;eeft s van twatta De val van Antonin Novotny Duidelijkheid is bedrog COMMENTAAR AMERIKAANSE OPINIE OVER VIETNAM AAN HET OMSLAAN „OMMEZWAAI" OP HET LAATSTE MOMENT MAAKTE GEEN INDRUK ENGINEER Drama in Azië Nederlanders onder censuur APATISCH liever rijst w^ZT7^sL Maar ik eeloot' dat GEFAALD Niet wijken Schuld Tanks Conflicten Concentratiekamp DR. CORN. VERHOEVEN: 16 ==S 11 DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 MAART 1968 13 established product and petrochemical lical background in ;h in necessary. :he Sales Engineer'» ,nce. .cants should be over lager, Byron Jackson :rlands. irca. 150 diëten worden oofd-huishoudkundige uw samengewerkt met shoudkundige van de ge werkweek en goede \ftijd en ervaring kunnen Klokkenberg, Galderse- at opdag bij mij langs komen. ta-repen en andere choco- medewerksters. Ze doen [collega's. Muziek hoort er Én je hebt allerlei voordelen. |l. Dan komt er iemand van ellen. En dan mag je meteen dellaan 6, Breda.' PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE!LNGEN PEIUNGEN PINGEN EILINGEN.PEILINGEN.Pf'LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN P EIUNGEN PEIL!ING^N PEIU 'ocii IKU~CM nfc.. iiirlki [en IVIK- PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ..PEILNGEN ^PEILNGEN PEIUNGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNGEN PEILINGEN PEIt Ruim twintig jaar geleden heeft de Zweedse hoogleraar Gunnar Myr- dal internationale bekendheid gekregen door een studie over het rassenprobleem in de Verenigde Staten. Deze week is hij opnieuw in de schijnwerpers komen te staan door „Asian Drama", een zeer omvangrijke analyse van de situatie in Zuidoost-Azië. Zijn coqclusie: de oorzaak van de armoe en ellende in die contreien is voor een goed deel de schuld van de Aziaten zelf, van hun opvattingen omtrent werk en leven. Met deze uitspraak, gebaseerd op een 10-jarig onderzoek, gaat Myrdal hard op de (lange) tenen staan van vele Aziaten en geeft hij op het eerste gezicht diegenen gelijk, die tegen ontwikkelingshulp zijn, omdat „die lui daarginds niet deugen." De Zweedse econoom verwijt de Aziaten heel wat: geen werkdiscipline, bijgeloof, laksheid, onvoldoende ambitie, gebrek aan energie en inventi viteit, afkeer van handenarbeid en slaafse gehoorzaamheid aan het gezag India, Thailand en vele andere Aziatische landen zijn schijndemocratieën, constateert Myrdal. De macht is in handen van een kleine groep; de massa Is ongeorganiseerd en daardoor niet in staat fundamentele wijzigingen af te dwingen. Ook de „rijke" landen krijgen een veeg uit de pan. Myrdal stelt vast, dat zij de Aziatische problemen niet realistisch benaderen. Zij houden vast aan westerse concepties en stellen alle hoop op regeringen, die niet in staat zijn werkelijk orde op zaken te stellen. Myrdals situatietekening geeft weinig reden tot optimisme. Wat zal het effect er van zijn? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn, die in deze studie aanleiding zullen zien nog sterker tegen ontwikkelingshulp te ageren. Wij achten die houding onverantwoord. Het Westen mag 900 miljoen Aziaten niet aan hun lot overlaten. Anderzijds is het ook duidelijk, dat de huidige wijze van hulpverlening in meer realistische zin herzien zal moeten worden. Ook zal er veel meer werk gemaakt moeten worden van een mentali teitsverandering in de ontwikkelingslanden. Maar de eerste voorwaarde daartoe is een mentaliteitsverandering in de westerse wereld. Na 2000 jaar christendom zijn wij hier nog niet in staat met elkaar een betere we reld op te bouwen. Wat willen wij dan van anderen verwachten? Op het Griekse eiland Kreta worden in het kader van een N.A.V.O.- afspraak al enige |aren schietoefeningen gehouden (met geleide- projectielen) door Nederlandse militairen. Toen de democratie in Griekenland om hals werd gebracht door de huidige militaire junta zijn die oefeningen normaal voortgezet. Daartegen is in Nederland geprotesteerd. Niet ten onrechte naar het zich laat aanzien. Nederlandse militairen op Kreta hebben namelijk bericht dat hun post door het Griekse regime wordt gecensureerd. Dit is natuurlijk onacceptabel. De Nederlandse regering kan misschien zwaarwichtige argumenten heb ben gehad om de gastvrijheid van een dictatoriaal regime te accepteren. Zij kan er onmogelijk in berusten, dat Nederlandse militairen door dictators onder censuur worden gesteld. McCarthy opzienbarend faamde journalisten en radioverslag gevers, die zich tegen de interventie in Vietnam keren, de laatste onthul lingen van het Tonkin-incident en zeer zeker ook sinds kort de mededeling van Richard Nixon dat hij als president voor een spoedige vrede in Vietnam zou kunnen zor gen. Maar Nixo-n laat zich niet uit over de oplossing, die hij in gedach ten heeft. (Van onze correspondent) NEW YORK Enige weken geleden wist ik te melden, dat er aanvankelijk inzake Vietnam hoe genaamd geen „publieke opinie" was. Maar daar is de laatste tijd - sinds de berichten uit Vietnam bepaald niet rooskleurig zijn voor de Verenigde Staten - een aan zienlijke wijziging in gekomen. Ik geloof, dat men die wijziging op een zeer simpele manier kan sa menvatten in: „Wat doen wij in een land, dat een corrupte rege ring heeft, dat niet ten volle be reid is zelf voor zijn vrijheid te strijden en waar onze jeugd sneu velt voor een vaag en onbegrijpe lijk ideaal". Men heeft de politieke resulta ten van deze mening al kunnen Waarnemen in de opzienbarende successen van senator McCarthy in de voorverkiezingsstrijd in New Hampshire en men beluistert deze mening ook door middel van de senatoren, die in Washington uiterst scherp de regering tegemoet treden zoals een insider mij dui delijk verklaarde „de mening van de kiezers thuis verkondigen." Het valt mij op, dat de Ameri kaan, die npg niet zo lang geleden rustig in zijn trein zat op weg naar zijn werk en weinig bekommerd over net dagelijks nieuws, thans wel met zorg de krant open slaat en thans ook uit zich zelf zijn mening over Vietnam verkondigt tegenover deze buitenlander, bejaarde Amerikaan, waarmee ut sinds enige weken in die trein con_ act heb zei: „Ik weet er niet veel W,?n wat :k weet b>en ik uit de lij tew6ten gekomen, maar liol dat die Vietnamezen ,Wat rijst krijgen van de Viet- dan dat hun huizen door ons tWj Johnson dermate gecbse- ria ?..ls door de kwestie Vietnam. k met °°S °P de verkiezin- dru„, ,dan 00k ziin zin wil door- veStaw1? je leest hoeveel geld er dpriri^ r .i de zakken van de Iet wat TO» 5 ',.dan vraaS ik mij af doen" genlllk in Vietnam moeten verschaf "atuurl«k duidelijk, dat drassn factoren hebben bijge in L t, deze evidente wijziging iucpmoL ke opinie": De laatste mand h-n van de v'etcong, die nie- cessen anders ziet dan als suc- klarinif 158 andersluidende ver- relanri v,an de generaal Westmo- dentpn' "Jr dienstplicht voor de stu— In K? werken aan - wat men doctoraal zou noemen - hun fennen L6*!men' niet te mis- vanom-, nchten uit Vietnam, die ken da h?6?? grote corruptie spre- houding van een aantal be- De New York Times van maandag 11 maart citeert ook uitvoerig een publicatie van de Zweedse econoom Gunnar Myrdal over Zuid-Azië: een weinig opwekkende beschouwing, die de massa's in Zuid-Azië apatisch noemt, de sociale en economische si tuatie weinig rooskleurig, de bevol kingsaanwas schrikbarend en de honger, de onderontwikkelde land bouw ontstellend. Deze studie, die gemaakt werd voor het „20th Cen tury Fund" stelt, dat de oelangrijk- ste bijdrage voor wijzigingen in hou. ding en instellingen door de Zuid- Aziaten zelf moet worden geleverd. Op maandag 11 maart, moest mi nister Rusk voor het commité bui tenlandse betrekkingen van de se naat verschijnen voor een openbare „hearing" de eerste keer in twee jaar, dat hij hiervoor toestemming gaf en men kon verwachten dal Rusk een bijzonder moeilijke dag zou krijgen in een omgeving, die de laatste tijd een steeds groter stroom van kritiek op de handelwijze van de regering in Vietnam te verwer ken krijgt. En dan heeft een vertrouwelijk rapport van Amerikaanse experts vastgesteld, dat de Zuidvietnamezen gefaald hebben om de boeren in 's lands zaken te betrekken, zelfs op locaal niveau. Dat ziet er allemaal weinig op beurend uit voor de Amerikanen en nog minder als al dit slechte nieuws gepaard gaat met de mededeling van generaal Westmoreland, dat er m de twee noordelijke provincies van Vlet. nam „zware, zeer zware" gevechten op komst zijn. Men is benieuwd van gouverneur Rockefeller, die zich nog steeds niet als directe kandidaat voor de pre sidentsverkiezingen heeft aange meld, inzake Vietnam denkt, althans wat hij voor oplossing van het «on- flict bij te dragen heeft. DUBCEK (Van een onzer redacteuren) ANTONIN NOVOTNY (63) werd machtigste man eerste secretaris van de communistische partij van Tsjeeho-Slowakije in 1953het jaar waarin Stalin stierf. Novotny, op 4 januari ten val gebracht, heeft zich waar schijnlijk nooit geheel thuisgevoeld in het tijdperk na Stalin, het tijdperk van progessie, meer vrijheid en meer hervormingen in de communistische wereld. Enkele maanden voordat hij zijn functie van partijleider moest opgeven, waar schuwde Novotny de Tsjechische studenten en intellectuelen nog, dat hij niets moest hebben van de „grotere drang naar vrijheid" of „een of andere verderf- lijke westerse idelogie". Tsjeeho-Slowakije heeft hem begin dit jaar met gelijke munt betaald: de Tsje chen moesten ook niets meer hebben van Novotny. Zelfs een haastige trip van de Russische partijleider Leonid Brezjnev naar Praag kon Novotny niet redden. De Rus voorkwam wel, dat Novotny ook als president aan de kant werd gezet. Brezjnev's reis schijnt overigens van kortstondige invloed te zijn geweest. De laatste berichten wijzen erop, dat Novotny waarschijnlijk al binnen enkele dagen gedwongen zal worden ook als president af te treden. NOVOTNY Wat veroorzaakte de val van Novotny, de man, die vijftien jaar lang tegen de stroom van veranderingen in de communistische wereld bleek te zjjn opgewassen en uit tenminste drie gevechten om de macht in Tsjechoslowakije als overwinnaar te,voorschijn kwam? Waarom moest de man, die in en buiten de communistische wereld bekend stond als een meester in het hanteren van het „verdeel-en-heers- principe" verdwijnen? Novotny was een communistische leider van het verouderde, conserva tieve, Stalinistische stempel, ook al paste hij zijn ideeën en houding altijd net tijdig genoeg aan aan de veran derde omstandigheden. Het kostte bijvoorbeeld drie jaar geleden de jongere generatie in de communis tische partij, technocraten en econo men, veel tijd en moeite om Novotny ervan te overtuigen, dat de Tsjechi sche economie in het slop zou raken, als Tsjechoslowakije niet brak met de verouderde Russische richtlijnen voor 's lands economie. Uiteindelijk stemde Novotny toe. De oude garde van Tsjechische communisten had echter niet voorzien, dat de econo mische hervormingen traag op gang gehouden gepaard zouden gaan met een toenemende vraag naar grotere persoonlijke, intellectuele en politie ke vrijheid. Op dit punt is de strijd tussen No votny en de jongere generatie van communisten in Tsjechoslowakije gestreden. Novotny wilde geen duim breed wijken: „De partij kan geen grotere vrijheid aan studenten en in tellectuelen toestaan", zei hij vorig jaar herhaaldelijk, toen hem het vuur aan de schenen werd gelegd. Op het allerlaatste moment, toen No votny moet hebben ingezien, dat zijn macht uit handen werd gegrist, „be keerde" hij zich en stemde in met „het lenen van ideeën van het wes ten om onze hervormingen te kunnen doorvoeren". Het was te laat. No votny moest aftreden en de man, die de coup tijdens Novotny's afwezig heid feest in Moskou voorbe reidde, Alexander Dubcek, greep de macht. Aan dit moment zijn belang rijke ontwikkelingen in Tsjecho slowakije voorafgegaan. Betrouwba re bronnen leren ons daarover het volgende: Op 30 en 31 oktober 1967 verga derde het Centrale Comité van com munistische partij r 140 leden en 110 kandidaatleden) in Praag „om de po sitie en rol van de partij in de hui dige etappe van de ontwikkeling van de socialistische partij te bespre ken". Op deze vergadering zou Alex ander Dubcek, eerste secretaris van de communistische partij van Slowa kije kritiek geleverd hebben op het door Novotny ingediende ontwerp over de „leidende rol van de partij". Dubcek zou meer democratie in de partijstructuur hebben gewenst. No votny zou Dubcek daarop beschuldigd hebben van een „uiting van klein burgerlijk Slowaaks nationalisme", Waarschijnlijk een meerderheid in 't communistische presidium (10 leden) was het met Novotny's beschuldigin gen niet eens en stelde de kwestie van de vervanging van Novotny als partijleider aan de orde. achtergesteld door Novotny, een Tsjech). Conflicten met letterkundigen (No votny liet in juni van vorig jaar drie schrijvers arresteren, omdat zij zich te kritisch uitlieten over het regiem) Conflicten met studenten (de po litie trad in november hardhandig op tegen betogende studenten). Het presidium werd het op de eer ste vergadering niet eens: Op 9 de cember is de Russische partijleider Brezhnev in Praag. Volgens het Franse blad „Le Monde" zou de Russische leider na het horen van de twee partijen ih het presidium een wijziging in de tcp van de Tsjechi sche communistische partij hebben afgeraden. Ook zouden de partijlei ders van Polen en Oost-Duitsland, Gomoelka en Ulbricht, bezorgd zijn geweest en die zorg hebben over gebracht over een op handen zijn de wijziging in de regering van Tsje choslowakije. Gomoelka en Ulbricht zouden o.m. gewezen hebben op de bedreiging voor dt zogenaamde „IJzeren Driehoek" als gevolg van het afzetten van Novotny. Van 19 tot 21 december 1967 wordt de vergadering van het Centrale Co mité voortgezet. Prof. Ota Sik, de promotor van het Nieuwe Economi sche Model (NEM) zou tijdens deze vergadering de „oude garde" van de partij de schuld hebben gegeven van de economische moeilijkheden. Hij zou zelfs gezegd hebben, dat zonder een politieke wijziging het NEM zou mislukken. In het officiële commu niqué na deze vergadering wordt o.m. gezegd, dat mensen met een juist gevoel voor al wat nieuw en vooruitstrevend is, nu hun kans moe ten krijgen. Wat de economie betreft werd bepleit, dat „progressieve, cre atieve en tot initiatief geneigde men sen" het opnemen tegen „verouder de, conservatieve opvattingen". Novotny zou op deze vergadering zelfkritiek hebben geuit en zich be reid hebben verklaard hieruit de consequenties te trekken. Als oorzaken van de ontevreden heid over het beleid van Novotny werd genoemd: Het slechte begin van de econo mische hervormingen (inhoudende o. m. zwaartepunt van de investeringen wordt verlegd van de zware industrie naar de consumptieve maatschappij; werkweek wordt korter etc.) De conflicten met de Slowaken (de vijf miljoen Slowaken vormen een minderheid in Tsjechoslowakije en voelden zich de laatste jaren ten- Novotny had in feite toen al het spel verloren. In de kersttijd zou hij de zogenaamde „volksmilitie" heb ben gemobiliseerd. Deze instelling dateert uit 1948 (staatsgreep) en stond bekend als een buiten de wet staande terreurorganisatie. Vele par tijfunctionarissen zouden deze mobili satie hebben afgekeurd. Deze week is ook bekend geworden deze be richten zijn niet bevestigd, maar zeer waarschijnlijk juist dat No votny enkele bataljons tanks in ge reedheid liet brengen (de uitgewe ken generaal Senja zou zich hier mee belast hebben), om zijn macht koste wat kost te verdedigen. In zijn nieuwjaarsrede komt No votny plotseling naar voren als een aanhanger van moderne en liberale ideeën. Hij zei onder meer: „Wij 'moeten ideeën van het westen lenen om onze hervormingen te kunnen doorvoeren. Dat geldt niet alleen op economisch, technisch en weten schappelijk terrein, maar ook op progressief, cultureel en artistiek ge bied". „Onze economische her vormingen zijn nog niet overal in het land doorgedrongen. Dat zal dit jaar en de daarop volgende jaren gebeu ren. Ik ben ervan overtuigd dat wij de juiste volgen". Op de leden van het Centrale Co mité heeft deze „ommezwaai" van Novotny kennelijk geen indruk meer gemaakt. Van 3 tot 5 januari verga derde het Comité voor de derde keer. Op eigen verzoek, aldus een Tsjechisch partijblad, zou Novotny op deze vergadering uit de functie als partijleider zijn gezet. Met „alge mene stemmen" werd Alexander Dubcek tot zijn opvolger gekozen. Novotny werd op 10 deeëmber 1904 in Lethany, een dorpje bij Praag geboren als zoon van een metselaar. In 1919, toen hi' als sleu telmaker werkzaam was, sloot hij zich aan bij de arbeidersbeweging. Hij behoorde in 1921 tot de eerste le den van de pas opgerichte Tsjecho Slowaakse communistische partij en in 1935 werd hij als partij-secretaris van het district Praag afgevaardigd naar een congres van de Komintern in Moskou. In 1938, toen de commu nistische partij in Tsjeeho-Slowakije verboden werd, bleef hij als onder gronds lid actief. Bij het begin van de tweede wereldoorlog speelde hij een belangrijke rol in de ondergrond se strijd tegen de nazi's. Maar in 1941 werd hij wegens zijn politieke activiteiten gearresteerd en naar het concentratiekamp Mauthausen getransporteerd. Hij werd daar in 1945 bevrijd. Na de bevrijding werd Novotny benoemd tot leidend secretaris van de afdeling Praag van de commu nistische partij en in 1946 werd hij lid van het Centrale Comité. Novot ny speelde een belangrijke organisa torische rol in de voorbereiding en uitvoering van de staatsgreep van februari 1948. Tijdens de Stalinisti sche zuiveringen behield hij niet al leen zijn positie maar verbeterde de ze zelfs. In 1951 werd Novotny achtereen volgens lid van het secretariaat van het Centrale Comité en daarna lid van het presidium van het CC. In 1953 werd hij vice-premier. Na de dood van'Klement Gottwald, die No votny aan nagenoeg al zijn functies had geholpen, werd Novotny eerste secretaris van het Centrale Comité. Hij bleef dit tot 4 januari 1968. De „rebellen" in de Tsjechische com munistische partij hebben de strijd tegen de „oude garde' gewonnen. Wat zal de overwinning betekenen voor Tsjeeho-Slowakije? Wat na No votny? Zijn opvolger Dubcek (46) is de Jongste partijleider in Oost-Europa. Tot 4 januari was dat Nicolai Ceau- sescoe (50) van Roemenië, algemeen geprezen als de „Real Politiker" van het Oostblok. Als Dubcek in de voetsporen van Ceauseseoe treedt, zou dat voor Tsjeeho-Slowakije een gunstige ontwikkeling zijn. De laat ste berichten leren ons, dat Dubcek haastig aan het afrekenen is met wat in het officiële jargon al heet „de dagen van Novotny". De studen ten en intellectuelen hebben al meer vrijheid gekregen. Schrijvers behoe ven hun artikelen niet meer te laten censureren. Het kritisch blad „Lite- rarni Listy", dat vorig jaar door Novotny werd opgeheven, verschijnt weer. Leiders met sympathieën voor Novotny worden ontslagen. Kortom, de pas verworven „vrijheid" kan niet op. Zal het „bevrijdingsproces" van lange duur zijn? Is het een ver laat destalinisatieproces? Niemand weet het precies. Een feit is, dat een communistisch regime nog geen mensen in vrijheid zoals wij die kennen heeft geproduceerd. Wij menen ook dit feit té moeten vast stellen, ofschoon wij -verheugd zijn over de ontwikkelingen in Tsjeeho- Slowakije. A.T. _^LS er tegenwoordig over poli tiek gepraat wordt, gaat er geen halve minuut voorbij zonder dat het woord „duidelijkheid" ge bruikt wordt. En dat wordt dan met een hoofdletter uitgesproken; het duidt de kern van de zaak aan. Wie het gesprek daarop aan stuurt, geeft te kennen dat hij niet zomaar wat in de ruimte kletst, maar recht op de zaak wil afgaan. Hij legt een eed van politieke betrouwbaarheid af bij het beeld van de nieuwe afgod Duidelijkheid. Want het is inderdaad een afgod waarbij hij zweert, een door men senhanden eigenmachtig geschapen beeld, waaraan geen werkelijkheid beantwoordt. Duidelijkheid is een menselijke beslissing, in het tot stand komen waarvan de werkelijk heid niet gekend wordt. Zij is een wil tot duiden die niet in overleg treedt met de vraag of de- reali teit wel zo ondubbelzinnig te dui den is. Maar wat niet te duiden is, kan niet zomaar duidelijk zijn; het blijft duister. Nu kan politiek omschreven worden als de plaats waar de werkelijkheid koste wat het kost duidelijk moet zijn, Zon der die duidelijkheid valt er im mers niet mee te opereren en dat is toch de taak van de politiek. En evenzeer staat het vast dat in een democratisch bestel voor de kiezer een duidelijke keuze mogelijk moet zijn. Alleen in zijn duidelijkheid kan het programma van een poli tieke partij zich tegenover de kie zer rechtvaardigen. A/fAAR wat de laatste tijd ge beurt is het volgende: de dui delijkheid heeft zo'n geweldige na druk gekregen dat zij als het ware duidelijkheid is dit contact al pro blematisch geworden, maar op de ze manier wordt het hele politieke leven een onwerkelijk gedoe. ]y|ISSCHIEN is dit alles begon nen met min of meer didacti sche bedoelingen. Het moet im mers de kiezer, de zogenaamde gewone man, niet al te moeilijk ge maakt worden. De duidelijkheid van het programma is dan een lokmiddel voor simpele geesten die niet in staat en bereid geacht wor den zich in een gecompliceerde ma terie te verdiepen, maar die helaas wel het recht hebben om te stem men. Een gevaarlijke gedachte gang, zoals men ziet. Toch kan ik mij niet onttrekken aan de indruk, dat deze gedachte wel degelijk een rol speelt in de hoofden van de bonzen. Duidelijkheid is een mid del om hun reclameboodschap in dringender te maken en hun pro- dukt aan meer argeloze kopers te kunnen opdringen. Heeft de gewone man eenmaal, door zijn simpele in stincten geleid, zijn keuze bepaald tot het duidelijkste programma en hebben de bonzen het mandaat weer voor vier jaar op zak, dan kunnen zij nog wel eens bekij ken hoe gecompliceerd eventueel de zaken liggen. J?R is dus weinig scherpzinnig heid nodig om het overvloedig praten over duidelijkheid als pro paganda en dus in principe als bedrog te ontmaskeren. Ik gebruik dit zware woord om twee redenen. Ten eerste kan, zoals ik al zei, van de werkelijkheid niet zonder meer geëist worden dat zij duide- een eigen bestaan is gaan leiden en de inhoud van het programma in belang schijnt te overtreffen. Dat is een merkwaardig verschijn sel, helemaal passend in een reeks van andere problematische trekjes van onze tijd. Problematische za ken worden „verzelfstandigd" ter wijl ze alleen als „bijvoeglijk" kun nen bestaan en kunnen worden op gelost. Het verlies aan menselijk contact wordt boven de boomgrens tot een psychologisch probleem ge maakt'en we proberen het daar op te lossen zonder de dingen waar over het contact zou moeten gaan erin te betrekken. Dan ontstaat er een tamelijk dwaze mystiek van contact, ontmoeting, medemenselijk heid en liefde die geen wortels in de werkelijkheid heeft. Kunstenaars vragen zich af wat kunst is en die vraag zelf wordt hun kunst. Poli tici verzelfstandigen dè duidelijk heid en maken daar een doel op zichzelf van. In plaats van een duidelijk programma na te stre ven, installeren zij een commissie die de duidelijkheid van het be staande program of zelfs de dui delijkheid „als zodanig" moet be studeren. De duidelijkheid wordt zelfstandig, het programma bij voeglijk: de politiek wordt de vraag wat politiek nog is, zoals de kunst de vraag naar de kunst is. Vroeg of laat moet dit natuurlijk helemaal vastlopen omdat op deze manier het contact met de politieke werke lijkheid helemaal verloren gaat. Door de absoluut gestelde eis van lijk is. Hiervoor is een enorme hoeveelheid denkwerk nodig en dat sluit altijd een risico in dat de zaak duisterder wordt in plaats van duidelijker. Als politiek duidelijk moet zijn, moet zij deze proble men al achter zich hebben en niet zoals blijkt, er nog lang niet aan toe zijn. Ten tweede is hier spra ke van bedrog omdat met deze ver afgoding van de duidelijkheid een element in de democratie binnen gesmokkeld wordt, dat zich daarte gen kan richten. Om het cru te zeggen: democratie is als gelijktij dige werking van tegenstrijdige impulsen op zichzelf al onduide lijkheid. Volstrekt beslist en dui delijk is alleen een dictatoriaal be wind. Het kan mooie, rechte lij nen trekken en visionair te keer gaan dat het een lust is. Wie voor de democratie kiest, offert daaraan een stuk duidelijkheid en rechtlij nigheid op. Hij kiest voor een ge compliceerd heden vol bewegings vrijheid en herrie boven een ontle- digd heden, dat al zijn energie stuwt naar een rechtlijning nage streefde toekomst of een slaafs ge- imiteerd verleden, voor de ene vo gel in de hand boven de tien in de lucht. Het kan zijn dat deze wijsheid een beetje banaal is, maar het is een verdienste dat zij geen slachtoffers maakt. Zodra de ver afgoding van de duidelijkheid be gint, vallen er slachtoffers. De ge compliceerdheid, bij de gratie waar van wij leven en democratisch le ven, is er een van.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 27