;eeft
s
van
twatta
De val van Antonin Novotny
Duidelijkheid is bedrog
COMMENTAAR
AMERIKAANSE OPINIE
OVER VIETNAM
AAN HET OMSLAAN
„OMMEZWAAI" OP HET
LAATSTE MOMENT
MAAKTE GEEN INDRUK
ENGINEER
Drama in Azië
Nederlanders onder censuur
APATISCH
liever rijst
w^ZT7^sL Maar ik eeloot' dat
GEFAALD
Niet wijken
Schuld
Tanks
Conflicten
Concentratiekamp
DR. CORN. VERHOEVEN:
16
==S
11
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 MAART 1968
13
established product
and petrochemical
lical background in
;h in necessary.
:he Sales Engineer'»
,nce.
.cants should be over
lager, Byron Jackson
:rlands.
irca. 150 diëten worden
oofd-huishoudkundige
uw samengewerkt met
shoudkundige van de
ge werkweek en goede
\ftijd en ervaring kunnen
Klokkenberg, Galderse-
at opdag
bij mij langs komen.
ta-repen en andere choco-
medewerksters. Ze doen
[collega's. Muziek hoort er
Én je hebt allerlei voordelen.
|l. Dan komt er iemand van
ellen. En dan mag je meteen
dellaan 6, Breda.'
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE!LNGEN PEIUNGEN PINGEN
EILINGEN.PEILINGEN.Pf'LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILNGEN PEILINGEN PEILINGEN P EIUNGEN PEIL!ING^N PEIU
'ocii IKU~CM nfc.. iiirlki [en IVIK- PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ..PEILNGEN ^PEILNGEN PEIUNGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIUNGEN PEILINGEN PEIt
Ruim twintig jaar geleden heeft de Zweedse hoogleraar Gunnar Myr-
dal internationale bekendheid gekregen door een studie over het
rassenprobleem in de Verenigde Staten. Deze week is hij opnieuw
in de schijnwerpers komen te staan door „Asian Drama", een zeer
omvangrijke analyse van de situatie in Zuidoost-Azië. Zijn coqclusie: de
oorzaak van de armoe en ellende in die contreien is voor een goed deel
de schuld van de Aziaten zelf, van hun opvattingen omtrent werk en leven.
Met deze uitspraak, gebaseerd op een 10-jarig onderzoek, gaat Myrdal
hard op de (lange) tenen staan van vele Aziaten en geeft hij op het
eerste gezicht diegenen gelijk, die tegen ontwikkelingshulp zijn, omdat
„die lui daarginds niet deugen."
De Zweedse econoom verwijt de Aziaten heel wat: geen werkdiscipline,
bijgeloof, laksheid, onvoldoende ambitie, gebrek aan energie en inventi
viteit, afkeer van handenarbeid en slaafse gehoorzaamheid aan het gezag
India, Thailand en vele andere Aziatische landen zijn schijndemocratieën,
constateert Myrdal. De macht is in handen van een kleine groep; de massa
Is ongeorganiseerd en daardoor niet in staat fundamentele wijzigingen af
te dwingen.
Ook de „rijke" landen krijgen een veeg uit de pan. Myrdal stelt vast,
dat zij de Aziatische problemen niet realistisch benaderen. Zij houden vast
aan westerse concepties en stellen alle hoop op regeringen, die niet in
staat zijn werkelijk orde op zaken te stellen.
Myrdals situatietekening geeft weinig reden tot optimisme. Wat zal het
effect er van zijn? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn, die in deze studie
aanleiding zullen zien nog sterker tegen ontwikkelingshulp te ageren. Wij
achten die houding onverantwoord. Het Westen mag 900 miljoen Aziaten
niet aan hun lot overlaten. Anderzijds is het ook duidelijk, dat de huidige
wijze van hulpverlening in meer realistische zin herzien zal moeten
worden.
Ook zal er veel meer werk gemaakt moeten worden van een mentali
teitsverandering in de ontwikkelingslanden. Maar de eerste voorwaarde
daartoe is een mentaliteitsverandering in de westerse wereld. Na 2000
jaar christendom zijn wij hier nog niet in staat met elkaar een betere we
reld op te bouwen. Wat willen wij dan van anderen verwachten?
Op het Griekse eiland Kreta worden in het kader van een N.A.V.O.-
afspraak al enige |aren schietoefeningen gehouden (met geleide-
projectielen) door Nederlandse militairen. Toen de democratie in
Griekenland om hals werd gebracht door de huidige militaire
junta zijn die oefeningen normaal voortgezet. Daartegen is in Nederland
geprotesteerd. Niet ten onrechte naar het zich laat aanzien.
Nederlandse militairen op Kreta hebben namelijk bericht dat hun post
door het Griekse regime wordt gecensureerd. Dit is natuurlijk onacceptabel.
De Nederlandse regering kan misschien zwaarwichtige argumenten heb
ben gehad om de gastvrijheid van een dictatoriaal regime te accepteren.
Zij kan er onmogelijk in berusten, dat Nederlandse militairen door dictators
onder censuur worden gesteld.
McCarthy
opzienbarend
faamde journalisten en radioverslag
gevers, die zich tegen de interventie
in Vietnam keren, de laatste onthul
lingen van het Tonkin-incident en
zeer zeker ook sinds kort de
mededeling van Richard Nixon dat
hij als president voor een spoedige
vrede in Vietnam zou kunnen zor
gen. Maar Nixo-n laat zich niet uit
over de oplossing, die hij in gedach
ten heeft.
(Van onze correspondent)
NEW YORK Enige weken
geleden wist ik te melden, dat er
aanvankelijk inzake Vietnam hoe
genaamd geen „publieke opinie"
was. Maar daar is de laatste tijd
- sinds de berichten uit Vietnam
bepaald niet rooskleurig zijn voor
de Verenigde Staten - een aan
zienlijke wijziging in gekomen. Ik
geloof, dat men die wijziging op
een zeer simpele manier kan sa
menvatten in: „Wat doen wij in
een land, dat een corrupte rege
ring heeft, dat niet ten volle be
reid is zelf voor zijn vrijheid te
strijden en waar onze jeugd sneu
velt voor een vaag en onbegrijpe
lijk ideaal".
Men heeft de politieke resulta
ten van deze mening al kunnen
Waarnemen in de opzienbarende
successen van senator McCarthy
in de voorverkiezingsstrijd in New
Hampshire en men beluistert deze
mening ook door middel van de
senatoren, die in Washington uiterst
scherp de regering tegemoet treden
zoals een insider mij dui
delijk verklaarde „de mening
van de kiezers thuis verkondigen."
Het valt mij op, dat de Ameri
kaan, die npg niet zo lang geleden
rustig in zijn trein zat op weg naar
zijn werk en weinig bekommerd over
net dagelijks nieuws, thans wel met
zorg de krant open slaat en thans
ook uit zich zelf zijn mening over
Vietnam verkondigt tegenover deze
buitenlander,
bejaarde Amerikaan, waarmee
ut sinds enige weken in die trein con_
act heb zei: „Ik weet er niet veel
W,?n wat :k weet b>en ik uit de
lij tew6ten gekomen, maar
liol dat die Vietnamezen
,Wat rijst krijgen van de Viet-
dan dat hun huizen door ons
tWj Johnson dermate gecbse-
ria ?..ls door de kwestie Vietnam.
k met °°S °P de verkiezin-
dru„, ,dan 00k ziin zin wil door-
veStaw1? je leest hoeveel geld er
dpriri^ r .i de zakken van de Iet
wat TO» 5 ',.dan vraaS ik mij af
doen" genlllk in Vietnam moeten
verschaf "atuurl«k duidelijk, dat
drassn factoren hebben bijge
in L t, deze evidente wijziging
iucpmoL ke opinie": De laatste
mand h-n van de v'etcong, die nie-
cessen anders ziet dan als suc-
klarinif 158 andersluidende ver-
relanri v,an de generaal Westmo-
dentpn' "Jr dienstplicht voor de stu—
In K? werken aan - wat men
doctoraal zou noemen - hun
fennen L6*!men' niet te mis-
vanom-, nchten uit Vietnam, die
ken da h?6?? grote corruptie spre-
houding van een aantal be-
De New York Times van maandag
11 maart citeert ook uitvoerig een
publicatie van de Zweedse econoom
Gunnar Myrdal over Zuid-Azië: een
weinig opwekkende beschouwing, die
de massa's in Zuid-Azië apatisch
noemt, de sociale en economische si
tuatie weinig rooskleurig, de bevol
kingsaanwas schrikbarend en de
honger, de onderontwikkelde land
bouw ontstellend. Deze studie, die
gemaakt werd voor het „20th Cen
tury Fund" stelt, dat de oelangrijk-
ste bijdrage voor wijzigingen in hou.
ding en instellingen door de Zuid-
Aziaten zelf moet worden geleverd.
Op maandag 11 maart, moest mi
nister Rusk voor het commité bui
tenlandse betrekkingen van de se
naat verschijnen voor een openbare
„hearing" de eerste keer in twee
jaar, dat hij hiervoor toestemming
gaf en men kon verwachten dal
Rusk een bijzonder moeilijke dag zou
krijgen in een omgeving, die de
laatste tijd een steeds groter stroom
van kritiek op de handelwijze van
de regering in Vietnam te verwer
ken krijgt.
En dan heeft een vertrouwelijk
rapport van Amerikaanse experts
vastgesteld, dat de Zuidvietnamezen
gefaald hebben om de boeren in 's
lands zaken te betrekken, zelfs op
locaal niveau.
Dat ziet er allemaal weinig op
beurend uit voor de Amerikanen en
nog minder als al dit slechte nieuws
gepaard gaat met de mededeling van
generaal Westmoreland, dat er m de
twee noordelijke provincies van Vlet.
nam „zware, zeer zware" gevechten
op komst zijn.
Men is benieuwd van gouverneur
Rockefeller, die zich nog steeds niet
als directe kandidaat voor de pre
sidentsverkiezingen heeft aange
meld, inzake Vietnam denkt, althans
wat hij voor oplossing van het «on-
flict bij te dragen heeft.
DUBCEK
(Van een onzer redacteuren)
ANTONIN NOVOTNY (63) werd machtigste man eerste secretaris van
de communistische partij van Tsjeeho-Slowakije in 1953het jaar
waarin Stalin stierf. Novotny, op 4 januari ten val gebracht, heeft zich waar
schijnlijk nooit geheel thuisgevoeld in het tijdperk na Stalin, het tijdperk van
progessie, meer vrijheid en meer hervormingen in de communistische wereld.
Enkele maanden voordat hij zijn functie van partijleider moest opgeven, waar
schuwde Novotny de Tsjechische studenten en intellectuelen nog, dat hij niets
moest hebben van de „grotere drang naar vrijheid" of „een of andere verderf-
lijke westerse idelogie".
Tsjeeho-Slowakije heeft hem begin dit jaar met gelijke munt betaald: de Tsje
chen moesten ook niets meer hebben van Novotny. Zelfs een haastige trip van de
Russische partijleider Leonid Brezjnev naar Praag kon Novotny niet redden.
De Rus voorkwam wel, dat Novotny ook als president aan de kant werd gezet.
Brezjnev's reis schijnt overigens van kortstondige invloed te zijn geweest. De
laatste berichten wijzen erop, dat Novotny waarschijnlijk al binnen enkele dagen
gedwongen zal worden ook als president af te treden.
NOVOTNY
Wat veroorzaakte de val van Novotny, de man, die vijftien jaar lang
tegen de stroom van veranderingen in de communistische wereld
bleek te zjjn opgewassen en uit tenminste drie gevechten om de macht
in Tsjechoslowakije als overwinnaar te,voorschijn kwam? Waarom
moest de man, die in en buiten de communistische wereld bekend
stond als een meester in het hanteren van het „verdeel-en-heers-
principe" verdwijnen?
Novotny was een communistische
leider van het verouderde, conserva
tieve, Stalinistische stempel, ook al
paste hij zijn ideeën en houding altijd
net tijdig genoeg aan aan de veran
derde omstandigheden. Het kostte
bijvoorbeeld drie jaar geleden de
jongere generatie in de communis
tische partij, technocraten en econo
men, veel tijd en moeite om Novotny
ervan te overtuigen, dat de Tsjechi
sche economie in het slop zou raken,
als Tsjechoslowakije niet brak met
de verouderde Russische richtlijnen
voor 's lands economie. Uiteindelijk
stemde Novotny toe. De oude garde
van Tsjechische communisten had
echter niet voorzien, dat de econo
mische hervormingen traag op gang
gehouden gepaard zouden gaan met
een toenemende vraag naar grotere
persoonlijke, intellectuele en politie
ke vrijheid.
Op dit punt is de strijd tussen No
votny en de jongere generatie van
communisten in Tsjechoslowakije
gestreden. Novotny wilde geen duim
breed wijken: „De partij kan geen
grotere vrijheid aan studenten en in
tellectuelen toestaan", zei hij vorig
jaar herhaaldelijk, toen hem het
vuur aan de schenen werd gelegd.
Op het allerlaatste moment, toen No
votny moet hebben ingezien, dat zijn
macht uit handen werd gegrist, „be
keerde" hij zich en stemde in met
„het lenen van ideeën van het wes
ten om onze hervormingen te kunnen
doorvoeren". Het was te laat. No
votny moest aftreden en de man, die
de coup tijdens Novotny's afwezig
heid feest in Moskou voorbe
reidde, Alexander Dubcek, greep de
macht. Aan dit moment zijn belang
rijke ontwikkelingen in Tsjecho
slowakije voorafgegaan. Betrouwba
re bronnen leren ons daarover het
volgende:
Op 30 en 31 oktober 1967 verga
derde het Centrale Comité van com
munistische partij r 140 leden en 110
kandidaatleden) in Praag „om de po
sitie en rol van de partij in de hui
dige etappe van de ontwikkeling
van de socialistische partij te bespre
ken". Op deze vergadering zou Alex
ander Dubcek, eerste secretaris van
de communistische partij van Slowa
kije kritiek geleverd hebben op het
door Novotny ingediende ontwerp
over de „leidende rol van de partij".
Dubcek zou meer democratie in de
partijstructuur hebben gewenst. No
votny zou Dubcek daarop beschuldigd
hebben van een „uiting van klein
burgerlijk Slowaaks nationalisme",
Waarschijnlijk een meerderheid in 't
communistische presidium (10 leden)
was het met Novotny's beschuldigin
gen niet eens en stelde de kwestie
van de vervanging van Novotny als
partijleider aan de orde.
achtergesteld door Novotny, een
Tsjech).
Conflicten met letterkundigen (No
votny liet in juni van vorig jaar drie
schrijvers arresteren, omdat zij zich
te kritisch uitlieten over het regiem)
Conflicten met studenten (de po
litie trad in november hardhandig
op tegen betogende studenten).
Het presidium werd het op de eer
ste vergadering niet eens: Op 9 de
cember is de Russische partijleider
Brezhnev in Praag. Volgens het
Franse blad „Le Monde" zou de
Russische leider na het horen van de
twee partijen ih het presidium een
wijziging in de tcp van de Tsjechi
sche communistische partij hebben
afgeraden. Ook zouden de partijlei
ders van Polen en Oost-Duitsland,
Gomoelka en Ulbricht, bezorgd zijn
geweest en die zorg hebben over
gebracht over een op handen zijn
de wijziging in de regering van Tsje
choslowakije. Gomoelka en Ulbricht
zouden o.m. gewezen hebben op de
bedreiging voor dt zogenaamde
„IJzeren Driehoek" als gevolg van
het afzetten van Novotny.
Van 19 tot 21 december 1967 wordt
de vergadering van het Centrale Co
mité voortgezet. Prof. Ota Sik, de
promotor van het Nieuwe Economi
sche Model (NEM) zou tijdens deze
vergadering de „oude garde" van de
partij de schuld hebben gegeven van
de economische moeilijkheden. Hij
zou zelfs gezegd hebben, dat zonder
een politieke wijziging het NEM zou
mislukken. In het officiële commu
niqué na deze vergadering wordt
o.m. gezegd, dat mensen met een
juist gevoel voor al wat nieuw en
vooruitstrevend is, nu hun kans moe
ten krijgen. Wat de economie betreft
werd bepleit, dat „progressieve, cre
atieve en tot initiatief geneigde men
sen" het opnemen tegen „verouder
de, conservatieve opvattingen".
Novotny zou op deze vergadering
zelfkritiek hebben geuit en zich be
reid hebben verklaard hieruit de
consequenties te trekken.
Als oorzaken van de ontevreden
heid over het beleid van Novotny
werd genoemd:
Het slechte begin van de econo
mische hervormingen (inhoudende o.
m. zwaartepunt van de investeringen
wordt verlegd van de zware industrie
naar de consumptieve maatschappij;
werkweek wordt korter etc.)
De conflicten met de Slowaken (de
vijf miljoen Slowaken vormen een
minderheid in Tsjechoslowakije en
voelden zich de laatste jaren ten-
Novotny had in feite toen al het
spel verloren. In de kersttijd zou hij
de zogenaamde „volksmilitie" heb
ben gemobiliseerd. Deze instelling
dateert uit 1948 (staatsgreep) en
stond bekend als een buiten de wet
staande terreurorganisatie. Vele par
tijfunctionarissen zouden deze mobili
satie hebben afgekeurd. Deze week
is ook bekend geworden deze be
richten zijn niet bevestigd, maar
zeer waarschijnlijk juist dat No
votny enkele bataljons tanks in ge
reedheid liet brengen (de uitgewe
ken generaal Senja zou zich hier
mee belast hebben), om zijn macht
koste wat kost te verdedigen.
In zijn nieuwjaarsrede komt No
votny plotseling naar voren als een
aanhanger van moderne en liberale
ideeën. Hij zei onder meer: „Wij
'moeten ideeën van het westen lenen
om onze hervormingen te kunnen
doorvoeren. Dat geldt niet alleen op
economisch, technisch en weten
schappelijk terrein, maar ook op
progressief, cultureel en artistiek ge
bied". „Onze economische her
vormingen zijn nog niet overal in het
land doorgedrongen. Dat zal dit jaar
en de daarop volgende jaren gebeu
ren. Ik ben ervan overtuigd dat wij
de juiste volgen".
Op de leden van het Centrale Co
mité heeft deze „ommezwaai" van
Novotny kennelijk geen indruk meer
gemaakt. Van 3 tot 5 januari verga
derde het Comité voor de derde
keer. Op eigen verzoek, aldus een
Tsjechisch partijblad, zou Novotny
op deze vergadering uit de functie
als partijleider zijn gezet. Met „alge
mene stemmen" werd Alexander
Dubcek tot zijn opvolger gekozen.
Novotny werd op 10 deeëmber
1904 in Lethany, een dorpje bij
Praag geboren als zoon van een
metselaar. In 1919, toen hi' als sleu
telmaker werkzaam was, sloot hij
zich aan bij de arbeidersbeweging.
Hij behoorde in 1921 tot de eerste le
den van de pas opgerichte Tsjecho
Slowaakse communistische partij en
in 1935 werd hij als partij-secretaris
van het district Praag afgevaardigd
naar een congres van de Komintern
in Moskou. In 1938, toen de commu
nistische partij in Tsjeeho-Slowakije
verboden werd, bleef hij als onder
gronds lid actief. Bij het begin van
de tweede wereldoorlog speelde hij
een belangrijke rol in de ondergrond
se strijd tegen de nazi's. Maar in
1941 werd hij wegens zijn politieke
activiteiten gearresteerd en naar
het concentratiekamp Mauthausen
getransporteerd. Hij werd daar in
1945 bevrijd.
Na de bevrijding werd Novotny
benoemd tot leidend secretaris van
de afdeling Praag van de commu
nistische partij en in 1946 werd hij
lid van het Centrale Comité. Novot
ny speelde een belangrijke organisa
torische rol in de voorbereiding en
uitvoering van de staatsgreep van
februari 1948. Tijdens de Stalinisti
sche zuiveringen behield hij niet al
leen zijn positie maar verbeterde de
ze zelfs.
In 1951 werd Novotny achtereen
volgens lid van het secretariaat van
het Centrale Comité en daarna lid
van het presidium van het CC. In
1953 werd hij vice-premier. Na de
dood van'Klement Gottwald, die No
votny aan nagenoeg al zijn functies
had geholpen, werd Novotny eerste
secretaris van het Centrale Comité.
Hij bleef dit tot 4 januari 1968. De
„rebellen" in de Tsjechische com
munistische partij hebben de strijd
tegen de „oude garde' gewonnen.
Wat zal de overwinning betekenen
voor Tsjeeho-Slowakije? Wat na No
votny?
Zijn opvolger Dubcek (46) is de
Jongste partijleider in Oost-Europa.
Tot 4 januari was dat Nicolai Ceau-
sescoe (50) van Roemenië, algemeen
geprezen als de „Real Politiker"
van het Oostblok. Als Dubcek in de
voetsporen van Ceauseseoe treedt,
zou dat voor Tsjeeho-Slowakije een
gunstige ontwikkeling zijn. De laat
ste berichten leren ons, dat Dubcek
haastig aan het afrekenen is met
wat in het officiële jargon al heet
„de dagen van Novotny". De studen
ten en intellectuelen hebben al meer
vrijheid gekregen. Schrijvers behoe
ven hun artikelen niet meer te laten
censureren. Het kritisch blad „Lite-
rarni Listy", dat vorig jaar door
Novotny werd opgeheven, verschijnt
weer. Leiders met sympathieën voor
Novotny worden ontslagen. Kortom,
de pas verworven „vrijheid" kan
niet op. Zal het „bevrijdingsproces"
van lange duur zijn? Is het een ver
laat destalinisatieproces? Niemand
weet het precies. Een feit is, dat een
communistisch regime nog geen
mensen in vrijheid zoals wij die
kennen heeft geproduceerd. Wij
menen ook dit feit té moeten vast
stellen, ofschoon wij -verheugd zijn
over de ontwikkelingen in Tsjeeho-
Slowakije. A.T.
_^LS er tegenwoordig over poli
tiek gepraat wordt, gaat er
geen halve minuut voorbij zonder
dat het woord „duidelijkheid" ge
bruikt wordt. En dat wordt dan
met een hoofdletter uitgesproken;
het duidt de kern van de zaak
aan. Wie het gesprek daarop aan
stuurt, geeft te kennen dat hij niet
zomaar wat in de ruimte kletst,
maar recht op de zaak wil afgaan.
Hij legt een eed van politieke
betrouwbaarheid af bij het beeld
van de nieuwe afgod Duidelijkheid.
Want het is inderdaad een afgod
waarbij hij zweert, een door men
senhanden eigenmachtig geschapen
beeld, waaraan geen werkelijkheid
beantwoordt. Duidelijkheid is een
menselijke beslissing, in het tot
stand komen waarvan de werkelijk
heid niet gekend wordt. Zij is een
wil tot duiden die niet in overleg
treedt met de vraag of de- reali
teit wel zo ondubbelzinnig te dui
den is. Maar wat niet te duiden
is, kan niet zomaar duidelijk zijn;
het blijft duister. Nu kan politiek
omschreven worden als de plaats
waar de werkelijkheid koste wat
het kost duidelijk moet zijn, Zon
der die duidelijkheid valt er im
mers niet mee te opereren en dat
is toch de taak van de politiek. En
evenzeer staat het vast dat in een
democratisch bestel voor de kiezer
een duidelijke keuze mogelijk moet
zijn. Alleen in zijn duidelijkheid
kan het programma van een poli
tieke partij zich tegenover de kie
zer rechtvaardigen.
A/fAAR wat de laatste tijd ge
beurt is het volgende: de dui
delijkheid heeft zo'n geweldige na
druk gekregen dat zij als het ware
duidelijkheid is dit contact al pro
blematisch geworden, maar op de
ze manier wordt het hele politieke
leven een onwerkelijk gedoe.
]y|ISSCHIEN is dit alles begon
nen met min of meer didacti
sche bedoelingen. Het moet im
mers de kiezer, de zogenaamde
gewone man, niet al te moeilijk ge
maakt worden. De duidelijkheid
van het programma is dan een
lokmiddel voor simpele geesten die
niet in staat en bereid geacht wor
den zich in een gecompliceerde ma
terie te verdiepen, maar die helaas
wel het recht hebben om te stem
men. Een gevaarlijke gedachte
gang, zoals men ziet. Toch kan ik
mij niet onttrekken aan de indruk,
dat deze gedachte wel degelijk een
rol speelt in de hoofden van de
bonzen. Duidelijkheid is een mid
del om hun reclameboodschap in
dringender te maken en hun pro-
dukt aan meer argeloze kopers te
kunnen opdringen. Heeft de gewone
man eenmaal, door zijn simpele in
stincten geleid, zijn keuze bepaald
tot het duidelijkste programma en
hebben de bonzen het mandaat
weer voor vier jaar op zak, dan
kunnen zij nog wel eens bekij
ken hoe gecompliceerd eventueel
de zaken liggen.
J?R is dus weinig scherpzinnig
heid nodig om het overvloedig
praten over duidelijkheid als pro
paganda en dus in principe als
bedrog te ontmaskeren. Ik gebruik
dit zware woord om twee redenen.
Ten eerste kan, zoals ik al zei,
van de werkelijkheid niet zonder
meer geëist worden dat zij duide-
een eigen bestaan is gaan leiden
en de inhoud van het programma
in belang schijnt te overtreffen.
Dat is een merkwaardig verschijn
sel, helemaal passend in een reeks
van andere problematische trekjes
van onze tijd. Problematische za
ken worden „verzelfstandigd" ter
wijl ze alleen als „bijvoeglijk" kun
nen bestaan en kunnen worden op
gelost. Het verlies aan menselijk
contact wordt boven de boomgrens
tot een psychologisch probleem ge
maakt'en we proberen het daar op
te lossen zonder de dingen waar
over het contact zou moeten gaan
erin te betrekken. Dan ontstaat er
een tamelijk dwaze mystiek van
contact, ontmoeting, medemenselijk
heid en liefde die geen wortels in
de werkelijkheid heeft. Kunstenaars
vragen zich af wat kunst is en die
vraag zelf wordt hun kunst. Poli
tici verzelfstandigen dè duidelijk
heid en maken daar een doel op
zichzelf van. In plaats van een
duidelijk programma na te stre
ven, installeren zij een commissie
die de duidelijkheid van het be
staande program of zelfs de dui
delijkheid „als zodanig" moet be
studeren. De duidelijkheid wordt
zelfstandig, het programma bij
voeglijk: de politiek wordt de vraag
wat politiek nog is, zoals de kunst
de vraag naar de kunst is. Vroeg of
laat moet dit natuurlijk helemaal
vastlopen omdat op deze manier
het contact met de politieke werke
lijkheid helemaal verloren gaat.
Door de absoluut gestelde eis van
lijk is. Hiervoor is een enorme
hoeveelheid denkwerk nodig en dat
sluit altijd een risico in dat de
zaak duisterder wordt in plaats van
duidelijker. Als politiek duidelijk
moet zijn, moet zij deze proble
men al achter zich hebben en niet
zoals blijkt, er nog lang niet aan
toe zijn. Ten tweede is hier spra
ke van bedrog omdat met deze ver
afgoding van de duidelijkheid een
element in de democratie binnen
gesmokkeld wordt, dat zich daarte
gen kan richten. Om het cru te
zeggen: democratie is als gelijktij
dige werking van tegenstrijdige
impulsen op zichzelf al onduide
lijkheid. Volstrekt beslist en dui
delijk is alleen een dictatoriaal be
wind. Het kan mooie, rechte lij
nen trekken en visionair te keer
gaan dat het een lust is. Wie voor
de democratie kiest, offert daaraan
een stuk duidelijkheid en rechtlij
nigheid op. Hij kiest voor een ge
compliceerd heden vol bewegings
vrijheid en herrie boven een ontle-
digd heden, dat al zijn energie
stuwt naar een rechtlijning nage
streefde toekomst of een slaafs ge-
imiteerd verleden, voor de ene vo
gel in de hand boven de tien in
de lucht. Het kan zijn dat deze
wijsheid een beetje banaal is, maar
het is een verdienste dat zij geen
slachtoffers maakt. Zodra de ver
afgoding van de duidelijkheid be
gint, vallen er slachtoffers. De ge
compliceerdheid, bij de gratie waar
van wij leven en democratisch le
ven, is er een van.