BERT PETO LEERT ONS BETER PRATEN MET EEN COMPUTER
ELLA ES UNA ARTISTA COMPLETA'
frans® pianist®
uit middelburg
speelt up all®
BRABANTSE KUNSTENAARS IN DE BEYERD
28
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 APRIL 1968
t „Ik heb bijzonder veel steun aan mijn man"
li1
OH la, j'ai horreur des inter
views", zo reageert Janine Da-
costa spontaan om haar afkeer
van een interview voor een krant
kenbaar te maken.
Met haar natuurlijke eenvoud vindt
ze het ellendig om over zichzelf te
moeten praten. Toch is deze pia
niste uit Middelburg een musicien
ne met internationale vermaard
heid. Begon op de leeftijd van
vier en een half jaar aan de muziek
Tien jaar oud volgde zij het con
servatorium in haar geboorteplaats
Bordeaux, waar zij na een briljan
te studie anderhalf jaar later met
de eerste prijs vertrok. Twaalf en
een half jaar oud ging ze naar het
nationale conservatorium in Parijs
waar zij ook met groot succes
haar studies op 14-jarige leeftijd
besloot met de eerste prijs. In 1951
een hoogtepunt in haar carrière
„Premier Grand Prix du Concours
International" eens schitterende
beloning voor zwaar studeren, ra
zend hard werken en bovenal een
intense liefde voor de muziek.
TANINE Dacosta die thans zeven
jaar in Middelburg woont is ge-
huwd met mr. F. W. Adriaanse,
I die naast zijn drukbezette advoea-
j tuur in Zeeland, enorm veel heeft
I gedaan voor de muziek en het cul
turele leven in het algemeen. „Ik
heb dan ook bijzonder veel steun
aan mijn man, die mij in mijn
werk met raad en daad terzijde
staat en altijd naar mij wil luis
teren. In haar ruime zonnige ka
mer in het huis aan de Middel
burgse Lange Delft brengt de pia
niste vi]f tot zes uur per dag door
met haar muziek. „Ik leef voor
de muziek maar gelukkig niet al-
daarvoor". Janine Dacosta
voelt „ich heel gued thuis in Zee-
woil ge-'et- V.00ral van de rust
me? i 213 Z1Ch VOllediS °P haar
spel kan concentreren. De mensen
da omgang" k en pretti®
TM"AAR Amsterdam heeft voor
t'-*- haar ook een. bijzondere beko
ring: „Ik vind het heerlijk om
door de straten van deze aparte
stad te kunnen flaneren. Het is
moeilijk uit -te leggen maar de
sfeer van Amsterdam doet me erg
veel. Het wandelen langs de oude
grachten, vooral in herfst- en voor-
jaarstijd. Misschien geeft het je
iets van dat onbestemde gevoel in
Parijs alleen je ervaart het
weer op een heel andere wijze". Het
bijzondere van deze pianiste is, dat
het succes haar overal schijnt te
volgen. Frankrijk, Dtiitsland, En
geland, Nederland, België, Spanje
Portugal, Italië, Oostenrijk, Mexico
bijna zonder uitzondering in
al deze landen een enthousiaste
pers en publiek. Om even enkele
geluiden van bekende buitenlandse
recensenten te laten horen: Pierre
Leroi - Opéra, Parijs: „Jn ensem
ble parfait de qualités les plus di-
verses"; Emile Vuillermoz - Paris
Presse. „Technique spiendide, mu-
sicalité attachante"; Mexico: „El-
la es una artista completa, dominio
absolute de su instrumente". Elk
concert of recital is steeds weer
opnieuw een evenement voor de
ze begaafde vrouw.
Bekende namen onder wie zij ln
orkesten samenspeelde: Charles
Munch, Hans Rosbaud, André Cluy-
tens, Willem van Otterloo, Hans
Knappertsbusch, Eduard van Bei-
num, Ferenc Fricsay, Rafael Ku-
belik, Eugen Jochum Voor Ja
nine Dacosta is pianospelen in alle
opzichten e»n cultuuruiting gewor
den. Over aanslag, pedaalbehande
ling, akkoordenspel, etc. is het on
nodig om bij een razend knappe
techniek als van deze pianiste nog
verder uit te weiden. In haar spel
weet zij afstand te nemen van af
gebakende stemmingen; romanti
sche affectie en pittoreske bijbe
doelingen. Geen opdringerige per
soonlijke visie maar een preten
tieloze voornaamheid in het mu
zikale structuurbeeld. „Wie ik ook
speel, Bach, Beethoven, Chopin,
Mozart, Ravel of Debussy altijd
is er weer de gevoelsschok, die
de muziek mij geeft een volko
men loskomen van allerlei bijkom
stigheden en het volkomen opgaan
in de schoonheid van klank en
spel, het is alleen de pure muziek
(la musique pure) die me een
absolute voldoening schenkt".
JANINE Dacosta weet op een
meesterlijke wijze de bij uitstek
Franse muziek van Debussy
te interpreteren. Nergens een dor
academisme of een individuele ver
tekening, maar boven alles een
verfijnde souplesse van klank, een
voortreffelijk gericht toucher en
een fascinerende dynamiek. Het is
de superieure eenvoud en de vol
komen natuurlijke muzikaliteit,
waardoor haar spel een meester
lijk niveau bereikt. „Toch heb ik
geen bepaalde voorkeur voor som
mige componisten, want elk oeuvre
heeft zijn eigen bekoring, de een
is subliem hier en de ander daar".
Gerggeld speelt Janine Dacosta
voor de Franse radio in Parijs.
„Fijn zo'n recital in de rustige
omgeving van een studio".
OOK in Nederland speelde zij al
enkele malen met het Kunst-
maandorkest voor de televisie.
Verder zijn er pianoconcerten en
recitals door geheel het land. „Ik
vind het heerlijk en vermoeien
doet het me nooit. Het maakt geen
verschil voor mij waar ik ben
of waar ik speel alleen door
de aanraking van het klavier ver
geet ik mijn omgeving". Janine
Dasosta is een rasartieste, die leeft
met de muziek, maar toch mid
den in het leven weet te staan. Een
vrouw, die het fijn vindt om al
leen maar naar etalages te kijken
of met kennissen te babbelen over
allerlei dagelijkse dingen. Blij met
een leuke jurk of een mooi boeketje
bloemen en altijd de wil om te
luisteren naar anderen. „Gelukkig
leef ik niet alleen voor de muziek.
Het leven biedt nog zoveel an
dere dingen die de moeite waard
zijn"
P. H. KUYT
VISTA '68 is het motto waaron
der een aantal leden van de
Noordbrabantse Vereniging
van Beeldende Kunstenaars
zich met 120 werken presenteren
in De Beyerd te Breda. Prima
vista zit er een kwalitatieve voor
uitgang in de reeks, die deze ver
eniging nu enkele jaren achtereen
in dit museum opbouwde. Het is
voor alles een prettige gewaarwor
ding, dat Brabantse kunstenaars
gezamenlijk naar buiten treden in
eigen provincie; dat dit museum
voor hen openstaat; dat de toe
schouwer in staat wordt gesteld
te overzien, wat er in Brabant op
dit gebied gedaan wordt. Er zijn
nog wel enkele restricties te ma
ken. Op de eerste plaats de wens
dat de kloof tussen de doorgaans
gesettelde kunstenaars in de pro
vincie en deze groep wat kleiner
wordt. Dat de eersten de groep
niet alleen voor kennisgeving aan
nemen en uit hun ivoren toren ko
men. De sterke scheidslijnen, die
zij terecht en ten onrechte aanne
men, zijn op den duur toch niet
meer te handhaven. En dan, dat
de exposerende vereniging zich
niet blijft beperken tot het ove
rigens nuttige organiseren van
tentoonstellingen maar ook actie
ver gaat deelnemen aan de opzet
van een totaal cultureel leven in
geheel West-Brabant.
HET experimentele karakter, dat
ook deze expositie ten dele te
kent is niet het sterkste deel.
Er wordt door enkelen geprobeerd
met nieuwe materialen te werken,
naar nieuwe vormen te zoeken,
maar men is er nog te weinig bo
ven uitgegroeid. Het materiaal en
de idee is hun nog de baas. Het ge
toonde is ook zeer ongelijk van
waarde. Er zijn uitspringers, die een
uitstekend figuur slaan en fraai
werk leveren, anderen komen niet
verder dan het zondagsschilderen.
Het is onbegonnen werk allen en
alles te noemen, maar persoonlijk
werden we bijvoorbeeld wel getrof
fen door werk van Nel van Lith,
die als beeldhouwster gegrepen
wordt door thema's van liefde en
leven. Vrijende paren; Embryo;
Moeder met kinderen; Ding, zijn
beelden die velen zullen boelen.
Ch. Lous is ook aanwezig met goede
beelden, wel doordacht en mooi
ruimtewerkend (Tristan en Isol
de; Kikker; Kind met (wat ge
forceerde) vogel); minder ge
lukkig met het zoeken naar „wat
anders" (Icarus). Natuurlijk is
Janus Nuiten er, zelfs met een
gehele wand. Twee grote blauwe
doeken (Zittende figuur en Figuur
in blauw), die sterker zijn dan
zijn structuren, die over het alge
meen niet zo geslaagd zijn wat
vlakstructuur betreft. Henri Tit-
selaar met zijn polyester (verlich
te ramen), waaruit een feest van
kleuren straalt; de een zal er op
getogen over zijn, de ander zal er
iets van onze moderne „madon
na's". in een stolp in zien. Interes
sante lichttekeningen van A. Her
mans uit de serie Nieuw Leven;
het architecten-oog voor natuur-
structuren; een verglijden van tech
niek en „kunst" (in de geijkte zin
van het woord). Jan van de Strae-
ten met goed ambachtelijke kera
miek; meer niet. Sjaak Mous, die
veel probeert met houtplastieken;
Jos Schellekens, die wel ex absur-
do tracht te denken, maar
JAN Strubbe is er ook weer bij:
heel bescheiden met één teke
ning uit zijn privéeollectie. Mos-
tafa el hallag is een naam, die niet
direct met LTabant te maken heeft.
Hij werkt met lino's, waarvan de
Ezels het bekijken waard zijn. Jan
van Griensven (voor de tweede
maal dit jaar in De Beyerd), An
ton van Meurs met veel fraaie in-
sekten en een wrang grappig Oud
mannenhuis in cement en hout.
Dit zijn enkele prikken uit deze
tentoonstelling, waarvan we kun
nen zeggen: Ga eens kijken. Kij
ken naar hetgeen streekgenoten
doen met vele materialen om het le
ven op te sieren en 't onuitgesproke-
ne in zichzelf vorm te geven. U
treft dan verder nog aan de na
men en de resultaten van Netty
Michels, Martha van Meurs d'e
Jonge, Peer van Meer, Ton Lind-
hout, Sjeng Brake, Arthur Brou
wers, Anton Michielse, René van
Gerwen en Jef van Turnhout.
H.E.
-18° C. Maar
ale uitneembare
beien onder de
atuurlijk de vier
ostaat, de grote
:n die u van een
3 enthousiasten
leien belangrijk
„■\7ERS in het gehoor" heet een
radiorubriek van de NCRV.
Maandagavond om half
twaalf; cultuur op het nippertje.
Daarom zullen weinigen geluisterd
hebben tijdens de laatste uitzen
ding naar de dichter Bert S. A.
Peto. Met muzikale begeleiding
van Herman Schoonderwalt, Rob
Langereis en Cees See lazen Ida
Bons, Hans Veerman en Peto zelf
uit zijn gedichten. Die zullen de
meesten waarschijnlijk erg vers in
het gehoor liggen. Want deze 21-
jarige Nijmeegse student in de psy
chologie wil niets minder dan een
taalvernieuwer zijn. Hij vertelt er
analyserend over, zoals een stu
dent betaamt. En voor geest
verwanten, die de uitzending ge
mist hebben maar hem toch wel
eens willen horen bestaat vanavond
de laatste dag van de boeken
week de mogelijkheid in vest
zaktheater De Trapkes in Breda.
Dezelfde musici zullen hem dan
ook bijstaan. „Zij vonden het ge
woon fijn om te doen".
TK wil naar een herwaardering van
dé zaal toe. Wat ik vertel lijkt
ingewikkeld, maar het is juist
de bedoeling om de taal dichter
bij Jan-en-Alleman te brengen. De
eerste resultaten zijn te vinden in
een dichtbundel „Tegen beter we
ten in; solidair en profiel". In de
loop van deze maand wordt dat
een uitgave van een gloednieuwe
uitgeverij „Mandala Books", waar
Hans Vlek in Den Bosch verant
woordelijk voor is". Zijn eerste ge
dicht verscheen in het Jaarboek
Rolduc '63.
Daarna vinden we zijn naam
onder anderen terug bij Kuur,
Kontrast, Contour en andere soort
gelijke tijdschriften. Bovendien zat
hij nogal eens in het nieuws, zo
als dat heet. „Ik heb ook twee
maal de rubriek „Deze dag" bij de
VPRO gedaan, maar ik geloof niet
dat men daar veel van gesnapt
heeft".
Wat is de bedoeling? „Het doel
is de mens de taal meer lichame
lijk te laten beleven en het woord
terug te halen uit de verintellec-
tualiseerde betekenis. Eerst pak ik
daarom de vorm van het woord
aan; breek ze uiteen. En wel de
woorden, die voor mij een licha
melijke betekenis hebben; bijvoor
beeld; begrijpen wordt geschreven
be - grijpen (grijpen heeft te ma
ken met lichamelijkheid). Boven
dien wordt het woordgebruik zelf
beter afgestemd op deze bedoeling.
Wanneer bij een redevoering ie
mand zegt: „Aan de hand van de
ze of die tekening", dan zie ik aan
zijn hand niets. De uitdrukking is
verintellectualiseerd. Ik wil zo'n
uitdrukking terugbreng; n in de pri
mitieve vorm om zo de lichame
lijkheid ervan bewuster te maken.
Dit heeft natuurlijk veel te maken
met de geschiedenis van het woord
gebruik; met het ontstaan ervan.
Maar nu is het vooral een kwes
tie van mentaliteitsverandering.
Ook bij het woord moet het dua
lisme, de te sterke scheiding tus
sen materie en geest, overwonnen
worden", zegt Peto, die zich daar
bij door zijn zeer materiële baard
strijkt.
EEN voorbeeld
Niet dit woord
dat zijn begin te boven gaat
dan het ogen - blik waarop
valt verder dan zichzelf.
Of:
De foto leert je dat ieder woord
om - wikkelt met je stem foe
draal
dat je langzaam naar ontbinding
neigt
zo ieder leef - gebaar niet wordt
om - stempeld
aan je lichaam.
Daar zitten dus voorbeelden in
'/an beide technieken. Maar daar
komt nog bij, dat ik met opzet
alles in de „je"-vorm schrijf in
plaats van „ik" of „hij". „Ik" is
te opdringerig. Dit „je" bevordert
het identificatieproces.
Ik ben ertoe gekomen mede
door mijn studie en werk in de
psychiatrische kliniek. Hetgeen ik
vertel, lijkt ingewikkeld, maar ik
ben ervan overtuigd dat het zo
door de mensen gemakkelijker gele
zen en ervaren wordt. Lichaam en
taal stonden bij de oermens veel
dichter bij elkaar. Maar de taal
is op den duur van het lichaam
afgegroeid. De oerbeleving van
het lichaam geeft meer begrip. Er
zijn veel begrippen in de taal, die
de mensen niet begrijpen. De toe
nemende specialisaties laten de
mensen steeds slechter verstaan.
Men moet hef vakjargon beperkt
houden binnen het team en daar
naast komen tot een beter ver
zorgde en verstaanbare omgangs
taal. De uitdrukking „Je lichaam
valt te weinig door de mand" in
een van mijn gedichten bijvoorbeeld
is een duidelijke uitspi aak. Wan
neer een primitief teg. r iemand
zegt: „Ik mag je niet", dan doet
hij dat door de ander een schop
onder zijn achterste te geven. Dat
is duidelijke taal. Maar wanneer
bijvoorbeeld een Amerikaan dit
letterlijk tegen me zegt, welke ga
rantie heeft deze uitdrukking dan?
JA het kan best zijn dat de Russi
sche afkomst van mijn moeder,
met wie ik me nauw verbonden
voel, invloed heeft op mijn den
ken. Peto heet eigenlijk Bert Mie-
sen. Peto (Latijn) betekent „ik
zoek" en S.A. zijn de voorletters
van zijn moeder. Dus: Bert S. A.
Peto. Dat is duidelijk. Maar hij
heeft nog andere noten op zijn
zang: namelijk Taal-Klank-Struc-
turen-'68. „Het is 'n andere manier
om de taal nog gemakkelijker over
te brengen. Het heeft ook iets te
maken met de slogan: De mens
en de vrije tijd; zelfwerkzaam
heid en. zelf creativiteit. Ik heb
100 van deze structuren gepland
en heb er nu 75 af. Het is poëzie
bekeken vanuit de consument. Het
betekent een doorbraak van het
huidige stereotiepe taalgebruik en
de te geringe post-creatieve acti
viteit bij de lezer. Hierbij is spra
ke van een flexibel taalgebruik,
waarbij klanken door de lezer zelf
kunnen worden betekend. Dit in
tegenstelling met het gebruikelijke,
waarbij de lezer passief is; enkel
undergaat. Ik heb daartoe op vier
verschillende manieren geanaly
seerde kranten in stukjes geknipt
en bepaalde aantallen letters, spa
ties en combinaties van letters op
een hoop gegooid. Met deze gege
vens ben ik willekeurige klanken
reeksen van letters en nieuwe
„woorden" gaan samenstellen.
Klanken en structuren. Zo krijgen
de letters een nieuwe dimensie,
omdat ze in klankverband staan.
JK wil nog verder gaan en letters
in een computer stoppen en
zien wat er dan uitkomt. Het
zeggen van deze klanken", be
zweert Peto, „maakt de mens op
een geiieei nieuwe wijze taalgevoe
lig. Duidelijk komt dan naar vo
ren dat de taal „an sich" muzika
le aspecten heeft. Het k" ankaspect
van de taal staat dichter bij je
lichamelijkheid. Avonden als „Jazz
and poetry" zijn onzin, want een
duidelijke eenheid is er niet. Deze
duidelijkheid is er wel in de Taal-
Klank-Structuren". Althans Peto is
ervan overtuigd. Toch bestaat er
grote kans dat deze experimenten
zo vastgelegd zullen worden, dat
ze voor iedereen hoorbaar zijn. Het
zal dan misschien interessant zijn
te zien en te horen hoe de al dan
niet taalgevoelige Nederlandse li
chamen zullen reageren.
APOCRIEF
Ch, Lous: Tristan en Isolde