ONZE PUZZEL fabrikanten over bedelbrieven n ff OP 64 VELDEN m m w m w m '02P Behoedzaam Eenzijdig Geven Vormen B Hl pp i JSP t B SB a n a lil m Hl a H a n ifüi a nr lil lil 11 i Ut t 11 8 IJ B n JU JU lil Ui DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 MAART 1968 ALSOF WE ONS GELD NIET OP KUNNEN KRIJGEN BREDA „Van alle kanten komen de vragers en de aanbieders, de betweters en de profiteurs, maar ook de idealisten en werkers, de bouwers aan een betere, samenle ving. Mensen uit organisaties, verenigingen, stichtingen, instituten en federaties. Wij ontkomen er niet aan, of we het nu prettig vinden of niet. Zij vragen onze aandacht. En we moeten reageren, kleur bekennen. Ook al is die kleur alleen maar het grijs van de prul Iemand.. Want „neen" zeggen, of zelfs gewoon niet antwoorden, is even goed een daad die niet zal nalaten op de duur effect te hebben." Het Nederlandse bedrijfsleven geeft jaarlijks miljoenen guldens weg aan alle mogelijke instellingen, verenigingen en instanties, die om financiële steun vragen of bijdragen in natura. De stroom aanvra gen groeit met het jaar. Het bedrijfsleven dreigt er volledig onder bedolven te worden. Directies hebben veel begrip voor de ge groeide situatie. Een onplezierige bijkomstigheid is het feit dat er steeds meer misbruik van de vrijgevigheid van de Nederlandse industrieën wordt gemaakt. Studenten maken zich hieraan in het bijzonder schuldig. Oit is in een nofedop de omschrijving van een probleem, waarmee het bedrijfsleven in Nederland langzamerhand in een professionele wor steling is geraakt. De stroom aanvragen voor financiële steun of bijdra gen in natura dreigt in Nederland onstuitbaar te worden. De heer A. Braakman, hoofd afdeling informatie van Unilever n.v. in Rotterdam is de vlechter van deze opmerking. Het bedrijfsleven is in werkelijk heid geen lief stel filantropen, al hebben reeds tienduizenden niet tevergeefs bij een bedrijf aange klopt. Het aantal personen dat er echter vanuit gaat dat het bedrijfs leven goedgeefs is, een reusachtige organisatie van met geld smijten de sinterklazen met een zeven daagse werkweek, blijkt ontstel lend groot. De giganten onder de Neder landse industrieën hebben zelfs een aparte post voor deze bijdra gen op hun begroting. Beslist geen sluitpost. Onder het wat eufemis tische hoofd „subsidie" heeft een bedrijf ais Unilever bijvoorbeeld een bedrag staan dat het miljoen te boven gaat. Een bedrag dat in feite wordt „weggegeven". Unilever krijgt per jaar circa 800 aanvragen binnen om finan ciële bijdragen of giften in natura. Bepaalde sigarettenfabrieken en bedrijven als Verkade, Albert Heijn, Boldoot, Hero, Heineken. Shell en Philips (om er een paar te noe- fflen) veel meer dan duizenid Mo gelijke maar vooral onmogelijke en niet sporadische brutale ver zoeken. Vrijwel alle bedrijven tonen zich zeer behoedzaam als we wat meer willen weten over hun subsidie beleid. Met het „geven" zijn uiter aard bedrijfsbelangen gediend, maar bij het afwegen van de be langen van de verschillende aan vragen speelt een heel penibele Kwestie: Niemand mag voor het hoofd worden gestoten. Voor een overgrote meerderheid van de be drijven is het spreekwoord „Laat aw linkerhand niet weten, wat de mUÏ doet" in deze dan ook een Sblden stelregel. Waar zoal om gevraagd wordt? „Je kunt zoiets geks niet beden- en of er is wel iemand die om een barage komt pleiten. De aanvra- vnü varieren van een kratje pils f<w e,en veertig-jarig huwelijks ki tot bijstand voor een tehuis latil Paarden", zegt een public-re- h,„ Ms man van Heinekens bier- "romvenjen in Amsterdam. vip,h Heineken komen gemiddeld binnen nVyl aanvragen per dag coiw' Erectie daar heeft een eenvm „Sle Sefo™eerd die de niet de ,SIse taak heeft maandelijks hun geestrijke aanvragen op moeten i6s.te beschouwen. „We meel 5 seleeceren, selecteren, veel verslvan we feitelijk kunnen. Dit togf, Vnsel neemt hand over hand brieill„e^npJ?yée van de Hero-fa- wordt uda beaamt dit. „Het een onhoudbare stroom ver zoeken. Wij ergeren ons nogal eens aan bepaalde wensen, waarmee alle mogelijke verenigingen komen aandragen. Wanneer ze een nieuwe interieurinrichting van een club gebouw of iets dergelijks vragen hebben ze fabelachtige wensen. Niet te geloven! Niemand heeft een cent, maar er wordt gerust om clubfauteuils gevraagd, in plaats van klapstoeltjes". Al naar gelang de intensiteit van de binnenkomende stroom worden er bij het schiften bepaal ie maat staven aangelegd. De meeste be drijven geven iedereen individueel antwoord in een getypte brief, mits het verzoek niet op een vijfde of zesde doorslag staat of niet voor de concurrent is bedoeld. Dit laat ste ondervinden sigarettenfabri- kanten veelvuldig. Brieven zonder fatsoenlijk briefhoofd over een mistige actie en andere particulie re „bedelpartijen" verdwijnen zon der pardon in de prullemand. i Het thema van de brieven is vrij eenzijdig. Acht van de tien aan vragen zijn voor een of ander goed doel. Ondanks de vaaktragische en verdrietige achtergronden die worden belicht, zijn de bedrijven genoodzaakt zich voornamelijk te blijven bezighouden met de vraag, „welk belang kan voor ons bedrijf met deze aanvraag gemoeid zijn?" Er moet meestal een duidelijk aan wijsbaar verband zijn tussen de aard van de aanvraag en de ge aardheid van het betrokken be drijf. Bejaardenclubs die hun jaar lijks uitstapje maken moeten niet bij een strokartonfabriek aanklop pen om verfrissende eau de colog ne. Zeker bij de landelijke bedrijven zal men zich afvragen of de aan vragende instantie representatief is. De grote nationale verenigingen ter bestrijding van astma, polio, reuma, enz. kunnen op een jaar lijks terugkerende subsidie reke nen. „Maar moeten we huisvrou- wenverenigingen, kaartclubs, sportverenigingen, sociëteiten, e.d. die zich hoe spontaan ook plotseling met een eigen fancy- fair, bazaar, kaartavond, tombola gaan bezighouden, iets geven? Met de eindeloze waslijsten voor ogen wordt dat heel moeilijk", zeggen de directies. De criteria liggen bij elk bedrijf anders. Unilever o.m. tracht ook altijd de urgentie van het voorge dragen doel te meten. Sommige or ganisaties geven wel eens de in druk dat hun enige reden van voortbestaan moet worden gezocht in het feit dat zij jaren geleden zijn opgericht. De vrijgevigheid van het bedrijfs leven wordt de laatste twee jaar niet alleen kritisch bekeken als gevolg van het steeds wassende aantal aanvragen, maar evenzeer door het teruglopen van de con junctuur. Zolang de zaken flore ren kan men zich de luxe van een zekere filantropie wel veroorloven. Maar dat verandert als de con junctuur inslaat. Een goede ondernemer zal hier door echter niet ophouden met „geven". Hij kent de ernstige na delen maar ai te goed. Dat het publiek de industrieën veelal onbewust tot het uiter ste van hun tolerantie drijven, ho ren we van de chefs public rela tions van twee concurrerende si- garettenbedrijven in Den Haag' Zij vertellen het bijna historisch geworden verhaal van de invali denwagentjes. Ooit is op volslagen onbekende wijze het gerucht opge bloeid dat men voor een x-aantal wikkels van sigarettenmerken een invalidenwagentje zou kunnen krijgen. Onderwijzers begonnen er mee. Zij zetten hun kinderen nij ver aan het sparen. Blijmoedig kwamen ze met een slordige 75.000 wikkels en met de vraag hoeveel wagentjes daar tegenover stonden. Daarna kwamen de wikkels bij 100.000-den binnen. „Domme geruchten", noemt de heer De Boer van Ed. Laurens het. „Mensen combineren het ene ge rucht met het andere en produ ceren op een gegeven moment met zo'n grote hardnekkigheid een ver haal dat we er niet meer onderuit konden. Teneinde raad hebben we in het onderhavige geval het Prinses Beatrixfonds 10.000 gulden gege ven, waar 20 wagentjes voor zijn gekocht". Een soortgelijke pijnlij ke geschiedenis heeft zich met blindegeleidehonden voorgedaan. Dit is één van de meest opmer kelijke verschijnselen geweest rond de veronderstelde goedgeefsheid van het bedrijfsleven. Het bokkige gerucht is stilaan verdwenen. Toch mogen de sigarettenfabrieken het twijfelachtige genoegen smaken de meeste belangstelling van de „vragers" te hebben. Volgens de heer De Boer van Ed. Laurens ko men de aanvragen zelfs bij dui zenden per jaar binnen. Soms is er sprake van kilo's per dag. Een groot misverstand bij velen is dat zo'n bedrijf gemakkelijk een paar sloffen sigaretten cadeau kan doen. „Als we één pakje Ca- ballero schenken, lacht de fiscus het hardst, we hebben hem dan f 1,05 gegeven". Een apart en voor de betrokke nen minder vleiend hoofdstuk vormt de studentenwereld. Ver schillende wetenschappelijke on derzoeken van studenten, waar voor een financiële bijdrage werd gevraagd, zijn ook voor bepaalde industrieën dubbel en dwars een gift waard geweest. Maar een pseudo-studlereis van een koppel tje studenten uit Amsterdam heeft bij superkruidenier A. Heijn toch de deur dicht gedaan. Of hij even zo goed wilde zijn f 12.000 over te maken. Bij voorbaat hartelijke dank. „Zoiets gaat ons te ver", zegt men in Zaandam zeer te recht. De heer Braakman van Unilever drukt het zo uit: „In kringen van het studentenleven kent men wel heel weinig schroom om plompver loren bij het bedrijfsleven het on derste uit de kan te vragen". Uni lever kan er over meepraten. Aan biedingen van knapen reclame te voeren op hun auto's als het be drijf de vakantietrip zou betalen, zijn meer dan eens gedaan. Een groep studenten is eens heel boos geworden op Verkade. Ter ge legenheid van een feestje wilde men uitzonderlijk grote taaipoppen laten maken. Speciale figuren. Een leuk grapje, maar als Verkade op deze wens was ingegaan zou dit het bedrijf duizenden guldens hebben gekost, alleen al voor het vervaar digen van de speciale mallen. Ver kade gaat niet gebukt onder de aanvragen, maar als men er alle artikelen, die in de loop van een jaar worden gevraagd bij elkaar zou zetten, zou men een fraaie spe ciaalzaak kunnen inrichten. Bij Hero stelt men het misbruik dat sommige studenten maken van de vrijgevigheid eveneens aan de kaak. „De kosten van inrichting van nieuwe sozen, alle mogelijke reizen en evenementen moeten maar door het bedrijfsleven wor den gedragen. De mensen gaan er wel erg gemakkelijk over den ken". Welke vormen dit kan gaan aan nemen? „Onze uniformen zijn ver sleten, wilt u nieuwe geven; ons gezelschap kan in Amerika optre den wanneer u de reikosten helpt betalen; we zouden nieuwe instru menten moeten hebben; we zijn f 2000 tekort gekomen bij de orga nisatie van een evenement, we vra gen een sponsorschap. Het lijkt wel dat alleen wij het noodlijdende verenigingsleven op de been moe ten houden". Deze wat negatieve zaken heb ben overigens voldoende prettige tegenhangers. Onderwijsinstellin gen, bejaardenzorg, reclasserings- werk, Leger des Heils. Kode Kruis, reddingmaatschappijen, charitatie ve instellingen, noem maar op, zijn dankbare objecten om iets aan te „geven". Schril, in tegenstelling hiermee staat dan weer de in het Neder landse bedrijfsleven berucht ge worden klaagbrief van een Haagse mevrouw. Netjes, bijna onderdanig, vroeg zij een bedrijf om een kleine bijdrage in verband met de vele ontberingen die zij zich moest ge troosten door ziekte van haar man. De gemoedsbespeling was iets te virtuoos. En het ging op oplichting lijken toen bij toeval kwam vast te staan dat zij eenzelfde brief aan verscheidene soortgelijke firma's had gezonden. Er werd geen ruchtbaarheid aan deze zaak gegeven. Zoals de mees te bedrijven ook niet geven aan al het opbouwende werk dat ze ver richten. „Niet voor niets wordt in het evangelie gewaarschuwd tegen de gevers, die hun goede daden op straat laten uitbazuinen. Het is goed dat de linkerhand niet weet, wat de rechter doet", verklaarde de heer Braakman van Unilever. Volgens hem mag het bedrijfsle ven echter toch wel een klein lof trompetje steken, onder het motto: „Voor de onderneming als maat schappelijk instituut ligt deze zaak anders dan voor het individu. Een gepaste ruchtbaarheid voor bepaal de schenkingen hoeven we niet steeds te schuwen. Het is voor an dere bedrijven een prikkel en voor de samenleving een teken dat het bedrijf „er bij hoort". Wanneer we de oogst van een jaar bijeen zien, rijst niettemin de vraag of half Nederland in z'n vrije tijd bedelaartje speelt. In hoeverre het bedrijfsleven daaraan zelf schuldig is? Het staat vast dat elkaar beconcurrerende bedrijven in het verleden zwaar tegen elkaar hebben opgeboden als het gaat om de gunst van een of andere club of instelling ging. PIM GAANDERSE W. J. MUHRING HOR.: 1 blauwe boerenkiel, 3 stad in Duitsland, 9 bundel, 11 haarvlecht, 12 bijb. figuur, 15 sehoenvorm, 16 oude vlaktemaat, 18 bijwoord, 20 onderricht, 21 Europeaan, 22 uit roep, 23 puntig voorwerp, 25 guir lande, 29 vruchtje, 30 myth, figuur, 32 Europeanen, 33 maling, 35 ope ning, 37 maand van het jaar, 38 don kere zolder in molens, 40 overblijfsel bij verbranding, 41 niet vast, 42 rivier in Rusland, 43 insekt, 44 speelgoed, 45 kledingstuk, 47 gravure, 49 plaats in N.-Brab., 50 land in Europa, 52 boom, 54 kreet, 55 krom, 57 bloei- wijze, 59 pers. voornaamw., 60 Euro peaan, 61 vochtmaat, 63 muziek noot, 64 jaargetijde, 66 duivel, 68 palmboom, 69 plaats in Gelderland, 71 stap, 72 plaats in N.-Brab.. 73 plomp. VERT.: 2 voedsel, 3 landweg of laan, 4 dorp in Gelderland, 5 Euro peaan, 6 korte degen, 7 lieden van adel, 8 stad in België, 10 neven schikkend voegwoord, 11 achting, 13 voorzetsel, 14 hoofddeksel, 17 woud, 19 tovergodin, 22 afsluiting, 24 bij woord, 26 optelling, 27 trilden op één noot (muziek), 28 uitroep, 29 dans partij, 31 ontvangkamer, 33 langzaam (muziek), 34 beet, 36 hoogste punt, 38 bijwoord, 39 rivier in Egypte, 44 stronkje, 45 zeehond, 46 wig, 48 groente, 49 geit, 50 plaats in N.H.. 51 plaats in O.-Vlaanderen, 53 pa troon, 54 zwart agaatsteen, 55 soort, 56 als 8, vert., 58 viervoutig dier, 60 meisjesnaam, 62 jongensnaam, 65 nauw, 66 laagvlakte, 67 water in N.- Brab., 70 muzieknoot. OPLOSSING PUZZEL VORIGE WEEK HOR.: 2 löss, 6 dons, 10 uk, 12 ont aard, 14 pa, 15 Man, 17 eenre, 18 sol, 19 edele, 21 lepel, 23 rede, 24 bed, 26 Erna, 27 kelen, 29 Arras, 31 Noren, 34 al, 35 ed, 36 re, 37 of, 38 Polen, 41 Denen, 44 Regen, 47 made, 50 tel, 51 haan, 53 Irene, 55 vaalt, 56 eer, 57 Peize, 60 lor, 61 nn, 62 bedeesd, 64 me, 65 gene, 66 stop, VERT.: 1 Numeri, 3 o.o., 4 snee, 5 sté, 6 dar, 7 Orel, 8 nd, 9 Dallas, 11 kade, 13 Andel, 14 poen, 16 neder, 18 Spree, 20 le, 22 Ee, 24 bes, 25 den, 27 kader, 28 Noren, 29 alp, 30 rel, 32 ren, 33 non, 39 order, 40 net, 41 del, 42 egaal, 43 Amiens, 45 genie, 46 entree, 48 aren, 49 en, 51 ha, 52 alom, 54 Epen,' 55 vest, 58 Ede, 59 zes, 62 Be, 63 do. Een ongekend schandaal heeft zich afgespeeld tijdens het toernooi te Hastings. De vier uitgenodigde internationale grootmeesters Stein, Suetin, Hort en Gheorghiu bleken voor de wedstrijd met elkaar afge sproken te hebben onderling remise te spelen, hetgeen er op neerkwam dat het totaal aan uitgeloofde prij- zijn ten bedrage van 425 pond ge lijkelijk verdeeld werden. Stein, Suetin, Hort en Gheorghiu eindigden namelijk op de eerste vier plaatsen, omdat de rest der deel nemers op geen stukken na tegen hen was opgewassen. Voor de or ganisatoren, die dank zij de finan ciële medewerking van het gemeen tebestuur van Hastings en het Dag blad „The Times" er wederom is geslaagd waren dit traditionele toer nooi te doen verspelen, waren deze afgesproken grootmeesterremises een bittere pil. Ook het publiek stak zijn afkeuring niet onder stoelen of ban ken. De heren zullen thuis wel op het matje geroepen worden, want zelfs de Soviet Weekly had voor hun gedrag geen goed woord over. Aan dit toernooi ontleen ik de onder staande overwinning van de Rus sische grootmeester Stein op zijn aanzienlijk zwakkere Engelse col lega Keene. Deze laatste kwam er na een openingsfout niet meer aan te pas en werd eenvoudig van het bord „geranseld". Wit: Keene (Engeland) Zwart: Stein (U.S.S.R.) Gespeeld in het toernooi te Hastings 1968 Engels 1. P'gl-f3, d7-d6; 2. c2-c4, Pg8-f6; 3. g2-g3, g7-g6; 4. Lfl-g2, Lf8-g7; 5. 0-0, 0-0; 6. Pbl-c3, e7-e5; 7. d2-d3, Pb8- c6 8. Tal-bl, h7-h6; 9. b2-b4, Lc8-e6i 10. b4-b5, Pc6-e7; 11. Ddl-c2 (Konsekwent en juist was 11. a4 ge volgd door 12. La3 om op het goede moment met c4-c5 door te stoten. Na de tekstzet kan zwart snel een geweldige aanval opbouwen) 11Dd8-d712. Tfl-el, Le6-h3; 13. Lg2-hl, Pf6-g4; 14. Pf3-d2, Ta8- b8; 15. Pc3-d5, Pe7xd5; 16. c4xd5 (Beter was 16. Ld5:) 16f7-f5; 17. Tbl-b4, Tb8-e8; 18. Pd2-f3, Fg4-f6; 19. e2-e4, f5-f4! (Wit wordt nu snel onder de voet gelopen) Stelling na 19.f5-f4I IS? 5 20. Lcl-b2, Pf6-g4; 21. Tb4-c4, TeS- e7; 22. a2-a4, Te7-f7; 23. Dd2-e2 (Om het indirect bedreigde paard te ondersteunen) 23.Dd7-d8; 24. Tc4-c2, h6-h5; 25. Lb2-cl, Lg7-h6 (De aanval heeft nu het hoogtepunt bereikt. Wit is reddeloos) 26. Lel-b2, f4xg3; 27. h2xg3, h5-h4; 28. Lb2-cl, h4xg3; 29. f2xg3, Lh6xcl; 30. Telxcl, a7-a6ü (Geweldig, er dreigt nu 31.... Db8 en 32.Da7+) 31. Pf3-h2, Pg4xh2; 32. Kglxh2, Dd8- g5ü 33. Kh2xh3, Tf7-h7+ en wit gaf zich gewonnen, omdat hij het maf niet meer kan pareren. Een schaak- moord in optima forma. Schaakraadsel Pioneneindspelen kunnen zo hun el- gen bekoring hebben. In het onder staande eindspel waarna zwart aan zet is gaat voor wit de b-pion op de een of andere wijze verloren. Desondanks beschikt wit over een fijne combinatie, die hem gelijk spel oplevert. Een raadsel, om zo van het diagram af op te lossen! Zwart aan zet, maar wit bereikt re mise Oplossing schaakraadsel Op 1e7xb6 bereikt wit ate volgt remise: 2. Kb5-a6, Kc8-b8; 3. b4-b5, Kb8-a8; 4. e5-e6, f7xe6 en wit staat pat. Op 1.a7xb6 dwingt wit als volgt een gelijk spel af: 2. Kb5-c6, Kc8-d8: 3. b4-b5, Kd8-c8; 4. e5-e6, f7xe6 pat (Selesnieff).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 17