VOGELTREK GEVAARLIJK VOOR VLIEGTUIGEN Luchtmacht zoekt naar compromis met vogels Als gast het Londense SAVOY Onbegrip voor tekenen van de nieuwe tijd vee PUUR MARMEREN BADKAMERS SLECHTS f 160, PER NACHT ELLE, DE HAVIK... Vooraan ,Birdproof" Samenspel Knalpot ff ik. DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 20 APRIL 1968 (Van onze luchtvaartredacteur) DEN HAAG/VLIELAND Voorzichtig strijkt de Beaver van de koninklijke luchtmacht neer op het harde witte zand van de Vlie- hors. Een flmke bries heeft de op het strand rollende golven voor zien van fijne witte kant. Het is vrij koud als we uit het vliegtuig stappen, maar de voorjaarszon straalt uit een diepblauwe hemel. Het is uitstekend vliegweer. Toch zal het die dag niet druk wor den boven de schietbanen en na palmdoelen van de Vliehors. Majoor vlieger Linzel, commandant van het luchtmachtdetachement ter plaatse en in luchtmachtkring wel „de ko ning van Vlieland" genoemd, begroet ons hoog op zijn waarnemenigsto- ren met een opwekkend: „Wéér voor niks. Waarom komen jullie nou niet als ik zeg dat er ook wat te zién is?". (We zijn inderdaad voor de derde keer op de Vliehors om de infernale capaciteiten van de luchtmacht te aanschouwen en beide vorige keren werd er ook niet gevlogen.) „Het is toch uitstekend vliegweer?" „Ja, ja. En dat vinden de vogels nu ook en daarom is het al de hele dag vogeltrek zeven". Vogeltrek zeven? „Ik leg het je dade lijk wel uit, maar in elk geval bete kent dit dat er vandaag geen bom men op de Vliehors zullen vallen en dat jullie voor niks gekomen zijn". LEEUWARDEN Op de Star- fighterbasis Leeuwarden, waar meeuwen bijna dagelijks de su- persone concurrentie belagen, is een „squadron" levensechte ha viken in oprichting. Luchtmacht adjudant A. van Arendonk expe rimenteert daar sinds enige tijd met zijn „bijna legendarische havik van de vliegbasis Gilze- Rijen", zoals het luchtmachtblad De Vliegende Hollander het uit drukt. Deze havik heet Elle. De agressieve luchtverdediger kréég zijn elementaire opleiding op de basis bij Gilze en vloog daar; zodra hij „operationeel" was, de vrijheid tegemoet. Het waren de belletjes aan zijn poten die hem na enkele dagen verrie den. Waarschijnlijk dankt de ha vik Elle aan deze escapade zijn titel „legendarische havik". Al enige tijd neemt de adju dant proeven met Elle en twee jongere haviken. Een vierde ha vik is in Duitsland besteld en het is de bedoeling dat dit „squa dron" de verschillende vliegba- ses gaat beschermen tegen meeu wen, kievitten en duiven. Voorlopig is het nog een ex periment. Elle trekt nu trouw zijn baantjes door het Leeuwar dense luchtruim. De resultaten wisselen nogal eens. Vage teke nen wijzen er op dat de intelli gente meeuwen ook al een op lossing gevonden hebben om dit nieuwe gevaar te ontgaan en van tijd tot tijd tóch te genieten van de warmte der betonnen startba nen De adjudant-valkenier is tame lijk tevreden over zijn vogels maar dat ligt voor de hand. Hij houdt van ze Luitenant-kol. Twijssel neemt wat meer reserve in acht. In elk geval houdt het hoofd Vliegvei ligheid al rekening met de moge lijkheid dat ook de havik niet de volmaakte oplossing van het vo gelprobleem zal bieden. Wel zijn de resultaten van dien aard dat de aanvankelijke korte proeven met een jaar zijn verlegd. Squa dron-commandant Elle doet in middels zijn best. Maar het gaat er tenslotte om wat de meeuwen zullen doen. In het grote Luchtmachtstafgebouw in Den Haag, in een kleine, sobere kamer, slechts versierd met een vlieg- kaart van west-Europa tegen een muur en het model van een Star- fighter op het bureau, zetelt de lui tenant-kolonel (.vlieger-waarnemer) R. R. Twijssel. Hij is hoofd van de sectie vlieg - en bedrijfsveiligheid van de luchtmacht. Hij zegt: „In de afgelopen jaren hebben 5 vliegers door vogelaanva ringen oogletsel opgelopen. Vier vliegtuigen gingen geheel ver loren. Meer dan tien miljoen gulden aan materiële schade werd veroor zaakt". De Canadese luchtmacht verloor in drie jaar tijd maar liefst negen Star- righters na vogelaanvaringen. In Amerika stortte een passagiers vliegtuig neer nadat het in botsing was gekomen met een spreeuwen- zwerm. De spreeuwen kwames bij honderden de inlaten der straalmo toren binnen, deze geheel vernielend. Sinds 1965 is een kwart van het totale aantal vliegongelukken (lich te inbegrepen) bij de luchtmacht ver oorzaakt door vogelbotsingen. Als gevaarlijkste staan de meeuwen bo venaan op de ranglijst (60 aanvarin gen in 9 jaar). Daarna volgen de kieviten (31 botsingen in 9 jaar). Op de derde plaats komen de hout en postduiven met 21 aanvaringen over een zelfde periode. Ook eenden en ganzen zijn regelmatig bij aan varingen betrokken. LUITENANT-KOLONEL R. R. TWIJSSEL De belangrijkste oorzaak van de aanvaringen is de snelheid waarmee moderne straalvliegtuigen vliegen. Vogel noch vliegtuig krijgen tijd te reageren op eikaars aanwezigheid, waarbij dan de hoge snelheid van het vliegtuig de botsing met de vogel massa nog des te heviger maakt. Het probleem dook bij de Nederlandse luchtmacht op in het begin van de vijftiger jaren toen de Gloster Me teor als eerste straalvliegtuig in dienst kwam. Het werkelijke gevaar realiseerde men zich toen nog niet zo gauw. Meteors waren nu ook weer niet zó snel en bovendien waren er in die jaren nog zoveel meer onge valsoorzaken die de aandacht gevan gen hielden, dat de vogels nog enige tijd op de achtergrond bleven. Maar tien jaar geleden al pakte de lucht macht de studie van het probleem se rieus aan. Overste Twijssel probeert zichtbaar te vermijden de indruk te vestigen dat Nederland in de aanpak van dit internationale probleem voor op ging en nog gaat. Maar het is wel een feit, zij hét dan dat de Neder landse luchtmacht deze vooraanstaan de plaats deelt met de Canadezen. De Koninklijke Luchtmacht is de enige in de NAVO die twee vak-or nithologen in dienst heeft. Voor de bestudering van het probleem en voor het uitwerken van bestrijdingsmoge lijkheden is een Nationale Werkgroep werkzaam onder voorzitterschap van luitenant-kolonel Twijssel. Daarin hebben behalve de lucht macht ook zitting de Marine Lucht vaart Dienst, de K.L.M., de Rijks Luchtvaart Dienst, de N.V. Lucht haven Schiphol, de Directie Fauna beheer en het Instituut van Toege past Biologisch onderzoek in de Na tuur. Er is een anekdote die - naar men steeds beweert - absoluut op waar heid berust. Dat is het verhaal van de meeuw die dóór gekregen had dat een carbid-knalpot echt niets anders deed dan van tijd tot tijd een knal geven. Verder vond de meeuw de knalpot een uitstekende zitplaats. Na elke knal streek het dier op de pot neer om op te vliegen tegen de tijd dat de volgende knal verwacht kon worden Zonder dit verhaal te willen be vestigen zegt luitenant-kolonel Twijs sel: „De gewenningsfactor is inder daad zeer groot. Toen de installaties die angstkreten produceerden, pas werkten dacht iedereen: nu hebben we het gevonden. Maar de vogels wa ren er zo aan gewend". Er is ook ge bruik gemaakt van lichtkogels, sire nes en tal van andere schrikmidde- len. Maar allemaal met beperkt re sultaat. Momenteel experimenteert men met plastic modellen van vo- gels-in-schrik-houding. In de plas ticlijven zijn echte veren gestoken. Het nieuwste experiment is op de basis Gilze-Rijen begonnen en wordt thans op Leeuwarden uitvoeriger be proefd: de bewaking van de vlieg basis door afgerichte havikken die als luchtverdedigingsjagers de ba sis moeten beschermen tegen binnen vliegende meeuwen en duiven. delijk te worden gesignaleerd. Het beeld dat het radarscherm gaf werd met automatische polaroidcamera's voortdurend gefotografeerd, zodat men de vogeltrek goed kon volgen. Na verloop van tijd maakte men aan de hand van de foto's een intensi- teitsschaal van 0 tot en met 8. Acht gaf de drukste gefotografeerde vo geltrek weer. Luitenant-kolonel Twijssel: „Die vogels zijn slimme rakkers. Boven dien, elke soort heeft zijn eigen ka rakter. Een feit is dat ze bijzonder snel wennen aan de sehrikmethoden die wij verzinnen". Luitenant-kolonel Twijssel gelooft dat de oplossing uiteindelijk zal moe ten worden gevonden in een samen spel van verschillende middelen waarvan het onaantrekkelijk maken van een vliegbasis voor vogels, on der meer door 't nemen van cultuur technische maatregelen een der be langrijkste zou kunnen zijn. Intussen echter is gebleken dat de meeste vogelaanvaringen niet op en rond de basissen, maar onderweg voorkomen. Vijenzestig van de vogelaanvaringen bij de Nederland se luchtmacht vindt „en route" plaats. Dit plaatste het vogelprobleem veel meer in een internationaal per spectief dan de aanvaringen op en rond de basissen, hoewel ook dit laatste internationaal „speelt". In NAVO-verband is een Bird Stri ke Committee werkzaam dat even eens onder leiding staat van luite nant-kolonel Twijssel. Ondanks zijn agressieve benaming zijn de maat regelen die het Bird Strike Commit tee ontwerpt van louter defensieve aard. Verreweg het belangwekkendst is de zogenaamde „Early Bird War ning". In het najaar van 1966 werd door het Navigatie Station Noord in Den Helder geëxperimenteerd met het samenstellen van „vogeltrek waarschuwingen". Grote concentra ties vogels bleken door de radar dui- Op grond van deze schaal werd een schema van vliegbeperkingen vast gesteld. Bij vogeltrek 7 en 8 bijvoor beeld mag alleen gevlogen worden hoger dan 2500 voet. Dit sluit laag vliegoefeningen en operaties op schiet- en bombardementsdoelen uit. Het waarschuwingssysteem is in 1967 aanzienlijk uitgebreid en verbe terd. Thans geeft het Navigatiesta- tion Noord (dat ten aanzien van de vogeltrek uitermate gunstig ligt en een voldoende bereik schijnt te heb ben om in elk geval Nederland te „coveren" het werkelijke bereik is geheim) in het vogeltrekseizoen acht maal per dag een „vogelwaar schuwing". Op grond van te verzamelen statis tisch materiaal hoopt men te zijner tijd ook te komen tot vogeltrekvoor spellingen op langere termijn. Ook aan de vliegtuigen zelf wordt het een en ander gedaan om ze zo veel mogelijk „birdproof" te maken. Zo zal bijvoorbeeld de nieuwe .-jacht bommenwerper F-5 een extra ver sterkt windscherm krijgen. Men dok tert voorts aan een afdoende af scherming van de motorinlaten van straalvliegtuigen en versterking van kleppenstelsels. Geëxperimenteerd wordt ook met een elektronische straal die het vlieg tuig vooruitgaat en alle vogels die in de buurt komen verlamt. De uit werking moet zodanig zijn dat het verlammingsverschijnsel verdwijnt zodra de vogel buiten het bereik van de straal komt. Op de grond ex perimenteert men ook verder tot zelfs proeven met gekleurd gras Zo probeert de mens tot een compromis te geraken met de vo gel die hij met zijn hulpmiddelen in veel opzichten al lang heeft overtroffen in vliegkunst maar die hij - ondanks zijn technische superioriteit - niet heeft kunnen intimideren of verjagen. Geluk kig maar trouwens. WIM KOCK Adjudant-valkenier Van Aren- donk (links) toont trots zijn „squadron-commandant" Elle, de havik die Leeuwarden vrij van meeuwen moet houden. Vier opnamen van (een deel van) het radarscherm in Den Helder. Van links naar rechts geven de witte vlekken resp. de trekintensiteiten 7, 5, 4 en 3 aan. Wie maakt dan in hemels naam je bed op (Van een onzer verslaggevers) Wat denk je in je continentale onschuld? Juist. Dat je rustig met een bus kunt voorrijden bij het Londense Savoy- hotel. De eerste smartelijke vergissing. Wat je straffeloos kunt doen op een reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn en tijdens een tiendaags geheel verzorgde jodelexcursie naar Stier marken is voor de gast van Savoy taboe. Hij arriveert in de kussens van een Rolls Royce, een Bentley of de duur ste versie van de Jaguar. Neemt hij genoegen met een goedkoper vervoermiddel dan behoort hij niet tot het gilde en valt jammerlijk door de mand. Ik trok aan het koord mtt „meid" er onder. Alle Maharadja's van India hebben hier het hoofd te rusten gelegd. Win ston Churchill had er in de laatste oorlogsdagen zijn hoofdkwartier, Gi- gli en La Callas, Liz Taylor en Chap lin, staatslieden, industriekeizers en bankiers zijn in één van de 500 mar meren badkuipen afgedaald. Zeg nu zelf, in zo'n entourage kun je niet met een bus komen afzakken. De directie heeft het netelig pro bleem keurig opgelost: onze autobus rijdt langs de hotel-ingang en stopt pas om de hoek vóór een handel in dameslingerie. Op hetzelfde moment maken zich uit de schaduw vijf chas- sèurs los, die de koffers aanpakken. Zelf lopen we het stukje terug naar het hotel. Want lopen kan wel. Dat is juist heel geraffineerd, dat is in gehouden chic, een prachtig voor beeld van nonchalante nederigheid die alleen maar grote adeldom kan verraden. In de immense hal (agent, zou u me even naar de overkant willen brengen, ik durf niet) staan acht rij zige heren in rokkostuum. Vier van hen hebben grijs haar, twee een mo nocle. Als één van hen met uitgesto ken hand op mij afkomt, maak ik on middellijk een hulpeloos afwerend gebaar, omdat ik veronderstel, dat het bruiloftsgangers zijn, die in de hal wachten, totdat hun vrouwen van het toilet terugkomen. Waarschijn lijk heeft hij in mij de markante trek ken van een gevierd familielid her kend. Als de man vóór mij staat bukt hij zich en pakt hij mijn koffer. (De la bel van dat geinige hotelletje in Twello, zit er nog aan). Voordat ik „ho-ho vader" heb kunnen roepen, heeft hij me al verzocht hem te vol gen. God bewaar me: in Savoy dra gen zulke mensen dus ie koffer. Wie maakt dan in hemelsnaam je bed op? In hef snoeperige liftje (één van de 40), dat als een roze bonbonnière door de schacht glijdt, overleg ik koorts achtig wat je zo'n man nou moet geven? Als je hem twee gulden geeft, is hij misschien dodelijk beledigd. Of hij geeft je er vier terug. „Voor de moeite". Ik besluit er vijf van te ma ken. Ik geef ze bij de deur van mijn ka mer. Hij pakt de biljetten met een besmuikte blik aan, pakt zijn por temonnee uit de binnenzak en haalt er voor vijf gulden klein geld uit. Dan zegt hij glimlachend: „Als u nog meer wenst te wisselen, moet ik het bij de receptie vragen. Goedenmid- dag". De éénpersoonskamer, die mij is toegewezen, heeft de afmetingen van een balzaal, het bed is groot, dik en pompeus. Een praalgraf van goede huishoudkwaliteit. Als ik er met een snoekduik op ben gedoken, heb ik opeens het gevoel, dat aan de andere kant van de kamer iemand naar me kijkt. Dat klopt ook: twee wanden van de kamer bestaan uit manshoge spiegels. Ik ben mijn eigen voyeur geworden. Een snelle ontdekkingstrip brengt aan het licht, dat de badkamer ge heel uit marmer is opgetrokken. Het bad zelf lijkt op een uitgeholde of fersteen. Daarboven hangen twee bruin-zijden koorden (met kwast). Onder het rechtse staat „KNECHT" onder het linker „MEID". Als ik uit gekleed ben, trek ik krachtig aan het linker koord. Even later meldt zich een mummelende grijsaard in een serviel jasje van een toverbal achtige kleur. „Kan ik u ergens mee van dienst zijn meneer?" „Ik trok aan het koord met „meid" er onder", zeg ik wrevelig. Hij knikt. „Klopt", antwoord hij, „ik heb het gehoord". „En als ik aan dat andere koord had getrokken?" „Dan was ik ook gekomen zegt de man, „ik werk me rot". Ik vraag hem om een extra-hand doek, ofschoon de badkamer er reeds vol mee hangt. Het lijkt, alsof Vroom en Dreesmann hier ook al een witte week houdt. De man sloft hoofdschuddend de ka mer uit. Hij is één van de 1600 werk nemers in Savoy, die voortdurend op scherp staan voor de 500 gasten. Het hotel loopt dus 1 op 3, of zo u wilt 3 op 1. Als ik uit bad stap, merk ik pas, dat het marmeren paadje naar de handdoeken verwarmd is. De hand doeken trouwens ook. En dat alle maal voor 160 gulden per nacht. Hoe kunnen ze het er voor doen. Als ik tegen achten in het restaurant kom (Caruso heeft hier nog gezongen tijdens het legendarische Gondoladi- ner, waarbij de halve eetzaal onder water was gezet en de obers de kreeft vanuil gondels serveerden) steek ik een geurig pijpje op. Op hetzelfde moment'schiet de martiale ober-kel ner naar mijn tafelbuurman en fluis tert hem toe: „Zoudt u aan uw vriend willen zeggen, dat hier de laatste 75 ...in het midden van de im mense schaal ligt een ei met pleinvrees... jaar vóór de koffie niet gerookt is". Hij wil er maar mee zeggen, dat ik in elk geval de laatste driekwart eeuw niet in Savoy ben geweest. Onze gastheer heeft tevoren geroe pen, dat we een hapje gingen eten, maar het blijkt nu, dat hij in verma kelijke scherts heeft gesproken. In Savoy zijn eenvoudige hapjes na melijk onbekend. Vraag om een een voudig croquetje met veel vlees. Ze zullen u aankijken, alsof u om on verdunde vitriool vraagt. Van een bal gehakt hebben ze trouwens ook nog nooit gehoord. Maar een kreef- tje, kijk, dat is gelijk andere koek. Een kreeftje met pikante saus. De ober-kelner straalt en mobiliseert zijn troepen. Eén ober draagt de kreeft binnen, een ander de zilveren lepels. Voordat je het weet, heb je een horeca-meeting bij je tafel. Op een gegeven moment vraag ik aan mijn overbuurman: „Hoeveel kelners staan er achter mijn stoel?" Het blijken er vijf te zijn. Met die vier van nem er bij kunnen we al 'n zaterdag-mid dagelftal formeren. Maar ja, we eten ook doperwtjes middel-fijn. Over eten gesproken: in de restau rants van Savoy, die 75 jaar geleden geregeerd werden door het legenda rische duo César Ritz en Escoffier worden per jaar weggestouwd een halve ton verse Beluga-kaviaar, 14 ton gerookte zalm, 2 ton paté uit Straatsburg en 1,5 miljoen oesters. Daarnaast nog eens 45.000 broodjes per week, gebakken in eigen ovens. Om die immense hoeveelheid weg te spoelen heeft het hotel een wijn- voorraad, die een waarde vertegen woordigt van 3 miljoen gulden. Sa voy heeft ook zijn eigen elektrici teitscentrale, waterzuiveritja tie en meubelmakerij, waarali den en matrassen voor hettoli den gemaakt. De 46.000 liniai zijn trouwens ook speciaal vg voy geweven evenals de tuiii den meters vloerbedekking a hotelwapen erin. Wat in Savoy ook opmettó noemd mag worden is de ijza dag- en nachtservice voor ie de cliënten. In het prospectus met gepaste trots vermeld, dafl voor 180 werknemers {ai veerd. Om tien overwin* nemen we de proef «fin heeft met "uw blikseistM! vermogen inmiddels bcppiHl weer eens een latertjt ms p' den: een sandwich ham nu best ingaan. Eén van ons drukt op de ijfcj Op hetzelfde moment -ik» wordt er op de kamerfd Er verschijnt een heer in kend wit overhemd, stijv stond al dé hele nacht achti te tandakken, totdat wij t lijk eens trek zouden krijj! misschien wat koude kip, f nig gesorteerd vlees. Wat it Hij knikt. „Willen de here:! uitjes en augurken bij. ft zalm?". Kaarsrecht verd«P Tien minuten later is hij de versnaperingen. „Dat tó» ren moge smaken". Om half vijf bel ik de po# zeggen, dat ik om negen» wens te worden. Kantlij®! het ontbijt boven latente® Hij heeft het genoteerd. Sn» onze' gastheer 's morgens!® 'n half uur eerder met de ti- trekken en de portier ww gast van kamer 402 te wekW hij de witte manen en «ft;! onmogelijk is. Hoezeer het hem ook aia®1 gaat, maar de gast van wenst pas om 9 uur te w - wekt. „Maar hij behoort hij roept onze gastheer vertw!i moeten om half negen vewjf De portier heeft helanS* luisterd. Daarom spijt te meer. De gast van niet voor niets °PSe°J?%K eerst te negen uur wakker Daar heeft hij zijn ha»0*; en die dient men te resp :ja Cli UiC VIIC11U n valt de hele „City of W™ moment in puin, dan nog met over peinzen jia Ze willen gewoon het j pen, dat meneer het een vinden. Precies om negen uur gaat telefoon naast mijn Pfaa'f jji zelfde ogenblik wwwf geklopt en duwt een rokkostuum een Ml bladen de kamer bum bord ligt de Times metra groeten van de directie- Ik schud de kussens op en eerste toostje. Dan.jLn ,,ajÜ deksel op; in het ml, ,isteei[i mense zilveren schaa ub j ken ei, wit weggetroKK vrees. draait det Als ik beneden kom,® van de autobus. Hu s' .- j{ii terkant van het hotel, voor de leverancier, gisteren mijn ko®ar -v nu® de stoep. Moet ik_hem_ geven? Ik grijp al ï^jjn zak, maar hij sc _pn beg") hij kijkt me aan als vader, die het geba jievtf. op prijs stelt, haar dat de jongen er een van koopt. Voor het eerst door ons in de bus (Van een t Bij het woord „dictator" tigste eeuw het eerst aan de machtige onderkaak, die zi leeuw dan honderd jaar gc die met zijn hamerende w stem een groot cultuurvoIL goochelde en tot oneer en man met de grote snor, die wen duizenden en duizende kers liet folteren en tot vern alvorens ze aan de beul uit We denken aan aan de pronuni kibbelende politici met één gebaai en rust voor het uiterlijk te beveil en donderende bijvalsbetuigingen, Met deze beelden en verschijnsele een dictator, die veertig jaar gelet tegenstribbelen aan het hoofd van nog staat: doctor Antonio de 01iv< Hij is als zoon van een landarbeid in 1889 geboren in een dorpje de buurt van Coimbra. School ga kon hij daar niet, maar hij leer lezen en schrijven van een der w< nige geletterden in het dorp. L fopende de weg naar het seminar «oen het priesterschap bleek zi roeping niet te zijn. Wel kreeg hij gelegenheid om rechten te studeri aan de aloude universiteit v: ■Coimbra. Hij werd een echte m; van de wetenschap, die al op 27-j rige leeftijd tot hoogleraar in de ec< wePik T^d benoemd- HiJ had nai ele n!uv 6i gStelUng voor het act' Porto «l i® gebeuren> al had dat i ten steeds spectaculaire aspe Lnaifar kwam aan het bewind o en S6?1 dat zijn land economise bankroet afn de rand van he foogtjj stond- De anarchie vierdl dric hoge officiere hebhpn' ze een staatsgree sprokéïi praa®d- ze worden vrijge Keren 'S8* later nemen hog verzet W i?n, noemenswaardi, ■u k™ heft in handen- Gene hoofd f r?a stelt zich aaa he palazar uh f b?™ind- HÜ nodig fciën od té i j mmister van finan Ooimh?a t ,treden. De professor ui horwaar™-1 volTeT' ,St6\Zijl moet ik- hLuu olledx&e volmachtei tteUwfoééarSvf-tl5eder' Zijn belang Jr weer 1 ke zaken was ech fan getailen f iMj bleef daar Irtikelen n? lezinSen en krante- Pun manier generaals verzekeren op ^nering van de °rde' V°°r dt de huln j economie roepen ze -toont v°lkenbond in. Die ken van Jellelsd tot het verstrek- fugal zMh 2 grote lening, mits Por- ■enbondrn de. voogdij van een vol- IS Zulk ™miSSaris laat welgeval- Verzet in ifn, vooruitzicht wekt groot Jals eer t 1 land' Dat zou Portu- liet zfin ,na komen. Ook Salazar Portugal h i? in de Pers horen: ■odip u g?en hulp van buiten Brstellen na" ZIch uit eigen kracht zijn dokL im°rna herhaalde toen Kor hli bekwame professor Die strihhé?jnisterschap te strikken, lóen eerst nog tegen, maar, ^nend or,Z1Jn stJ.ingente eis, neer- han m°P ?,en flnancieel dictator- de sterXdr ??.e ministers, aanvaard- |prii 19286 tO0' Hat was op 27 Eikfknu jtbodoxe middelen van *an j begrotingen, aflossing van de rl schulden, stabilisatie «lie weeMn Portugals econo- sindedin kalmer vaarwater en Sta gebTevem 6SCUd° 8e" harde Va" ffhk,,?35- niet alleen de economie, zieiiferi?g behoefde, het geheel Sorden ®'.aatswezen moest genezen L Hierover had Salazar ook Proken denkbeelden, die op de

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 10