COMMENTAAR
Opschudding in de Delta
Wildebras in Tienerland
ER N.V.
Verkenning van enkete aspecten
van het Rotterdamse havenbeleid
^STEN
i&
In Amerika dreigt burgeroorlog
Nu twee problemen
Arbeidsmarkt weer in beweging
naar prestatie
n
THOMASSEN:
ROTTERDAM
LOYALE
BONDGENOOT
f
Concurrentie
Compromis
Reimerswaal
Demarcatielijn
Wurggreep
DR. CORN. VERHOEVEN:
DAGBLAD DE STEAA VAN ZATERDAG A APRIL 1963
31
34
-
r-r-v- -- - je? - - i cki DCIl IKir.CM PFItINGEN
lwrFNN?PFli iwrCKI,NGE^ PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL,NGEN PE'J-'NGEN MrFN^pKLINGEN^0^^^^ PEILINGEN PEILINGEN PEILI
êILINGEN PEILIN(5EN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN ^lUNGEN PtlLiNi7tFN PEILINGEN PEILINGEN
'IN •PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PFILINGEN PEILINGEN PEIL
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENPEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEULINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
180
-20233
00—16841
in onze toonzalen en
g advies over de toe
ihedenvan alonzem
onzalen zijn geoP
i vrijdag van 8-14
00)-2 3744
Tel. (01180) - 5055
DS Martin Luther King is vermoord. Door een blanke. Martin Luther
King was de leider van de groep Amerikaanse negers, die langs de
weg der geleidelijkheid met afwijzing van geweld en terreur de
rechtspositie van de negerbevolking in de V.S. probeert te verbeteren.
Tegenover hen staat de Black-Powerbeweging, fanatieke jonge negers
die niet geloven in de mogelijkheid van redelijk overleg met de blanken.
Gelijkheid van burgerrechten moet worden afgedwongen, stellen zij, met
Er was al een zeer gespannen verhouding tussen blank en zwart in
Amerika, ledereen herinnert zich de explosies van geweld van het vorig
jaar. Zij waren een teken aan de wand. De Amerikaanse regering en het
Amerikaanse Congres hebben die waarschuwing echter nauwelijks ter harte
genomen. Plannen tot verbetering van het woon- en leefklimaat in de
negerwijken van de grote steden hebben tot dusverre onvoldoende aan
dacht gekregen.
Daarom zag al iedereen in Amerika met bezorgdheid de long hot summer
tegemoet. Want in de zomermaanden wordt het leven in de krottenbuurten,
waar de (arme) negers wonen, door de hitte helemaal ondraaglijk. Dan
gaan zij de straat op. Dan hoeft er maar heel weinig te gebeuren of er ont
staat een massale rel.
De moord op ds Martin Luther King doet het ergste vrezen. Honderd
duizenden negers zullen in deze afschuwelijke daad het bewijs zien, dat de
Black-Powerbeweging het bij het rechte eind heeft, dat alleen een revo
lutie verbetering kan brengen in het lot der negers.
De mensen van goede wil hebben in Amerika te weinig kansen ge
kregen. Nu dreigt een situatie, die wel eens vergelijkbaar zou kunnen zijn
meteen burgeroorlog. De martelaar, die iedere revolutie nodig heeft, is er
al.
De enorme kosten van de oorlog in Vietnam zijn er onder meer de
oorzaak van geweest, dat in Amerika veel te weinig is gedaan aan
de sanering van negerwijken en aan het werkgelegenheidsbeleid
voor negers. Alleen daarom ligt er een direct verband tussen de kwestie
Vietnam en het negerprobleem in de Verenigde Staten.
President Johnson hoopt nu door onderhandelingen een oplossing te
vinden voor het Vietnamconflict. Als het inderdaad tot onderhandelingen
komt zou de Amerikaanse regering zich daarop volledig moeten kunnen
concentreren. Door de moord op Martin Luther King zal dat niet mogelijk
zijn. Het voorkomen van een burgeroorlog in het eigen land zou voor
de Amerikaanse president wel eens een even moeilijk probleem kunnen
zijn als het herstellen van de vrede in Zuidoost-Azië.
Duidelijk is ook dat het prestige van Amerika door de moord op de
gematigde negerleider opnieuw een geduchte knauw heeft gekregen.
En dat is een handicap aan de onderhandelingstafel.
In de Randstad keert de spanning op de arbeidsmarkt terug. Vele be
drijven zoeken nu weer naar nieuwe arbeidskrachten, geschoolde
arbeidskrachten. Hun wervingsacties strekken zich al tot Brabant en
Zeeland uit.
Buiten de Randstad blijft de situatie ongeveer dezelfde. Ook hier is er
wel vraag naar mensen maar dan gaat het in vele gevallen om vormen
van ongeschoolde arbeid, waarin de Nederlandse werkloze niet geïnteres
seerd'is zodat er buitenlanders aangetrokken moeten worden.
Voor Zuidwest-Nederland dreigt nu de volgende situatie te ontstaan:
vaklieden worden door de Randstad „weggekocht", moeilijkheden voor de
plaatselijke industrie, veel werklozen, die niet meer aan de slag komen,
veel buitenlandse arbeidskrachten.
Deze situatie vraagt om maatregelen: een krachtige bevordering van
Induslriespreiding buiten de Randstad, naar onze mening ook te richten op
de werknemers in West-Nederland (buiten de Randstad kunnen zij meestal
beter wonen en ruimer leven) en een herziening van het systeem van
werkloosheidsuitkeringen. En wel in die zin dat de bereidheid om te werken
redelijk gehonoreerd wordt, de onmacht om te werken menswaardig wordt
'egemoet getreden en de onwil om te werken wordt afgestraft.
Van Tweede-Kamerleden wordt grote deskundigheid, werkkracht en
en toewijding verwacht. Over die te stellen eisen is iedereen het
I eens. De meningen zijn echter verdeeld als het gaat om de finan
ce schadeloosstelling van de kamerleden. Het blijkt dat een heleboel
mensen de volksvertegenwoordigers met een fooi willen afschepen.
Zo is er ook nu weer kritiek op het wetsvoorstel van minister Beernink
om de schadeloosstelling te verhogen tot maximaal 40.000 gulden (mini
maal 25.000 gulden bij bijverdiensten) en die honorering dan verder te
koppelen aan de salarissen der ambtenaren. Dit laatste betekent, dat de
honorering der kamerleden automatisch wordt verhoogd als de overheids-
«larissen verder stijgen.
Een goed kamerlid is zijn geld dubbel en dwars waard. Iedere Ne-
derlander heeft er belang bij dat het parlement goed werk levert. En aan
gazen er een duidelijk verband bestaat tussen prestatie en beloning zou
re Nederlander doordrongen moeten zijn van de noodzaak zijn volks-
Ver'egenwoordigers behoorlijk te honoreren. Het parlement heeft de beste
|lrensen nodig maar die nemen geen genoegen met een grijpstuiver.
Nu moet wel erkend worden dat de politieke partijen zelf mede-
yerantwoordelijk zijn voor het gezeur over de schadeloosstelling. Ze laten
immers toe dat er mensen kandidaat worden gesteld die volstrekt beneden
oe maat zijn. Maar dat is dan ook weer dikwijls de schuld van het ver
foeilijke systeem van de groeps- c.q. standsvertegenwoordiging.
iaan wij dus graag akkoord met de verhoging der schadeloosstelling,
menen wel dat de politieke partijen een veel scherpere selectie dienen
,an '6 leggen bij de kandidaatstelling.
is jMVTtjiY
:®r s
'V si
(Van een onzer redacteuren)
Meer dan een „verkenning van enkele aspecten van Rotterdams duizeling
wekkend havenbeleid" kan een peiling naar de bedoelingen van de be
heerders van 's werelds grootste haven helaas niet zijn. De welbespraakte
burgemeester W. Thomassen (tevens wethouder van de haven) laat immers
het achterste van zijn tong niet zien, en wie weet wat er omgaat in het
brein van ir. F. Posthuma de knappe Fries, die zevenentwintig jaar geleden
naar de Maasstad kwam en sinds 1959 het gemeentelijk havenbedrijf runt?
Naar Rotterdams bedoelingen
wordt niet alleen gegist in concur
rerende wereldhavens als New York,
Marseille, Antwerpen en Londen,
maar ook m Nederland. In Zeeland
en Noord-Brabant bijvoorbeeld is
men er niet helemaal zeker van dat
Rotterdam zich aan de afspraken zal
houden.
Die afspraken zijn gemaakt in het
Overlegorgaan Zeehavenontwikke
ling Zuidwest-Nederland, een club
die op 21 maart 1967 te Middelburg
werd opgericht. De deelnemers zijn
de provincies Zeeland, Zuid-Holland
en Noord-Brabant, het openbaar
lichaam Rijnmond en de stad Rotter
dam. Eerste resultaat van het over
leg is het enkele maanden oude rap
port „Verkenning van enkele aspec
ten van de ontwikkelingsmogelijk
heden voor zeehavens in het Delta
gebied", bekend als het Groene
Boekje.
JJe Zuidhollandse planoloog ir. G.
C. Lange heeft het overleg des
tijds aan dit motto geholpen: „Rot
terdam groeit in de Delta en zo
wordt de Delta wereldhaven!" De
Maasstad is dat al lang. In 1962
streefde zij ook New York voorbij,
en de Rotterdamse haven is nu al
jarenlang de grootste ter wereld.
Die spectaculaire groe-i is geen
toeval. Gelegen aan de monding van
de Rijn is Rotterdam de aangewezen
in- en uitvalspoort voor een belang
rijk deel van het Europese vasteland.
De haven ligt in het hart van 's we
relds drukste handelsgebied: de im
porten en exporten van Groot-
Brittannië en de EEG-landen zijn
bijna tweemaal zo groot als die van
Noord-Amerika. Maar dat verklaart
nog niet alles.
Dank zij een actief havenbeleid
heeft Rotterdam ook weten te pro
fiteren van „de trek naar de kust".
De basisindustrieën vestigen zich
tegenwoordig zo dicht mogelijk bij
de grote aanvoerhavens, omdat daar
de grondstoffen het goedkoopst te
krijgen zijn. Dat is een gevolg van
de nieuwe transporttechnieken
(steeds grotere schepen!) die de
vervoerskosten aanzienlijk drukken
De kolossale industrieën in Euro
poort en Botlek bewijzen hoe suc
cesvol het Rotterdamse havenbeleid
in de afgelopen jaren is geweest.
Dat valt ook op te maken uit de
cijfers betreffende het goederen
verkeer: 141,4 miljoen ton in 1967.
Bijna 119 miljoen ton daarvan was
massagoed: minerale oliën (bijna 79
miljoen ton!), ertsen, kolen, granen,
meststoffen en dergelijke.
De concurrentie van andere ha
vens wordt echter steeds groter. Rot
terdams jongste zet in het harde
spel is het graven van de vaargeul
in zee, de „oliegeul" die schepen
van 240.000 ton met een diepgang
van 62 voet in de haven kan bren
gen. De oliemaatschappijen besloten
onmiddellijk 1,2 miljard gulden in
Rotterdam te investeren, hetgeen
betekent dat invoer van ruwe olie
binnen drie jaar zal toenemen van
45 tot ruim 100 miljoen ton.
De samenwerking met Zeeland,
Noord-Brabant en andere belang
hebbenden in het Deltagebied it
voor Rotterdam een ander middel
om in de internationale concurrentie
een slag vóór te blijven. Deze pro
vincies liggen niet ver van Rotter
dam, er is ruimte voor industrie
terreinen in overvloed en er is vaar
water dat schepen van dezelfde om
vang toelaat als Antwerpen ontvan
gen kan.
[AWleg in de Delta: de drie com»«Be^t,de koningin, mr.
■&»attsen Zeeland, midden), dr. Kortmann tnrauau
^esz (Zuid-Holland).
^chtergrond van het bondgenoot
schap tussen Rotterdam en de
provincies in de Delta is, van Rotter
dams standpunt uit gezien, de inter
nationale concurrentie. Zeeland en
Noord-Brabant benaderen de zaak
wat anders: zij zijn in de eerste
plaats geïnteresseerd in een snelle
realisering van hun havenplannen.
Het Groene Boekje is de overeen
komst waarop de partijen elkaar
gevonden hebben. De belangrijkste
paragraaf is de prognose van de
toekomstige behoefte aan zeehaven
terreinen in Zuidwest-Nederland:
tot 1980 zou het beschikbare areaal
met 7000 ha (bruto) moeten worden
uitgebreid, en tussen 1980 en 2000
met niet minder dan 23.000 ha.
Vóór 1980 zijn de volgende uit
breidingen gedacht: 1. Maasvlakte
(2200 ha); 2. Rijnpoort op de noor
delijke oever van de Nieuwe Water
weg (250 ha); 3. Vlissingen-Oost
(2000 ha); 4. Terneuzen (1000 ha):
5. Dordrecht (enkele tientallen ha,
bereikbaar voor schepen van 18.000
ton); 6. Bergen op Zoom, Moerdijk.
Dintelmond, Middelburg (terreinen
die variëren van enkele tientallen
tot meer dan 500 ha, bereikbaar
voor kustvaarders).
Voor de periode 1980-2000 «taan
op het programma: 1. Maasvlakte
(uitbreiding met 3000 ha); 2. Vlis
singen-Oost en Reimerswaal (8000
ha); 3. Terneuzen (2500 ha). Voor
de resterende 9500 ha die volgens
de prognose nodig zouden zijn, moet
nog ruimte gezocht worden.
Het Groene Boekje is een compro
mis: de vertegenwoordigers van Zee
land. Brabant, Zuid-Holland en Rijn
mond zijn akkoord gegaan met een
uitbreiding van de Maasvlakte na '80,
waar dan tegenover staat dat Rot
terdam akkoord ging met het zinne
tje dat het ten zuiden van Europoort
gelegen groene eiland Voorne en
Putten ongerept moet blijven (blz
36). De bondgenoten keerden tevre
den huiswaarts en daar gaat ieder
een door de eigen ambities te koes
teren. De royale prognose laat daar
(ook toevallig!) alle ruimte toe....
Tn Den Bosch blijft men hopen op
de realisering van het Reimers-
waalplan, volgens het Groene Boek
je gelijktijdig met de afsluiting van
de Oosterschelde, tegen 1980 dus. Het
project voorziet in de aanleg van
een zeehavenindustriegebied van
4000 ha tussen Bergen op Zoom en
Yerseke in de Oosterschelde, die met
een zeehavenkanaal met de Wester-
schelde verbonden moet worden. Het
plan is vooral van belang voor de
verdere werkgelegenheidsgroei in
West-Brabant.
Volgens sommigen staat het hele
project op losse schroeven, zoals in
1963 zijn voorganger, het Kreekrak-
plan. Antwerpen wil zyn havenge
bied uitbreiden op de westelijke
Schelde-oever en daartoe zou een
zeehavenkanaal moeten worden aan
gelegd door oostelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen en de schorren van het
Land van Saeftinge naar Baalhoek
aan de Westerschelde (zie pijltje op
de kaart). Erop mikkend dat Neder
land in de kosten bijdraagt, heeft de
demissionaire Belgische minister van
Openbare Werken, Jos dé Saeger, al
gewezen op de industrialisatiemoge
lijkheden die dit kanaal in Zeeuwsch-
Vlaanderen schept.
De Nederlandse regering heeft
België toegezegd dat zij in beginsel
bereid is aan de realisering van het
Baalhoekplan mee te werken. Som
migen zien al aankomen dat het Rei-
merswaalplan „omgeklapt" zal wor
den naar het Land van Saeftinge,
een nog maagdelijk natuurgebied
van 6000 ha. Best, is in de Bossche
statenzaal verklaard maar Brabant
is niet van plan het Reimerswaalpro-
ject zonder meer los te laten, even
min als hét destijds het Kreekrak-
plan gratis weggegeven heeft: de
„prijs" is tenminste een vaste oever
verbinding tussen de Brabantse wal
en Zeeuwsch-Vlaanderen.
Wat zegt het Groene Boekje van
deze plannenhandel? Niets. Het stelt
slechts vast dat het Land van Saef
tinge mogelijkheden biedt tot de
aanleg van 6000 ha industrieterrein.
Gelukkig maar, want volgens- de
prognose moet er immers nog ruim
te gevonden worden voor 9500 ha!
Het compromis tussen Rotterdam
en de Delta, zoals dat in het
Groene Boekje op papier staat, heeft
grote opschudding teweeggebracht
bij degenen die zich zorgen maken
om de leefbaarheid in het Rijn
mondgebied. In de uitbreiding van
de Maasvlakte zien zij een bedrei
ging van de flora en fauna op Voor
ne en Putten.
Rotterdam trekt de demarcatielijn
over, zeggen zij. Die demarcatielijn
tussen het Rotterdamse havengebied
en het groene Voorne is getrokken in
1964, het jaar waarin het natuurre
servaat De Beer aan de Rotterdamse
expansiedrang ten offer viel. Vol
gens oud-minister Bogaers diende
die demarcatielijn „om een evenwich
tige verhouding tussen de belangen
van de nationale economie en die
van een gezond leefmilieu te waar
borgen".
Onder de economen is er één op
gestaan die niet alles wil opofferen
aan de economische groei, de Engels
man Mishan. Op de Economen-Confe
rentie die maandag in Rotterdam be
gint, komen nogal geruchtmakende
inzichten ter sprake. De Amsterdam
se hoogleraar prof. Heertje heeft la
ten weten dat hij daar Mishans theo
rieën aan het concrete voorbeeld
Voorne-Putten zal toetsen.
Qpschudding is er ook in het bond
genootschap zelf. De eensgezind
heid waarmee het Groene Boekje
gepresenteerd werd, is in elk geval
niet zo groot als zij scheen te zijn.
Zuid-Holland heeft laten weten dat
het Voorne en Putte, hoe dan ook,
groen wil houden omdat er alterna
tieve mogelijkheden in de Delta lijn.
In Zeeland en Brabant vindt men de
capriolen van Rotterdam op zijn
zachtst gezegd wat vreemd.
Op 8 februari kondigde burge
meester Thomassen aan dat Rotter
dam, het Groene Boekje ten spijt,
toch een onderzoek zal instellen naar
de industrialisatiemogelijkheden op
Voorne en Putten. Zondag jl. ver
klaarde hij dat in dat onderzoek ook
de aanleg van een kanaal door de
Hoeksche Waard betrokken wordt,
al heeft hij dat deze week weer
schielijk ingetrokken.
De spanningen tussen de partners
in het Delta-overleg zijn ook vergroot
door de felle aanval die de Rotter
damse Kamer van Koophandel deze
week gedaan heeft op het regionale
industrialisatiebeleid. Een andere
zaak die de voorhoofden heeft doen
fronsen is het streven van Rotterdam
om het openbaar lichaam Rijnmo,nd
om zeep te helpen. Het heeft recht
streeks misschien niet veel met het
Delta-overleg te maken, maar, zo
vragen zich de bondgenoten af, zijn
het geen verschijnselen die de Rot
terdamse instelling typeren?
Hoewel burgemeester Thomassen
herhaaldelijk verzekert dat Rotter
dam een loyale partner is, vindt men
het in Zeeland en Brabant steeds
moeilijker hem helemaal te geloven
Men begint te vrezen dat de Rotter
damse politiek erop gericht is het
eigen haven- en industriegebied zo
groot mogelijk te maken, hetgeen
ongetwijfeld ten koste gaat van de
ontwikkeling in de Delta.
Men wijst erop dat Rotterdam
Voorne en Putten in de wurggreep
neemt: het eiland dat nu nog zo on
gerept is als de omslag van het Groe
ne Boekje, wordt verstikt tussen de
uitgebreide Maasvlakte in het wes
ten en het industrieterrein dat met
steun van Rotterdam binnenkort
wordt aangelegd bij Moerdijk in het
oosten. Insiders vragen zich af waar
om Rotterdam zo op dat Moerdijk
terrein gebrand is en bijvoorbeeld
niet de minste belangstelling aan de
dag legt voor de gereed liggende ter
reinen en de mogelijkheden te Ber
gen op Zoom
In Brabant is men blij met de ijver
die Rotterdam ten aanzien van Moer
dijk aan de dag legt, en op dit ogen
blik hoort men in deze provincie
minder kritiek op de Rotterdamse
activiteiten met betrekking tot
Voorne dan in Zeeland. Men beseft
overigens wel dat eventuele haven-
aanleg en industrialisatie op dit
eiland èn in het Haringvliet op lan
gere termijn West-Brabant waar
schijnlijk geen goed zal doen, al zou
den die werkgebieden wel vlak bij
de deur liggen
Rotterdam weet drommels goed in
welke situatie Brabant verkeert. Om
het de bestuurders in Den Busch nog
wat moeilijker te maken heeft bur
gemeester Thomassen verklaard dat
een zeehavenkanaal door de Hoek
sche Waard Moerdijk bereikbaar zou
maken voor zeeschepen.
Dat maakt een Brabants protest
tegen dat kanaal onwaarschijnlijk.
De veronderstelling, in een staten
vergadering geuit door de Brabant
se commissaris van de koningin dr.
C. N. M. Kortmann, dat Moerdijk
wellicht ook via de Dordtse Kil voor
grotere schepen bereikbaar gemaakt
zou kunnen worden, is, zo verzeker
de men ons bij Rijkswaterstaat in
Den Haag, onjuist. Aan een stroom
lijning van de Dordtse Kil wordt wel
gedacht, maar alleen ten behoeve
van de binnenscheepvaart.
Misschien zijn Rotterdams bond
genoten te wantrouwig, maar de
woorden en daden van hun part
ners in de Maasstad zijn ook niet
zo ondubbelzinnig als die van
Feijenoord.
K.B.
In afwachting van een program
ma, dat mij veelbelovend leek,
dat wil zeggen: boeiend, actueel
en leerzaam alleen dit pakket
van hoedanigheden in een televi
sieprogramma is toereikend de
zware slagboom voor mijn tcestel
op te tillen had ik alvast het
kijkvenster warm laten lopen en
mijn stoel bijgeschoven. Nu bleek
een ander onderdeel wat uit te
lopen, amusement voor onze jon
geren met een song-achtige inslag,
deze keer helemaal in de moe
dertaal gebracht. De nobele bedoe
ling van zo'n programma schijnt
te zijn aan brede lagen van onze
bevolking ongecompliceerde ver
pozing te bieden na 'n inspannen
de dag op fabriek of kantoor. Zo
ongeveer zeggen ze dat, meen
ik, de mensen die daarvoor zor
gen. De boog kan niet altijd ge
spannen zijn en, och, problemen
zijn er toch al genoeg.
Nu kan het wel mijn afwijking
zijn dat ik niet alleen niet geloof
in die brede lagen, maar ook bij
zo'n nadrukkelijk amusement al
tijd behoefte krijg aan een ste
vig stukje problematiek. Bij het
zien van dit spektakel trokken
hele knobbels kippevel over mijn
huid en in mijn mond kwam een
smaak van leverworst, gemengd
met sintels. Een glas bier en een
vrooni boek zijn de enige dingen
die mij op zo'n moment voor de
algehele vertwijfeling kunnen be
hoeden. Mijn ziel krimpt ineen
van medelijden wanneer ik on
der het getetter van speaker en
orkest weer zo'n wildebras het
tienerland zie binnenhuppelen.
die kwabbelige beweginkjes met
schouders en armen.
Ik vraag mij wel eens af of
die mensen enige weet hebben
van de agressie die ze oproepen
voor het gemak neem ik aan
dat mijn subjectieve reactie niet
zo gek is dat ze niet door velen
gedeeld wordt, anders had ik ze
wel voor me gehouden. Je zou zo
denken dat de amusementssector
die in de consumptieve maat
schappij zo'n belangrijke plaats
inneemt, moet werken met ver
schrikkelijk uitgekiende gegevens
omtrent de behoeften die er op
dit gebied bestaan. Ik weet ab
soluut niet in hoeverre dit het
geval is. Het zou mij verschrik
kelijk teleurstellen als datgene
wat nu regelmatig te zien is, zou
beantwoorden aan werkelijk be
staande behoeften. Het zou bijna
genoeg zijn om mij een kloos
ter in te werken, want zo'n we
reld hoort inderdaad ontvlucht te
worden. Zolang het tegendeel niet
blijkt, neem ik aan, dat allerlei
vormen van zogenaamd ongecom
pliceerd amusement en vooral
ook de aanmaak van amoureuze
liederen in de beschreven kwab
belige trant eenvoudige overblijf
selen zijn uit een voorbije tijd,
die nog steeds ontsnapt zijn aan
een kritische controle en daar
door op gedachteloze manier hun
verstard bestaan kunnen voortzet
ten. Zij vormen een soort van
wereldse liturgie tijdens de dien
sten waarvan de commercie ijve
rig collecteert en die dank zij
die commercie in stand kan blij
ven. Om dit harde bot heen blijft
Hoe goed hij zijn opkomen ook
heeft ingestudeerd, 't doet mij al
tijd onweerstaanbaar denken aan
een olifant in een circus, die,
onder luide aanmoedigingen van
de oppasser en enerverend gerof
fel der tommen, eindelijk ook zijn
vierde poot op het tonnetje tilt.
Daar gaat onmetelijk veel getreu
zel en zielig tasten aan vooraf.
Niets ter wereld stemt zo droef
geestig als de paniekerige blik
van zo'n uit de oertijd in het cir
cus neergekwakt stuk ellende dat
zijn vierde poot niet kwijt kan.
Kwiek en jolig optreden met
het oogmerk te amuseren is zich
onderwerpen aan de meest wre
de kritiek die maar denkbaar is-
Elk schouwspel is een gladiato-
renspel; gaat het duimpje om
laag, dan vallen er doden. Ik
neem aan dat op zo'n moment
van optreden stormen van agres
sie overal in den lande op het kijk
venster afsuizen. Mijn opgewon
denheid althans nadert bij zulke
gelegenheden al gauw het stadi
um waarop ik, zo oud als ik
ben, dreig te gaan joelen en ho
nen. Maar dit soort van sadis
tisch amusement is kennelijk niet
bedoeld. Onze wildebrassen in tie
nerland willen zich niet voor de
wilde beesten gooien, maar brede
lagen van ons volk gepaste en
ongecompliceerde ontspanning be
zorgen en zich aldus in dit harde
vak van sound en song vastbera
den naar de top knokken. Daar
om zingen ze van houwen-trouwen
-nestje bouwen en maken ze van
een substantie hangen, die de ui
terlijke kenmerken van levend
vlees nog heeft, maar die bij na
der toezien waarschijnlijk alle be
staanbaarheid zal blijken verloren
te hebben. Het amusement is een
ouderwetse zaak geworden met
veel potsierlijke krulletjes en
pleisterwerk, waarin met stereo
tiepe en nietszeggende middelen 'n
tamelijk onzinnige kermis draai
ende gehouden wordt. Het is niet
eens een illusie meer, maar de
kitscherige imitatie daarvan.
De mensen die dat zien den
ken dat het gezellig is of vrien
delijker gezegd: zij denken waar
schijnlijk dat ze het gezellig moe
ten vinden. En zo wordt een cir
kel gesloten. Want als je denkt
dat je iets gezellig en leuk moet
vinden, dan houd je het wel voor
je, dat je het eigenlijk helemaal
niet gezellig en leuk vindt- Het
is immers reuze eng om onge
zellig te zijn. Atheïst mag je te
genwoordig wel zijn en homosek
sueel ook, maar wie ongezellig
wordt, gooien we eruit. En zo be
staat het domste amusement voort
als een vergeten maar ondertussen
ijverig gekoesterde rest van een
feodale samenleving. Zo ontstaat
de beroemde brede laag van de
bevolking die geacht wordt een
onverzadigbare behoefte te heb
ben. En zo heb ik nog het stevi
ge brokje problematiek waarnaar
ik verlang, wanneer ik oog in
oog sta met de a-muze van het
amusement.