Hoechst begint
volgende week
met produktie
Situatie in Z.-Vlaamse
industrie vrij gunstig
BETERE MOUT, GOEDE SUIKER,
STIJGING AFZET KUNSTMEST
Nieuwbouw in
tot in 1970
Zeeland
.dekkend"
GRIEP NEEMT
IN ZUIDEN
NOG TOE
Echtpaar haalde
kinderen uit
Duits tehuis
C. de Wit
Quick Up'f is goed. Ko drinkt 't.
Knikkers
Havenarm
Kangoeroe
Plan peilstations
Torenflat Vlissingen
tot de top geraakt
COKESFABRIEK
PZEM
MEEL
MOUTERIJ
VLAS
STIKSTOF
3
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 1 FEBRUARI 196a
3
f P® ^rste fabriek wordt de „sinter-
genoemd. Daar wordt het
menni" £i-'n gemalen. „Bijge-
fa»? t "?et wat kle' wordt de fos-
"J ..knikkers" gemaakt. In het
maf u proces, waarmee men in
kniti opt te beginnen, komen de
in met de cokes en het grind
Rii l0vcn'.om te worden gesmolten,
elomf r.e9ctle van dit proces komt de
U'a? u- Z® fosfor in gasvorm vrij.
knm» °°k in grote mate vrij
tr,.f a 'er de hoeveelheid van het
laalgas'. is koolmonoxyde. Dit
(Van een onzer verslaggevers)
VLISSINGEN-OOST De
bouw van het uitgebreide indu
striecomplex van Hoechst in Vlis-
singen-Oost is thans zover gevor
derd, dat volgende week het eers
te „stukje" in bedrijf zal komen.
Zonder al teveel vallen en op
staan toch is tegenslag bij het
tot ontwikkeling brengen van een
zo gigantisch en technisch inge
wikkeld bedrijf niet te voorko
men hoopt de directie dat in
april het gehele produktieproces
gaande zal zijn.
Merkwaardig genoeg begint men
volgende week niet vooraan maar
achteraan dat produktieproces.
De drie produktievormen zijn fos
for, fosforzuur en natriumtripolifos-
faat. Om aan dit laatste chemische
produkt te kunnen beginnen, wordt
voorlopig van een zusterbedrijf fos
forzuur aangevoerd naar deze „zout
fabriek", een onder het personeel po
pulaire benaming voor de wat moei
lijk in de mond liggende officiële
naam.
Het achteraan beginnen van de
produktie heeft het grote voordeel
dat men geen problemen zal heb
ben met omvangrijke tussenopslag.
In de eerste week van maart zal
een begin worden gemaakt met de
aanvoer van ruwe fosfaat. Dat zal
gelost worden aan de eigen kade
van het bedrijf.
Baggermolens zijn momenteel be
zig een havenarm van een kilometer
lengte uit de slikken te vreten Voor
al op deze plaats toont zich het „won
der" van een in ongelooflijk snel
tempo veranderde wereld van slib
en water in een prima geoutilleerd
havenbekken.
Het ruwe fosfaaterts wordt voor de
bedrijven van Hoechst van overzee
met bulkcarriers naar Rotterdam
aangevoerd. Vandaar vindt het ver
dere transport per binnenschip
plaats. De havenarm, die thans in
Vlissingen-üost wordt aangelegd,
heeft op dit moment nog meer weg
van een kanaal, want de voorlopige
breedte zal niet meer dan tachtig
meter bedragen, de diepte ongeveer
negen meier De plannen zijn echter
om eerlang het vaarwater dat is
natuurlijk op de eerste plaats een
zaak van het Havenschap tot 160
meter te verbreden. Een en ander
hangt in belangrijke mate af van
wat voor industrie zich op het ter
rein tegenover Hoechst zal vestigen.
Met deze geplande breedte en aan
gepaste diepte zullen hier echter ook
zeeschepen kunnen meren.
Met „kunst en vliegwerk" wordt
op het ogenblik getracht de eigen
lijke kade, met een lengte van 200
nieter, op tijd gereed te krijgen om
«e eerste schepen te kunnen ontvan
gen. Tot de bijkomende werken aan
deze kade behoort ook de montage
^an een „kangoeroekraan" van zeer
STOte afmetingen.
Deze kraan dankt zijn merkwaar-
'ge naam aan het feit dat hij niet
„zwaait maar de greep fosfaaterts
or zich in een „buidel" deponeert.
nwaar bandtransport vooi' verder
vervoer zorgt.
ff'n rekent erop dat de kade zeer
tensief zal worden gebruikt. Om
f op 'Lid te kunnen lossen zal er
zï'n 6en tweep'opgpnstelsel nodig
®r- jr- J- Nijman, een der leiding-
toIi personen in het bedrijf, die
"l6' c'e algemene planning van
®n beeft, rekende ons voor dat
nnn.pr°d"kte per jaar nodig is:
Ito. ï£n fosfaaterts, 40.000 ton co-
u-o-ie.n -""O ton grind. Het bedrijf
rkt met elektrische energie.
zeer giftige produkt gaat bij Hoechst
drie wegen op: brandstof voor het
bakproces van de „knikkers" en de
„zoutfabriek" en naar buiten. Dat
laatste wil zeggen dat het wordt ver
brand. Met een vakterm heet dat
„affakkelen".
Bij Hoechst is men zeer tevreden
over de vordering van de bouw. Zo
is de aanleg van de kade niet min
der dan een maand voor op het sche
ma. Op het ogenblik heeft dit sterk
geautomatiseerde bedrijf 250 man in
dienst. Wanneer de produktie op
gang is zullen dat er 350 zijn. Daar
van zal meer dan de helft Zeeuwen
zijn.
Voor pendelaars uit West-Zeeuwsch-
Vlaanderen, waar sprake is van een
aanzienlijke werkloosheid, bestaat
bij Hoechst weinig belangstelling,
omdat het wel of niet kunnen over
steken van de Westerschelde met de
veren bij bepaalde weersomstandig
heden een te ongewisse factor wordt.
Want het produktieproces zou bij het
mankeren van die pendelaars kun
nen worden belemmerd.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG De griep houdt Ne
derland nog steeds stevig in zijn
greep. Gisteren gehouden streekproe-
ven op last van het ministerie van
Sociale Zaken en Volksgezondheid,
wijzen uit dat de ziekte niet afneemt.
In het noorden van het land is over
het algemeen een lichte daling gecon
stateerd. In het zuiden is sprake van
stijging. In het westen is de situatie
constant.
Deskundigen maken voorzichtig ge
wag van een hogere intensiteit in
vergelijking met andere jaren. Zij
hebben de indruk dat de periode die
de griep nodig heeft om uit te razen,
ook langer is dan anders. Men heeft
geen enkel idee over het mogelijke
verloop in de komende weken. Ove
rigens wordt het bedrijfsleven nau
welijks geschaad.
Er zijn besprekingen gaande tussen
de rijksoverheid, het Nederlands
Huisartsen Instituut te Utrecht en
het Preventiefonds, over het treffen
van een regeling, waardoor een door
lopend en beter inzicht verkregen
kan worden in het ziektebeeld van de
Nederlandse bevolking.
Gedacht wordt aan het instellen
van peilstations in verschillende stre
ken van ons land, waar gegevens over
hét voorkomen van diverse ziekten
zullen worden verzameld. Dit deelt
staatssecretaris Kruisinga (Volksge
zondheid) mede in antwoord op vra
gen van het Tweede-Kamerlid Ny-
pels.
De staatssecretaris meent dat men
er tot dusver in ons land in geslaagd
is om besmettelijke ziekten, die het
karakter van een epidemie dreigden
aan te nemen, te bestrijden en binnen
de perken te houden.
De foto toont de in Vlissingen-Oost in aanbouw zijnde kade voor het
lossen van fosfaaterts voor het chemische bedrijf van Hoechst. Links
baggerwerk voor de aanleg van de havenarm, rechts op de kade het
„grondstuk" van de grote kangoeroekraan in opbouw.
Op de voorgrond met veiligheidshelm, die is overal op het terrein ver
plicht, dr. ir. J. Nijman, een der leidende functionarissen van het be
drijf. Dr. Nijman, die Nederlander is, was al met „Vlissingen", zoals
deze Nederlandse vestiging op de hoofdzetel van het bedrijf wordt ge
noemd, bezig voordat er ook maar iets van menselijke activiteit op de
grauwgroene slikken van het Zuid-Sloe viel te bespeuren. Hij verrichtte
hier ook, in opdracht van zijn directie, het eerste civiel-technische werk.
Ofschoon het in de bedoeling ligt om van Hoechst-Vlissingen een zo
Nederlands mogelijk bedrijf te maken, is het niet verwonderlijk, dat
zeker in de aanvang een belangrijk deel van vooral het leidinggevend
personeel nog uit Duitsers bestaat, omdat natuurlijk overdracht van de
noodzakelijke know-how een eerste vereiste is.
(Van een onzer verslaggevers)
VLISSINGEN Het bouwpro
gramma is thans in Zeeland op een
niveau gekomen dat het aantal
nieuwe woningen tot 197» „dekkend"
zal zijn voor de bevolkingsaanwas
in die periode. Gedurende de jaren
1968-1969 zullen in de provincie nog
7000 woningen gereed komen. Daar
mee zal een bevolkingsgroei van zes
tot zevenduizend mensen kunnen
worden opgevangen.
Dit aantal lijkt gering, doch er
dient ook rekening te worden gehou
den met een „negatieve post" doordat
een aanzienlijk aantal thans nog be
woonde woningen zal moeten worden
afgevoerd, onder meer omdat ze niet
meer aan de eisen voldoen.
Dit verklaarde woensdagmiddag ir.
L. Huisman, hoofdingenieur - direc
teur van de Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid in Zeeland, tijdens
een receptie die door de Vlissingse
woningbouwvereniging „Goed Wo
nen" in het Strandhotel werd be
legd. Aanleiding tot de receptie was
het bereiken van het hoogste punt
van de eerste woningen van een
complex van 250 geïndustrialiseerde
woningen, in hoogbouw, aan de Alex
Gogelweg in de Vlissingse wijk Paau-
wenburg.
De heer Huisman wees er in zijn
toespraak op, dat volgens berekening
de genoemde bevolkingsaanwas in de
provincie in deze twee jaar niet zou
worden gehaald, zodat er sprake van
een speling in de woonruimte zal
zijn.
Hij waarschuwde er echter voor
(Van onze correspondent)
VLISSINGEN Drie kinderen
van een in Vlissingen wonend Duits
echtpaar zijn drie weken onrechtma
tig in Nederland geweest. De moe
der, mevrouw W„ had de kinderen
uit een tehuis in Miihlheim aan de
Ruhr weggehaald. Na de scheiding
van het echtpaar zijn de kinderen,
waarvan de jongste tien jaar is, door
de justitie in het tehuis geplaatst.
De ouders zijn inmiddels weer her-
trouwd. En omdat de ondertoezicht
stelling naar de zin van het echt
paar niet snel genoeg ongedaan werd
gemaakt, heeft de moeder het recht
in eigen handen genomen.
Dank zij de bemiddeling van een
instituut in Amsterdam hebben de
vader en de moeder de kinderen
dinsdag weer vrijwillig laten terug
brengen naar Miihlheim. Voor het
echtpaar zal deze daad geen straf
bare gevolgen hebben, zo deelde de
Vlissingse politie mee.
dat de ontwikkeling ook na 1970
doorgaat, zodat er nu reeds injecties
nodig zijn om dan tijdig het bouw
programma ten uitvoer te kunnen
brengen. Het stuit momenteel echter
wel op moeilijkheden, want „het geld
ligt niet voor het oprapen", aldus de
heer Huisman, die als een van de
eerste oorzaken daarvan de hoge ren
tevoet aanwees. Het blijkt ook niet
gemakkelijk om beleggers naar deze
„hoek" van het land te krijgen.
De voorzitter van Goed Wonen, de
heer A. v. d. Velde maakte het ver
wachte huurbedrag bekend, n.l. tus
sen de 175,en 180,
De burgemeester van Vlissingen,
drs. D. Roemers, die vóór deze bij
eenkomst de vlag had gehesen op de
eerste „tot de top" geraakte toren
flat, had wat bedenkingen tegen het
huurbedrag. Voor het hijsen van de
vlag verklaarde hij: „Dit zijn duide
lijk de hetere woningwetwoningen,
maar de huur is van dien aard, dat
ze moeilijk betaalbaar zijn voor de
minst draagkrachtigen.
Hij deed een beroep op de aan
wezige besturen van woningbouw
verenigingen om binnen hun vereni
gingen morele druk uit te oefenen op
leden met hogere inkomens die in de
goedkopere woningwetwoningen wo
nen om naar duurdere te verhuizen
en zo hun huizen vrij te maken voor
de laagst betaalden.
De eerste blok, 35 meter hoog en
met 10 verdiepingen, in totaal 50
woningen vormt het eerste van
een serie van 5 blokken. Dit project
vormt op zijn beurt weer een onder
deel van een geïndustrialiseerde
„bouwstroom" van in totaal 820 wo
ningen waarvan ook de gemeenten
Middelburg en Goes een deel zullen
krijgen.
Burgemeester Roemers tijdens
de bezichtiging van de hoogbouw.
(ADVERTENTIE)
(Van een onzer verslaggevers)
TERNEUZEN. Aan de hand
van ingekomen rapporten stelde
de Kamer van Koophandel voor
Zeeuwsch-Vlaanderen een over
zicht samen van de stand van za
ken in het Zeeuwsch-Vlaamse be
drijfsleven in 1957, waaruit hier
onder een keuze volgt.
De Coöperatieve Beetwortelsuiker-
fabriek deelt mee dat door de sterke
groei van de bieten het suikergehalte
lager was dan in 1966, ni. 15,8 tegen
16,1. De tarra bedroeg 20,8 procent
tegen 22,4 procent in 1966. De leve
ring begon in verband met de grote
bietenoogst al op 18 september en de
volgende dag werd begonnen met de
verwerking. Onder zeer gunstige om
standigheden konden de bieten wor
den gerooid.
Het meest economische vervoer
over de weg, te weten harde weg-
levering met opladen en verder ver
voer door de beroepsvervoerder,
groeide verder. De continuïteit in
de verwerking kwam niet in gevaar
doordat steeds meer leveranciers de
bieten snel rooien en voorraad vor
men. De rendementen in de fabriek
waren bevredigend. Wederom wer
den alleen Zeeuwsch-Vlaamse bie
ten door dit bedrijf verwerkt. Toen
deze 68e campagne op 11 december
eindigde, bedroeg de hoeveelheid
verwerkte bieten 236.500 ton. Er
werd 32.400 ton suiker geproduceerd;
in 1966 was dit 26.600 ton.
De cokesfabriek leverde vorig jaar
voor het eerst cokes aan het nieuwe
Belgische staalbedrijf „Sidmar" in
Zelzate. De aanvoer van cokeskolen
uit het Ruhrgebied verliep normaal.
Bepaalde moeilijkheden in de leve
ring van Amerikaanse kolen werden
zoveel mogelijk ondervangen door
de aankoop van Poolse en Belgische
kolen. De cokesproduktie bleef on
geveer gelijk aan die van 1966. Dit
geldt eveneens voor de afzet, met
uitzondering van cokes, bestemd
voor huishoudelijke doeleinden. Het
wordt steeds moeilijker hiervoor af
nemers te vinden.
In de loop van 1967 werden een
tweede cokessilo en een nieuwe co-
kesbreekinstaliatie in gebruik geno
men, grotendeels ten behoeve van
de cokesleveringen per schip aan
Sidmar.
Door de Provinciale Elektriciteits
maatschappij werd tot en met de
maand november ten behoeve van
het eigen verzorgingsgebied 515 mil
joen kwh geproduceerd en ingekocht,
tegen 420 miljoen kwh in de over
eenkomstige periode van 1966. Een
toename dus van 22 procent. Dit gun
stige groeipercentage werd veroor
zaakt door de sterke toename van
het industriële verbruik, dit jaar
vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het laat zich aanzien dat-de con
currentiestrijd op de exportmarkt zal
toenemen. In de loop van 1967 heb
ben zich aanzienlijke prijsdalingen
voorgedaan, die nog zijn versterkt
door de hogere vrachtkosten als ge
volg van de Suezcrisis. Men ver
wacht in de komende jaren een ver
dere kostenstijging.
Voor de fosfaatmeststoffenindustrie
was 1967 een jaar van grote activi
teit. Het bedrijf is in sterke mate af
hankelijk van de export. Het desa
streuze prijs verloop op de wereld
markt voor de in deze onderneming
vervaardigde meststoffen had tot ge
volg dat de kwantitatieve vooruit
gang gepaard ging met een sterk te
ruglopen van de winst. Het op gang
komen van vele nieuwe fabrieken,
zowel in Europa als elders, heeft een
overcapaciteit geschapen, die de
eerstkomende jaren de resultaten ten
zeerste zullen drukken. In vele sec
tors van de kunstmestindustrie zal
men zich daarop moeten instellen.
Men ziet de naaste toekomst dan ook
met weinig optimisme tegemoet.
De meelfabriek heeft in de eerste
helft van 1967 geen moeilijkheden
ondervonden bij de voorziening met
inlandse tarwe. De oogst 1967 was
kwantitatief groot, maar viel wat de
bakeigenschappen betreft tegen. De
ze omstandigheden hebben in het
tweede halfjaar wel een rol gespeeld.
Sinds 1 juli 1967 worden gemeen
schappelijke prijzen voor tarwe en
andere granen in de E.E.G. vastge
steld. Dit heeft tot gevolg dat in de
handel met niet-E.E.G.-landen de in
voerheffingen en de uitvoerrestric-
ties uniform voor de gehele gemeen
schap worden vastgesteld. De uitvoer
van inlandse tarwe ondergaat hier
door de invloed van het restitutiebe-
leid in de E.E.G. Daardoor werd in
het tweede halfjaar 1967 zoveel tar
we uit Nederland geëxporteerd en
gedenatureerd, dat men voor de
voorziening met zachte tarwe ten
dele was aangewezen op invoer uit
Frankrijk, wat gezien de betere con
dities en eigenschappen van deze tar
we geen enkel bezwaar opleverde.
De meelfabriek ondervindt de
Scheldeveren nog steeds als een hin
derpaal voor een vlotte afwikkeling
van de expeditie. Men waardeert
echter de wijze waarop het personeel
van de veerdiensten onder soms
moeilijke omstandigheden zijn werk
verricht. De voorgenomen tariefsver
hogingen acht men zonder meer on
aanvaardbaar voor een industrie als
deze, daar zij kostprijs-technisch te
discriminerend werken ten opzichte
van elders gelegen bedrijven.
De geleidelijk uitgevoerde techni
sche verbouwingen, die een aanvang
namen in augustus 1966 en in mei
1967 werden beëindigd, geven reden
tot tevredenheid. Ze hielden onder
meer in de totstandkoming van een
volledig nieuw maaldiagram. De bui
tenlandse belangstelling voor deze
verbouwingen is bijzonder groot ge
weest.
De mouterij rapporteert, dat door
de prachtige weersomstandigheden in
de zomermaanden een duidelijke ver
hoging van de bieromzet te consta
teren viel. Gezien de scherpe con
currentie, vooral van de Franse
moutindustrie, was dit bedrijf niet
in staat van deze omzetstijging te
profiteren. Ook op de export in de
E.E.G.-markt en derde-landenmarkt
is deze concurrentie duidelijk merk
baar.
De situatie ziet er t.a.v. de binnen
landse moutopdrachten hetzelfde uit
als in 1967. Wat de export betreft ziet
het er naar uit dat de concurrentie
nog zal toenemen. Een gelukkige om
standigheid is dat de Nederlandse
mout, mede dank zij de goede kwa
liteit van de Nederlandse brouw-
gerst, beter is dan mout uit de scherp
concurrerende landen.
Op de rijwielfabriek is de omzet
in plaatstalen radiatoren en verwar
mingsketels toegenomen. De omzet
van bromfietsen daalt langzaam. Wat
de omzet van kinderrijwielen en
sportfietsen betreft was 1967 voor
dit bedrijf een topjaar.
Voor 1968 staan op de spiegelglas-
fabriek belangrijke diepte-investerin
gen op het programma. Over de
vooruitzichten in 1968 valt weinig
te zeggen. Het komt niet onwaar
schijnlijk voor dat financieringsmoei
lijkheden en een door de minder
gunstige conjunctuur geremde inves
teringsvoornemen een zekere terug
slag zullen vinden in de utiliteits
bouw. De auto-industrie is een
uiterst gevoelige sector. Mocht in
West-Europa een verbetering in de
conjunctuur optreden, waar sommi
ge verschijnselen op wijzen, dan zou
deze industrie daardoor gunstig wor
den beïnvloed.
De vlasindustrie bericht dat de
zeer slechte oogst 1966 in 1967 afge
werkt werd en dat het rendement
slecht tot zeer slecht was. Hetzelfde
kan gezegd worden van de kwali
teit. De oogst 1967 was goed tot zeer
goed. De uitzaai echter bedroeg
slechts 9500 ha tegen normaal onge
veer 23.000 ha. De vlassers hebben
aan de telers hoge prijzen betaald,
maar de verwachte hogere prijzen
voor het produkt bleven achterwege.
Ook hier weer: concurrentie uit
Frankrijk, dat hoge premies betaalt.
Door de zeer lage uitzaai in 1967 en
de mislukkingen van de drie voor
gaande jaren, komt de vlasindustrie
in 1968 in het moeilijkste jaar van
zijn bestaan na de crisis van de der
tiger jaren.
(ADVERTENTIE)
,IK zou het geen tweede keer willen
doormaken. Verschrikkelijk was het.
Maar menselijkerwijs gesproken is
het onmogelijk, dat zich die ramp
herhaalt. We lopen nu wacht op de
dijk, zo gauw als het water boven
3,50 NAP stijgt. Dan is er nog niet
veel aan de hand, want de dijk steekt
5,70 meter boven NAP uit. Maar het
is voor de veiligheid. In 1953 be
stond deze verplichting nog niet. De
dijken zijn sindsdien trouwens ook
veel zwaarder en kunnen tegen een
stootje".
„IK weet niet of we met wacht lopen
die ramp vijftien jaar geleden had
den kunnen voorkomen. Het ging al
lemaal zo razend snelMet een col
lega ben ik die nacht nog naar de
dijken geweest om de toestand op te
nemen. De voorvloed was nog niet
weg. Ik zei tegen mijn collega: „Wat
denk jij er van?" Hij zei toen, dat er
wel een hoge vloed zou komen en
we gingen poolshoogte nemen bij nog
een andere collega. Na vijfhonderd
meter rijden in de auto was er opeens
het water. Ontstellend, hoe vlug dat
gaat".
„IK heb nog even contact gehad met
de burgemeester. Daar bleef het bij.
Alle contact werd verbroken, geen
telefoon, geen radio, niets meer. Als
enige communicatiemiddel had je de
andere ochtend je mond. Je zat boven
het dak en schreeuwde over het wa
ter naar de omliggende boerderijen,
in de hoop dat ze je zover verston
den. Zo onderhielden we toch con
tact. Later werd het hele dorp ge
ëvacueerd. Alle overlevenden trok
ken weg".
,IK heb het overleg met de ingenieurs
van rijkswaterstaat nog geleid. Al
leen voor wat betreft onze beide pol
ders natuurlijk. We zijn begonnen bij
de slapers, dat zijn de binnendijken.
Toen de zaak eindelijk droog lag, was
er weer een andere moeilijkheid. Met
de grond was niets te beginnen. Die
was zo zout als haring. De eerste ja
ren was er dan ook geen oogst mo
gelijk. Dat was erg. Ik ben zelf land
bouwer, dus ik weet ervan mee te
praten. Met gips hebben we nog wel
het een en ander kunnen verhel
pen. Tja, die toestanden vergeet je
nooit. Ik ben nu 65, maar het is net
of het allemaal erg kort geleden is
gebeurd. Of ik nog lang dijkgraaf
zal blijven? Tot mijn 69ste, want op
mijn 70ste ben ik verplicht om ermee
op te houden. Nee hoor, dan liever
een jaartje eerder. Houd ik de eer
aan mezelf".
HIJ toont een foto, die gemaakt is
tijdens het bezoek van de koningin
aan het overstroomde Nieuw-Vosse-
meer. Hij staat erop te zamen met
de vorstin en het voltallige bestuur
van het waterschap. „Tja", zegt hij,
„dat is een aardige herinnering aan
een verschrikkelijke periode in je le
ven".
Hoewel het verbruik van stikstof
meststoffen in Nederland al hoog is,
vertoonde de afzet door de gunstige
klimatologische omstandigheden in
het seizoen 1966/67 een niet geringe
stijging. De voor export beschikbare
hoeveelheden konden volledig wor
den geplaatst. Gedurende de laatste
maanden echter ondervond de export
in toenemende mate moeilijkheden
ten gevolge van het sluiten van het
Suezkanaal. Toch lukte het aan de
exportverplichtingen te voldoen.
„WE hadden hier een noordergat en
een zuidergat. Dat noemden we toen
zo. Op twee plaatsen hadden de dij
ken het namelijk begeven, zowel ten
noorden als ten zuiden van ons dorp.
En binnen een mum van tijd stond
heel Nieuw-Vossemeer onder water".
De 65-jarige dijkgraaf van het wa
terschap „De polders van Nieuw-
Vossemeer", de heer C. J. Th. M. de
Wit, kijkt peinzend voor zich uit als
hij in gedachten opnieuw de ramp
nacht van 31 januari op 1 februari
1953 beleeft.