Zonder 'n sterk team ga ik niet Geen zoon van mij als wielrenner AB GELDERMANS: 't doel is geld WOUT WAGTMANS: ik had bedankt Ik wil erkenning als kopman Ze missen gevoel voor positie Ik ben niet bang Pel hooit meer DAGBLAD DE STEM MAART 1968 Jan Janssen is gezwicht voor de argumenten, die zijn sponsor nog steeds het biermerk Pel- forth en de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie in twee aparte gesprekken met hem, aan voerden. Jan Janssen, kort geleden nog van plan om (in principe) niet te starten in de Tour de France, is nu (in principe) wel akkoord met zijn deelname aan de Ronde van Frankrijk. Daar zijn echter een aantal voorwaarden aan verbonden. De andere renners moeten hem als absolute kopman erkennen; De Nederlandse Tour-ploeg moet de sterkste ploeg zijn die in ons land te vinden is. Anders begint Jan Janssen er gewoon niet aan. „Dan kan ik beter thuisblijven. Anders is het voor mij niet interessant meer. Niet op zakelijk gebied en ook niet op het gebied van de eer. Ik heb drie keer de groene trui gewonnen, ik werd tweede en vijfde in het eindklassement. Wat koop ik voor nog een groene trui of nog een ereplaats? Niets. Bovendien was het zo, dat de gehele ploeg vorig jaar netto 45.000 gulden verdiende en ik daarvan maar liefst 20.000 gulden bij elkaar fietste. Ik heb mijn aandeel aan de ploeg afgestaan en dat vind ik niet erg. Maar wel erg is dat niet iedereen zijn best heeft gedaan" En daarom doet Jan Janssen het dit jaar anders. „Blijkt in de komende maanden dat jonge renners sterk in klassiekers en sterk in etappe-wed strijden rijden en blijkt dat Nederland daaruit en nog aangevuld met renners van vorig jaar een sterke ploeg kan samenstellen, dan wil ik wel als kopman van die equipe starten. Maar de andere coureurs moeten goed begrijpen, dat als ze gaan om geld te verdienen ze weten wat er moet gebeuren. Ze moeten dan hun eigen „ik" laten varen. Als je geen homogene ploeg hebt, dan weet je niet wat de rijders willen. Als vijf entachtigste eindigen voor duizend gulden of hun eigen kans opofferen en met zes mille naar huis gaan. Het gaat mij nu uitsluitend om de eindover winning en zonder een goede ploeg achter me be reik ik die niet". De kans op een Tour-zege acht Janssen nog steeds aanwezig. „Ik heb in de afgelopen jaren een hoop ervaring opgedaan. Daarbij komt nog eens dat het schema voor de Ronde van Frankrijk dit jaar voordelig voor mij is uitgevallen. Na de ber gen, en daarin zal ik het toch zelf moeten doen, komt nog een groot,aantal vlakke etappes én juist in die ritten kan ik wat meer steun van de jon gens krijgen. Een mogelijkheid om te winnen is er dus." Jan Janssen is zelfverzekerd: „Als ik niet slaag weet ik het wel. Volgend jaar doe ik dat zware werk dan niet meer. Ik wordt tenslotte ook al wat ouder en ik ga het beslist wat rustiger aan doen". Als Jan Janssen ooit een zoon krijgt zat dt» nooit het vak van wielrenner mogen kiezen. Dit is de wellicht wat merkwaardige gedachtengang van een man, die in betrekkelijk korte tijd een klein fortuin bij elkaar fietste. Maar Jan Janssen zegt er zijn reden voor te hebben: „Ik zie de mooie en de slechte dingen van het métierIk weet dat nog geen vijf procent van alle wiel- renners een goede boterham verdient. En de kans om daar bij te horen vind ik te gering." Voor een zakenman als Jan Janssen („Zo zie ik mezelf tenminste. Ik doe mijn zaken op de fiets, «en ander achter een bureau"), die als beroepsrenner graag snel en veel geld wil verdienen, dus een toch wel vrij logische uitspraak. De beste Nederlandse wegrenner vindt de kant dat een zoon niet zijn capaciteiten heeft te groot. Hij zegt daar over: „Een natuurtalent ben ik be slist niet. Ik heb wel een zekere klasse, maar ik moet ook bijzonder veel doen om met de toprijders mee te kunnen. Natuurtalenten waren Wouters, Vannitsen, Scrayen en Jo de Haan. Die hadden drie keer zoveel klasse als ik, maar ze misten het karakter. Ze hebben niet goed genoeg van zich afgeslagen toen ze in opkomst waren." Jan Jans sen heeft dat wel gedaan. Hij verdiende in zijn begintijd bij Pelforth maar 210 gulden per maand, ,Jk was pas getrouwd, ik had honger en er was weinig geld. Ik moest knecht spelen in de ploeg. Maar ik deed het met overgave, want het was de enige mogelijkheid om vooruit te komen. Toen mijn ploegleider Maurice de Muer zag, dat hoe wel ik knecht was, ik toch in staat bleek om goede uitslagen te rijden, kreeg ik wat meer vrijheid en zo heb ik mijn positie opgebouwd". Zo werd hij in Frankrijk en Nederland een bijzonder gezien man, die af en toe wel eens te zwaar gebukt moet gaan onder zijn populariteit. Zoals afgelopen winter. „Dat was eigenlijk een beetje te gek. Ik rende van de ene sportavond naar de andere. En dat is te veel geweest. Je komt zo nauwelijks meer tot rust." Het is begrijpelijk. Als we een (volstrekt) nor male week nemen uit het voorbije winterpro- gramma van Jan Janssen zien we dit. Maandag: Feestelijke overhandiging van een gewonnen koelkast. Dinsdag: Eregast bij een feest van de plaatselijke supportersvereniging die er overi gens aan zal moeten wennen dat Jan Janssen binnenkort in Putte zal wonen, waar hij een bungalow laat bouwen). Woensdag: Afhalen van materiaal. Donderdag: Bezoeken aan „huis". Vrij dag: 's Ochtends een praatje in een school; 's mid dags bijeenkomst met een supportersclub. Zater dag: Eregast op een sportavond. Maar ondanks de vrees dat hij niet voldoende tot rust kon komen, vindt Jan Janssen dat al die drukte bij een topsporter hoort. „Wat dacht je, zou ik zo populair zijn geweest als ik alsmaar thuis was blijven zitten en tegen de mensen die me belden had gezegd: „Het kan niet, ik heb geen tijd." Dat is het nou wat vele topsporters ont breekt; het gevoel voor hun positie. Wat dat betreft kan men in Nederland nog wat leren..." Nederland heeft dit jaar In de Tour de France een ploeg leider, die zijn uitverkiezing als een grote uitdaging onder gaat. Ab Geldermans, nog niet zo lang geleden coureur, po pelt van verlangen om aan zijn negende Tour te begin nen. Het wordt voor hem een avontuur, waar hij zich even goed op voorbereidt als moes> hij zelf weer als renner rij den. Samen met Piet Lie- bregts, de man die de belan gen van de diverse firma's zal moeten behartigen, heeif Ab Geldermans al een sche ma opgesteld, van wat er pre cies moet gebeuren; zowel voor als tijdens de Tour. Eén initiatief heeft al een zeer positief resultaat opgele verd: de door Liebregts en Geldermans giemaakte prij- zenpot bevat nu al 15.000 gulden, bijeengebracht door drie sponsors. „En we gaan hier mee verder. De jongens moeten weten dat er behoor lijk te verdienen valt. Dat is een stimulans". Het geld. Daar gaat het om. Ab Geldermans zegt: „Het eindresultaat is het be langrijkste. Hoe mooi en leuk het ook is om ritoverwinnin- gen te behalen. We moeten met een ploeg naar de Tour gaan, die als geheel achter een bepaald doel staat. En dat is het verdienen van geld Het is tenslotte hun beroep Van de wind kun je niet le ven. Er mag dus geen man bij zijn, die zijn eigen plan trekt. Er zullen een paar knechten bij moeten zijn mei karakter. Echte ploegmaten die zich voor een ander in kunnen zetten." Zonder een al te strakke opzet te hebben, gaat Ab Gel- dermans er toch van uit, dal „we Jan Janssen als kopman mogen zien. De man voor wie anderen zullen moeten rijden." Maar: „We moeten om kunnen schakelen. Jan is een geweldige coureur. Hij kan echter ook in de eerste tijdrit al vallen en minuten verliezen. We moeten dan op iets anders mikken.. Het ploe- genklassement, of de groene trui. Het kan ook zijn dat we ichter bijvoorbeeld Harrie Steevens gaan staan. Die kar best doorbreken. Ton Vissers heeft geprotesteerd omdat ik Jan Janssen als kopman had genoemd. Vissers zei: „Die anderen moeten voor hem rijden, maar hij strijkt na de Tour het geld op." Maar dal is normaal. Janssen maakl toch de beste resultaten. Ik zelf heb altijd voor Anquetil gereden. En dat was een lus: om te doen, want je verdien de veel geld. Zo is dat met Janssen ook. Vorig jaar heb ben ze toch ook goed ontvan gen. Nederland stond op de tweede plaats wat de ver diensten betrof. Wat is er dar nog te klagen?" Nederland mikt dus hoog omdat er met Jan Janssen al tijd mogelijkheden zijn vooi de overwinning. Geldermans „Met hem is dat altijd wel Hij is niet direct de grote favoriet, maar we hebben eer kans. De Tour is dit jaar wa' lichter; minder cols, de ritter zijn wat korter en dat lig meer in de lijn van Jan. He' is toch wel wat als ook 'een man als Pellenaars zegt dal Jan Janssen de enige is, waar mee we eindelijk eens een Tour-overwinning kunnen behalen. Dat zijn feiten om Janssen een beetje voor de anderen te plaatsen." Wie zijn die anderen dar wel? Ab Geldermans heef: daar zijn gedachten over. „Wc kunnen alleen afgaan op hel vorige seizoen. Daarom kar Lk nu al moeilijk twaalf na men noemen. 'We moeten af wachten wat dit jaar gaa brengen. Natuurlijk heb il wel zo mijn eigen meninp over de kandidaten. Van der Vleuten, Karstens, Cees Haas' (die rijdt er altijd voor), Har rie Steevens (ik hoop dat hij doorbreekt), Harm Ottenbros (is goed in etappe-wedstrij- den) zouden hun programma toch wel enigszins af dienen te stemmen op de Tour We moeten een bepaalde kerr kiezen, die zich terdege voor bereidt. Daarnaast moeten we met wat andere renners rekening gaan houden. Wim Schepers en Jan Harings bij voorbeeld. Die laatste is eer goede knecht en snel in dc sprint. Die zou wel eens een ritje kunnen winnen. Maai natuurlijk wil ik me nietdi rect binden aan deze progno se. We moeten afwachten wa' er nog gebeurt." En dat zal Ab Gelderman van zeer dichtbij bekijken Hij gaat in de komende tijd naar buitenlandse wedstrij den, doet de Amste) Gold Race, de Ronde van Vlaan deren en Parijs-Roubaix. Daarnaast zal hij nauw con tact houden met de ploeg leiders, want de Nederlandse Tour-ploeg moet ook een aan. tal knechten bevatten, die nie uit de „uitslagen" zijn te ha len. ;,We moeten niet alleer naar de resultaten kijken We moeten jongens hebber die voor elkaar in de brei springen. Elkaar aanvullen Het zal op het team-werk aankomen. Anders krijgen wc geen eindresultaat." Nadat hij de wedstrijden heeft gevolgd, zal Ab Gelder- mans een rapport samenstel len en dit voorleggen aan de sportcommissie van de KNWU Nadat er over gesproken it - „om misverstanden te voor komen. Ik ben tenslotte ook niet feilloos" - zal de ploeg definitief worden gekozen. „De renners moeten het wel minstens een maand van te voren weten, Ze kunnen zich dan goed voorbereiden, wan1 voor een zo zwaar evenement als de Ronde van Frankrijk ben je niet in twee weken klaar. Bovendien willen wc de jongens niet in het -on zekere laten." De jongens. Ab Geldermam spreekt er steeds over. Is hij niet wat bevreesd om met profs te werken? „Helemaal niet. Ik vind het gewéldig dat ik ben gekozen, een jaar na dat ik voor het eerst ploeg leider ben geweest in War schau - Berlijn Praag. Ik had dat niet verwacht. Ik weet dat amateurs wat meel tegen je op kijken. Maar ik ben beslist niet bang om met profs om te gaan. Als ploeg leider moet je er boven staan. Je moet de leiding geven. Maar de jongens moeten het doen. Als het prima gaat dan is de ploegleider ook goed Gaat het niet, dan zeggen ze: „Die kan er ook niets van." En dat is de moeilijkheid Maar ik geloof wel dat ik ge noeg ervaring in de Tour heb Ik dacht dat Wout Wagt- rnans vorig jaar last had van het feit dat hij iets te lang uit de Tour was geweest. Er is vee) veranderd. Maar ik vind wel dat ze hem daarna te veel hebben neergehaald Het is vorig jaar tenslotte toch erg goed gegaan. Ik hoop dat dat nu ook weer zo zal zijn." Vorig jaar werd hij plotse ling uit zijn sluimerende be kendheid weggerukt. Wout Wagtmans, „de kleine man uit Sint-Willebrord", moest ploegleider worden van de Nederlandse Tour de France équipe. Nauwelijks was dit bekend of de kritiek barstte los. „Voornamelijk uit één hoek, van Kees Pellenaars", zegt Wout Wagtmans. On danks dat en ondanks ontel bare moeilijkheden met de afvaardiging van de TeleVi- zier-renners en hun materi aal vertrok Wout Wagtmans met goede moed naar Frank rijk. Met naast zich de bijzonder geroutineerde Ab Geldermans wende hij aan de veranderde omstandigheden, waaronder dc Tour werd verreden. Wagt mans ontmoette in Frankrijk oude bekenden, wat. het werk vergemakkelijkte. Hij kende de mensen uit zijn eigen rennerstijd, die (nu) zes jaar achter hem lag. De Tour- ploeg was beslist njet een van de minst succesvolle Op het lijstje met verdiensten prijk te Nederland op de tweede plaats. Jan Janssen kwam in het Pare des Princes aan ln de groene trui. Hij klasseerde zich als vijfde in het alge meen klassement. Nederland had een aantal ritoverwinnln- gen kunnen behalen. De cri tici hadden gedeeltelijk on gelijk gekregen. Zonder tot een uitschieter te zijn geko men, mocht het debuut van Wout Wagtmans redelijk wor den genoemd. Een nieuw jaar begon. Het „probleem" Tourploegleider deed zich opnieuw voor. Sponsors pousseerden hun mannen. De bond bekeek de aanmeldingen, vergeleek de kwaliteiten en de neutraliteit van de kandidaten met de eigen pupil en kwam tot de conclusie dat Ab Geldermans de meest geschikte chef d'équipe moest zijn. Piet Lie bregts zou meegaan als (A) chauffeur en (B) „belangen behartiger" van de firma's. Op de diverse lijstjes zo wel op die van de bond als op die van de sponsors ontbrak één naam: die van Wout Wagtmans. Was men hem vergeten, deed hij niet meer mee in het „grote spel" van sponsors en wielrenbond? Wout Wagtmans, nu druk bezet, weet het niet. „Ik heb totaal niets meer van de KNWU gehoord. Ik vernam pas later dat Ab Geldermans het was geworden en dat vond ik goed. Want Ab ver staat het vak. Ik heb vorig jaar heel gezellig met hem samengewerkt. Niets dan lof over hem. Hij zal het wel runnen. Hij is op dit moment absoluut de geschiktste ploeg leider. Hij is pas kort uit de Toui en heeft dus nog totaal niets aan ervaring verloren. Hjj kan erg goed met de jon gens opschieten en zij kun nen geweldig met hem samen werken. Ik denk dat bijvoor beeld een man als Ton Vis sers na al die wedstrijden wielermoe zal zijn. Nee, die is ook niet zo geschikt. Ab wel". Wout Wagtmans dus en thousiast over de nieuwe ploegleider. Is hij teleurge steld omdat hij niet voor een tweede keer gevraagd werd? „Helemaal niet. Ik heb me er nu één keer voor gegeven; een tweede keer zou ik niet gegaan zijn. Ook als ik een uitnodiging had gekregen, dan had ik die niet kunnen aanvaarden. De reden daar van ligt niet bij de kritieken. Het zijn zakelijke motieven. Ik heb een transportbedrijf. Toen ik vorig jaar na de Tour thuiskwam, was er een enor me hoeveelheid werk blijven liggen. Daar had ik me in vergist. Dit jaar zal die druk te in de zaak ongetwijfeld precies hetzelfde zijn. En daarom zou ik het niet doen. Ik weet niet of de bond er misschien iets van gehoord heeft en dat ze daarom niets hebben laten weten, dat durf ik echt niet te zeggen. Maar ik had het toch niet meer ge daan". Is het hem vorig jaar dan toch niet zo erg goed beval len? „Ik vond het enorm leuk om te doen. En ik heb het met plezier gedaan. Met de renners kon ik goed opschie ten, er zijn goede resultaten geweest en ik heb prettig kunnen werken. Wat wil ik nog meer?" Was er in de Tour de Fran ce nog iets veranderd ten op zichte van enkele jaren te rug, toen Wout Wagtmans in de Ronde triomfen vierde? „Nauwelijks. De sfeer was precies hetzelfde. Toch kon je wel een verschil opmerken. In Pau won Mastrotto de rit. Die dag hadden we de Tour- malet gehad. Mastrotto, ten slotte niet zo'n grote, kon zo maar ineens demarreren. Mis schien had hij op de top wel vijf minuten achterstand. Vroeger kon dat niet. Coppi, Kübler, Koblet en Bahamon- tes gingen door als ze een maal op een berg een voor sprong haden genomen. Dan zag je ze niet meer terug tot bij de finish. In mijn tijd zou een man als Mastrotto nooit hebben kunnen winnen. De groten zouden dat niet heb ben toegestaan". Denkt Wout Wagtmans dat er ooit nog wel eens een Tour de Franceploeg komt, die on der leiding staat van Kees Pellenaars, door onder ande ren Gerben Karstens en Ja" Janssen de beste Nederlandse ploegleider genoemd? „Ik heb vorig jaar tegen de bond ge zegd, dat wie er ook naar Frankrijk zou gaan, er kritiek zou komen van Kees Pelle naars. Iedereen die ploegleider zou zijn geworden. Natuur lijk omdat hij zelf niet ging' Kees Pellenaars had zich rus tig moeten houden. Hij ver brandde met zijn kritiek alle schepen achter zich. Hij heeft het verbruid bij de bond. Ik geloof niet meer dat hij nog terugkomt. Bovendien is net na dit jaar dan al drie jaar geleden dat hij er is geweest. Dan is hij er te lang uit. Had hij zich vorig jaar wat nis'!' ger gehouden, dan zou hij® jaar misschien ploegleider zjjn geworden. Nu zal dat niet meer gebeuren". Heeft Wout Wagtmans oog favorieten voor de eindzege in deze Tonr? „Ja, Jan Jan5" sen onder andere. Zijn gro'e tijd is beslist nog niet voorbij' Voor mij blijft hij de gevaar lijke man. Ik vraag mij alleen af wat er voor een ploeg '*j komen. Ze praten nu zelfs over een tweede équipe. Maar waar ze die vandaan moeten halen zou ik echt niet weten' Ik zie 't in ieder geval nie' zo duidelijk".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 12