist is niet zo zeer het
uitvallen van de communicatie als
wel een gevolg van het onvermo
gen die communicatie onvoltooid
te laten. Twee halve cirkels na
deren elkaar en staan op het punt
er één te vormen. Maar nooit sluit
de cirkel zich en op de open pun
ten ontstaat ruis en geknetter van
vonken. Dan vliegen de twee helf
ten weer uit elkaar en zo tot in
het oneindige. Het is uitsluitend
een „bijna niets" waarover de
mensen twisten en waarom zij
elkaar de hersens inslaan bv. een
duister dogma, de letter i of een
verschil in accent. Communicatie
schijnt totaal mislukt te zijn als
zij niet restloos slaagt. En op dat
moment treedt de wet van het ge
weld in werking. Die luidt: zodra
de mens inziet dat hij geen mid
delen heeft om de situatie zinvol
te doorstaan, overkomt het hem
dat hij alles wat hij heeft en is
als middel probeert te gebruiken
en dat hij juist daardoor de ab
surditeit ten top voert.
n
(Van een onzer redacteuren)
DONGEN Van tientallen jaren her dateert het mopje, dat de
hartewensen van iedere rechtgeaarde Brabantse boer op een
rijtje zet. Die wensen, in chronologische volgorde te vervullen,
luiden: een welgevulde vrouw, een welgevulde stal, een welgevulde
portemonnee en een zoon op het seminarie. Het zou nog altijd een
aardig mopje zijn, als het niet zo duidelijk uit de tijd was. Met name
wat die laatste wens betreft. Wie heeft er op dit moment, boer of geen
boer, een zoon op het seminarie, of „op studie" zoals dat heette, nog
als een onversneden hartewens?
Morgen houdt de katholieke kerk weer roepingenzondag. Ze vestigt daarbij
de aandacht nadrukkelijk op het kerkelijk ambt, hoezeer dat momenteel
ook in opspraak moge zijn. In de tijd waarin bovenstaand mopje -in' was,
bracht een zoon die zijn priesterstudie afbrak meer „schande" voor de
familie, dan nu een priester die zijn ambt verlaat.
een zuiver persoonlijk aspect. Daar
moet je gewoon overheen.
Als mijn zoon zover is, dat hij een
verantwoorde keus kan maken, dan
is het tenslotte zijn keus. Maar ik
zou bepaald zwaar met hem gaan
praten- Ik zou hem bijvoorbeeld
zeker wijzen op het aspect van de
eenzaamheid. Denk maar eens aan
een missionaris, die zijn werk moet
doen in een totaal vreemde cultuur.
En denk ook maar gerust aan het
leven op een pastorie. Ik geloof, dat
ik hem in alle eerlijkheid de harde
kanten van het vak zou moeten laten
zien. Hij zou eerst dansles gehad
moeten hebben, zodat hij in contact
zou zijn gekomen met meisjes. Ik zou
hem vertellen hoeveel vreugde een
man kan beleven aan het ouderschap
en ik zou hem nadrukkelijk vertel
len, dat hy daar allemaal afstand
van doet.
Ik zou hem ook naar zijn motieven
vragen. Want weet u, dat element
van wegschenken van jezelf, dat is
iets mystieks, waarvan de gloed op
bepaalde punten in je leven maar
enkele uren duurt. Maar de smaak
van as blijft, de as van eenzaamheid
en. teleurstelling.
Als hij na zo'n gesprek, dat In mijn
gedachten wel een paar maanden
kan duren, tóch nog ja zou blijven
zeggen maar hij moet dan alle
consequenties hebben gezien dan
zou ik er, trots op zijn, en dankbaar.
Gelooft U in roeping?
Keihard! Ik geloof in de roeping
van de goede dokter, van de goede
ingenieur, van de goede zakenman.
Maar zeker ook in de roeping van
de goede priester. Ze praten tegen
woordig zoveel over ,de kerk van
de twijfel'. Voor mij is het eerder
,de kerk van de hoop'. Van deze
kerk gaat naar mijn gevoel een
nieuw appèl uit en daar zijn, in
mijn geloof, jonge, enthousiaste
priesters voor nodig, even hard als
jonge, enthousiaste boeren en inge
nieurs en timmerlui, die naar de
ontwikkelingslanden gaan.
Als ik aan roeping denk, dan denk
ik niet exclusief aan het priester
schap. Maar ik vind het priesterschap
wel de hoogste en de zwaarste roe
ping
Kunt U dat laatste toelichten?
Zeker! Ik geloof namelijk sterk in
de behoefte van deze wereld aan
mensen die troosten en helpen. Dok
ters kunnen dat, bijvoorbeeld, na
tuurlijk ook wel, maar priesters moe
ten iets profetisch hebben. Tussen
haakjes, juist dat profetische pleit
bij mij voor het celibaat, al denk ik
dat de maatschappij, mèt het vol-
wassener worden van de wereld,
zeker ook de gehuwde priester zal
kunnen opnemen.
Vindt u niet dat je als christen de
kerkelijke bediening toch wel van
een hogere orde moet vinden dan het
werk van de man van het gas of van
de huisarts? Als je gelooft in de her
schepping van de wereld naar Gods
beeld en gelijkenis, dan heeft b.v.
de arts er ongetwijfeld een geweldige
taak in. Maar bij de mentaliteits
verandering die daarvoor nodig is
heeft juist de priester een hogere
taak.
U moet eens naar het resultaat van
de Unctad kijken. Al die regeringen,
met al die geleerde koppen, weten
niet hoe ze de kloof tussen rijk en
arm radicaal moeten overbruggen.
Zij komen er niet uit. Daar is een
mentaliteitsverandering voor nodig.
En dan niet uit angst voor de chaos,
maar eenvoudig uit medemenselijk
heid. Uit naastenliefde dus. Dat is
de hoge taak van de priester.
Kijkt U op deze manier ook tegen
roepingenzondag aan?
Zal ik u eens wat zeggen? Roepin
genzondag zou naar mijn gevoel een
solidariteitszondag moeten zijn. Soli
dariteit tussen kerkvolk en pastores.
Wc zouden ons op zo'n dag laat er
maar een leek op de preekstoel klim
men duidelijk achter de priesters
moeten stellen. Want eerlijk gezegd
laten wij de priesters in de steek, ter
wijl iedereen er in zijn hart van
overtuigd is. dat er gewoonweg be
hoefte aan hen beslaat.
De sociale status, waarop het lei
derschap van de priesters van toen
steunde, is verdwenen. Iedere pries
ter kan zichzelf momenteel alleen
maar waar maken door zijn eigen
hart en zijn eigen handen. Roeping
is een term die niet langer exclusief
aan het kerkelijk ambt is voorbe
houden.
lloe zal het kerkvolk excusez
le mot daarop reageren? Aan
een vader van twee zoons, de oudste
in de eerste klas gym, hebben we
de vraag voorgelegd: ,Hoe zoudt u
reageren, als een van uw zonen u
zou komen vertellen, dat hij priester
wilde worden?'
De vader, een erudiet man met een
beroep dat minstens in het grens
gebied van de roeping ligt, reageerde
zonder aarzelen. ,Als het bijvoor
beeld mijn oudste was en hij zou
bedoelen, dat hij zich nü op het
priesterschap zou willen gaan rich
ten, dan zou ik zeggen: onder geen
voorwaarde. U moet dat goed ver
staan. Ik zou hem er aan herinneren,
dat hij op zijn vijfde jaar tram
conducteur wilde worden, toen hij
zeven jaar was piloot, toen hy negen
was dokter en dat hij nadien ook
nog wel aardige kanten ontdekt
heeft aan, noem maar op, boer zijn,
of componist. Nee, ik zou er niet
echt serieus op doorgaan. Hy heeft
trouwens zelf intussen toch wel ont
dekt. dat je met het ouder worden
nieuwe dingen, nieuwe mogelijkhe
den ontdekt. Vóór zo'n jongen een
definitieve keuze zou maken moet
hij eerst maar eens wat meer erva
ring opdoen. Ik zou hem vriendelijk
maar dringend vragen om nog eens
terug te komen als hij 18 jaar is.'
Hoe zou die jongen op een derge
lijk antwoord reageren?
Heel gewoon. Wij zijn namelijk in
ons gezin gewend om de kinderen
altijd een antwoord te geven op hun
vragen, uiteraard aangepast aan hun
leeftijd en aan hun vermogen om
dingen te verwerken. Voor hem zou
dit ook zo'n antwoord zijn, eerlijk
gemeend, zoals hij dat gewoon is. Ik
zou hem trouwens ook duidelijk ma
ken, dat iederéén de behoefte tot na
volging heeft van iemand dje naar
zijn mening ideaal leeft of een ideaal
beroep heeft, maar dat juist het
priesterschap zo'n moeilijke zaak is,
dat hij er eerst nog lang over zou
moeten nadenken.
Hoe oud zou hij moeten zijn eer V
wél bereid zou zijn om er serieus op
in te gaan?
Nou, ik heb zojuist al gezegd, dat
hij nog maar eens terug moest ko
men als hij achttien is. Ik bedoel
daarmee, dat hij' eerst minstens, als
dat kan, een middelbare school moet
hebben afgemaakt. En ik vind dat
hij gewoon een eigen jeugd gehad
moet hebben. Ik zou er ook bepaald
het doen en laten van mijn gezin
niet naar richten. Ik probeer de sfeer
in mijn gezin gewoon goed te maken.
Dan moet daar ook een jongen in
kunnen leven die er over denkt of
zijn toekomst in het priesterschap
ligt.
Wij zitten nogal eens vaak over
allerlei dingen te praten, zo maar
vrije gesprekken. En dan komt dat
element van ,iets voor anderen kun
nen doen' dikwijls genoeg om de
hoek. Dat is op zoveel terreinen en
in zoveel beroepen mogelijk. Dat is
niet voorbehouden aan het priester
schap. Voor mij zou dat de oude,
gevaarlijke romantiek van het pries
terambt zijn en dat. zou, zeker bij
my zelf, een afweerhouding op
roepen.
Stel U nu voor, dat uw zoon 18 is
en opnieuw komt vertellen dat hij
priester wil worden. Zoudt U er dan
blij mee zijn?
Ik denk dat geen enkele ouder blij
is met een zoon die weggaat. Er
zou voor mij zeker ook een persoon
lijke kant aan zitten. Kijk, ik geloof
nog altyd in de celibataire priester.
En als de jongen dan die kant op
wil, dan snijd je de tak af. Ik ben
nog jong, maar ik kan me toch wel
voorstellen hoe het moet zyn om
grootvader te worden Maar dat is
(Van een onzer redacteuren)
TILBURG Zeker vierdu tiend
Tilburgse meisjes en jongens heb
ben zich enkele weken intensief
beziggehouden met de beroeps
keuze. Om het wat preciezer te
zeggen: met het boeiende vraag
stuk van de dienstbaarheid in be
roep en roeping. Ze deden dat,
via hun leerkrachten, op verzoek
van het Oriëntatiecentrum voor
Kerkelijke Roeping. Een voor ons
land unieke activiteit, gericht op
de Roepingenzondag.
Een geslaagde poging om de jon
gelui duidelijk te maken dat ook in
de moderne samenleving de kerke
lijke roeping ontdaan van alle
mystiek een even mooie en zin
volle levensvulling kan zijn in dienst
baarheid aan de medemens als een
werelds beroep.
Geslaagd, omdat de kinderen, leer
lingen van de vijfde en zesde klassen
van twintig lagere scholen, muio's,
technische- en huishoudscholen, vaak
op zulk een ongekunstelde en daar
door verrukkelijke manier reageer
den.
In de eerste plaats in hun korte
opstelletjes, waarin ze onbevangen
hun gedachten formuleerden op drie
simpele vragen:
1. Wat wil je later worden en
waarom?,
2. Kun je hierdoor ook andere
mensen helpen?,
3. Heb je nu al een taak voor je
omgeving?.
Maar er is nog veel meer uitgeko
men, een vloed van werkstukken
meestal in groepsverband gemaakt
over beroepen en roeping, een
bonte staalkaart van de verschil
lende wijzen waarop kinderen de
werkende mens in de wereld zien.
Uitingen van fantasie en verbeel
de werkelijkheid in tekeningen, plak-
en applicatiewerk, klei- en schilder
werk. En vele andere technieken.
Dat alles er zijn vaak ware
kunstwerkjes bij is van donder
dag 25 april tot en met 2 mei ten
toongesteld in de garderobe-foyer
van de schouwburg, samen met een
keur van opstellen. De leerlingen
van de Kunstacademie gaan het alle
maal verantwoord opstellen.
„We hebben vooral geprobeerd een
goed klimaat te scheppen voor de
kerkelijke roeping in het totaal van
de beroepenkeuze." Dat zegt frater
Louis Versteden, die het omvang-
Een bijzonder fraai werkstuk,
een aardappeldruk-mozaïek.
rijke project heeft geleid, bijgestaan
door de paters I. Brekelmans msc, en.
drs. S. Vermeulen aa.
Het resultaat heeft dit team over
weldigd. Wat als experiment werd
begonnen, groeide uit tot een ma
nifestatie waarvan niemand had ge
droomd.
„We zijn dan ook vast van plan
deze aanpak volgend jaar ook in an
dere plaatsen te stimuleren. We heb
ben daarvoor nu een groepje enthou
siaste medewerkers, overal in het
land verspreid."
Wat vooral opvalt in de werkstuk
ken is de sterke nadruk die de kin
deren steeds hebben gelegd geleid
door hun onderwijzers op de on
derlinge afhankelijkheid van de men_
sen.
Dat Vindt u bij voorbeeld, in de
opbouw van een. miniatuurstad,
waarbij de vuilnisman een even zin
volle en onvervangbare plaats heeft
gekregen als de bakker, de bouw
vakker, de wijkzuster, de priester
ende onbewoonbaar verklaarde
woningen!
ning paart aan door eindeloos geduld
geleid vakmanschap en vruchtbare
fantasie.
Zeker zeshonderd leerlingen van
drie middelbare scholen werden in
het kader van het Tilburgse roe
pingen-experiment ingeschakeld. Ze
kregen een aantal vragen voor zich
over eigentijdse problemen. Hun
werd verzocht op te geven, welke
van die problemen zij eventueel door
een forum behandeld zouden willen
zien. Ergens komen beroep en roeping
bij de problemen om de hoek kyken,
soms nauwelijks zichtbaar.
U vindt het eveneens in het com
pacte plak-schilderwerk van enkele
muloscholen, in de wandkleden van
twee huishoudscholen, een voorstel
lend een moeder in haar gezin en
de ander de naar het licht tastentde
handen van een werkend mens, een
juweeltje van vorm, kleur en com
positie.
U vindt het eveneens terug, anders
van strekking en opzet, in het bij
zonder kunstzinnige applicatiewerk
van de novicen van het weeshuis.
En u wordt ongetwijfeld stil als
u wordt geconfronteerd met het
reusachtige aardappeldruk-mozaïek,
waaraan zestig meisjes van de St.-
Dionysius huishoudschool in Dongen
van de zusters van liefde een maand
lang hebben gewerkt. Onder leiding
van zuster Agna. Alle beroepen
waarvoor op de school wordt opge
leid gegroepeerd om het tableau van
de „barmhartige Samaritaan". Een
door kleur en duidelijke inspiratie
tot een kunstwerk uitgegroeid getui
genis dat waarlyk geestelijke span-
Drie problemen blijken kennelijk
in de gedachten wereld van de jon
gelui de boventoon te voeren. De
meeste voorkeur kregen de volgende
vragen
1. Is dienstweigering asociaal?
Moeten er ruime mogelijkheden,
worden geschapen voor een alter
natieve dienstplicht. Denk je in dit
verband alleen aan dienst in ontwik
kelingswerk, of zijn er nog andere
mogelijkheden?
2. Zie je een taak voor de kerken
in de strijd tegen oorlog, armoede,
rassendiscriminatie, hongersnood
e.d.?
3. Sommige mensen hebben bij
zondere hulp nodig, zoals groepen be
jaarden, zieken, eenzamen., gehandi
capten. Als men de vraag stelt: „Wat
kunnen de jongeren daar NU voor
doen?", dan krijg je, onder andere,
als antwoord: ze zijn nog te jong,
ze kunnen beter al hun tijd besteden
aan hun studie, het is geen kwestie
van liefdadigheid meer, maar van
sociale rechtvaardigheid. Wat hier
van te denken.?
Het is de bedoeling die vragen te
zijner tijd door een forum te laten
behandelen.
De eucharistieviering in Tilburg
krijgt, zoals gemeld, op roepingen
zondag een bijzonder karakter. Mgr.
H. C. A. Ernst, de bisschop van Bre
da, zal in de stadsschouwburg de mis
opdragen. De dichter Michel van der
Plas zal preken over het thema
„tussen angst en durf in". Paul Beer-
kens en zijn Combo zullen de mu
zikale omlijsting voor hun rekening
nemen.