LEZEN GELEZEN UITGELEZEN Joke en Benny willen graag „beroeps" worden LENNAERT NIJSI3 opbouwen van een behoorlijke zaak §e@i idealisme mS? T Andei's°n zingt op het m "Liecion Peter Koelewijns- ®1Jler »The birds are coming Ro ïu en °P een thema van ™vin geinspireerde „Worlds Ralph heeft een aardige m=™i' maar Ret klinkt ons alle- aal een beetje te zoet in de oren. j ar °°k het meisjeskoor op u achtergrond niet vreemd aan. „°°F. "en die houden van het „ge- 'Se genre" een leuk plaatje. We zijn deze week al overvoerd met allerlei wetenswaardigheden over boeken en schrijvers. Je zou er bijna een hekel aan lezen van krijgen. Wist je trouwens dat er ontzettend veel jongeren zijn die dat ook zonder dat al hebben. Een groot aantal van hen besteedt niet eens een uurtje per week aan lezen. En dat uurtje gaat vaak nog op aan het bekijken van kranten en tijdschriften. We hebben zo maar wat jongeren gevraagd waarom, wanneer en wat ze lezen, en waarom niet. Hieronder hun reacties. Die geven soms een bedroevend beeld van de jeugdige lees-interesse, maar stel je gerust, zo lang er nog niet op grote schaal boekhandelaren failliet gaan zal het wel niet zo erg zijn. Bovendien is deze groep van willekeurige jongelui niet representatief voor alle jongeren. We geven jullie hun antwoorden alleen maar ter informatie Wat voor Joke de Klerk en Ben Weeldenburg uit Breda als een grapje begon, is nu langzamerhand een serieuze zaak geworden. Tus sen hun eerste optreden tijdens een feestavond in Breda en het maken van het eerste grammofoonplaatje, zijn ze vele malen opgetreden in binnen- en buitenland en voor ra dio en televisie. De 16-jarige Joke <ulo-leerlinge) en de vijf jaar oudere Ben (die de akte N.O. te kenen heeft behaald en daarin ver der wil gaan) wachten nu met spanning af of hun plaat succes gaat opleveren. Daarvan willen ze de beslissing laten afhangen of ze het amusementsvak in zullen gaan of niet. „Het zal zeker niet gemak kelijk zijn", zeggen ze, „maar we beginnen nu een geheel eigen, aparte stijl te krijgen die wel bij ons publiek aanslaat. We gaan ons voornamelijk toeleggen op Neder landse liedjes met verantwoorde teksten." Voor Joke en Ben is zingen en muziek van jongs af aan een hobby geweest. Voordat ze elkaar nog kenden waren beiden al enkele malen in publiek opgetreden. Hun eerste repertoire bestond voorna melijk uit folksongs, die nagezon gen werden van de plaat. Succes nummer was het door Ben (die overigens geen muzieknoten kan le zen) op muziek gezette oud-Engelse gedicht „The Arrow and the Sun". In de strijd om het amateurkam- pioenschap van Nederland werd een finaleplaats bereikt. Dat gaf de stoot tot een groot aantal contrac ten en optredens voor radio en te levisie. „Als je de eerste keer voor de komt, dan denk je er eigen lijk met bij na dat je een liedje ook zichtbaar moet brengen", vertelt blonde Joke. „Het ging er ons in de eerste plaats om het liedje zo goed mogelijk te zingen. Ons twee de t.v.-optreden wilden we beter doen. We hadden de bewegingen van tevoren goed ingestudeerd, maar toen we eenmaal voor de ca mera's stonden bleek er weinig *1 k,°PPen. We draaiden voortdurend van de microfoon weg, waardoor we bijna niet meer ver staanbaar waren". De rock and roll-rage en de beat en popmuziek zijn aan Ben voorbij gegaan. Hij geeft er niet veel om. Zijn voorkeur is altijd uitgegaan naar folksongs en de blues. Voor Joke zijn de beatnummers allemaal hetzelfde: „Alleen de Beatles en de uit" nes sch'eten er boven Naast het Nederlandse lied wil len Joke en Ben ook blues gaan Zingen. Ze repeteren hard, maar ge loven nog niet in dit genre al hele maal een goede, eigen stijl te heb ben bereikt. Voor de komende maanden heb ben Joke en Ben vele contracten gesloten. Er staan o.a. op het pro- gramma optredens in het Concert gebouw te Amsterdam ten bate van de Raden voor Kinderbescherming, In België en op 24 april in het ra dio-programma Jeugdland. Voorts werd onlangs een contract gesloten met de BRT. De ouders van Joke volgen de muzikale escapades van het duo op de voet. De yader van Joke treedt als impresario op. Mevrouw De Klerk, bij ons interview waakzaam aanwezig, praat graag en veel over het succes van Joke en haar vriend. Ze is bij ieder optreden aanwezig. „Je kunt die jongelui toch niet he lemaal alleen laten, zeker niet in die artiestenwereld. Je hoort alle maal van die wilde verhalen". Liesbeth List, Lia Dorana en Adèle Bloemendaal. Maar als dat het eni ge zou zijn, zou ik absoluut een kroegloper worden. Ik moet tot over mijn oren in het werk zitten, Dan gaat het pas fijn. Ik heb twee dingen nodig om me fijn te voe len: tijdgebrek en een soort dwang buis. Daarom 'ben ik begin van dit jaar ook begonnen als manager, (van Boudewijn de Groot, Rikkert Zuidervelt, Elly Nieman en Joost Nuissl) en ik heb 'n theaterbureau opgericht". Het is gevestigd bij Lennaert thuis, heeft de naam „Intertroubadour" en is het eerste kleinkunstenaars- theaterbureau in Nederland. „Tot nu toe heeft nog niemand zich spe ciaal met dit genre beziggehouden" vertelt Lennaert Nijgh. „Er zijn in Nederland zo'n 700 theaterbu reaus, maar die verschillen he melsbreed met dat van mij. Iedere dag als er een nieuw orkestje wordt opgericht komt er ook een theater bureau bij en dat geeft natuurlijk een geweldige rotzooi. Mijn bureau is anders van opzet. Ik breng al leen zuivere, goede kleinkunst. Voor iedereen. Dat niemand er zich eerder mee beziggehouden heeft komt gewoon, omdat ze dachten dat je er nog geen broek aan je gat mee kon verdienen.. Dat kan wel, als je het maar doet op een commerciële basis. Idealisme is leuk, maar je verdient er geen droog brood mee. Trouwens ik ben nog steeds idealist. Of is het opbou wen van een behoorlijke zaak soms geen idealisme?" Lennaert Nijgh is een jongeman, die de zaken reëel bekijkt. Hij weet wat hij doet en hij bekijkt de din gen om zich heen met een kritische blik. Hij zegt geen aanhanger van partijen, systemen of richtingen te zijn, maar hij volgt alle ontwikke lingen met grote nauwkeurigheid. Hij zegt: „Wij leven in een heer lijke tijd. Een soort „renaissance". Alleen gaat alles nu veel sneller dan enige eeuwen geleden. Kijk, het tijdperk van de Beatles heeft een grote omwenteling teweeg ge bracht. De zwartgeklede, Sartre-le- zende, jazz-spelende, atoombange vijftiger jaren zijn er door veran derd, en verdreven. We leven nu weer in een tijd waarin we ons willen uitwerken onder de drang van de bangheid. De stuiptrekkin gen van de stervende oude tijd zijn steeds duidelijker aan het worden. We kunnen weer mens worden mei. de benodigde en de noodzakelijke arrogantie. Dat ligt mij erg goed. Ik ber zelfbewust en geneigd tot hooghartigheid". Deze laatste twee kenmerken doen Lennaert Nijgh veel verschillen van zijn grote vriend Boudewijn de Groot. Hij zegt: „Boudewijn is in trovert, in zichzelf gekeerd en me lancholisch in de oude betekenis van het woord. Astrologisch is hij een stier en daar lijkt hij ook veel op. Hij heeft een neiging tot arg waan en voorzichtigheid. Artistiek is hij meer een auteur dan een ar tiest. De dorst naar applaus ligt hem niet. Hij maakt ook veel liever grammofoonplaten, dan dat hij op treedt voor een zaal. Daarom zijn zijn platen ook artistiek zo bij zonder goed. Maar dat wil niet zeggen, dat het niet nog beter kan. Je moet blijven verbeteren, blij ven evolueren en blijven groeien. Anders is het afgelopen". Lennaert Nijgh heeft het dus druk. Een onderhoud met hem wordt herhaaldelijk onderbroken door te lefoongesprekken. Lennaert heeft voorlopig dan ook nog maar één ideaal: zijn zaak „Intertroubadour" zo snel mogelijk zo groot mogelijk maken. Voor de rest zijn er nog maar weinig dingen waar hij warm voor kan lopen. „Op de eerste plaats voor mijn, ja hoe zeg je dat hè, vriendin of verloofde. Toch zijn er op korte termijn nog geen trouwplannen, alhoewel ik geen so list ben. Het vrijgezellenbestaan heeft me altijd problemen opgele verd", vertelt hij. „Verder ben ik weg van Italië. Dat is een heerlijk land. Ten derde mijn eigen Haar lem hè, de fijnste stad die er in Ne derland is en tenslotte ben ik ka pot van katten. Heerlijke beesten. Katten worden door mij dan ook overal en onmiddellijk bevrejen". HANS VAN REIJSEN HEEMSTEDE „Als je in je leven geen risico's durft te nemen kun je beter met warme sokken aan en een val helm op in bed blijven liggen. Dan bestaat er een ge rede kans dat je niets overkomt. Ik kan dat niet. Ik neem graag risico's. Ik had misschien wel coureur kunnen wor den". Lennaert Nijgh kijkt peinzend en een beetje smalend uit het raam van zijn kamer in de prachtige witte villa van zijn ouders aan de Van Merlenlaan in Heemstede. Hij is dynamisch, energiek en levenslustig. Hij heeft medelijden met de mensen die zoals hij zegt om zes uur 's avonds hun weriT met hun jas aan de kapstok hangen en die wachten op het moment dat ze 65 zijn en die dan een klokje krijgen dat niet loopt. Drieëntwintig jaar geleden werd hij in Haarlem geboren en reeds nu heeft hij zich ontwikkeld tot een van de beste tekstschrijvers voor liedjes, chansons en songs, die Nederland heeft. Lennaert Nijgh vertelt: „Het gaat mij erg goed. Ik heb werk naar "ujn zin en wat wil je dam nog meer!" Toch heeft hij in zijn nog jonge leven al enkele grote teleur stellingen moeten verwerken. Toen hij zijn middelbare schooltijd (..Vier jaar gymnasium en daarna HBS-A. Een ideale opleiding. Er zou zo'n soort school moeten be staan") achter de rug had, vertrok hij naar de filmacademie in Am sterdam. „Ik ben er twee jaar ge weest, maar het eindexamen heb tk om redenen van zeer persoon lijke aard niet gedaan. Ik ben toen toch gaan filmen en dat had ik mischien beter niet kunnen doen. net werd een fiasco. Ik kan niet uitleggen waarom, maar ik heb er Kennelijk niet de nodige taaiheid geestdrift voor. Ik ben. er toen ook voor een halve ton ingeston- n. De film heeft namelijk geen cent opgebracht. Niet één. Heie aal mets. Nihil. Dat was een enorme zeeperd. Maar ik heb nooit I" a °m g?d S®Seven. En ik denk maar niet meer aan I iTi?' emge commentaar dat [ven isf„Mr'°P Z°U kunnen ge" I naertwLh82-6 is Len naert Nijgh met bij de pakken neer gaan zitten. De mislukking is voor hem meer een persoonlijk dan een financieel verlies geworden. „Ik heb het willen proberen, maar het ging niet", zegt hij. „Trouwens het zal hier in Nederland, met al dat geharrewar nooit gaan, als films maken niet op eenzelfde basis ge beurt als toneelspelen. Het moet een door de overheid volledig ge subsidieerde zaak worden, anders lukt het nooit. Er is talent genoeg, maar het komt er niet uit. Ook al niet omdat er geen goodwill is bij het Nederlandse publiek en boven dien omdat de concurrentie met het buitenland moordend is. „De Vijanden" van Hugo Claus was een aardige film, maar Amerika spuugt er jaarlijks zo'n 400 van dat soort de wereld in en wat wil je dan nog?" Lennaert Nijgh heeft zijn film- avontuur de rug toegekeerd. De grote bekendheid die hij als tekst schrijver van Boudewijn de Groot heeft gekregen, heeft hem een an dere weg doen inslaan. „Voordat ik ging filmen had ik al teksten geschreven en dat ging lekker. Ik heb het echter altijd beschouwd als een bijverdienste Dat is het nu eigenlijk ook nog steeds. Ik maak nu de teksten voor Boudewijn, 'arry van den Berg (19) verkoop ster De Donald Duck. Daar vlieg k iedere week op af. Verder ge woon een weekblad. De Libelle. Ik I lees niet zoveel. Geen geduld en geen zin. Alleen stripverhalen vind k wel leuk. Nee, beslist geen boe ken waar je wat van leert. Ik kan echt niet gaan zitten voor een boek. Maar het is wel zo, als ik eens een goed boek heb, moet ik het ineens uitlezen. Boeken die ik 'et mooiste vond? Beekman en Jeekman, Wat zien ik dat vond k stikieuk en Juf, d'r zit een weduwe in de boom. tefan v. d. Langenberg (18) boek- arkoperIk lees ongeveer twee o een half uur per week. Dat zijn lleen de uren die ik thuis lees. lier in de zaak pik ik tussendoor vat kranten en tijdschriften mee. 'wee en een half uur is niet veel. lisschien komt het omdat ik te ■eel andere dingen doe, te veel v. kijken, of mischien komt het rmdat ik de hele dag al tegen die toeken aankijk. Ik hou vooral van noderne schrijvers, Nederlandse :owel als buitenlandse, ook over politiek en poëzie. Belcampo vind ik goed, Mulisch, Van 't Reve ook, Marga Minco, Pinter, Ionesco. Waarom ik lees? Om te ontspan nen. Omdat ik belangstelling heb voor politiek. Het is geloof ik ook wel een kwestie van ontwikkeling 1 willen opdoen. Ik heb het idee dat j jongeren van een jaar of achttien j te kinderachtige lectuur nemen. I Voor die jongens die hier komen 1 met een lijst voor hun eindexamen 1 mag het nooit moeilijk zijn. Ze willen zich niet inspannen. Dan wordt het altijd een van de kleine pockets van Meulenhof of Salaman der. Henk Ydo (25), binnenhuisarchi tect en eigenaar van een winkel in interieurkunstVoor ik een zaak had las ik veel meer, omdat ik er tijd voor had. Hoofdzakelijk voor ontspanning. Veel pockets. Niet van die dikke boeken. Belcampo bij voorbeeld. En ook veel detectives. Dat mis ik nu wel. Nu blijft het bij de vakliteratuur. Tijdschriften over interieurkunst zoals Domus, Dane, Schoner Wohnen etc. Ruud Bakx (25), directeur van vestzaktheater De Trapkes Vroe ger las ik om er wijzer van te wor den. Momenteel is het meer recrea tie. Lezen werkt voor mij in de eerste plaats enorm relaxend tussen het organiseren van programma's en het 's avonds bezig zijn in mijn kroeg. Dan kan ik mijn gedachten verplaatsen in wat anderen hebben meegemaakt. Ja, uiteraard word je er automatisch wel wat wijzer van. Er zijn steeds andere visies op o.a. sociale structuren etc. Ik lees zo'n drie tot tien uur per week. Litera tuur. Voor de rest houd ik kranten bij om te zien wat er in Nederland te doen. is en wat ik voor mijn vest zaktheater kan gebruiken. De laat ste maanden komt er niet zo veel van lezen als vroeger. Voorname lijk Engelse, Franse en Duitse lite ratuur. En Nederlandse modernen natuurlijk. Namen? Mijn favorie ten buiten Joyce, Iris, Murdoch, McCarthey, Albee daar ben ik erg gek van, ik heb al z'm toneel stukken Becket, Arthur en Hen ri Miller, Ionesco, Böll, dat is een geweldig goede verteller. In Ne derland? Willem Frederik Her mans, Claus, Mul'isch en Hubert Lampo. Den ie Nelissen (16), derde klas gym nasium: Ik zou graag wat meer willen le zen, maar ik heb er geen tijd voor. Ik lees eigenlijk alleen de verplich te boeken, voor mijn lijst voor het examen. Mijn vrije tijd 's avonds heb ik nodig om mijn werk te ma ken. Nou, en in de weekends ben ik op hockey en 's avonds wil ik dan ook wel eens wat anders doen dan met een boek in de handen te zit ten. Later, als ik van school af ben, zal ik de schade wel inhalen. Ik zit nu de hele dag tussen de boeken. Ik word er soms kotsmis selijk van. En in de vakanties neem ik een licht romannetje of 'n de tective. Paul v. d. Put (20), kweekscholier: Lezen? 'Nou en of! Ik lees erg veel. Ik heb net „Een wonderkind of een total loss" van Willem Fre derik Hermans uit. Ik vind het een geweldig boek. Ik lees graag. Ik ben niet zo'n uitgaander. Ik kruip in de weekenden graag 's avonds met een boek in de luie stoel. Van dat televisiekijken krijg je op den duur ook zo'n duf hoofd. Van de buitenlandse literatuur heb ik nog maar weinig gelezen, maar in Ne derland houd ik erg van Jan Wol kers. Jacques Hamelink is ook goed. En Simon Carmiggelt. Enorm, zo als die in een kort stukje een hele wereld kan typeren. Bas van Beers (18), bankwerker: Nee, ik lees niet veel. Ik heb er geen zin in. Als ik 's avonds thuis kom en ik heb de hele dag in de fabriek gestaan, dan heb ik geen fluit zin om me 's avonds nog moe te maken. Ik lees de krant een beetje door, Suske en Wiske, de sport, verder niet veel. Politiek? Man, hou op. Trouwens, ik ga twee avonden in de week voetballen, en in de weekends ga ik met mijn meisje naar de film of ergens dan sen. Dat vind ik heel wat gezelliger dan op je dooie eentje te gaan zit ten lezen. En als we geen zin heb ben om uit te gaan, blijven we thuis. Kaarten. Daar kun je soms nog een paar centen mee verdienen. Een grote verrassing is het net uitgekomen plaatje van „Micha el's minions of fortune" (bij Phi lips). Tussen de vele singles van Nederlandse groepen, die de laat ste tijd zijn uitgekomen, is dit een verfrissing. Aan de voorbereiding is duidelijk veel tijd besteed. In „Making every minute count" iiomt de bekwaamheid vai de he le groep goed tot uiting in uit stekend op elkaar afgestemde zang, waarin de stemmen een in strumentale functie hebben. „Think of the good times" had van ons de A-kant mogen zijn. Het werd geschreven door de 20- jarige solozanger Michael March, die laat horen over een prettige, volle stem te beschikken, en bo vendien het Engels als Engels uit spreekt. Een plaatje dat je be slist eens moet gaan beluisteren Een heel eigen, en beslist boei end, geluid produceert de Eind- hovense underground groep „Dir ty", aanvankelijk „dirty under wear" geheten. Op een Decca- single speelt en zingt deze groep „John the rammaker en Bad Mer chandise", beide nummers van H. Sanders. Fijne muziek, niet al leen om op te dansen maar ook om naar te luisteren. Alleen had er wat meer aandacht aan de mu zikale afwerking besteed moeten worden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 13