Van een ballon en een krant maken we een spaarvarken Vier eeuwen ruzie over de spelling RENTE fototm De n dru De heks en de Kwade-stad TOVERSPIEGEL anders dan andere Jj Duitstar BOEKENPLANK F.van Lanschot HET HONDJE LIESJE EN DE DE TWEELING De Kleine Stem constante kwaliteit Kollewijn WAAR U OOK WOONT Explosie Bevorderd Azië I» DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 17 FEBRUARI 1968 !t 17 Scheur van een oude krant smalle reepjes en doe ze samen met-wat stijfsel in een emmer. Als de reepjes helemaal zijn opge lost en het op een dikke brij is gaan lijken, moet je de hele massa goed roeren. 1. Nu blazen we een langwerpige ballon op, net zo groot als je je spaarvarken wilt hebben. 2. Het uiteinde knoop je dicht, zodat er geen lucht kan ontsnappen. Nu smeer je de papier-maché (zo heet de brij) gelijkmatig over de bal lon, je mag geen plekje overslaan. Aan je moeder vraag je zo'n eier- houder van karton en daar snij je heel voorzichtig zes van die bolle tjes af.. 3. Zet die bolletjes vast in het pa pier-maché. Twee gebruik je voor de oren en vier voor de pootjes. Voor het krulstraatje neem je een stuk touw. Zoek een mooi plaatsje waar het varkentje helemaal droog ban worden. Als het door en door droog is, maak je een gleuf in de rug van het beestje, want je moet er natuur lijk wel je geld In kwijt kunnen. De ballon gaat kapot, maar dat hindert niet, hij was alleen maar nodig voor de vorm. 4. Pak nu Je verfdoos en geef het varkentje de mooiste kleuren die je maar bedenken kunt. Tingelingeling. De school was uit. Het was vrijdag dus het weekend stond voor de deur. Christien en Ton- nie Jansen kwamen binnenhollen. „Dag mam". „Dag meisjes, hebben jullie het fijn gehad op school". Ja, we kregen voorlezen, want Mieke Zijlmans was jarig. Het was een erg mooi verhaal. Maar mam, wat eten we vanavond". „Dat blijft een ver rassing". „Och vertel het eens?" „Nou dan zal ik het maar zeg gen, we eten vanavond patat met ijs toe". Toen vader thuis kwam gingen ze eten. Het smaakte heerlijk. Na het eten hielpen ze moeder met de af was. En toen kwam het fijne moment. Want ze waren pas negen jaar ge worden en ze hadden nog niks van vader en moeder gekregen. Maar papa had hun een hondje beloofd, een erg jong en leuk hondje. En daar gingen ze dan. Eindelijk waren zij bij het huis waar ze het hondje kon den halen. Ze belden. „Dag mijnheer, wü kwamen het hondje halen". „Kom maar binnen en ga zitten". De kinderen gingen niet zitten, want daar zagen ze het hondje. Het hondje was dadelijk bevriend met Christien en Tonnie. En eindelijk mochten ze het hondje mee naar huis nemen. Onderweg dachten ze aan een naam. Ze noemden het hondje Johnnie. Toen ze thuis kwamen vond mama het hondje ook erg leuk. Zo werd het hondje hun beste kameraadje. Jose van Groesen Rij akkers 2, Drimmelen. Er was eens een stad. Men noemde deze stad „Kwade-stad". De stad was genoemd naar de heks. Die heks woonde op de berg naast de stad. Het stadje lag in het zuiden van België. Er kwamen dus erg veel vakantie gangers. Zo kwam er eens op een dag een hele groep kinderen. Ze kwamen naar Kwade-stad op kamp. Toen ze op een dag hoorden, dat er op de berg een heks woonde waren ze erg bang. Maar toen. zei Joke de dapperste van allemaal. „Ik wil die heks wel eens zien." „O ja", riepen de ande ren, wij eigenlijk ook wel". Ze vertelden het aan hun leidster. Maar die vond het eigenlijk allemaal maar een griezelig idee. Tenslotte vond ze het goed. Toen besliste ze, dat Joke, Elly en Anke zouden gaan. De volgende dag waren ze kant en klaar om te gaan. „Wees toch echt voorzichtig, hè", vroeg de leidster tel kens weer. „Ja, juffrouw Lies, zeiden Joke, Elly en Anke. En toen vertrok ken ze. Daar zagen ze de berg al. Dapper klommen ze de berg op. Joke was het eerst boven. Daar kwam op eens de heks aan. „Daag", zei Joke. „Hè, hè, hè", lachte de heks, „al- kwalie, bolokalie boen. Je bent een slang van groen. Zie daar lag Joke op de grond. Ze was een slang geworden. Waar blijft Joek, dachten Elly en Anke, we zul len eens gaan kijken. „Eh wat is dat daar?" Toen zei de slang: „de heks heeft mij omgetoverd in een slang, maar ik ben Joke. Elly en Anke gingen onder het raam liggen van het huis van de heks en hoorden haar zeggen: .„zo dat is dat, als er nog meer kinderen komen, dan mogen ze niet weten, dat het toverwoord om weer normaal te worden: kwa- lie, balie boon, je bent weer gewoon", is. Toen Elly en Anke dat hoorden gingen ze naar de slang en zeiden het toverwoord en toen gingen ze naar huis. Toen ze thuiskwamen zagen ze de heks aankomen. Ze zei: „ik wil weer goed worden". „Goed" zeiden ze. En de heks ging weer naar huis. En ze vertelden al hun belevenissen aan de leidster. Marian Hermans Waterhoek H 99, Sluis. Elke woensdag wacht ik al op de Kleine Stem die komen zal. Ik loop heen en weer en mijn voeten doen zeer van achteren naar voor. Kleine Stem loop een beetje door. En eindelijk komt hij eraan, en ikke sta vooraan, want ik wil de eerste wezen die de Kleine Stem gaat lezen. Want alle kinderen doen hier een werkje voor de Kleine Stem met plezier. BREDA Liesje was een klein meisje van zes jaar. Ze had een toverspiegel, maar dat wist niemand. Op een dag ging ze naar de spiegel en zei: „spiegel, geef me vleugels, dan ga ik de wijde wereld in. De spiegel deed wat hem bevolen werd. En Liesje vloog weg. Toen ze al lang gevlogen had, kreeg ze honger. Maar nergens was iets te eten en tenslotte landde Liesje in een boom. Bovenop een nest van een koe koek, die eitjes zat uit te broeden. Liesje begon te lachen en zei: „Koe koeken broeden toch geen eitjes uit?" Maar de koekoek antwoordde: „en meisjes vliegen toch niet". Toen dacht Liesje er weer aan, dat ze honger had. „Heb je niets te eten voor me koekoek?", vroeg ze „ja", zei de koe koek en hij kwarm met een paar wor men aandragen. „He, bah," zei Lies je en ze vloog gauw weer weg. Na een poosje werd het donker en het was erg griezelig om zo ver van huis te zijn. Mama was natuurlijk erg bedroefd, dat haar Liesje weg was. Nu ben ik verdwaald huilde Lies en ze ging zitten op een grote steen. De steen bewoog want het was een schildpad. De schildpad was erg wijs want hij bracht Liesje thuis. Liesje kroop gauw in haar bed en sliep in. De droomt van spoken en vreemde geluiden en ze ziet opeens een héél griezelige uil op haar af vliegen. Met een harde gil wordt ze wakker. Maar de spiegel was weg en Liesje heeft hem nooit meer gezien. BREDA Vonnie van Loo, 9 jaar Vlielandstraat 73 Anne-Marie Willemse Deze grappige clown werd gete- Ruusbroeckstraat 94 kenid door Brigitte de Bekker, Ruys- daelstr. 33, Rijen. Brigitte is 8 jaar. Kinderen eet je ei nu op, anders wordt het koud! Je begrijpt het niet, mama, we kunnen ze niet opeten! De kip die deze eieren heeft is een goede vriend van ons! (ADVERTENTIE) caballerö Toneelspeelster en TV-actrice Pleunie Touw 25 STUKS f 1.50- EEN LAURENS PRODUKT BREDA Binnenkort, namelijk in februari, is het een jaar geleden dat de Nederlands-Belgische adviescommissie inzake de spelling van bastaardwoorden een rapport heeft uitgebracht. Zij deed daarin een aantal voorstellen, die terstond veel stof deden opwaaien en een lawine van ingezonden stukken in de pers ontketenden. wetenschappelijke Woordenboek der Nederlandsche Taal. Deze werd spoe- dis door het onderwijs en andere of ficiële instanties ingevoerd. Zelfs werden protestvergaderingen belegd, allemaal omdat onze ,cent" een „sent" en onze „citroen" een „sitroen" dreigen te worden. Dat de huidige „sinaasappel" vroeger „chinaasappel" was is iedereen al lang vergeten. De deskundige J. A. Meijers, die al verscheidene publicaties over de spelling op zijn naam heeft staan, heeft het getwist in het afgelopen jaar met lede ogen aangezien, om dat men over het algemeen met te weinig kennis van zaken aan het ge kibbel deelnam. In een nieuw boek, dat hij „Ijet Nederlandse spelling- drama" noemt, een uitgave van J. H. de Bussy te Amsterdam) doet hij een poging hierin verandering te brengen door olie op de golven te gieten en alles tot de juiste propor ties terug te brengen. Allereerst is het nodig iets van de geschiedenis te weten, want de herrie rond de spelling is niet van vandaag of gisteren. Je begon al in de zestiende eeuw toen er een toe nemende behoefte aan eenheid van spelling ontstond en er allerlei boek jes verschenen. Ook in de gouden eeuw was er een verscheidenheid van theoriën, maar van spellingeen heid was er nog geen sprake. De heer Meijers acht het waarschijnlijk, dat de lezers van de Statenbijbel, van de werken van Hooft en Vondel, de consequenties niet eens opgemerkt hebben, evenmin als de lezers van onze dagbladen er erg in hebben, dat Jerusalem ook geschreven wordt als Jeruzalem. In een krantebe- richt las hij over het internationale Rode Kruis en twee regels verder over het Nederlandsche Roode Kruis en weer drie regels verder over het Nederlandse Rode Kruis. Zal dat ie mand belemmerd hebben zijn ga ve te schenken? Indertijd, toen hij nog op het toppunt van zijn roem stond, werd de naam Chroesjtsjov op vier of vijf verschillende manie ren gespeld. Wie heeft dat opgemerkt of is er door gehinderd? Pas ln de negentiende eeuw ont stond er zoiets als eenheid van spel ling. Aan de Leidse hoogleraar Mat- thijs Siegenbeek komt de eer toe de ze te hebben ontworpen. Ze werd door het bewind der Bataafse Repu bliek tot officiële spelling verklaard wat niet wil zeggen, dat iedereen verplicht was haar toe te passen. Ook thans kan de regering geen spelling voorschrijven. Ieder is vrij te schrij ven zoals hij dat zelf wil. We den ken hierbij o.a. aan Multatuli, Fre- derik van Eeden, dr. Hendrik Mol- ler, Ed de Perron, Lodewijk van Deyssel, die er elk een andere spel ling op na hielden. In 1863 ontwierp L. A. te Winkel in samenwerking met Matthias de Vries een spelling voor het grote] Natuurlijk waren er ook toen bezwa ren. De neerlandicus dr. R. A. Kol lewijn deed in 1891 een voorstel tot vereenvoudiging in zijn artikel „On ze lastige spelling". Zijn opvattingen werden in grote trekken gedeeld door de toenmalige minister van onderwijs mr. H. P. Marchant, die in 1934 de schoolspelling invoerde, door dr. K. Heeroma toegelicht in zijn boekje „Niet zoo, maar zo". Opnieuw groot tumult. Dr. H.W. Tilanus hield zelfs een interpellatie in de Tweede Ka mer, maar zijn motie werd verwor pen. In 1947 maakte minister J. J. Gielen de „marsjanspelling" tot de officiële. Het voorlopig laatste bedrijf in het spellingdrama werd een jaar geleden opgevoerd, toen bovenge noemde commissie haar rapport uit bracht. Uitvoerig behandelt de heer Meij ers de voorgeschiedenis, de opdracht die deze commissie ontving, en de voorstellen, diezij deed. Aparte hoofdstukken wijdt hij aan een fono logische spelling van het Nederlands en aan het spellingconservatisme. Hierbij lopen de grenslijnen tussen conservatief en progressief anders dan in het politieke leven. De con- JOZEF HEN: DE BOKSER DE DOOD Moussault. Bij Uitgeverij Moussault is onder de titel „De Bot I ser en de Dood" een opmerkelijk I bundel verhalen verschenen van d( Poolse schrijver Józef Hen. Het het eerste werk van deze auteuf dat in het Nederlands uitgegeve.'L wordt. Deze 44-jarige schrijver UJ Warschau schrijft in een hartveij warmende eenvoud van stijl en ti die weldadig aandoet. De sfeer vaiJ zijn verhalen is typisch Oosteuropeel af en toe denkt men een van de gt( 1 te Russische schrijvers te lezen. Toen de oorlog uitbrak was JóK Hen, die de zoon is van een schoold arbeider, zestien jaar. In 4 oorlog verloor hij zijn hele famili.l Hij werkte in Rusland op kolchozen zat in de Oekraine op een weeshui was daarna soldaat in het Rode LI ger en in het leger van Polen t,| zwierf door een groot deel van Ooa.l Europa. Diverse verhalen hebben tl oorlog tot onderwerp en ze zijn a even fijnzinnig als weemoedig t schreven. Vooral het titelverhaal vaiJ de bundel is zeer goed. Het gaat ove| een krijgsgevangene, die als ringpartner optreedt bij het bi voor de Duitse kampcommandant! die een beroemd bokser is. De vangene, Kominek, krijgt een goet'.f behandeling om de commandant paJ tij te kunnen geven. Op den duï| krijgt hij zelfs de overhand en i doemt de verleiding op om de ge te Duitser een pak slaag te geveij wat hij natuurlijk met de dood zij moeten bekopen. Toch doet hij le;l op een gegeven moment. Hij slaafl de commandant k.o. maar wordt tot-1 nog, door een loyaal gebaar vd de Duitser gered. Hij mag vluchter, maar voor hem moeten twintig n, dere gevangenen sterven. Het is jammer dat deze verhak-] lichtelijk ontsierd worden door eej niet al te beste vertaling van PszÉj ko Jacobs, want het loont de moeli te van deze auteur kennis te gJ men. In het voorwoord bij de fcf; derlandse editie schrijft hij datfcl hoopvol is, dat zijn werk in ons kit verschijnt. „Misschien zullen wij ii| staat zijn elkaar te begrijpen? schien heeft juist deze naïve n gelijk? Misschien behoort de doel hem gedroomde wereld tot het m?.| gelijke Een zekere dosis namfcl schijnt nodig te zijn als regulate| in de intermenselijke relaties: slechte mens moet men met vertsl zing en verontwaardiging tegeuc| treden. Zolang wij ons nog 1 verbazen en verontwaardigd kurne I zijn, zolang zijn wij niet verloren Dat mag dan geen wereldschokkl de boodschap zijn, het is wel k| uiting /an de openhartige, eerlijtl geest, waarin deze verhalen j ven zijn. servatieve politicus prof. dr. F. Geri-etson was als de dichter Gel ten Gossaert voor de Vereenvouiil de Spelling. Daarentegen was de pic-l gressieve socialistische dichter C| S. Adema van Scheltema er De eerste dacht aan de volksontwik-1 keling, de tweee aan zichzelf, san „zijn" spelling. Enkele argumenten van de coi-l servatieven worden door de Meijers weerlegd. Hij wijst erop, datj we in onze snelle tijd niet meerli ter voor letter lezen, maar in git stukken, die we meteen in ons op»| men: „Men ziet oude mensen wé, lezen waarbij de afzonderlijM woorden innerlijk uitgespntri worden: „In het weeshuis zij» 4 kinderen vergast en hij rot;'! zijn vrouw: kijk eens, hoe te-I schrikkelijk! Maar zij stelt tal gerust: „vergast op beschuit urn muisjeszij heeft in één «f| opslag het geheel waargenomtt'i De z.g. horponiemenvrees vindt èl schrijver overdreven. Als de voi»| shag en cheque vereenvoudigd t den zal uit de context wel blij-l ken of het om een pakje sjek <1 een sjek van 10.000 gulden gaat. 4S| toegift behandelt de auteur de s lingsituatie in enkele Europese fcl den en in Friesland. Wie van ijl stand van zaken op de hoogte wü| komen, mag deze paperback niet oi gelezen laten. WILLEM V.D. VELDEN. (ADVERTENTIE) 17?7 Van uw geld maakt u bij Van Lanschot 6*4% op een beleggingsboekje, 5%% [j|f °P een termijnboekje, 4%% op een bankboekje en 41/4% op een spaarboekje. Met de spaar-girorekening 3%% kunt u sparen en gireren: deze rekening is zeer geschikt voor uw salaris en andere inkomsten. Cliënt zijn bij Van Lanschot is heel een voudig en prettig. U kunt storten en opnemen in contanten, maar ook per giro of via een postkantoor. Met een spaar-girorekening kunt u ook contanten opnemen en betalen met betaalcheques. Vraag onze folder: „Meer rente van uw geld". F. VAN LANSCHOT- BANKIERS -'s-Hertogenbosch - Hoge Steenweg 27-31 - Telefoon 04100-22321 - Giro 1117570 Eindhoven - Keizersgracht 17 - Limburglaan 20A - Telefoon 040-27442 - Giro 1130370 Tilburg - Stationsstraat 17 Telefoon 04250-30300 - Giro 1140570 Vught - Van Voorst tot Voorststraat 1 - Telefoon 04100-34775 - Giro 1104500. VERMEER CO.-BANKIERS-Amsterdam-Herengrachtl99-201-TeL020-248486-Postgiro3656-GemeentegiroA13656. MAINZ (AP) De: gedachtenis van Joham kunst, die 500 jaar gelet Honderden bezoeker: Mainz bezoeken. Zij zr voor de explosie van ke deleeuwen en in het tijc Het Gutenberg' Museum gelegen aan de samenvl I Rijn en Main, treft vooi maatregelen om een tem onder het motto: „Gutent dert de wereld", naar v< delen der aarde te zenden In onze tijd, 500 jaar na zijn er nog ongeveer ee analfabeten, dit is ongevetl de van de wereldbevolkinj I doet niets af aan zijn pi een tijd, toen kennis alle kelijk was voor weinige i| nen en met de hand boeken schatten waj-en, met ketenen moest vastk] de planken van de biblio) goedkope krant, die u lei deel van de erfenis van De explosie van drukwe 15e eeuw wordt op opzi wijze geïllustreerd door ee: het Gutenberg Museum men lijnen als schokgolve: gaan naar alle hoeken va; tinent. In de 32 jaar die zijn[ tussen de dood van Gutenb| feest van Sint-Bfasius in 1 begin van de 16e eeuw z: steden van Europa in totaa joen boekdelen van 40.00C lende werken gedrukt. Ei de grote steden b ..aten tu: en 50 drukkerijen. Venetië er 151. Het eerste boek in het vertaling van een Franse nis van Troje, werd in 147j ge gedrukt door William vervolgens naar Westmi: huisde en in 1477 het ei in Engeland drukte. De verbreiding van de werd bevorderd door de die zich niet verzette tege vanging van de schrijveni ken door de mechanisch kunst", maar er integendei was om gebruik te maken kerijen voor de produktie dienstig materiaal, waaro; ten. Het eerste gedateerde is een pauselijke aflaat, d te Mainz werd gedrukt. Verzet tegen de verkoo laten hielp de stoot gevi hervorming van Maarten L halve eeuw na de dood v. berg en de grote verspre Luthers bijbelvertaling in is alleen mogelijk gewees betrekkelijke nieuwe kunst drukken. Naar de mening van p Rupper, die tot hij in 1962 pensioneerd, 42 jaa. dire het Gutenberg Museum i; heeft Gutenberg ook eni| gehad op de ontdekking vai Volgens Ruppel bestaai de gen dat Columbus geïnspi: de^ eerste druk van het „In di" van Ailiacus, die vei 1482 twee jaar voor hi westwaarts te varen om te bereiken, ter sprake het in de bibliotheek van gevonden boek werd de stelling uitgesproken, dat een bol en niet plat was, tijds algemeen werd aang Lang voor de tijd van waren verschillende drul geprobeerd. De Babylonië stempels gebruikt om afd waken in klei. De Chine: ten reeds in de elfde e Plaatsbare letters van geb; en letters van koper, g vormen, werden in Seoel gebruikt een halve eeuw s Mainz gebeurde, maai de sche drukmiddelen schijn Europa van de 15e eeuw kend te zijn geweest. .Velen hebben wellicht gehad langs mechanische ken te produceren, maar 1

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 12