Radicalen schaffen titels af
INTERVIEW MET
jv^jederlands jongste politieke partij heeft besloten met een oude stand en afstand
scheppende gewoonte te breken- de Radicalen gebruiken onderling geen dure
titels meer, maar noemen elkaar gewoon bij de naam. Dat vertelt in onderstaand inter
view drs P. (van Pieter) C. W M. Bogaers 43, bekend als bouwminister in de kabinetten
Marijnen en Cals, tot voor kort radicaal binnen de KVP nu Radicaal er buiten. De „partij
ideoloog'7 der Radicalen heeft aan een van onze redacteuren uiteengezet hoe hij tot
zijn politieke denkbeelden gekomen is en waarom hij de KVP verlaten heeft
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 APRIL 1968
21
'pnrijl drs. Pieter Bogaers zijn po
litieke credo verduidelijkt en met
lulde stem verklaart dat de KVP
hem en zijn radicale vrienden niet
progressief genoeg is, staat zijn
vrouw ons met boterhammen bij.
Lunchtijd in Laren, midden in 't
groene Gooi. Bogaers' huis is geen
villa, maar de bescheiden helft van
twee-onder-één-kap. In de voortuin
ee; forsythia die aan zijn bloei be
gint een zeker teken van de lente.
Bogaers bij de ochtendkoffie: „We
hebben hier altijd gewoond, ook toen
ik minister was. In ons gezinsleven
heeft de val van het kabinet-Cals
du. niet veel verandering gebracht"
Wel in het arbeidzame leven van het
ttzhshoofd Zijn grootste probleem:
produktiviteit is gedaald. Ik
moet alles zelf doen, brieven schrij
ven en allerlei stukken opzoeken. Dat
kost heel veel kostbare tijd".
In de kamer een bankstel zonder
tierelantijnen, een kloostertafel, stoe
len van eerlijk eikehout, kolenhaard,
radio, t.v., een rek vol grammofoon
plaatjes. Aan de muren: kruisbeeld,
geschilderd portret van de koningin,
eer kleurig wandbord dat aan zijn
huwelijksdag herinnert, twee land
schappen. twee zeegezichten en fa
miliefoto's op de schoorsteenmantel.
Een hult zoals er honderdduizenden
m Holland staan. De telefoonge
sprekken ln de andere kamer zijn
duidelijk verstaanbaar.
°P zijn verzoek hebben we de vra-
enkele dagen geleden naar hem
opgestuurd. We willen vooral uit
sluitsel over drie dingen:
Hoe ts een toegewijd KVP'er als
«gaers zolang geweest is, tenslotte
™'i u't de katholieke partij ge-
iaaKt?
JL7at dijn de grondslagen van de
.calen,en vooral: zijn zij nu con.
lessioneel of niet?
Wat willen ze eigenlijk?
°chmKteginnen ae Nacht van
0nbeSrijpelijk, onverantwoord
on teleurstellend
er bo
Geen exact moment dan waarop bij
hem de radicaliteit is doorgebroken?
P.B.: Jawel, daar heeft uw krant
voor gezorgd. Na de val van het ka
binet-Cals in oktober 1966 kreeg ik
tijd om mijn gedachten eens rustig
te overdenken. Ik heb toen ontzet
tend veel gelezen. Op 15 maart belde
de hoofdredacteur van Dagblad de
Stem op met de vraag of ik mee wil
de doen aan een artikelenreeks over
partij vernieuwing. Ik zei ja en dat
was de gelegenheid om mijn gedach
ten te formuleren.
Bogaers' stuk werd op 15 april in
Dagblad de Stem gepubliceerd en het
opschrift was: Werkelijke bewogen
heid nodig met het lot van de mede
mens/Juist Nu Behoefte Aan Radi
cale Christelijke Politiek
P.B.: Over politiek op christelijke
grondslag werd na de verkiezingen
van 15 februari 1967 praktisch geen
goed woord gezegd of geschreven. Ik
heb geworsteld met de vraag of het
christendom als bron van politieke
inspiratie vdor velen een achter
haalde zaak was geworden, vieux jeu
was of niet Juist in die dagen
kreeg ik kennis van stukken van de
Amerieain- groep, van jonge mensen
als Jurgens. De lectuur daarvan hielp
mij gauw over mijn aarzeling heen.
Het evangelie kan wel degelijk een
inspiratiebron zijn, maar dan naar
mijn mening tot een radicale conse-
quent-vooruitstrevende politiek
wordt uitgezet. Ons is het er steeds
om te doen geweest de vorming van
een onduidelijk centrumblok te ver
mijden, en dat is ook in Arnhem
afgesproken.
Heeft Bogaers de uitzending zelf ge
zien?
P.B.: Ja, in die stoel daar. Ik dacht:
hoc is het mogelijk! Het was een om
kering van de afspraken van Arn
hem.
heeft NKV-voorzlt-
herfc Mfttens gezegd, en daarin
wei twi» w"n elgen gevoelens zeer
dat e visten in het kabinet
voor de fMan het hand3e was- en
tw-emas! t nacht heett Cals tot'
woorrwtl e aa" de eerstverant-
om e™ ln Kvp en KVP-fractie
tweemaaffnrek »evraaSd- Dat is tot
van vi7Be.geweigerd. De houding
ook ometet q~lraCtie is onbegrijpelijk,
starrlit Scilmelzer (die op de tot-
m h r'n® van het kabinet-Cals
tHriJifïss?nd® invloed heeft gehad
deliik de kabinetsformatie herhaal-
d el li 660 Pers00nlij k beroep op Von-
tinnni aan heeft om toch de im-
uanoi P°st van minister van Fi
nanciën te willen nemen. De KVP
e.,. ar Seen kandidaat voor. Von-
voelde er eerst niets voor,
sand- het onder Schmelzers
ng tenslotte toch maar ge-
heeft' ?nbaS™jpelijk: in die nacht
srenii KVP-fractie geen overleg
HaaJ! met de PvdA, en ook niet
r'. hoewel de socialisten
Na d°rs 'n coalitie waren.
PersnLrv1 van het kabinet heb ik
persoonlek nog pogingen gedaan om
resultaat herstellen, maar zonder
ien?neer iS S°9aers radicaal gewor-
P-B-: Dat is eigenlijk een proces van
S. '®ste twintig jaar. In 1948 ben
kom NKV (toen nog KAB) ge
komen, zoals u weet, en in 1959 in
?Li'W6ede Kamer voor de KVP. Het
mii altijd verwonderd dat het
moeilijk was in de KVP tot een
•insistent (niet voor tweeërlei uitleg
waterdicht) beleid te ko-
cn Ook in de fractie overheerste
™ga] eens de neiging op twee ge-
tochten te hinken:
Meer daarover aanstonds, eerst Arn
hem. Geloofde Bogaers werkelijk dat
de brug die op de partijraad van S
en 9 december in Arnhem tussen de
christen-democraten van Aalberse-
Schmelzer en de radicalen geslagen
werd, begaanbaar was?
P.B.: Ik ben op die zaterdagavond
tevreden naar huis gegaan. We had
den natuurlijk geen zekerheid dat
het zou lukken de KVP van binnen
uit om te vormen tot een consequent
vooruitstrevende partij, maar bij
onze groep was toch voldoende ver
trouwen aanwezig.
Buitenstaander geloofden niet erg ln
de vrede van Arnhem
P.B.: Als je er midden in zit, is dat
anders. Overigens rezen ook bij ons
al gauw twijfels. Als je de volgende
dag hoort dat er zijn, onder wie per
sonen met grote verantwoordelijk
heid, die vinden dat ze de radicalen
teveel tegemoetgekomen zijn Kort
daarna werden we geconfronteerd
met een georganiseerde actie om in
een bepaalde kring alle radicalen uit
het bestuur te weren.
De moeilijkheden rond de kandi
daatstelling voor het nieuwe partij
bestuur?
P.B.: Tja... Mij Interesseerde niet
of ik persoonlijk aanvaard werd als
kandidaat voor het vice-voorzitter-
schap of niet. Belangrijk voor mij
was de vraag: in hoeverre is er nog
een minimum aan vertrouwen aan
wezig? In een onderhoud met de vier
wijze mannen die de moeilijkheden
moesten oplossen, heb ik gezegd: je
kunt feitelijk maar één keer vast
stellen dat je nog kans ziet samen
met anderen een partij, die door al
lerlei omstandigheden in de put te
recht is gekomen, er weer uit te ha
len. Maar als diezelfde partij vlak
daarop nog dieper in de put terug
valt dan vóór Arnhem, dan heb je
een heel ander voorstel nodig dan
begin januari op tafel werd gelegd,
om anderen en jezelf opnieuw een
minimum aan vertrouwen te kunnen
geven. En midden in die vertrouwens
crisis kregen we toen die „Dreigro-
schenoper"
Het t.v.-optreden van Schmelzer,
Biesheuvel en Mellema, de annun
ciatie van de Christen-Democrati
sche Unie?
p b Juist. Die samenwerking is het
dakï maar de heer Schmelzer ver
geet dat eerst het fundament gelegd
moet worden. Samenwerking op
christelijke grondslag betekent niets,
als niet eerst de politieke koers
Met Aarden en anderen heeft Bo
gaers daarna zijn lidmaatschap van
de KVP opgezegd.
P.B.: Asjeblieft, ik heb deze brief
aan het partijbestuur geschreven.
(Een citaat: ,,Om het nog pens zo
duidelijk mogelijk te zeggen: ik ge
loof er niet meer in dat het zonder
een zekere schelding der geesten
mogelijk zal zijn de KVP te maken
tot die echt, die consequent, die ra
dicaal vooruitstrevende partij die
deze tijd nodig heeft").
In die afscheidsbrief staat ook dat
Bogaers niet gelooft dat de concrete
programmapunten die uit een con
sequent vooruitstrevend beleid voort
vloeien zijn waar te maken zonder
samenwerking met niet-confessione-
le groeperingen die een gelijk ge
richt beleid wensen. Welke bijvoor
beeld?
P.B.: Met groeperingen als de PvdA
en D'66 bijvoorbeeld al is daarmee
niet gezegd dat de PvdA niet duide
lijker behoeft te worden. Wat de ARP
betreft laat ik de hoop bepaald niet
varen: ik hoop dat de radicalen in
de ARP de partij mee weten te krij
gen. In de CHU zijn er ook die met
ons willen meedoen, ik hoop dat deze
mensen bij ons komen. Ik sluit zelfs
bepaalde personen die nu in de VVD
zitten, niet uit, want ook daar zijn
krachten werkzaam die een progres
sieve koers willen. Als de herverka
veling die wij op gang gebracht heb
ben, zich zal doorzetten, is er wel
licht ook een gesprek met groepen
uit de PSP mogelijk.
Sommigen zeggen dat de KVP'ers
die in het kabinet-Cals een minis
terspost bezetten, hun nederlaag niet
kunnen verkroppen. Zijn de druiven
te zuur, worden zij gedreven door
rancune?
P.B.: Deze manier van redeneren ls
helaas een beetje karakteristiek ge
worden voor een aantal groeperin
gen ln de KVP. Als zakelijke argu
menten ontbreken, gooit men het
over de persoonlijke boegIk ben
er misselijk van geworden. Die men
taliteit geeft nog duidelijker aan dat
de zaak vermolmd is da.n de finan
ciële moeilijkheden.
Maar het kwaad straft zich zelf
Waf vindt Bogaers van de radicalen
die in de KVP gebleven zijn?
P.B.: Zij vertrouwen nog dat zij hun
doelsteUingen in de KVP kunnen
verwezenlijken. Als zij inderdaad het
zelfde willen als wij, zal ook voor
hen vroeg of laat het uur U aanbre
ken. Het is een kwestie van tijd.
De bedelbrief van De Quay?
P.B.: Daarvan heb ik gezegd dat de
inhoud zo duidelijk is dat commen
taar overbodig is. Iedere lezer trek-
ke daaruit zijn eigen conclusie.
Mijn advies: Póstbus 10, Lely
stad (het postadres der Radicalen).
Die brief is een logisch gevolg op de
t.v.-uitzending. opnieuw: een exclu
sief samengaan van de christelijke
partijen zonder dat vaststaat welk
beleid gevoerd gaat worden.
In het voorlopig program van de
Radicalen staat dat de oprichters
christenen zijn die een progressief
beleid willen verwezenlijken en daar
bij hun christen-zijn als een wezen
lijke bron van inspiratie ervaren.
Betekent dit dat de Radicalen toch
een confessionele partij zijn?
P.B.: (zeer uitvoerig): De partij Ra
dicalen is niet een party die een, of
erger nog, de christelijke politiek
Drs. P. C. W. M. Bogaers, „partij-ideoloog" der Radicalen In Arnhem nog in Schmelzers KVP....
gaat realiseren. We mogen zelfs niet
de schijn wekken dat een partij of
een politiek aan het predikaat „chris
telijk" voldoet of kan voldoen. Maar
de christenen in de partij (er zijn
ook anderen) wilden niet verdoeze
len dat voor hen het politieke hande
len daartoe behoort ook de inten
siteit waarmee je je inzet voor de
realisering van politieke doeleinden
alles te maken heeft met hun
christen-zijn. Wij, de christenen in
de partij, willen ons politiek hande
len integreren in de belangrijkste
taak die Christus ons in dit leven
gegeven heeft: het bewoonbaar ma
ken van de wereld. Zijn schepping
mede voltooien dat is de opdracht
van de Schepper. We moeten de po
litiek durven zien als een opdracht.
Krijgen de Radicalen zo toch niet
het image een christelijke, een con
fessionele partij te zijn?
P.B.: Wij hebben geen pretenties.
Wij zeggen niet dat de inspiratiebron
van het Evangelie beter is dan ande
re bronnen. Dat is ze natuurlijk wel
voor de christenen zelf, maar als an
deren dat anders zien, dan is dat hun
goed recht en dan aanvaarden wij
dat zonder meer. Er zijn immer i di
verse bronnen waaruit je leeft en
werkt, de humanistische en de socia
listische maatschappij-opvatting bij
voorbeeld. In de praktijk kunnen
christenen en anderen tot een gelijk
gerichte politiek komen. En de chris
tenen moeten er daarom naar mijn
mening doelbewust naar streven om
een samenwerking tussen dergelijke
gelijk gerichte krachten tot stand te
brengen.
Samenwerking, akkoord, maar dat
betekent nog niet dat er ook binnen
de Radicalenpartij ruimte voor niet-
chrlstenen is.
P.B.: Die is er wel. Iedereen is wel
kom en mag zijn eigen inspiratiebron
meebrengen. De onderlinge beïnvloe
ding waarderen wij ais een positief
element. Dus: mèt anderen in de
partij en mèt anderen ais partij. Van
de andere kant heeft iedereen er
recht op te weten dat de partij in
de eerste plaats wil zijn een politiek
tehuis voor christenen die in de po
litiek een progressief beleid willen
verwezenlijken en die daarbij hun
christen-zijn als een wezenlijke bron
van inspiratie ervaren. Mede daarom
ben ik van mening dat een samen
werkingsverband met andere partijen
zeker in de eerste tijd DE manier is
om een progressieve concentratie tot
stand te brengen. We hebben nu een
maal zo lang in verschillende huizen
gewoond. Maar dat is voor mij geen
dogma. Stel dat op langere termijn
zou blijken (je weet niet in welk
geestelijk klimaat je over acht of tien
jaar leeft), dat een fusie van partijen
een betere organisatiestructuur zou
zijn om de inspiratiebronnen meer
optimaal te laten vloeien, dan zal ik
de eerste zijn om ja te zegg entegen
een verdergaande ontwikkeling. Om
gekeerd vertrouw ik dat ook ande
ren, die nu al menen dat het daar
naar toe moet, er geen dogma's op
na houden, en rekening willen hou
den met de ervaringen die wij zullen
opdoen in de periode van het sa
menwerkingsverband.
Denkt Aarden er ook zo over?
P.B.: Ieder zegt het op zijn eigen
manier, maar Aarden is het eens met
de grondgedachte. Ik weet dat men
tussen ons een wig heeft proberen
te drijven. De bekende tactiek
Vindt Bogaers de KVP niet christe
lijk geïnspireerd, niet radicaal, niet
progressief? Gaarne voorbeelden.
P.B.: Ik heb bezwaar tegen de vraag
stelling. We moeten elkaar niet ver
ketteren, we leven in een pluriforme
maatschappij waarin wij aan ande
ren en anderen aan ons een eigen
mening moeten gunnen
Maar omwille van de duidelijkheid
toch graag voorbeelden die aantonen
dat de KVP voor u niet progressief
genoeg is.
P.B.: Nou, neem het werkgelegen
heidsbeleid. Met alle respect voor
de vele honderden miljoenen die dit
kabinet beschikbaar gesteld heelt,
moet ik toch zeggen dat het een be-
leid-achteraf is. Het is verbrokkeld
in de tijd, verbrokkeld over de de
partementen en verbrokkeld in con
ceptie. Het bewijst een gebrek aan
strategisch denken. Het is ook niet
succesvol: op het einde van febru
ari waren er 6000 werklozen meer
dan in februari 1967. Nodig is een
plan waarin rekening gehouden
wordt met alle oorzaken, de conjunc
turele en de structurele, ook die ln
de diverse landstreken. (Aan de
hand van het voorbeeld Tilburg be
pleit Bogaers: tijdiger maatregelen,
uitbreiding van het assortiment
maatregelen, een commissariaat voor
de werkgelegenheid dat aciveert en
integreert en vraagt tenslotte of
de overheid niet een participatiemaat
schappij naar Ialiaans model moet
oprichten, een instelling die mede
met overheidsgelden concrete pro
jecten van de grond helpt en zich
daarna geleidelijk terugtrekt.)
Het woningbouwbeleid?
P.B.: Dat is ook niet progressief ge
noeg. Ik vrees dat het aantal wonin
gen dit jaar dichter bij de 100.000 zal
liggen dan bij de aangekondigde
125.000. Het aantal te bouwen wo
ningwetwoningen is teruggebracht
van 60.000 tot 50.000, maar ook dat
zal niet te halen zijn, omdat het op
de begroting uitgetrokken bedrag
mijns inziens te laag is. Van de ge
programmeerde 25.000 ongesubsidi
eerde woningen halen ze maar iets
meer dan de helft, vrees ik. In de
premiesector zal men de doelstelling
in het westen wel bereiken, maar
daar buiten niet: de institutionele
beleggers geven niet voldoende aan
dacht aan die gebieden. Tenslotte
worde de doorstromingspolitiek te
traag gerealiseerd met als afschu
welijk gevolg dat duizenden huizen
leeg zullen staan, terwijl er tiendui
zenden woningzoekenden en honderd
duizenden krotbewoners zijn; met als
bijkomend effect dat ook hierdoor de
nieuwbouw wordt afgeremd.
De ruimtelijke ordenlngr
P.B-: Ook op dat terrein ls een
progressiever beleid nodig, als we
ons land in de toekomst leefbaar
willen houden. Het kabinet-Cals heeft
anderhalf jaar geleden de Tweede
Nota over de Ruimtelijke Ordening
uitgebracht, een stuk met als belang
rijkste doelstelling: een achtergrond
te bieden voor het beleid nü. Daarom
had de nota al lang gevolgd moeten
zijn door een concreet eerste mid
dellange termijnprogramma. Daar
van is nog zo goed als niets te be
speuren.
De ontwikkelingshulp7
P.B.: Men staart zich misschien te
veel blind op de vraag hoeveel pro
cent van het nationale inkomen daar
aan besteed moet worden. Er zijn ook
andere maatregelen mogelijk. Denk
maar aan de alternatieve dienst
plicht. Als de politieke wil er is. moet
dat toch kunnen! En waarom wordt
aan sommige van onze universiteiten
geen speciale gelegenheid gegeven
aan degenen die zich daarvoor wil
len inzetten, om zich te specialiseren
op de problematiek van de ontwik
kelingslanden? Voor een nieuwe aan
pak is moed nodig, maar met de
middelen uit grootmoeders tijd los
je de problemen van deze tijd niet
op.
De medezeggenschap en het al dan
niet mondig-zijn van „de gewone
man"?
PB.: „De gewone man- - dat
vind ik een buitengewoon denigreren
de uitdrukking. We zijn allemaal
maar gewone mensen. Bij ons, bij
de Radicalen, hebben we alle titels
afgeschaft en daar was maar één
woord voor nodig. Over medezeggen
schap in de ondernemingen zou ik
uren kunnen praten. Onderwijs, ra
dio, t.v-, pers en andere communi
catievormen hebben de mensen mon
dig gemaakt en de consequentie daar
van is inspraak inspraak op poli
tiek, economisch en sociaal-cultureel
terrein. Nu!
Dat betekent een herziening nan de
structuur der ondernemingen. In het
voorlopig programma der Radicalen
staat dat eigendom niet onaantast
baar is.....
P.B.: Ik ben geen voorstander van
grootscheepse nationalisatieprogram
ma's. Integendeel!
Ik heb geen grote verwachtingen van
kolossale overheidsadministraties die
daarvan het gevolg zijn. De stinulans
van het particulier initiatief is be
paald niet te onderschatten. Waar
het om gaat is dit: de kansen, die
nu slechts enkelen hebben, aan veel
meer mensen geven. Dat betekent
structuurhervormingen, maar ook 'n
mentaliteitsverandering.
Het eerste punt van het voorlopig
program van de Radicalen is de plicht
tot persoonlijke inzet. Betekent dat
een kistje sigaren sturen naar een
pater in Bolivia of zich inzetten voor
ontwikkelingshulp door hervorming
van de structuren?
P.B.: Het is èn het een èn het
ander. Tegenwoordig wordt maar al
te gemakkelijk gezegd dat de over
heid het maar moet doen. Een voor
beeld. Op het lyceum van mijn kin
deren is als gevolg van lessen over
ontwikkelingshulp een spontane ac
tie gevoerd voor de Baliemvallei op
Nieuw-Guinea. Belangrijker dan de
opbrengst (f 7.006) is de mentali
teitsverandering die daar plaatsvindt.
Als deze jongeren later verantwoor
delijkheid dragen, zullen ze in heel
andere dimensies kunnen denken.
Een ander voorbeeld. Het schijnt
nogal eens voor te komen dat in het
najaar in gesubsidieerde instellingen,
waaronder universiteiten, gelden van
de overheid nog niet zijn besteed en
dat daarvoor dan in allerijl beste
dingsmogelijkheden worden gezocht.
Dat gebeurt dan nogal eens door pro
jecten te entameren, die duidelijk
niet de hoogste prioriteit hebben.
Geldverspilling van gemeenschaps
geld, die bij een meer persoonlijke in
zet voorkomen zou zijn. Nog een
voorbeeld. Hoeveel rommel vind je
niet na een zonnig weekeinde op een
recreatieterrein? Gebrek aan per
soonlijke inzet!
In Dagblad De Stem van 15 april 1967
heeft Bogaers deze tijd „supermate-
rialistisch" genoemd.
P.B.: Ik vraag mij af of onze wes
terse samenleving structureel ge
zien wel goed in elkaar zit. In onze
structuren zou meer de nadruk moe
ten vallen op het zijn, terwijl voort
durend 't hebben wordt beklemtoond.
Een economie die drijft op een recla
me met de slagzin „Mensen moeten
alles willen kopen", zit mijns inziens
niet goed in elkaar
Dat hangt misschien samen met ons
kapitalistisch systeem. Elke produ
cent doet zijn best de consument er
van te overtuigen dat hij zijn pro-
dukten hebben moet om gelukkig te
kunnen zijn. Moeten we naar het so
cialistische stelsel toe?
P.B.: Zeker niet! Hoe dit probleem
wel moet worden opgelost? Ik wil
niet op alle vragen een antwoord
hebben. We moeten naar een inte
grale democratisering van de sa
menleving toe, en daarin met zijn
allen de beste antwoorden zoeken.
Een heel andere vraag: hoe is het
Atlantisch Bondgenootschap dienst
baar te maken aan de ontspanning
tussen Oost en West, ook een pro
grammapunt der Radicalen.
P.B.: De weg naar ontspanning en
ontwapening zal naar mijn mening
moeten lopen via verstrengeling van
economische belangen. Diezelfde weg
heeft Robert Schuman bewandeld:
Frankrijk en Duitsland zijn econo
misch nu zo sterk aan elkaar gebon
den dat een oorlog tussen die twee
landen bijna even ondenkbaar is als
een oorlog tussen provincies in ons
land. Wat de Oost-West-verhouding
betreft geloof ik dat het een van de
grootste taken van West-Europa is
om de samenwerking, vooral ook die
op economisch terrein, met Oost-
Europa doelbewust te organiseren.
Zo groeit vertrouwen en ln dat kli
maat van reëele ontspanning kan
over wederzijdse ontwapening ge
praat worden. Die doelstelling had
ook betrokken moeten worden in het
overleg met Engeland over de toe
treding tot de E.E.G.
In het Radicalen-program wordt ook
gesproken over staatsrechtelijke her
vormingen, waardoor een kabinet niet
meer vervangen kan worden buiten
de kiezers om.
P.B.: Uitgaande van een situatie
waarin de partijen verbonden zijn
in samenwerkingsverbanden: nieuwe
verkiezingen als het kabinet valt,
waarbij mijns inziens niet ter zake
doet of dit gebeurt omdat één van
de poten van het kabinet wegvalt óf
omdat, in het geval van een minder
heidskabinet, de (stilzwijgende) steun
van sommige niet aan het kabinet
deelnemende partijen verdwijnt óf
om andere redenen.
Punt 2 van het Radicalen-program:
geen belastingverlagingzolang er
nog zoveel te doen valt. Zo nodig ook
belastingverhoging?
P.B.: Wat wij willen, kost geld
en dat moet ergens vandaan komen.
Er zijn vier mogelijkheden om de
overheidsuitgaven op te voeren zon
der inflatie. In de eerste plaats krach
tige stijging van de produktie door
ook de groeiproblematiek radicaal
aan te pakken (door doeltreffende in-
dustrialisatiepolitiek, maar ook door
het durven geven van inspraak aan
alle deelnemers in het produktiepro-
ces en vormen van winstdeling die
via mede-eigendom van de investe
ringen veel bredere lagen van de be
volking persoonlijk bij de economi
sche groei betrekken). De zo bereikte
sterkere economische groei leidt tot
hogere belastingopbrengsten.
Een tweede mogelijkheid is een
doelbewuste vergroting van de bespa
ringen. Dit stelt de overheid in staat
méér geld te lenen dan nu mogelijk;
is. Hierbij valt te denken aan uit
breiding der winstdelings- en spaar
regelingen per onderneming, en aan
spaar- en investeringsloon.
In de derde plaats: grondige wij
ziging in het patroon van de be
staande overheidsuitgaven. Wat vroe
ger noodzakelijk was, kan nu mis
schien best een lagere prioriteit krij
gen. Een onderzoek naar deze mo
gelijkheid zou niet alleen door het ka
binet, maar ook door de politieke
partijen gedaan moeten worden.
Als de combinatie van extra-inspan
ning op het gebied van de produktie,
verhoging van de besparingen èn wij
ziging van het huidige uitgavenpa
troon van de overheid niet voldoende
helpt, dan zal aan belastingverho
ging niet te ontkomen zijn.
Laatste vraag: wat hoopt Bogaers
van de Radicalen?
P.B.: Ik hoop dat wij een partij
zuilen zijn die in beweging is en
blijft, en die het meedenken over po
litieke zaken doelbewust durft te be
vorderen. Een partij ook die zichzelf
niet genoeg is, maar met anderen
een meerderheid durft te worden.
De forsythia in Bogaers' voortuin
lijkt nog heviger te bloeien dan
drie uur geleden. En terwijl we
naar huis rijden, klinkt zijn stem
nog na: „Het woord onmogelijk
komt mij niet vaak over de lip
pen
Hij meent wat hij zegt. Zou rijn
geloof ook bergen kunnen ver
zetten
K. BASTIANEW