Radicalen schaffen titels af INTERVIEW MET jv^jederlands jongste politieke partij heeft besloten met een oude stand en afstand scheppende gewoonte te breken- de Radicalen gebruiken onderling geen dure titels meer, maar noemen elkaar gewoon bij de naam. Dat vertelt in onderstaand inter view drs P. (van Pieter) C. W M. Bogaers 43, bekend als bouwminister in de kabinetten Marijnen en Cals, tot voor kort radicaal binnen de KVP nu Radicaal er buiten. De „partij ideoloog'7 der Radicalen heeft aan een van onze redacteuren uiteengezet hoe hij tot zijn politieke denkbeelden gekomen is en waarom hij de KVP verlaten heeft DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 APRIL 1968 21 'pnrijl drs. Pieter Bogaers zijn po litieke credo verduidelijkt en met lulde stem verklaart dat de KVP hem en zijn radicale vrienden niet progressief genoeg is, staat zijn vrouw ons met boterhammen bij. Lunchtijd in Laren, midden in 't groene Gooi. Bogaers' huis is geen villa, maar de bescheiden helft van twee-onder-één-kap. In de voortuin ee; forsythia die aan zijn bloei be gint een zeker teken van de lente. Bogaers bij de ochtendkoffie: „We hebben hier altijd gewoond, ook toen ik minister was. In ons gezinsleven heeft de val van het kabinet-Cals du. niet veel verandering gebracht" Wel in het arbeidzame leven van het ttzhshoofd Zijn grootste probleem: produktiviteit is gedaald. Ik moet alles zelf doen, brieven schrij ven en allerlei stukken opzoeken. Dat kost heel veel kostbare tijd". In de kamer een bankstel zonder tierelantijnen, een kloostertafel, stoe len van eerlijk eikehout, kolenhaard, radio, t.v., een rek vol grammofoon plaatjes. Aan de muren: kruisbeeld, geschilderd portret van de koningin, eer kleurig wandbord dat aan zijn huwelijksdag herinnert, twee land schappen. twee zeegezichten en fa miliefoto's op de schoorsteenmantel. Een hult zoals er honderdduizenden m Holland staan. De telefoonge sprekken ln de andere kamer zijn duidelijk verstaanbaar. °P zijn verzoek hebben we de vra- enkele dagen geleden naar hem opgestuurd. We willen vooral uit sluitsel over drie dingen: Hoe ts een toegewijd KVP'er als «gaers zolang geweest is, tenslotte ™'i u't de katholieke partij ge- iaaKt? JL7at dijn de grondslagen van de .calen,en vooral: zijn zij nu con. lessioneel of niet? Wat willen ze eigenlijk? °chmKteginnen ae Nacht van 0nbeSrijpelijk, onverantwoord on teleurstellend er bo Geen exact moment dan waarop bij hem de radicaliteit is doorgebroken? P.B.: Jawel, daar heeft uw krant voor gezorgd. Na de val van het ka binet-Cals in oktober 1966 kreeg ik tijd om mijn gedachten eens rustig te overdenken. Ik heb toen ontzet tend veel gelezen. Op 15 maart belde de hoofdredacteur van Dagblad de Stem op met de vraag of ik mee wil de doen aan een artikelenreeks over partij vernieuwing. Ik zei ja en dat was de gelegenheid om mijn gedach ten te formuleren. Bogaers' stuk werd op 15 april in Dagblad de Stem gepubliceerd en het opschrift was: Werkelijke bewogen heid nodig met het lot van de mede mens/Juist Nu Behoefte Aan Radi cale Christelijke Politiek P.B.: Over politiek op christelijke grondslag werd na de verkiezingen van 15 februari 1967 praktisch geen goed woord gezegd of geschreven. Ik heb geworsteld met de vraag of het christendom als bron van politieke inspiratie vdor velen een achter haalde zaak was geworden, vieux jeu was of niet Juist in die dagen kreeg ik kennis van stukken van de Amerieain- groep, van jonge mensen als Jurgens. De lectuur daarvan hielp mij gauw over mijn aarzeling heen. Het evangelie kan wel degelijk een inspiratiebron zijn, maar dan naar mijn mening tot een radicale conse- quent-vooruitstrevende politiek wordt uitgezet. Ons is het er steeds om te doen geweest de vorming van een onduidelijk centrumblok te ver mijden, en dat is ook in Arnhem afgesproken. Heeft Bogaers de uitzending zelf ge zien? P.B.: Ja, in die stoel daar. Ik dacht: hoc is het mogelijk! Het was een om kering van de afspraken van Arn hem. heeft NKV-voorzlt- herfc Mfttens gezegd, en daarin wei twi» w"n elgen gevoelens zeer dat e visten in het kabinet voor de fMan het hand3e was- en tw-emas! t nacht heett Cals tot' woorrwtl e aa" de eerstverant- om e™ ln Kvp en KVP-fractie tweemaaffnrek »evraaSd- Dat is tot van vi7Be.geweigerd. De houding ook ometet q~lraCtie is onbegrijpelijk, starrlit Scilmelzer (die op de tot- m h r'n® van het kabinet-Cals tHriJifïss?nd® invloed heeft gehad deliik de kabinetsformatie herhaal- d el li 660 Pers00nlij k beroep op Von- tinnni aan heeft om toch de im- uanoi P°st van minister van Fi nanciën te willen nemen. De KVP e.,. ar Seen kandidaat voor. Von- voelde er eerst niets voor, sand- het onder Schmelzers ng tenslotte toch maar ge- heeft' ?nbaS™jpelijk: in die nacht srenii KVP-fractie geen overleg HaaJ! met de PvdA, en ook niet r'. hoewel de socialisten Na d°rs 'n coalitie waren. PersnLrv1 van het kabinet heb ik persoonlek nog pogingen gedaan om resultaat herstellen, maar zonder ien?neer iS S°9aers radicaal gewor- P-B-: Dat is eigenlijk een proces van S. '®ste twintig jaar. In 1948 ben kom NKV (toen nog KAB) ge komen, zoals u weet, en in 1959 in ?Li'W6ede Kamer voor de KVP. Het mii altijd verwonderd dat het moeilijk was in de KVP tot een •insistent (niet voor tweeërlei uitleg waterdicht) beleid te ko- cn Ook in de fractie overheerste ™ga] eens de neiging op twee ge- tochten te hinken: Meer daarover aanstonds, eerst Arn hem. Geloofde Bogaers werkelijk dat de brug die op de partijraad van S en 9 december in Arnhem tussen de christen-democraten van Aalberse- Schmelzer en de radicalen geslagen werd, begaanbaar was? P.B.: Ik ben op die zaterdagavond tevreden naar huis gegaan. We had den natuurlijk geen zekerheid dat het zou lukken de KVP van binnen uit om te vormen tot een consequent vooruitstrevende partij, maar bij onze groep was toch voldoende ver trouwen aanwezig. Buitenstaander geloofden niet erg ln de vrede van Arnhem P.B.: Als je er midden in zit, is dat anders. Overigens rezen ook bij ons al gauw twijfels. Als je de volgende dag hoort dat er zijn, onder wie per sonen met grote verantwoordelijk heid, die vinden dat ze de radicalen teveel tegemoetgekomen zijn Kort daarna werden we geconfronteerd met een georganiseerde actie om in een bepaalde kring alle radicalen uit het bestuur te weren. De moeilijkheden rond de kandi daatstelling voor het nieuwe partij bestuur? P.B.: Tja... Mij Interesseerde niet of ik persoonlijk aanvaard werd als kandidaat voor het vice-voorzitter- schap of niet. Belangrijk voor mij was de vraag: in hoeverre is er nog een minimum aan vertrouwen aan wezig? In een onderhoud met de vier wijze mannen die de moeilijkheden moesten oplossen, heb ik gezegd: je kunt feitelijk maar één keer vast stellen dat je nog kans ziet samen met anderen een partij, die door al lerlei omstandigheden in de put te recht is gekomen, er weer uit te ha len. Maar als diezelfde partij vlak daarop nog dieper in de put terug valt dan vóór Arnhem, dan heb je een heel ander voorstel nodig dan begin januari op tafel werd gelegd, om anderen en jezelf opnieuw een minimum aan vertrouwen te kunnen geven. En midden in die vertrouwens crisis kregen we toen die „Dreigro- schenoper" Het t.v.-optreden van Schmelzer, Biesheuvel en Mellema, de annun ciatie van de Christen-Democrati sche Unie? p b Juist. Die samenwerking is het dakï maar de heer Schmelzer ver geet dat eerst het fundament gelegd moet worden. Samenwerking op christelijke grondslag betekent niets, als niet eerst de politieke koers Met Aarden en anderen heeft Bo gaers daarna zijn lidmaatschap van de KVP opgezegd. P.B.: Asjeblieft, ik heb deze brief aan het partijbestuur geschreven. (Een citaat: ,,Om het nog pens zo duidelijk mogelijk te zeggen: ik ge loof er niet meer in dat het zonder een zekere schelding der geesten mogelijk zal zijn de KVP te maken tot die echt, die consequent, die ra dicaal vooruitstrevende partij die deze tijd nodig heeft"). In die afscheidsbrief staat ook dat Bogaers niet gelooft dat de concrete programmapunten die uit een con sequent vooruitstrevend beleid voort vloeien zijn waar te maken zonder samenwerking met niet-confessione- le groeperingen die een gelijk ge richt beleid wensen. Welke bijvoor beeld? P.B.: Met groeperingen als de PvdA en D'66 bijvoorbeeld al is daarmee niet gezegd dat de PvdA niet duide lijker behoeft te worden. Wat de ARP betreft laat ik de hoop bepaald niet varen: ik hoop dat de radicalen in de ARP de partij mee weten te krij gen. In de CHU zijn er ook die met ons willen meedoen, ik hoop dat deze mensen bij ons komen. Ik sluit zelfs bepaalde personen die nu in de VVD zitten, niet uit, want ook daar zijn krachten werkzaam die een progres sieve koers willen. Als de herverka veling die wij op gang gebracht heb ben, zich zal doorzetten, is er wel licht ook een gesprek met groepen uit de PSP mogelijk. Sommigen zeggen dat de KVP'ers die in het kabinet-Cals een minis terspost bezetten, hun nederlaag niet kunnen verkroppen. Zijn de druiven te zuur, worden zij gedreven door rancune? P.B.: Deze manier van redeneren ls helaas een beetje karakteristiek ge worden voor een aantal groeperin gen ln de KVP. Als zakelijke argu menten ontbreken, gooit men het over de persoonlijke boegIk ben er misselijk van geworden. Die men taliteit geeft nog duidelijker aan dat de zaak vermolmd is da.n de finan ciële moeilijkheden. Maar het kwaad straft zich zelf Waf vindt Bogaers van de radicalen die in de KVP gebleven zijn? P.B.: Zij vertrouwen nog dat zij hun doelsteUingen in de KVP kunnen verwezenlijken. Als zij inderdaad het zelfde willen als wij, zal ook voor hen vroeg of laat het uur U aanbre ken. Het is een kwestie van tijd. De bedelbrief van De Quay? P.B.: Daarvan heb ik gezegd dat de inhoud zo duidelijk is dat commen taar overbodig is. Iedere lezer trek- ke daaruit zijn eigen conclusie. Mijn advies: Póstbus 10, Lely stad (het postadres der Radicalen). Die brief is een logisch gevolg op de t.v.-uitzending. opnieuw: een exclu sief samengaan van de christelijke partijen zonder dat vaststaat welk beleid gevoerd gaat worden. In het voorlopig program van de Radicalen staat dat de oprichters christenen zijn die een progressief beleid willen verwezenlijken en daar bij hun christen-zijn als een wezen lijke bron van inspiratie ervaren. Betekent dit dat de Radicalen toch een confessionele partij zijn? P.B.: (zeer uitvoerig): De partij Ra dicalen is niet een party die een, of erger nog, de christelijke politiek Drs. P. C. W. M. Bogaers, „partij-ideoloog" der Radicalen In Arnhem nog in Schmelzers KVP.... gaat realiseren. We mogen zelfs niet de schijn wekken dat een partij of een politiek aan het predikaat „chris telijk" voldoet of kan voldoen. Maar de christenen in de partij (er zijn ook anderen) wilden niet verdoeze len dat voor hen het politieke hande len daartoe behoort ook de inten siteit waarmee je je inzet voor de realisering van politieke doeleinden alles te maken heeft met hun christen-zijn. Wij, de christenen in de partij, willen ons politiek hande len integreren in de belangrijkste taak die Christus ons in dit leven gegeven heeft: het bewoonbaar ma ken van de wereld. Zijn schepping mede voltooien dat is de opdracht van de Schepper. We moeten de po litiek durven zien als een opdracht. Krijgen de Radicalen zo toch niet het image een christelijke, een con fessionele partij te zijn? P.B.: Wij hebben geen pretenties. Wij zeggen niet dat de inspiratiebron van het Evangelie beter is dan ande re bronnen. Dat is ze natuurlijk wel voor de christenen zelf, maar als an deren dat anders zien, dan is dat hun goed recht en dan aanvaarden wij dat zonder meer. Er zijn immer i di verse bronnen waaruit je leeft en werkt, de humanistische en de socia listische maatschappij-opvatting bij voorbeeld. In de praktijk kunnen christenen en anderen tot een gelijk gerichte politiek komen. En de chris tenen moeten er daarom naar mijn mening doelbewust naar streven om een samenwerking tussen dergelijke gelijk gerichte krachten tot stand te brengen. Samenwerking, akkoord, maar dat betekent nog niet dat er ook binnen de Radicalenpartij ruimte voor niet- chrlstenen is. P.B.: Die is er wel. Iedereen is wel kom en mag zijn eigen inspiratiebron meebrengen. De onderlinge beïnvloe ding waarderen wij ais een positief element. Dus: mèt anderen in de partij en mèt anderen ais partij. Van de andere kant heeft iedereen er recht op te weten dat de partij in de eerste plaats wil zijn een politiek tehuis voor christenen die in de po litiek een progressief beleid willen verwezenlijken en die daarbij hun christen-zijn als een wezenlijke bron van inspiratie ervaren. Mede daarom ben ik van mening dat een samen werkingsverband met andere partijen zeker in de eerste tijd DE manier is om een progressieve concentratie tot stand te brengen. We hebben nu een maal zo lang in verschillende huizen gewoond. Maar dat is voor mij geen dogma. Stel dat op langere termijn zou blijken (je weet niet in welk geestelijk klimaat je over acht of tien jaar leeft), dat een fusie van partijen een betere organisatiestructuur zou zijn om de inspiratiebronnen meer optimaal te laten vloeien, dan zal ik de eerste zijn om ja te zegg entegen een verdergaande ontwikkeling. Om gekeerd vertrouw ik dat ook ande ren, die nu al menen dat het daar naar toe moet, er geen dogma's op na houden, en rekening willen hou den met de ervaringen die wij zullen opdoen in de periode van het sa menwerkingsverband. Denkt Aarden er ook zo over? P.B.: Ieder zegt het op zijn eigen manier, maar Aarden is het eens met de grondgedachte. Ik weet dat men tussen ons een wig heeft proberen te drijven. De bekende tactiek Vindt Bogaers de KVP niet christe lijk geïnspireerd, niet radicaal, niet progressief? Gaarne voorbeelden. P.B.: Ik heb bezwaar tegen de vraag stelling. We moeten elkaar niet ver ketteren, we leven in een pluriforme maatschappij waarin wij aan ande ren en anderen aan ons een eigen mening moeten gunnen Maar omwille van de duidelijkheid toch graag voorbeelden die aantonen dat de KVP voor u niet progressief genoeg is. P.B.: Nou, neem het werkgelegen heidsbeleid. Met alle respect voor de vele honderden miljoenen die dit kabinet beschikbaar gesteld heelt, moet ik toch zeggen dat het een be- leid-achteraf is. Het is verbrokkeld in de tijd, verbrokkeld over de de partementen en verbrokkeld in con ceptie. Het bewijst een gebrek aan strategisch denken. Het is ook niet succesvol: op het einde van febru ari waren er 6000 werklozen meer dan in februari 1967. Nodig is een plan waarin rekening gehouden wordt met alle oorzaken, de conjunc turele en de structurele, ook die ln de diverse landstreken. (Aan de hand van het voorbeeld Tilburg be pleit Bogaers: tijdiger maatregelen, uitbreiding van het assortiment maatregelen, een commissariaat voor de werkgelegenheid dat aciveert en integreert en vraagt tenslotte of de overheid niet een participatiemaat schappij naar Ialiaans model moet oprichten, een instelling die mede met overheidsgelden concrete pro jecten van de grond helpt en zich daarna geleidelijk terugtrekt.) Het woningbouwbeleid? P.B.: Dat is ook niet progressief ge noeg. Ik vrees dat het aantal wonin gen dit jaar dichter bij de 100.000 zal liggen dan bij de aangekondigde 125.000. Het aantal te bouwen wo ningwetwoningen is teruggebracht van 60.000 tot 50.000, maar ook dat zal niet te halen zijn, omdat het op de begroting uitgetrokken bedrag mijns inziens te laag is. Van de ge programmeerde 25.000 ongesubsidi eerde woningen halen ze maar iets meer dan de helft, vrees ik. In de premiesector zal men de doelstelling in het westen wel bereiken, maar daar buiten niet: de institutionele beleggers geven niet voldoende aan dacht aan die gebieden. Tenslotte worde de doorstromingspolitiek te traag gerealiseerd met als afschu welijk gevolg dat duizenden huizen leeg zullen staan, terwijl er tiendui zenden woningzoekenden en honderd duizenden krotbewoners zijn; met als bijkomend effect dat ook hierdoor de nieuwbouw wordt afgeremd. De ruimtelijke ordenlngr P.B-: Ook op dat terrein ls een progressiever beleid nodig, als we ons land in de toekomst leefbaar willen houden. Het kabinet-Cals heeft anderhalf jaar geleden de Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening uitgebracht, een stuk met als belang rijkste doelstelling: een achtergrond te bieden voor het beleid nü. Daarom had de nota al lang gevolgd moeten zijn door een concreet eerste mid dellange termijnprogramma. Daar van is nog zo goed als niets te be speuren. De ontwikkelingshulp7 P.B.: Men staart zich misschien te veel blind op de vraag hoeveel pro cent van het nationale inkomen daar aan besteed moet worden. Er zijn ook andere maatregelen mogelijk. Denk maar aan de alternatieve dienst plicht. Als de politieke wil er is. moet dat toch kunnen! En waarom wordt aan sommige van onze universiteiten geen speciale gelegenheid gegeven aan degenen die zich daarvoor wil len inzetten, om zich te specialiseren op de problematiek van de ontwik kelingslanden? Voor een nieuwe aan pak is moed nodig, maar met de middelen uit grootmoeders tijd los je de problemen van deze tijd niet op. De medezeggenschap en het al dan niet mondig-zijn van „de gewone man"? PB.: „De gewone man- - dat vind ik een buitengewoon denigreren de uitdrukking. We zijn allemaal maar gewone mensen. Bij ons, bij de Radicalen, hebben we alle titels afgeschaft en daar was maar één woord voor nodig. Over medezeggen schap in de ondernemingen zou ik uren kunnen praten. Onderwijs, ra dio, t.v-, pers en andere communi catievormen hebben de mensen mon dig gemaakt en de consequentie daar van is inspraak inspraak op poli tiek, economisch en sociaal-cultureel terrein. Nu! Dat betekent een herziening nan de structuur der ondernemingen. In het voorlopig programma der Radicalen staat dat eigendom niet onaantast baar is..... P.B.: Ik ben geen voorstander van grootscheepse nationalisatieprogram ma's. Integendeel! Ik heb geen grote verwachtingen van kolossale overheidsadministraties die daarvan het gevolg zijn. De stinulans van het particulier initiatief is be paald niet te onderschatten. Waar het om gaat is dit: de kansen, die nu slechts enkelen hebben, aan veel meer mensen geven. Dat betekent structuurhervormingen, maar ook 'n mentaliteitsverandering. Het eerste punt van het voorlopig program van de Radicalen is de plicht tot persoonlijke inzet. Betekent dat een kistje sigaren sturen naar een pater in Bolivia of zich inzetten voor ontwikkelingshulp door hervorming van de structuren? P.B.: Het is èn het een èn het ander. Tegenwoordig wordt maar al te gemakkelijk gezegd dat de over heid het maar moet doen. Een voor beeld. Op het lyceum van mijn kin deren is als gevolg van lessen over ontwikkelingshulp een spontane ac tie gevoerd voor de Baliemvallei op Nieuw-Guinea. Belangrijker dan de opbrengst (f 7.006) is de mentali teitsverandering die daar plaatsvindt. Als deze jongeren later verantwoor delijkheid dragen, zullen ze in heel andere dimensies kunnen denken. Een ander voorbeeld. Het schijnt nogal eens voor te komen dat in het najaar in gesubsidieerde instellingen, waaronder universiteiten, gelden van de overheid nog niet zijn besteed en dat daarvoor dan in allerijl beste dingsmogelijkheden worden gezocht. Dat gebeurt dan nogal eens door pro jecten te entameren, die duidelijk niet de hoogste prioriteit hebben. Geldverspilling van gemeenschaps geld, die bij een meer persoonlijke in zet voorkomen zou zijn. Nog een voorbeeld. Hoeveel rommel vind je niet na een zonnig weekeinde op een recreatieterrein? Gebrek aan per soonlijke inzet! In Dagblad De Stem van 15 april 1967 heeft Bogaers deze tijd „supermate- rialistisch" genoemd. P.B.: Ik vraag mij af of onze wes terse samenleving structureel ge zien wel goed in elkaar zit. In onze structuren zou meer de nadruk moe ten vallen op het zijn, terwijl voort durend 't hebben wordt beklemtoond. Een economie die drijft op een recla me met de slagzin „Mensen moeten alles willen kopen", zit mijns inziens niet goed in elkaar Dat hangt misschien samen met ons kapitalistisch systeem. Elke produ cent doet zijn best de consument er van te overtuigen dat hij zijn pro- dukten hebben moet om gelukkig te kunnen zijn. Moeten we naar het so cialistische stelsel toe? P.B.: Zeker niet! Hoe dit probleem wel moet worden opgelost? Ik wil niet op alle vragen een antwoord hebben. We moeten naar een inte grale democratisering van de sa menleving toe, en daarin met zijn allen de beste antwoorden zoeken. Een heel andere vraag: hoe is het Atlantisch Bondgenootschap dienst baar te maken aan de ontspanning tussen Oost en West, ook een pro grammapunt der Radicalen. P.B.: De weg naar ontspanning en ontwapening zal naar mijn mening moeten lopen via verstrengeling van economische belangen. Diezelfde weg heeft Robert Schuman bewandeld: Frankrijk en Duitsland zijn econo misch nu zo sterk aan elkaar gebon den dat een oorlog tussen die twee landen bijna even ondenkbaar is als een oorlog tussen provincies in ons land. Wat de Oost-West-verhouding betreft geloof ik dat het een van de grootste taken van West-Europa is om de samenwerking, vooral ook die op economisch terrein, met Oost- Europa doelbewust te organiseren. Zo groeit vertrouwen en ln dat kli maat van reëele ontspanning kan over wederzijdse ontwapening ge praat worden. Die doelstelling had ook betrokken moeten worden in het overleg met Engeland over de toe treding tot de E.E.G. In het Radicalen-program wordt ook gesproken over staatsrechtelijke her vormingen, waardoor een kabinet niet meer vervangen kan worden buiten de kiezers om. P.B.: Uitgaande van een situatie waarin de partijen verbonden zijn in samenwerkingsverbanden: nieuwe verkiezingen als het kabinet valt, waarbij mijns inziens niet ter zake doet of dit gebeurt omdat één van de poten van het kabinet wegvalt óf omdat, in het geval van een minder heidskabinet, de (stilzwijgende) steun van sommige niet aan het kabinet deelnemende partijen verdwijnt óf om andere redenen. Punt 2 van het Radicalen-program: geen belastingverlagingzolang er nog zoveel te doen valt. Zo nodig ook belastingverhoging? P.B.: Wat wij willen, kost geld en dat moet ergens vandaan komen. Er zijn vier mogelijkheden om de overheidsuitgaven op te voeren zon der inflatie. In de eerste plaats krach tige stijging van de produktie door ook de groeiproblematiek radicaal aan te pakken (door doeltreffende in- dustrialisatiepolitiek, maar ook door het durven geven van inspraak aan alle deelnemers in het produktiepro- ces en vormen van winstdeling die via mede-eigendom van de investe ringen veel bredere lagen van de be volking persoonlijk bij de economi sche groei betrekken). De zo bereikte sterkere economische groei leidt tot hogere belastingopbrengsten. Een tweede mogelijkheid is een doelbewuste vergroting van de bespa ringen. Dit stelt de overheid in staat méér geld te lenen dan nu mogelijk; is. Hierbij valt te denken aan uit breiding der winstdelings- en spaar regelingen per onderneming, en aan spaar- en investeringsloon. In de derde plaats: grondige wij ziging in het patroon van de be staande overheidsuitgaven. Wat vroe ger noodzakelijk was, kan nu mis schien best een lagere prioriteit krij gen. Een onderzoek naar deze mo gelijkheid zou niet alleen door het ka binet, maar ook door de politieke partijen gedaan moeten worden. Als de combinatie van extra-inspan ning op het gebied van de produktie, verhoging van de besparingen èn wij ziging van het huidige uitgavenpa troon van de overheid niet voldoende helpt, dan zal aan belastingverho ging niet te ontkomen zijn. Laatste vraag: wat hoopt Bogaers van de Radicalen? P.B.: Ik hoop dat wij een partij zuilen zijn die in beweging is en blijft, en die het meedenken over po litieke zaken doelbewust durft te be vorderen. Een partij ook die zichzelf niet genoeg is, maar met anderen een meerderheid durft te worden. De forsythia in Bogaers' voortuin lijkt nog heviger te bloeien dan drie uur geleden. En terwijl we naar huis rijden, klinkt zijn stem nog na: „Het woord onmogelijk komt mij niet vaak over de lip pen Hij meent wat hij zegt. Zou rijn geloof ook bergen kunnen ver zetten K. BASTIANEW

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 15