VOGELTREK GEVAARLIJK VOOR VLIEGTUIGEN
Luchtmacht zoekt naar
compromis met vogels
Als gast
het Londense
SAVOY
Onbegrip
voor
tekenen
van de
nieuwe
tijd
vee
PUUR MARMEREN BADKAMERS
SLECHTS f 160, PER NACHT
ELLE,
DE HAVIK...
Vooraan
,Birdproof"
Samenspel
Knalpot
ff
ik.
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 APRIL 1968
(Van onze luchtvaartredacteur)
DEN HAAG/VLIELAND Voorzichtig strijkt de Beaver van de
koninklijke luchtmacht neer op het harde witte zand van de Vlie-
hors. Een flmke bries heeft de op het strand rollende golven voor
zien van fijne witte kant. Het is vrij koud als we uit het vliegtuig
stappen, maar de voorjaarszon straalt uit een diepblauwe hemel.
Het is uitstekend vliegweer.
Toch zal het die dag niet druk wor
den boven de schietbanen en na
palmdoelen van de Vliehors. Majoor
vlieger Linzel, commandant van het
luchtmachtdetachement ter plaatse
en in luchtmachtkring wel „de ko
ning van Vlieland" genoemd, begroet
ons hoog op zijn waarnemenigsto-
ren met een opwekkend: „Wéér
voor niks. Waarom komen jullie nou
niet als ik zeg dat er ook wat te zién
is?".
(We zijn inderdaad voor de derde
keer op de Vliehors om de infernale
capaciteiten van de luchtmacht te
aanschouwen en beide vorige keren
werd er ook niet gevlogen.)
„Het is toch uitstekend vliegweer?"
„Ja, ja. En dat vinden de vogels nu
ook en daarom is het al de hele dag
vogeltrek zeven".
Vogeltrek zeven? „Ik leg het je dade
lijk wel uit, maar in elk geval bete
kent dit dat er vandaag geen bom
men op de Vliehors zullen vallen en
dat jullie voor niks gekomen zijn".
LEEUWARDEN Op de Star-
fighterbasis Leeuwarden, waar
meeuwen bijna dagelijks de su-
persone concurrentie belagen, is
een „squadron" levensechte ha
viken in oprichting. Luchtmacht
adjudant A. van Arendonk expe
rimenteert daar sinds enige tijd
met zijn „bijna legendarische
havik van de vliegbasis Gilze-
Rijen", zoals het luchtmachtblad
De Vliegende Hollander het uit
drukt. Deze havik heet Elle.
De agressieve luchtverdediger
kréég zijn elementaire opleiding
op de basis bij Gilze en vloog
daar; zodra hij „operationeel"
was, de vrijheid tegemoet. Het
waren de belletjes aan zijn poten
die hem na enkele dagen verrie
den. Waarschijnlijk dankt de ha
vik Elle aan deze escapade zijn
titel „legendarische havik".
Al enige tijd neemt de adju
dant proeven met Elle en twee
jongere haviken. Een vierde ha
vik is in Duitsland besteld en
het is de bedoeling dat dit „squa
dron" de verschillende vliegba-
ses gaat beschermen tegen meeu
wen, kievitten en duiven.
Voorlopig is het nog een ex
periment. Elle trekt nu trouw
zijn baantjes door het Leeuwar
dense luchtruim. De resultaten
wisselen nogal eens. Vage teke
nen wijzen er op dat de intelli
gente meeuwen ook al een op
lossing gevonden hebben om dit
nieuwe gevaar te ontgaan en van
tijd tot tijd tóch te genieten van
de warmte der betonnen startba
nen
De adjudant-valkenier is tame
lijk tevreden over zijn vogels
maar dat ligt voor de hand. Hij
houdt van ze
Luitenant-kol. Twijssel neemt
wat meer reserve in acht. In elk
geval houdt het hoofd Vliegvei
ligheid al rekening met de moge
lijkheid dat ook de havik niet de
volmaakte oplossing van het vo
gelprobleem zal bieden. Wel zijn
de resultaten van dien aard dat
de aanvankelijke korte proeven
met een jaar zijn verlegd. Squa
dron-commandant Elle doet in
middels zijn best. Maar het gaat
er tenslotte om wat de meeuwen
zullen doen.
In het grote Luchtmachtstafgebouw
in Den Haag, in een kleine, sobere
kamer, slechts versierd met een vlieg-
kaart van west-Europa tegen een
muur en het model van een Star-
fighter op het bureau, zetelt de lui
tenant-kolonel (.vlieger-waarnemer)
R. R. Twijssel. Hij is hoofd van de
sectie vlieg - en bedrijfsveiligheid
van de luchtmacht.
Hij zegt: „In de afgelopen jaren
hebben 5 vliegers door vogelaanva
ringen oogletsel opgelopen.
Vier vliegtuigen gingen geheel ver
loren. Meer dan tien miljoen gulden
aan materiële schade werd veroor
zaakt".
De Canadese luchtmacht verloor in
drie jaar tijd maar liefst negen Star-
righters na vogelaanvaringen.
In Amerika stortte een passagiers
vliegtuig neer nadat het in botsing
was gekomen met een spreeuwen-
zwerm. De spreeuwen kwames bij
honderden de inlaten der straalmo
toren binnen, deze geheel vernielend.
Sinds 1965 is een kwart van het
totale aantal vliegongelukken (lich
te inbegrepen) bij de luchtmacht ver
oorzaakt door vogelbotsingen. Als
gevaarlijkste staan de meeuwen bo
venaan op de ranglijst (60 aanvarin
gen in 9 jaar). Daarna volgen de
kieviten (31 botsingen in 9 jaar).
Op de derde plaats komen de hout
en postduiven met 21 aanvaringen
over een zelfde periode. Ook eenden
en ganzen zijn regelmatig bij aan
varingen betrokken.
LUITENANT-KOLONEL R. R. TWIJSSEL
De belangrijkste oorzaak van de
aanvaringen is de snelheid waarmee
moderne straalvliegtuigen vliegen.
Vogel noch vliegtuig krijgen tijd te
reageren op eikaars aanwezigheid,
waarbij dan de hoge snelheid van het
vliegtuig de botsing met de vogel
massa nog des te heviger maakt. Het
probleem dook bij de Nederlandse
luchtmacht op in het begin van de
vijftiger jaren toen de Gloster Me
teor als eerste straalvliegtuig in
dienst kwam. Het werkelijke gevaar
realiseerde men zich toen nog niet zo
gauw. Meteors waren nu ook weer
niet zó snel en bovendien waren er
in die jaren nog zoveel meer onge
valsoorzaken die de aandacht gevan
gen hielden, dat de vogels nog enige
tijd op de achtergrond bleven. Maar
tien jaar geleden al pakte de lucht
macht de studie van het probleem se
rieus aan. Overste Twijssel probeert
zichtbaar te vermijden de indruk te
vestigen dat Nederland in de aanpak
van dit internationale probleem voor
op ging en nog gaat. Maar het is wel
een feit, zij hét dan dat de Neder
landse luchtmacht deze vooraanstaan
de plaats deelt met de Canadezen.
De Koninklijke Luchtmacht is de
enige in de NAVO die twee vak-or
nithologen in dienst heeft. Voor de
bestudering van het probleem en voor
het uitwerken van bestrijdingsmoge
lijkheden is een Nationale Werkgroep
werkzaam onder voorzitterschap van
luitenant-kolonel Twijssel.
Daarin hebben behalve de lucht
macht ook zitting de Marine Lucht
vaart Dienst, de K.L.M., de Rijks
Luchtvaart Dienst, de N.V. Lucht
haven Schiphol, de Directie Fauna
beheer en het Instituut van Toege
past Biologisch onderzoek in de Na
tuur.
Er is een anekdote die - naar men
steeds beweert - absoluut op waar
heid berust. Dat is het verhaal van
de meeuw die dóór gekregen had dat
een carbid-knalpot echt niets anders
deed dan van tijd tot tijd een knal
geven. Verder vond de meeuw de
knalpot een uitstekende zitplaats.
Na elke knal streek het dier op de
pot neer om op te vliegen tegen de
tijd dat de volgende knal verwacht
kon worden
Zonder dit verhaal te willen be
vestigen zegt luitenant-kolonel Twijs
sel: „De gewenningsfactor is inder
daad zeer groot. Toen de installaties
die angstkreten produceerden, pas
werkten dacht iedereen: nu hebben
we het gevonden. Maar de vogels wa
ren er zo aan gewend". Er is ook ge
bruik gemaakt van lichtkogels, sire
nes en tal van andere schrikmidde-
len. Maar allemaal met beperkt re
sultaat. Momenteel experimenteert
men met plastic modellen van vo-
gels-in-schrik-houding. In de plas
ticlijven zijn echte veren gestoken.
Het nieuwste experiment is op de
basis Gilze-Rijen begonnen en wordt
thans op Leeuwarden uitvoeriger be
proefd: de bewaking van de vlieg
basis door afgerichte havikken die
als luchtverdedigingsjagers de ba
sis moeten beschermen tegen binnen
vliegende meeuwen en duiven.
delijk te worden gesignaleerd. Het
beeld dat het radarscherm gaf werd
met automatische polaroidcamera's
voortdurend gefotografeerd, zodat
men de vogeltrek goed kon volgen.
Na verloop van tijd maakte men aan
de hand van de foto's een intensi-
teitsschaal van 0 tot en met 8. Acht
gaf de drukste gefotografeerde vo
geltrek weer.
Luitenant-kolonel Twijssel: „Die
vogels zijn slimme rakkers. Boven
dien, elke soort heeft zijn eigen ka
rakter. Een feit is dat ze bijzonder
snel wennen aan de sehrikmethoden
die wij verzinnen".
Luitenant-kolonel Twijssel gelooft
dat de oplossing uiteindelijk zal moe
ten worden gevonden in een samen
spel van verschillende middelen
waarvan het onaantrekkelijk maken
van een vliegbasis voor vogels, on
der meer door 't nemen van cultuur
technische maatregelen een der be
langrijkste zou kunnen zijn.
Intussen echter is gebleken dat de
meeste vogelaanvaringen niet op en
rond de basissen, maar onderweg
voorkomen. Vijenzestig van de
vogelaanvaringen bij de Nederland
se luchtmacht vindt „en route" plaats.
Dit plaatste het vogelprobleem veel
meer in een internationaal per
spectief dan de aanvaringen op en
rond de basissen, hoewel ook dit
laatste internationaal „speelt".
In NAVO-verband is een Bird Stri
ke Committee werkzaam dat even
eens onder leiding staat van luite
nant-kolonel Twijssel. Ondanks zijn
agressieve benaming zijn de maat
regelen die het Bird Strike Commit
tee ontwerpt van louter defensieve
aard. Verreweg het belangwekkendst
is de zogenaamde „Early Bird War
ning". In het najaar van 1966 werd
door het Navigatie Station Noord in
Den Helder geëxperimenteerd met
het samenstellen van „vogeltrek
waarschuwingen". Grote concentra
ties vogels bleken door de radar dui-
Op grond van deze schaal werd een
schema van vliegbeperkingen vast
gesteld. Bij vogeltrek 7 en 8 bijvoor
beeld mag alleen gevlogen worden
hoger dan 2500 voet. Dit sluit laag
vliegoefeningen en operaties op
schiet- en bombardementsdoelen uit.
Het waarschuwingssysteem is in
1967 aanzienlijk uitgebreid en verbe
terd. Thans geeft het Navigatiesta-
tion Noord (dat ten aanzien van de
vogeltrek uitermate gunstig ligt en
een voldoende bereik schijnt te heb
ben om in elk geval Nederland te
„coveren" het werkelijke bereik
is geheim) in het vogeltrekseizoen
acht maal per dag een „vogelwaar
schuwing".
Op grond van te verzamelen statis
tisch materiaal hoopt men te zijner
tijd ook te komen tot vogeltrekvoor
spellingen op langere termijn.
Ook aan de vliegtuigen zelf wordt
het een en ander gedaan om ze zo
veel mogelijk „birdproof" te maken.
Zo zal bijvoorbeeld de nieuwe .-jacht
bommenwerper F-5 een extra ver
sterkt windscherm krijgen. Men dok
tert voorts aan een afdoende af
scherming van de motorinlaten van
straalvliegtuigen en versterking van
kleppenstelsels.
Geëxperimenteerd wordt ook met
een elektronische straal die het vlieg
tuig vooruitgaat en alle vogels die
in de buurt komen verlamt. De uit
werking moet zodanig zijn dat het
verlammingsverschijnsel verdwijnt
zodra de vogel buiten het bereik
van de straal komt. Op de grond ex
perimenteert men ook verder tot zelfs
proeven met gekleurd gras
Zo probeert de mens tot een
compromis te geraken met de vo
gel die hij met zijn hulpmiddelen
in veel opzichten al lang heeft
overtroffen in vliegkunst maar
die hij - ondanks zijn technische
superioriteit - niet heeft kunnen
intimideren of verjagen. Geluk
kig maar trouwens.
WIM KOCK
Adjudant-valkenier Van Aren-
donk (links) toont trots zijn
„squadron-commandant" Elle, de
havik die Leeuwarden vrij van
meeuwen moet houden.
Vier opnamen van (een deel
van) het radarscherm in Den
Helder. Van links naar rechts
geven de witte vlekken resp. de
trekintensiteiten 7, 5, 4 en 3 aan.
Wie maakt dan in hemels
naam je bed op
(Van een onzer verslaggevers)
Wat denk je in je continentale onschuld? Juist. Dat je
rustig met een bus kunt voorrijden bij het Londense Savoy-
hotel. De eerste smartelijke vergissing. Wat je straffeloos
kunt doen op een reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn en tijdens
een tiendaags geheel verzorgde jodelexcursie naar Stier
marken is voor de gast van Savoy taboe. Hij arriveert in
de kussens van een Rolls Royce, een Bentley of de duur
ste versie van de Jaguar. Neemt hij genoegen met een
goedkoper vervoermiddel dan behoort hij niet tot het
gilde en valt jammerlijk door de mand.
Ik trok aan het koord mtt
„meid" er onder.
Alle Maharadja's van India hebben
hier het hoofd te rusten gelegd. Win
ston Churchill had er in de laatste
oorlogsdagen zijn hoofdkwartier, Gi-
gli en La Callas, Liz Taylor en Chap
lin, staatslieden, industriekeizers en
bankiers zijn in één van de 500 mar
meren badkuipen afgedaald. Zeg nu
zelf, in zo'n entourage kun je niet
met een bus komen afzakken.
De directie heeft het netelig pro
bleem keurig opgelost: onze autobus
rijdt langs de hotel-ingang en stopt
pas om de hoek vóór een handel in
dameslingerie. Op hetzelfde moment
maken zich uit de schaduw vijf chas-
sèurs los, die de koffers aanpakken.
Zelf lopen we het stukje terug naar
het hotel. Want lopen kan wel. Dat
is juist heel geraffineerd, dat is in
gehouden chic, een prachtig voor
beeld van nonchalante nederigheid
die alleen maar grote adeldom kan
verraden.
In de immense hal (agent, zou u
me even naar de overkant willen
brengen, ik durf niet) staan acht rij
zige heren in rokkostuum. Vier van
hen hebben grijs haar, twee een mo
nocle. Als één van hen met uitgesto
ken hand op mij afkomt, maak ik on
middellijk een hulpeloos afwerend
gebaar, omdat ik veronderstel, dat
het bruiloftsgangers zijn, die in de
hal wachten, totdat hun vrouwen van
het toilet terugkomen. Waarschijn
lijk heeft hij in mij de markante trek
ken van een gevierd familielid her
kend.
Als de man vóór mij staat bukt hij
zich en pakt hij mijn koffer. (De la
bel van dat geinige hotelletje in
Twello, zit er nog aan). Voordat ik
„ho-ho vader" heb kunnen roepen,
heeft hij me al verzocht hem te vol
gen. God bewaar me: in Savoy dra
gen zulke mensen dus ie koffer. Wie
maakt dan in hemelsnaam je bed
op?
In hef snoeperige liftje (één van de
40), dat als een roze bonbonnière door
de schacht glijdt, overleg ik koorts
achtig wat je zo'n man nou moet
geven? Als je hem twee gulden geeft,
is hij misschien dodelijk beledigd. Of
hij geeft je er vier terug. „Voor de
moeite". Ik besluit er vijf van te ma
ken.
Ik geef ze bij de deur van mijn ka
mer. Hij pakt de biljetten met een
besmuikte blik aan, pakt zijn por
temonnee uit de binnenzak en haalt
er voor vijf gulden klein geld uit.
Dan zegt hij glimlachend: „Als u nog
meer wenst te wisselen, moet ik het
bij de receptie vragen. Goedenmid-
dag".
De éénpersoonskamer, die mij is
toegewezen, heeft de afmetingen van
een balzaal, het bed is groot, dik en
pompeus. Een praalgraf van goede
huishoudkwaliteit. Als ik er met een
snoekduik op ben gedoken, heb ik
opeens het gevoel, dat aan de andere
kant van de kamer iemand naar me
kijkt. Dat klopt ook: twee wanden
van de kamer bestaan uit manshoge
spiegels. Ik ben mijn eigen voyeur
geworden.
Een snelle ontdekkingstrip brengt
aan het licht, dat de badkamer ge
heel uit marmer is opgetrokken. Het
bad zelf lijkt op een uitgeholde of
fersteen. Daarboven hangen twee
bruin-zijden koorden (met kwast).
Onder het rechtse staat „KNECHT"
onder het linker „MEID". Als ik uit
gekleed ben, trek ik krachtig aan
het linker koord. Even later meldt
zich een mummelende grijsaard in
een serviel jasje van een toverbal
achtige kleur.
„Kan ik u ergens mee van dienst
zijn meneer?"
„Ik trok aan het koord met „meid"
er onder", zeg ik wrevelig.
Hij knikt. „Klopt", antwoord hij, „ik
heb het gehoord".
„En als ik aan dat andere koord had
getrokken?"
„Dan was ik ook gekomen zegt de
man, „ik werk me rot".
Ik vraag hem om een extra-hand
doek, ofschoon de badkamer er reeds
vol mee hangt. Het lijkt, alsof Vroom
en Dreesmann hier ook al een witte
week houdt.
De man sloft hoofdschuddend de ka
mer uit. Hij is één van de 1600 werk
nemers in Savoy, die voortdurend op
scherp staan voor de 500 gasten. Het
hotel loopt dus 1 op 3, of zo u wilt
3 op 1.
Als ik uit bad stap, merk ik pas,
dat het marmeren paadje naar de
handdoeken verwarmd is. De hand
doeken trouwens ook. En dat alle
maal voor 160 gulden per nacht. Hoe
kunnen ze het er voor doen.
Als ik tegen achten in het restaurant
kom (Caruso heeft hier nog gezongen
tijdens het legendarische Gondoladi-
ner, waarbij de halve eetzaal onder
water was gezet en de obers de kreeft
vanuil gondels serveerden) steek ik
een geurig pijpje op. Op hetzelfde
moment'schiet de martiale ober-kel
ner naar mijn tafelbuurman en fluis
tert hem toe: „Zoudt u aan uw vriend
willen zeggen, dat hier de laatste 75
...in het midden van de im
mense schaal ligt een ei
met pleinvrees...
jaar vóór de koffie niet gerookt is".
Hij wil er maar mee zeggen, dat ik
in elk geval de laatste driekwart
eeuw niet in Savoy ben geweest.
Onze gastheer heeft tevoren geroe
pen, dat we een hapje gingen eten,
maar het blijkt nu, dat hij in verma
kelijke scherts heeft gesproken. In
Savoy zijn eenvoudige hapjes na
melijk onbekend. Vraag om een een
voudig croquetje met veel vlees. Ze
zullen u aankijken, alsof u om on
verdunde vitriool vraagt. Van een
bal gehakt hebben ze trouwens ook
nog nooit gehoord. Maar een kreef-
tje, kijk, dat is gelijk andere koek.
Een kreeftje met pikante saus. De
ober-kelner straalt en mobiliseert zijn
troepen. Eén ober draagt de kreeft
binnen, een ander de zilveren lepels.
Voordat je het weet, heb je een
horeca-meeting bij je tafel. Op een
gegeven moment vraag ik aan mijn
overbuurman: „Hoeveel kelners staan
er achter mijn stoel?" Het blijken er
vijf te zijn. Met die vier van nem er
bij kunnen we al 'n zaterdag-mid
dagelftal formeren. Maar ja, we eten
ook doperwtjes middel-fijn.
Over eten gesproken: in de restau
rants van Savoy, die 75 jaar geleden
geregeerd werden door het legenda
rische duo César Ritz en Escoffier
worden per jaar weggestouwd een
halve ton verse Beluga-kaviaar, 14
ton gerookte zalm, 2 ton paté uit
Straatsburg en 1,5 miljoen oesters.
Daarnaast nog eens 45.000 broodjes
per week, gebakken in eigen ovens.
Om die immense hoeveelheid weg
te spoelen heeft het hotel een wijn-
voorraad, die een waarde vertegen
woordigt van 3 miljoen gulden. Sa
voy heeft ook zijn eigen elektrici
teitscentrale, waterzuiveritja
tie en meubelmakerij, waarali
den en matrassen voor hettoli
den gemaakt. De 46.000 liniai
zijn trouwens ook speciaal vg
voy geweven evenals de tuiii
den meters vloerbedekking a
hotelwapen erin.
Wat in Savoy ook opmettó
noemd mag worden is de ijza
dag- en nachtservice voor ie
de cliënten. In het prospectus
met gepaste trots vermeld, dafl
voor 180 werknemers {ai
veerd. Om tien overwin*
nemen we de proef «fin
heeft met "uw blikseistM!
vermogen inmiddels bcppiHl
weer eens een latertjt ms p'
den: een sandwich ham nu
best ingaan.
Eén van ons drukt op de ijfcj
Op hetzelfde moment -ik»
wordt er op de kamerfd
Er verschijnt een heer in
kend wit overhemd, stijv
stond al dé hele nacht achti
te tandakken, totdat wij t
lijk eens trek zouden krijj!
misschien wat koude kip, f
nig gesorteerd vlees. Wat it
Hij knikt. „Willen de here:!
uitjes en augurken bij. ft
zalm?". Kaarsrecht verd«P
Tien minuten later is hij
de versnaperingen. „Dat tó»
ren moge smaken".
Om half vijf bel ik de po#
zeggen, dat ik om negen»
wens te worden. Kantlij®!
het ontbijt boven latente®
Hij heeft het genoteerd. Sn»
onze' gastheer 's morgens!®
'n half uur eerder met de ti-
trekken en de portier ww
gast van kamer 402 te wekW
hij de witte manen en «ft;!
onmogelijk is.
Hoezeer het hem ook aia®1
gaat, maar de gast van
wenst pas om 9 uur te w -
wekt.
„Maar hij behoort hij
roept onze gastheer vertw!i
moeten om half negen vewjf
De portier heeft helanS*
luisterd. Daarom spijt
te meer. De gast van
niet voor niets °PSe°J?%K
eerst te negen uur wakker
Daar heeft hij zijn ha»0*;
en die dient men te resp :ja
Cli UiC VIIC11U n
valt de hele „City of W™
moment in puin, dan nog
met over peinzen jia
Ze willen gewoon het j
pen, dat meneer het een
vinden.
Precies om negen uur gaat
telefoon naast mijn Pfaa'f jji
zelfde ogenblik wwwf
geklopt en duwt een
rokkostuum een Ml
bladen de kamer bum
bord ligt de Times metra
groeten van de directie-
Ik schud de kussens op en
eerste toostje. Dan.jLn ,,ajÜ
deksel op; in het ml, ,isteei[i
mense zilveren schaa ub j
ken ei, wit weggetroKK
vrees. draait det
Als ik beneden kom,®
van de autobus. Hu s' .- j{ii
terkant van het hotel,
voor de leverancier,
gisteren mijn ko®ar
-v
nu®
de stoep. Moet ik_hem_
geven? Ik grijp al ï^jjn
zak, maar hij sc _pn beg")
hij kijkt me aan als
vader, die het geba jievtf.
op prijs stelt, haar
dat de jongen er een
van koopt.
Voor het eerst
door ons in de bus
(Van een t
Bij het woord „dictator"
tigste eeuw het eerst aan de
machtige onderkaak, die zi
leeuw dan honderd jaar gc
die met zijn hamerende w
stem een groot cultuurvoIL
goochelde en tot oneer en
man met de grote snor, die
wen duizenden en duizende
kers liet folteren en tot vern
alvorens ze aan de beul uit
We denken aan aan de pronuni
kibbelende politici met één gebaai
en rust voor het uiterlijk te beveil
en donderende bijvalsbetuigingen,
Met deze beelden en verschijnsele
een dictator, die veertig jaar gelet
tegenstribbelen aan het hoofd van
nog staat: doctor Antonio de 01iv<
Hij is als zoon van een landarbeid
in 1889 geboren in een dorpje
de buurt van Coimbra. School ga
kon hij daar niet, maar hij leer
lezen en schrijven van een der w<
nige geletterden in het dorp. L
fopende de weg naar het seminar
«oen het priesterschap bleek zi
roeping niet te zijn. Wel kreeg hij
gelegenheid om rechten te studeri
aan de aloude universiteit v:
■Coimbra. Hij werd een echte m;
van de wetenschap, die al op 27-j
rige leeftijd tot hoogleraar in de ec<
wePik T^d benoemd- HiJ had nai
ele n!uv 6i gStelUng voor het act'
Porto «l i® gebeuren> al had dat i
ten steeds spectaculaire aspe
Lnaifar kwam aan het bewind o
en S6?1 dat zijn land economise
bankroet afn de rand van he
foogtjj stond- De anarchie vierdl
dric hoge officiere
hebhpn' ze een staatsgree
sprokéïi praa®d- ze worden vrijge
Keren 'S8* later nemen hog
verzet W i?n, noemenswaardi,
■u k™ heft in handen- Gene
hoofd f r?a stelt zich aaa he
palazar uh f b?™ind- HÜ nodig
fciën od té i j mmister van finan
Ooimh?a t ,treden. De professor ui
horwaar™-1 volTeT' ,St6\Zijl
moet ik- hLuu olledx&e volmachtei
tteUwfoééarSvf-tl5eder' Zijn belang
Jr weer 1 ke zaken was ech
fan getailen f iMj bleef daar
Irtikelen n? lezinSen en krante-
Pun manier generaals verzekeren op
^nering van de °rde' V°°r dt
de huln j economie roepen ze
-toont v°lkenbond in. Die
ken van Jellelsd tot het verstrek-
fugal zMh 2 grote lening, mits Por-
■enbondrn de. voogdij van een vol-
IS Zulk ™miSSaris laat welgeval-
Verzet in ifn, vooruitzicht wekt groot
Jals eer t 1 land' Dat zou Portu-
liet zfin ,na komen. Ook Salazar
Portugal h i? in de Pers horen:
■odip u g?en hulp van buiten
Brstellen na" ZIch uit eigen kracht
zijn dokL im°rna herhaalde toen
Kor hli bekwame professor
Die strihhé?jnisterschap te strikken,
lóen eerst nog tegen, maar,
^nend or,Z1Jn stJ.ingente eis, neer-
han m°P ?,en flnancieel dictator-
de sterXdr ??.e ministers, aanvaard-
|prii 19286 tO0' Hat was op 27
Eikfknu jtbodoxe middelen van
*an j begrotingen, aflossing
van de rl schulden, stabilisatie
«lie weeMn Portugals econo-
sindedin kalmer vaarwater en
Sta gebTevem 6SCUd° 8e" harde Va"
ffhk,,?35- niet alleen de economie,
zieiiferi?g behoefde, het geheel
Sorden ®'.aatswezen moest genezen
L Hierover had Salazar ook
Proken denkbeelden, die op de