Hoechst begint volgende week met produktie Situatie in Z.-Vlaamse industrie vrij gunstig BETERE MOUT, GOEDE SUIKER, STIJGING AFZET KUNSTMEST Nieuwbouw in tot in 1970 Zeeland .dekkend" GRIEP NEEMT IN ZUIDEN NOG TOE Echtpaar haalde kinderen uit Duits tehuis C. de Wit Quick Up'f is goed. Ko drinkt 't. Knikkers Havenarm Kangoeroe Plan peilstations Torenflat Vlissingen tot de top geraakt COKESFABRIEK PZEM MEEL MOUTERIJ VLAS STIKSTOF 3 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 1 FEBRUARI 196a 3 f P® ^rste fabriek wordt de „sinter- genoemd. Daar wordt het menni" £i-'n gemalen. „Bijge- fa»? t "?et wat kle' wordt de fos- "J ..knikkers" gemaakt. In het maf u proces, waarmee men in kniti opt te beginnen, komen de in met de cokes en het grind Rii l0vcn'.om te worden gesmolten, elomf r.e9ctle van dit proces komt de U'a? u- Z® fosfor in gasvorm vrij. knm» °°k in grote mate vrij tr,.f a 'er de hoeveelheid van het laalgas'. is koolmonoxyde. Dit (Van een onzer verslaggevers) VLISSINGEN-OOST De bouw van het uitgebreide indu striecomplex van Hoechst in Vlis- singen-Oost is thans zover gevor derd, dat volgende week het eers te „stukje" in bedrijf zal komen. Zonder al teveel vallen en op staan toch is tegenslag bij het tot ontwikkeling brengen van een zo gigantisch en technisch inge wikkeld bedrijf niet te voorko men hoopt de directie dat in april het gehele produktieproces gaande zal zijn. Merkwaardig genoeg begint men volgende week niet vooraan maar achteraan dat produktieproces. De drie produktievormen zijn fos for, fosforzuur en natriumtripolifos- faat. Om aan dit laatste chemische produkt te kunnen beginnen, wordt voorlopig van een zusterbedrijf fos forzuur aangevoerd naar deze „zout fabriek", een onder het personeel po pulaire benaming voor de wat moei lijk in de mond liggende officiële naam. Het achteraan beginnen van de produktie heeft het grote voordeel dat men geen problemen zal heb ben met omvangrijke tussenopslag. In de eerste week van maart zal een begin worden gemaakt met de aanvoer van ruwe fosfaat. Dat zal gelost worden aan de eigen kade van het bedrijf. Baggermolens zijn momenteel be zig een havenarm van een kilometer lengte uit de slikken te vreten Voor al op deze plaats toont zich het „won der" van een in ongelooflijk snel tempo veranderde wereld van slib en water in een prima geoutilleerd havenbekken. Het ruwe fosfaaterts wordt voor de bedrijven van Hoechst van overzee met bulkcarriers naar Rotterdam aangevoerd. Vandaar vindt het ver dere transport per binnenschip plaats. De havenarm, die thans in Vlissingen-üost wordt aangelegd, heeft op dit moment nog meer weg van een kanaal, want de voorlopige breedte zal niet meer dan tachtig meter bedragen, de diepte ongeveer negen meier De plannen zijn echter om eerlang het vaarwater dat is natuurlijk op de eerste plaats een zaak van het Havenschap tot 160 meter te verbreden. Een en ander hangt in belangrijke mate af van wat voor industrie zich op het ter rein tegenover Hoechst zal vestigen. Met deze geplande breedte en aan gepaste diepte zullen hier echter ook zeeschepen kunnen meren. Met „kunst en vliegwerk" wordt op het ogenblik getracht de eigen lijke kade, met een lengte van 200 nieter, op tijd gereed te krijgen om «e eerste schepen te kunnen ontvan gen. Tot de bijkomende werken aan deze kade behoort ook de montage ^an een „kangoeroekraan" van zeer STOte afmetingen. Deze kraan dankt zijn merkwaar- 'ge naam aan het feit dat hij niet „zwaait maar de greep fosfaaterts or zich in een „buidel" deponeert. nwaar bandtransport vooi' verder vervoer zorgt. ff'n rekent erop dat de kade zeer tensief zal worden gebruikt. Om f op 'Lid te kunnen lossen zal er zï'n 6en tweep'opgpnstelsel nodig ®r- jr- J- Nijman, een der leiding- toIi personen in het bedrijf, die "l6' c'e algemene planning van ®n beeft, rekende ons voor dat nnn.pr°d"kte per jaar nodig is: Ito. ï£n fosfaaterts, 40.000 ton co- u-o-ie.n -""O ton grind. Het bedrijf rkt met elektrische energie. zeer giftige produkt gaat bij Hoechst drie wegen op: brandstof voor het bakproces van de „knikkers" en de „zoutfabriek" en naar buiten. Dat laatste wil zeggen dat het wordt ver brand. Met een vakterm heet dat „affakkelen". Bij Hoechst is men zeer tevreden over de vordering van de bouw. Zo is de aanleg van de kade niet min der dan een maand voor op het sche ma. Op het ogenblik heeft dit sterk geautomatiseerde bedrijf 250 man in dienst. Wanneer de produktie op gang is zullen dat er 350 zijn. Daar van zal meer dan de helft Zeeuwen zijn. Voor pendelaars uit West-Zeeuwsch- Vlaanderen, waar sprake is van een aanzienlijke werkloosheid, bestaat bij Hoechst weinig belangstelling, omdat het wel of niet kunnen over steken van de Westerschelde met de veren bij bepaalde weersomstandig heden een te ongewisse factor wordt. Want het produktieproces zou bij het mankeren van die pendelaars kun nen worden belemmerd. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG De griep houdt Ne derland nog steeds stevig in zijn greep. Gisteren gehouden streekproe- ven op last van het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid, wijzen uit dat de ziekte niet afneemt. In het noorden van het land is over het algemeen een lichte daling gecon stateerd. In het zuiden is sprake van stijging. In het westen is de situatie constant. Deskundigen maken voorzichtig ge wag van een hogere intensiteit in vergelijking met andere jaren. Zij hebben de indruk dat de periode die de griep nodig heeft om uit te razen, ook langer is dan anders. Men heeft geen enkel idee over het mogelijke verloop in de komende weken. Ove rigens wordt het bedrijfsleven nau welijks geschaad. Er zijn besprekingen gaande tussen de rijksoverheid, het Nederlands Huisartsen Instituut te Utrecht en het Preventiefonds, over het treffen van een regeling, waardoor een door lopend en beter inzicht verkregen kan worden in het ziektebeeld van de Nederlandse bevolking. Gedacht wordt aan het instellen van peilstations in verschillende stre ken van ons land, waar gegevens over hét voorkomen van diverse ziekten zullen worden verzameld. Dit deelt staatssecretaris Kruisinga (Volksge zondheid) mede in antwoord op vra gen van het Tweede-Kamerlid Ny- pels. De staatssecretaris meent dat men er tot dusver in ons land in geslaagd is om besmettelijke ziekten, die het karakter van een epidemie dreigden aan te nemen, te bestrijden en binnen de perken te houden. De foto toont de in Vlissingen-Oost in aanbouw zijnde kade voor het lossen van fosfaaterts voor het chemische bedrijf van Hoechst. Links baggerwerk voor de aanleg van de havenarm, rechts op de kade het „grondstuk" van de grote kangoeroekraan in opbouw. Op de voorgrond met veiligheidshelm, die is overal op het terrein ver plicht, dr. ir. J. Nijman, een der leidende functionarissen van het be drijf. Dr. Nijman, die Nederlander is, was al met „Vlissingen", zoals deze Nederlandse vestiging op de hoofdzetel van het bedrijf wordt ge noemd, bezig voordat er ook maar iets van menselijke activiteit op de grauwgroene slikken van het Zuid-Sloe viel te bespeuren. Hij verrichtte hier ook, in opdracht van zijn directie, het eerste civiel-technische werk. Ofschoon het in de bedoeling ligt om van Hoechst-Vlissingen een zo Nederlands mogelijk bedrijf te maken, is het niet verwonderlijk, dat zeker in de aanvang een belangrijk deel van vooral het leidinggevend personeel nog uit Duitsers bestaat, omdat natuurlijk overdracht van de noodzakelijke know-how een eerste vereiste is. (Van een onzer verslaggevers) VLISSINGEN Het bouwpro gramma is thans in Zeeland op een niveau gekomen dat het aantal nieuwe woningen tot 197» „dekkend" zal zijn voor de bevolkingsaanwas in die periode. Gedurende de jaren 1968-1969 zullen in de provincie nog 7000 woningen gereed komen. Daar mee zal een bevolkingsgroei van zes tot zevenduizend mensen kunnen worden opgevangen. Dit aantal lijkt gering, doch er dient ook rekening te worden gehou den met een „negatieve post" doordat een aanzienlijk aantal thans nog be woonde woningen zal moeten worden afgevoerd, onder meer omdat ze niet meer aan de eisen voldoen. Dit verklaarde woensdagmiddag ir. L. Huisman, hoofdingenieur - direc teur van de Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in Zeeland, tijdens een receptie die door de Vlissingse woningbouwvereniging „Goed Wo nen" in het Strandhotel werd be legd. Aanleiding tot de receptie was het bereiken van het hoogste punt van de eerste woningen van een complex van 250 geïndustrialiseerde woningen, in hoogbouw, aan de Alex Gogelweg in de Vlissingse wijk Paau- wenburg. De heer Huisman wees er in zijn toespraak op, dat volgens berekening de genoemde bevolkingsaanwas in de provincie in deze twee jaar niet zou worden gehaald, zodat er sprake van een speling in de woonruimte zal zijn. Hij waarschuwde er echter voor (Van onze correspondent) VLISSINGEN Drie kinderen van een in Vlissingen wonend Duits echtpaar zijn drie weken onrechtma tig in Nederland geweest. De moe der, mevrouw W„ had de kinderen uit een tehuis in Miihlheim aan de Ruhr weggehaald. Na de scheiding van het echtpaar zijn de kinderen, waarvan de jongste tien jaar is, door de justitie in het tehuis geplaatst. De ouders zijn inmiddels weer her- trouwd. En omdat de ondertoezicht stelling naar de zin van het echt paar niet snel genoeg ongedaan werd gemaakt, heeft de moeder het recht in eigen handen genomen. Dank zij de bemiddeling van een instituut in Amsterdam hebben de vader en de moeder de kinderen dinsdag weer vrijwillig laten terug brengen naar Miihlheim. Voor het echtpaar zal deze daad geen straf bare gevolgen hebben, zo deelde de Vlissingse politie mee. dat de ontwikkeling ook na 1970 doorgaat, zodat er nu reeds injecties nodig zijn om dan tijdig het bouw programma ten uitvoer te kunnen brengen. Het stuit momenteel echter wel op moeilijkheden, want „het geld ligt niet voor het oprapen", aldus de heer Huisman, die als een van de eerste oorzaken daarvan de hoge ren tevoet aanwees. Het blijkt ook niet gemakkelijk om beleggers naar deze „hoek" van het land te krijgen. De voorzitter van Goed Wonen, de heer A. v. d. Velde maakte het ver wachte huurbedrag bekend, n.l. tus sen de 175,en 180, De burgemeester van Vlissingen, drs. D. Roemers, die vóór deze bij eenkomst de vlag had gehesen op de eerste „tot de top" geraakte toren flat, had wat bedenkingen tegen het huurbedrag. Voor het hijsen van de vlag verklaarde hij: „Dit zijn duide lijk de hetere woningwetwoningen, maar de huur is van dien aard, dat ze moeilijk betaalbaar zijn voor de minst draagkrachtigen. Hij deed een beroep op de aan wezige besturen van woningbouw verenigingen om binnen hun vereni gingen morele druk uit te oefenen op leden met hogere inkomens die in de goedkopere woningwetwoningen wo nen om naar duurdere te verhuizen en zo hun huizen vrij te maken voor de laagst betaalden. De eerste blok, 35 meter hoog en met 10 verdiepingen, in totaal 50 woningen vormt het eerste van een serie van 5 blokken. Dit project vormt op zijn beurt weer een onder deel van een geïndustrialiseerde „bouwstroom" van in totaal 820 wo ningen waarvan ook de gemeenten Middelburg en Goes een deel zullen krijgen. Burgemeester Roemers tijdens de bezichtiging van de hoogbouw. (ADVERTENTIE) (Van een onzer verslaggevers) TERNEUZEN. Aan de hand van ingekomen rapporten stelde de Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-Vlaanderen een over zicht samen van de stand van za ken in het Zeeuwsch-Vlaamse be drijfsleven in 1957, waaruit hier onder een keuze volgt. De Coöperatieve Beetwortelsuiker- fabriek deelt mee dat door de sterke groei van de bieten het suikergehalte lager was dan in 1966, ni. 15,8 tegen 16,1. De tarra bedroeg 20,8 procent tegen 22,4 procent in 1966. De leve ring begon in verband met de grote bietenoogst al op 18 september en de volgende dag werd begonnen met de verwerking. Onder zeer gunstige om standigheden konden de bieten wor den gerooid. Het meest economische vervoer over de weg, te weten harde weg- levering met opladen en verder ver voer door de beroepsvervoerder, groeide verder. De continuïteit in de verwerking kwam niet in gevaar doordat steeds meer leveranciers de bieten snel rooien en voorraad vor men. De rendementen in de fabriek waren bevredigend. Wederom wer den alleen Zeeuwsch-Vlaamse bie ten door dit bedrijf verwerkt. Toen deze 68e campagne op 11 december eindigde, bedroeg de hoeveelheid verwerkte bieten 236.500 ton. Er werd 32.400 ton suiker geproduceerd; in 1966 was dit 26.600 ton. De cokesfabriek leverde vorig jaar voor het eerst cokes aan het nieuwe Belgische staalbedrijf „Sidmar" in Zelzate. De aanvoer van cokeskolen uit het Ruhrgebied verliep normaal. Bepaalde moeilijkheden in de leve ring van Amerikaanse kolen werden zoveel mogelijk ondervangen door de aankoop van Poolse en Belgische kolen. De cokesproduktie bleef on geveer gelijk aan die van 1966. Dit geldt eveneens voor de afzet, met uitzondering van cokes, bestemd voor huishoudelijke doeleinden. Het wordt steeds moeilijker hiervoor af nemers te vinden. In de loop van 1967 werden een tweede cokessilo en een nieuwe co- kesbreekinstaliatie in gebruik geno men, grotendeels ten behoeve van de cokesleveringen per schip aan Sidmar. Door de Provinciale Elektriciteits maatschappij werd tot en met de maand november ten behoeve van het eigen verzorgingsgebied 515 mil joen kwh geproduceerd en ingekocht, tegen 420 miljoen kwh in de over eenkomstige periode van 1966. Een toename dus van 22 procent. Dit gun stige groeipercentage werd veroor zaakt door de sterke toename van het industriële verbruik, dit jaar vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen. Het laat zich aanzien dat-de con currentiestrijd op de exportmarkt zal toenemen. In de loop van 1967 heb ben zich aanzienlijke prijsdalingen voorgedaan, die nog zijn versterkt door de hogere vrachtkosten als ge volg van de Suezcrisis. Men ver wacht in de komende jaren een ver dere kostenstijging. Voor de fosfaatmeststoffenindustrie was 1967 een jaar van grote activi teit. Het bedrijf is in sterke mate af hankelijk van de export. Het desa streuze prijs verloop op de wereld markt voor de in deze onderneming vervaardigde meststoffen had tot ge volg dat de kwantitatieve vooruit gang gepaard ging met een sterk te ruglopen van de winst. Het op gang komen van vele nieuwe fabrieken, zowel in Europa als elders, heeft een overcapaciteit geschapen, die de eerstkomende jaren de resultaten ten zeerste zullen drukken. In vele sec tors van de kunstmestindustrie zal men zich daarop moeten instellen. Men ziet de naaste toekomst dan ook met weinig optimisme tegemoet. De meelfabriek heeft in de eerste helft van 1967 geen moeilijkheden ondervonden bij de voorziening met inlandse tarwe. De oogst 1967 was kwantitatief groot, maar viel wat de bakeigenschappen betreft tegen. De ze omstandigheden hebben in het tweede halfjaar wel een rol gespeeld. Sinds 1 juli 1967 worden gemeen schappelijke prijzen voor tarwe en andere granen in de E.E.G. vastge steld. Dit heeft tot gevolg dat in de handel met niet-E.E.G.-landen de in voerheffingen en de uitvoerrestric- ties uniform voor de gehele gemeen schap worden vastgesteld. De uitvoer van inlandse tarwe ondergaat hier door de invloed van het restitutiebe- leid in de E.E.G. Daardoor werd in het tweede halfjaar 1967 zoveel tar we uit Nederland geëxporteerd en gedenatureerd, dat men voor de voorziening met zachte tarwe ten dele was aangewezen op invoer uit Frankrijk, wat gezien de betere con dities en eigenschappen van deze tar we geen enkel bezwaar opleverde. De meelfabriek ondervindt de Scheldeveren nog steeds als een hin derpaal voor een vlotte afwikkeling van de expeditie. Men waardeert echter de wijze waarop het personeel van de veerdiensten onder soms moeilijke omstandigheden zijn werk verricht. De voorgenomen tariefsver hogingen acht men zonder meer on aanvaardbaar voor een industrie als deze, daar zij kostprijs-technisch te discriminerend werken ten opzichte van elders gelegen bedrijven. De geleidelijk uitgevoerde techni sche verbouwingen, die een aanvang namen in augustus 1966 en in mei 1967 werden beëindigd, geven reden tot tevredenheid. Ze hielden onder meer in de totstandkoming van een volledig nieuw maaldiagram. De bui tenlandse belangstelling voor deze verbouwingen is bijzonder groot ge weest. De mouterij rapporteert, dat door de prachtige weersomstandigheden in de zomermaanden een duidelijke ver hoging van de bieromzet te consta teren viel. Gezien de scherpe con currentie, vooral van de Franse moutindustrie, was dit bedrijf niet in staat van deze omzetstijging te profiteren. Ook op de export in de E.E.G.-markt en derde-landenmarkt is deze concurrentie duidelijk merk baar. De situatie ziet er t.a.v. de binnen landse moutopdrachten hetzelfde uit als in 1967. Wat de export betreft ziet het er naar uit dat de concurrentie nog zal toenemen. Een gelukkige om standigheid is dat de Nederlandse mout, mede dank zij de goede kwa liteit van de Nederlandse brouw- gerst, beter is dan mout uit de scherp concurrerende landen. Op de rijwielfabriek is de omzet in plaatstalen radiatoren en verwar mingsketels toegenomen. De omzet van bromfietsen daalt langzaam. Wat de omzet van kinderrijwielen en sportfietsen betreft was 1967 voor dit bedrijf een topjaar. Voor 1968 staan op de spiegelglas- fabriek belangrijke diepte-investerin gen op het programma. Over de vooruitzichten in 1968 valt weinig te zeggen. Het komt niet onwaar schijnlijk voor dat financieringsmoei lijkheden en een door de minder gunstige conjunctuur geremde inves teringsvoornemen een zekere terug slag zullen vinden in de utiliteits bouw. De auto-industrie is een uiterst gevoelige sector. Mocht in West-Europa een verbetering in de conjunctuur optreden, waar sommi ge verschijnselen op wijzen, dan zou deze industrie daardoor gunstig wor den beïnvloed. De vlasindustrie bericht dat de zeer slechte oogst 1966 in 1967 afge werkt werd en dat het rendement slecht tot zeer slecht was. Hetzelfde kan gezegd worden van de kwali teit. De oogst 1967 was goed tot zeer goed. De uitzaai echter bedroeg slechts 9500 ha tegen normaal onge veer 23.000 ha. De vlassers hebben aan de telers hoge prijzen betaald, maar de verwachte hogere prijzen voor het produkt bleven achterwege. Ook hier weer: concurrentie uit Frankrijk, dat hoge premies betaalt. Door de zeer lage uitzaai in 1967 en de mislukkingen van de drie voor gaande jaren, komt de vlasindustrie in 1968 in het moeilijkste jaar van zijn bestaan na de crisis van de der tiger jaren. (ADVERTENTIE) ,IK zou het geen tweede keer willen doormaken. Verschrikkelijk was het. Maar menselijkerwijs gesproken is het onmogelijk, dat zich die ramp herhaalt. We lopen nu wacht op de dijk, zo gauw als het water boven 3,50 NAP stijgt. Dan is er nog niet veel aan de hand, want de dijk steekt 5,70 meter boven NAP uit. Maar het is voor de veiligheid. In 1953 be stond deze verplichting nog niet. De dijken zijn sindsdien trouwens ook veel zwaarder en kunnen tegen een stootje". „IK weet niet of we met wacht lopen die ramp vijftien jaar geleden had den kunnen voorkomen. Het ging al lemaal zo razend snelMet een col lega ben ik die nacht nog naar de dijken geweest om de toestand op te nemen. De voorvloed was nog niet weg. Ik zei tegen mijn collega: „Wat denk jij er van?" Hij zei toen, dat er wel een hoge vloed zou komen en we gingen poolshoogte nemen bij nog een andere collega. Na vijfhonderd meter rijden in de auto was er opeens het water. Ontstellend, hoe vlug dat gaat". „IK heb nog even contact gehad met de burgemeester. Daar bleef het bij. Alle contact werd verbroken, geen telefoon, geen radio, niets meer. Als enige communicatiemiddel had je de andere ochtend je mond. Je zat boven het dak en schreeuwde over het wa ter naar de omliggende boerderijen, in de hoop dat ze je zover verston den. Zo onderhielden we toch con tact. Later werd het hele dorp ge ëvacueerd. Alle overlevenden trok ken weg". ,IK heb het overleg met de ingenieurs van rijkswaterstaat nog geleid. Al leen voor wat betreft onze beide pol ders natuurlijk. We zijn begonnen bij de slapers, dat zijn de binnendijken. Toen de zaak eindelijk droog lag, was er weer een andere moeilijkheid. Met de grond was niets te beginnen. Die was zo zout als haring. De eerste ja ren was er dan ook geen oogst mo gelijk. Dat was erg. Ik ben zelf land bouwer, dus ik weet ervan mee te praten. Met gips hebben we nog wel het een en ander kunnen verhel pen. Tja, die toestanden vergeet je nooit. Ik ben nu 65, maar het is net of het allemaal erg kort geleden is gebeurd. Of ik nog lang dijkgraaf zal blijven? Tot mijn 69ste, want op mijn 70ste ben ik verplicht om ermee op te houden. Nee hoor, dan liever een jaartje eerder. Houd ik de eer aan mezelf". HIJ toont een foto, die gemaakt is tijdens het bezoek van de koningin aan het overstroomde Nieuw-Vosse- meer. Hij staat erop te zamen met de vorstin en het voltallige bestuur van het waterschap. „Tja", zegt hij, „dat is een aardige herinnering aan een verschrikkelijke periode in je le ven". Hoewel het verbruik van stikstof meststoffen in Nederland al hoog is, vertoonde de afzet door de gunstige klimatologische omstandigheden in het seizoen 1966/67 een niet geringe stijging. De voor export beschikbare hoeveelheden konden volledig wor den geplaatst. Gedurende de laatste maanden echter ondervond de export in toenemende mate moeilijkheden ten gevolge van het sluiten van het Suezkanaal. Toch lukte het aan de exportverplichtingen te voldoen. „WE hadden hier een noordergat en een zuidergat. Dat noemden we toen zo. Op twee plaatsen hadden de dij ken het namelijk begeven, zowel ten noorden als ten zuiden van ons dorp. En binnen een mum van tijd stond heel Nieuw-Vossemeer onder water". De 65-jarige dijkgraaf van het wa terschap „De polders van Nieuw- Vossemeer", de heer C. J. Th. M. de Wit, kijkt peinzend voor zich uit als hij in gedachten opnieuw de ramp nacht van 31 januari op 1 februari 1953 beleeft.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 3