Wat komt er na de beat? J@®st zei „dagtegen Veronica NATIONAAL CONCOURS VAN DJ/s WERKEN IN DE VAKANTIE Miljoenen voor brass-muziek De unieke sound van Herb Alpert KOPEN OP „Ik geloof niet ln het voordeel van verdovende middelen bij het maken van muziek. Omdat ik in het leven geloof. Ik ben romantisch en mijn muziek is niet voor de stad ge schreven maar voor het land. Som-, mige mensen geloven, dat de opge wondenheid en inspiratie een psy chedelische basis hebben, maar ik persoonlijk, geloof in een leven dat op geen enkele manier meer be staat. Ik ben ervan overtuigd dat ik al eens eerder op deze wereld ge weest ben". Een uitspraak van de Amerikaanse zanger Donovan on langs gedaan tijdens een bliksem bezoek aan Griekenland. Ook hij is nu op de meditatietoer. De bekende popgroep Move be grijpt er niets van dat ze niet door de tieners aanbeden wordt. „We hebben de image van afschuwelijke knullen zoals de Stones hadden toen ze begonnen. De mensen zijn doodsbang voor ons. Andere groe pen mijden ons- En sommige fans slaan meteen op de vlucht als we in levenden lijve verschijnen. We begrijpen het niet. We zijn werke lijk de aardigste mensen die we kennen". Na zo'n uitspraak begrij pen wij er anders alles van. Als je Georgle Fame mag gelo ven is popmuziek waardeloos. „Ik zie die jongens zich op het toneel altijd enorm inspannen maar ik be grijp nooit waarom. Meestal is die muziek die ze maken al die moeite helemaal niet waard". Georgie zingt liever jazz. Met af en toe een pop hit er tussendoor. Zoals het zuiver commerciële nummer Bonnie and Clyde. „Een hit", zegt hij, „is be langrijk voor mijn platenmaat schappij en belangrijk voor mijn manager, maar niet voor mij. Een hit is af en toe alleen maar leuk omdat die mijn positie in de bisnis op peil houdt". Marianne Faithful!, blondgelokte vriendin van Stone Mick Jagger ge looft, evenals Mick, in vliegende schotels. Ze hebben samen onlangs een hele nacht rondgereden in de hoop er een te zien. „Maar we had den geen gelukverzuchtte Marianne later. De 21-jarige Mari anne heeft al meer illusies verlo ren blijkens haar uitspraak „Liefde is veel te belangrijk om haar door een huwelijk te laten bederven". De „Bonny and Clyde"-rage be gint in Engeland langzamerhand een griezelige vorm aan te nemen. Daar kun je in de boetieks die zich in de dertigerjaren-mode gespecia- liceerd hebben zelfs al littekens op je gezicht laten aanbrengen. Voor een rijksdaalder zie je er uit of je pas onder het gangstermes bent geweest. Wel een beetje sma keloos als je het ons vraagt. „Er is geen sprake van dat ook maar één Nederlandse groep zich met ons kan meten", zegt het pers bulletin van de Middelburgse pop groep „Dragonfly". Wij hebben ze laatst gehoord. Veel lawaai maar weinig muziek. Elke groep met n<jg betere versterkers kan het ze ver beteren. Dragonfly komt uit Zeeland. Zan ger John Cal jouw is helemaal high van het bezadigde leven daar: „Het heeft iets psychedelisch", zegt hij. „Er gebeuren erg mooie dingen. Maar je moet het zien. Onze muziek komt eruit voort. De mistige sfeer is erin terug te vinden". Inder daad John. DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 9 MAART 1968 RINGO STAR THE WHO BILL HALEY De Beat is dood. Het klinkt de echte liefhebbers van deze muziek misschien erg hard in de oren, maar het is waar. Er is iets nieuws op komst! Wat? Dat is de grote vraag waar velen zich op het ogenblik mee bezighouden. Welke muziek zal de jeugd binnenkort weer als een niet te stuiten rage overvallen? Wat staat ons te wachten Niemand kan daar nog een defi nitief antwoord op geven. Wordt het weer dixieland? Het ziet er niet naar uit. Toen de Nederlandse jeugd enkele maanden geleden een beetje beat-moe begon te worden leek het er even op dat de Dutch Swing College Band, de Down Town Jazz Band en hoe ze verder ook allemaal mogen heten, weer een goede tijd tegemoet gingen. Op dit moment blijkt echter al weer dat men zich in dixieland- kringen iets te vroeg verheugd heeft. Moderne jazz? Ook daar ziet het momenteel nog niet naar uit. De nog slechts weinige moderne jazzkwartetten hebben moeite om het hoofd boven water te houden en in vele gevallen lukt ook dat zelfs nog niet eens. Free jazz schijnt ook geen kans te hebben. Mischa Mengelberg en de zijnen zijn het aan het proberen geweest, maar de markt voor hun muziek is te klein gebleken. Toch heerst er op dit moment, begin 1968, in de hele mu ziekwereld een onheilszwangere sfeer. De popwereld, wat dat dan ook moge zijn, is gespannen. Mana gers, musici, producers en allen die in deze business werkzaam zijn, lopen al weken met de levensgrote vraag in hun achterhoofd: Zal de rage van de rock and roll weer tot leven komen? Het lijkt niet onwaarschijnlijk. Toch zijn de meningen hierover nog verdeeld. De een zegt posi tief: Ja. De ander beweert met klem: Neen. Toch is er onmisken baar een tendens die doet ver moeden, dat er iets in die rich ting aan de hand is. Verschillende Amerikaanse bands boeken in hun land grote succes sen met oude roek-nummers. De plaat „Judy in disguise" van John Fred and his Playboyband is daar een goed voorbeeld van. Ook schijnt, het dat de nieuwe plaat van de Beatles „Desde- mona" die een dezer dagen zal worden uitgebracht, niets anders te zijn dan een vernieuwde versie van een oude „rock 'n roll-er". Nieuwsgierig en reikhalzend kijkt iedereen uit naar wat er zal gaan gebeuren. Zeker is wel dat de mu ziek uit de vijftiger jaren niet zonder meer aan een come-back bezig is. Bill Haley, Elvis Presley en andere sterren uit de tijd van „Rock around de clock" schijnen wel voorgoed te hebben afgedaan. Toch gelooft bijvoorbeeld Rob Aardse, sales promotor en public relations officer van een grote Ne derlandse platenmaatschappij, dat er sterke aanwijzingen zijn dat er een „soort"- rock zal gaan terug komen. „Niet op de oude toer", zegt hij. „Maar de basis waarop de rock van destijds was geënt is ook mo menteel weer in een groot aantal songs onmiskenbaar aanwezig. Wat de Beatles met hun Magical Mistery Tour hebben gedaan en wat 'de Bee Gees aan het uitpro beren zijn is daarvoor de eerste indicatie. Je krijgt een samengaan van de huidige rhythm and blues en de vroegere rock and roll. Het zal allemaal in een verfijn de vorm gebeuren en het zal daar om waarschijnlijk ook een kleinere groep liefhebbers aantrekken. Maar de tendens voor een terug keer is er. Dat komt trouwens voor een groot gedeelte voort uit het feit dat de jeugd van vandaag graag teruggrijpt op een oude pe riode. Kijk maar eens na'ar de Bonnie and Clyde-mode. Alleen de details verschillen met vroeger. Een pak van vijftien jaar geleden kun je nu ook niet aantrekken- zonder voor gek te lopen. Daaraan moet ook dingen verandtrd wor den. Hetzelfde is bezig in de mu ziek. Men gaat teruggrijpen, maar er worden kleinere onderdelen veranderd". Jan van Veen, een van Veroni ca's populairste disc-jockey's, is het met deze mening niet hele maal eens. „De beat is helemaal voorbij", zegt hij. „Daar kun je vergif op innemen. De jongelui willen geen hoop gestamp en oor verdovend lawaai meer. De rhythm and blues, zullen het nog wel een tijdje blijven doen en verder zullen er meer en meer melodieuze songs gemaakt worden. Zo in de geest van de Dave Clark Five. Rock and Roll komt er echter volgens mij niet meer in". Het zijn twee meningen die te genover elkaar staan. Er zijn er voor beide kanten nog een groot aantal aan toe te voegen. Er wordt dan gesproken over popmuziek, die te beschaafd zou zijn geworden, beat die zo verfijnd zou zijn dat er geen verbetering meer mogelijk is. Anderzijds over rock and roll, die ook maar een kortstondige rage is geweest, die het nooit meer tot een redelijke terugkeer zal kunnen brengen. Voor- en tegenstanders bekijken elkaar met argusogen. Wie zal gelijk krijgen? Het is niet te zeggen. De toekomst waar schijnlijk een zeer nabije toekomst zal het leren. Joost de Draayer zal na vijf jaar trouwe dienst Radio Veronica gaan verlaten en daarmee een punt zetten achter zijn succesvolle carrière als disc-jockey. Aanleiding is een nieuw op te richten maatschappij, die onder de naam „Red Bullets" per 1 april actief zal gaan draaien. De toekomstige mededirecteur Fred Haayen, vertelt wat „Red Bullets" precies voorstaat „We zijn allereerst een promotiemaatschappij, dat wil zeggen, dat wij voor de artiesten die bij ons zijn ondergebracht proberen ro veel mogelijk te doen op het gebied van -reclame en zo. Daarmee nemen we de grammofoonplatenmaatschappijen een grote zorg uit handen. Het is namelijk vrijwel ohmogelijk Mn én piatenverkoop én promotie én produktie op je te nemn. Fen van deze drie factoren krijgt dan minder aandacht en in de praktijk komt dat neer op de promotie. Daarnaast gaan We dus ook nog produkties maken, waarna die gewoon verkocht worden aan de maatschappijen. Dat wil niet zeggen, dat wij een eigen label gaan stichten zeker het eerste jaar niet". Om de gestelde taak zo goed mogelijk te kunnen volbrengen Leeft men een villa in Hilversum opgekocht (De Rijklaan 1), waarin „Red Bullets" zal gaan zetelen. De directie bestaat uit Fred Raayen en Willem van Kooten (Joost de Draayer). Fred draagt zorg voor het werven van labels in het buitenland die via „Red Buiiets" in Nederland bij maatschappijen ondergebracht worden. Willem draagt zorg voor het innen van de royalties deel van de netto-opbrengst van een Plaat of ander produkt de ljuitenfandse editie van de muziekuitgeverij, die tegelijkertijd met „Red Bullets" opgericht wordt en de tv- en fiimprodukties, die „Red Bullets" ■n opdracht zal gaan vervaardigen. Naast de directie is er dan nog de produktieafdeling, die geleid wordt door Peter Foelfwijn, die zijn baan bij muziekuitgeverij „Altona" heeft moeten opgeven. De publiciteitsafdeling wordt gecoördineerd door Jerry Voisin. De verschillende bulletins zullen gemaakt worden naar Amerikaans voorbeeld en vervaardigd door Dee-lancejournalisten. „Alles wat wij doen gebeurt op 'oyaltybasis. Net zo als dat het geval is met de Stigwood- en askcllfirma's, die iets dergelijks doen in Engeland en "itsiand. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat wij een commerciële binding met die firma's hebben. Wij zijn aan geen ookel bedrijf gebonden. Dat was ook de reden dat Joost bij oronica weg moest. Overigens is dat in alle rust en vrede gebeurd, ofschoon men wei eens iets anders wil beweren". Plotseling is de wereld van „koop- nu-betaal-later" waarin tot voor kort alleen volwassenen toegang hadden, in de Verenigde Staten ook de wereld van de jongeren gewor den. De grote zakenmannen heb ben namelijk ontdekt, dat jonge mensen helemaal niet zo onverant woordelijk met geld omgaan als iedereen denkt. Zoals het nu te voorzien is zal het krediet-systeem voor tieners, dat sind kort in de USA wordt toegepast, een van de snelst groeiende industrieën wor den in dit jaar. In New York is een warenhuis dat jongeren dupli caten uitreikt van de kredietkaar ten van hun ouders. Een belang rijke bank in Phoenix verstrekt kredietkaarten aan studenten on der de 21 door heel Arizona. In Indianapolis zegt de directeur van een groot warenhuis: „Eindelijk g heeft iemand beseft, dat jonge men- sen tussen 18 en 21 jaar behoefte hebben aan het recht en dit ook verdienen om op hun eigen naam een bankrekening te ope nen". Toch nemen ze nog voor zichtigheid in acht. De jongeren krijgen slechts tot een maximum van 20 dollar krediet. In samenwerking met de Oirschot- se V.V.V. en de Oirschotse Jeugd V.V.V. zal de „Bonky Club" (De Jongeren Sociëteit Oirschot) van daag en morgen het eerste natio nale concours voor disc-jockey's organiseren. Men verwacht onge veer 500 deelnemers uit het gehele land. Een uit deskundigen bestaande jury zal de verrichtingen van de disc-jockeys beoordelen. In die jury hebben zitting, de Oirschotse arts J. Hagemeyer en verder Eddy Becker (Radio Veronica), Hans Wiedeman (Amsterdam), Henk Bouman (KRO-radio en t.v.), Theo Stokking (presentator tv- programma Waauw), Wim Ver. bruggen (directeur Orkesten Bureau Tilburg) en A. v. Nijnatten (Eindhoven). De deelnemers zullen ieder drie platen moeten aankon digen. Daarbij zal gelet worden op stemgebruik, volume en origina liteit. De hoofdprijs bestaat uit een discotheek ter waarde van 250 gulden en een wisseltrofee, beschikbaar gesteld door de Oir schotse V.V.V. Het concours wordt gehouden in Hotel Chatelet Sonnevanck. Een nieuwe vorm van „vakantie werk" begint de laatste jaren steeds meer populair te worden; dat in grote kampeercentra en campings. Vorig jaar hebben rond achthonderd jongeren, onder gebracht in zogenaamde „recrea tieteams", twee of drie weken van hun vakantie besteed om andere va kantiegangers een zorgeloze vrije tijd te bezorgen. Ook dit jaar zal weer een beroep worden gedaan op middelbare scholieren, studen ten, kweekschoolleerlingen, kleu terleidsters en andere jo'ngeren van 18 tot 24 jaar. In samenwer king met de interdiocesane werkgroep „Kerk en Recreatie" gaat nu ook de Katholieke Jeugdraad voor Nederland (Malie singel 13, Utrecht) zich belasten met het aanwerven van de jongeren. Voor honderdduizen den Nederlanders in alle leeftijden is kamperen dè jaarlijkse vakan tiebesteding geworden. De recrea tieteams zullen met medewerking van de campinghouders alle mo gelijke diensten verlenen en acti viteiten op touw zetten. Ze zor gen voor de nodige ontspanning; voor de kinderen door het orga niseren van spelen, wedstrijden, handenarbeid, poppenkast voorstellingen e.d., voor de oude ren met dans- en muziekavonden, nachtwandelingen, teach-ins etc. De activiteiten hebben plaats in de maand juli en de eerste helft van augustus. De teamleden krij gen behalve kost, inwoning en reiskostenvergoeding een zakgeld van gemiddeld twintig gulden per week. Er zijn ook leiders nodig. Hiervoor wordt gedacht aan jon ge onderwijzers, oudere stud en. ten, jonge predikanten en pries ters, jeugdleiders e.a. in de leeftijd van 21 tot 24 jaar. „Onze sound bestaat uit twee genresde mariachi en de Amerikaanse jazz", zegt Herb Alpert, de 30-jarige leider-trompettist van het populaire Amerikaanse septet, „The Tijuana Brass", die nog steeds op de vaderlandse top-40 vertoeft met het intrigerende „A Banda". „Betrekkelijk eenvoudig dus, maar toch speelt geen enkele groep het na. Men heeft onze nummers wel eens maat voor maat gecovered, maar de echte „Brass"-sound kwam er niet uit. Wij zijn stuk voor stuk geen uitermate knappe musici, maar in elke nummer ligt iets van onszelf. En juist daarin schuilt onze sound". Herb Alpert kwam eigenlijk bij wijze van toeval tot het genre muziek, dat hem later tot platen- miljonair zou bombarderen. „Jaren zat ik al te broeden op een eigen geluid. Het zal rond 1962 geweest zijn toen ik een weekend doorbracht in Tijuana. Daar vocht toen de matador Carlos Arruza, die al 25 jaar een gevierd stierenvechter was. En toen had ik het ineens. Aanvankelijk probeerden we het zo perfect mogelijk te maken, maar mijn vrouw, Sharon, vond het té goed. Zij heeft een zeer commercieel gevoel voor muziek en op haar aanraden hebben we er een meer menselijk element in gebracht'. De eerste plaat, die Herb Alpert toen opnam heette „The Lonely Bull" en betekende al meteen een schot in de roos van het succes. „Ik nam hem op met Jerry Moss. Er was indèrtijd nog geen Tijuana Brass maar 't succs noodzaakte me er een te formeren. Je kan dus zeggen dat de groep ontstaan is op aandrang van het publiek, dat nu wel eens wilde zien wat het op onze platen hoorde". Nu zes jaar later kan Herb Alpert zich verheugen in 'n miljoenen-aanhang, .een eigen vliegtuig „Dan zijn we tenminste uitgerust als we ergens moeten optreden" een groot aantal succesrijke singles èn negen elpees, die een summum aan luistergenot garanderen. „Dat luistergenot", zegt Herb, „vind ik persoonlijk het belangrijkste van de muziek. Wat voor soort muziek het ook is, als het publiek er zich maar gelukkig door kan voelen. Niemand hoeft neer te kijken op de beat. Per slot van rekening zijn we er zelf schuldig aan. Als ze de jeugd op de scholen wat meer echt muziekonderricht gaven, zouden ze niet langer de jazz en de klassieke muziek in een verdoemhoekje laten zitten. Voor iemand, die de elementaire beginselen van de muziek niet kent, is klassiek en jazz vrijwel niet te begrijpen. Voor beat is muziekkennis onnodig. Maar daarom is 't nog niet minder. De bekende Bix Beiderbeck zei eens heel treffend toen hij naar een jazzmusicus moest luisteren: „Dat ik het niet begrijp wil nog niet zeggen, dat het waardeloos is. En aan die woorden hou ik me altijd maar vast".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 9