„DIE FIJNE JORDAAN" Listig lokaas voor mensen Van sappige volksbuurt naar artistiek centrum Zij wonen er nu Lavende! Matrones DAGBLAD DE STEM Niemand kan in schoonheidszorg'en keizer Nero overtreffen. Wolken kost bare geuren werden gedurende de nacht in zijn slaapkamer geblazen. In zijn eetzalen liet hij zilveren sproeiers aan leggen en vanaf als-een-hemel be schilderde plafond viel geparfumeer de regen omlaag. Bij de begrafenis van zijn echtgenote Poppea(die hij waarschijnlijk liet vermoorden) werden meer parfums gebruikt dan heel Ara- >ië in tien jaar tyds kon produceren. De eerste parfumeurs van het Eu- :opa na Christus, waren monniken die mmers zulk een grote kruidenkennis oezaten. Zij kwamen in aanraking met exotische parfums dioor de kruisrid ders die uit het Oosten de schoon- ïeidsmiddelen van de veelgeroemde Vrabische schonen meebrachten. Al- .•hemisten ontdekten in de middeleeu wen dat alcohol uit wijn gedistilleerd can worden en vanaf dat ogenblik werd parfum op basis van alcohol ge fabriceerd. Het oudst bekende alcohol parfum ontstond in 1370. Aanvanke lijk was Italië het land van de gevan gen geuren. De naam vaii de parfu meur Frangipanni leeft voort in een recept. Zijn kleinzoon die parfumeui en botanicus was, zeilde met Colum bus naar Amerika en er wordt ge zegd dat hij de bloemen van het land al rook, nog voordat er land in zicht was. In Zuid-Frankrijk ontstond de par. fum-industrie als zijlijn van de hand schoenenmaker^handschoenen hoor den welriekend te zijn. Toen Catha* rina de Medici van Italië naar Frank rijk kwam, bracht zij twee eigen parfu meurs mee. De ene was bovendien gif menger, hij heeft zijn meesteres trouw gediend. vDe geur van lavendel trekt ons naar Engeland, waar hét beste recept stamt uit 1615. Al naar mate men water schadelijk voor de gezondheid achtte werd parfumeren meer gewenst (zelfs kousen waren van geuren doortrok ken). Het gebruik dreigde in misbuik te ontaarden en daarom in 1770 de wet die „vrouwen van alle rangen standen of geloofsrichtingen, hetzij maagden, huwbare vrouwen of wedu wen, verbood enig van Zijne Majes teits onderdanen te bekoren en te ver leiden tot een huwelijk door geuren cosmetische zalven, kunsttanden, vals haar, ijzeren baleinen, hoepelrokken hoge' hakken, en opgevulde heupen Veroordeling zou leiden tot ontbin ding van het huwelijk. Maar de wc had niet de minste uitwerking. In het Zuidfranse G rasse kwam de eerste stoom-distilleermachine en daar is d^ basis gelegd voor de he dendaagse parfumindustrie waarin Frankrijk dê toppositie bekleedt. De Adèle Bloemendaal J. W. Hofstra Ria Kuyken Simon Vinkenoog De moderne parfumeur beschikt over 60.000 aromatische materialen en zij komen uit alle windstreken. Kennis van het ruwe materiaal voor parfum, is dan ook kennis van geo grafie, van handel, van politieke en economische wereldsituaties. Zo heeft bijvoorbeeld Nederlands Oost-Indië in verband met de parfumindustrie, een levendige handel gekend in citroneiia en nootmuskaat. Maar het huidige In- donesië worstelt met inflatie en met een concurrentiepolitiek waardoor het niet in staat is deze exportpro- dukten af te zetten. Het gevolg is dat vreemde schepen in donkere nachten de geurende goederen naar Singapore smokkelen, en dat de prijzen stijgen Parfum, „een vloeibaar gedicht, ir. kristal gevangen", zoals de poëet zegt is pure luxe voor de een en onmis bare noodzakelijkheid voor de ander Maar net is en blijft een gedicht er daarom uitermat geschikt als vere rend geschenk. Het heeft met levendf bloemen al het dichterlijke gemeen, maar het duurt zolang het kristal nog een druppel bevat. En dat kan dui zenden jaren ,ijn Voortdurend wor den nieuwe parfums aan de bestaande reeks toegevoegd; maar omstreeks de decemberfeosten lijkt het of er een wel riekende regen met nieuwe namen op ons neerdaalt. Als welriekend hout brandt, waart een verrukkelijke geur door de om hoogkringelende rook. „Dat moet de goden aangenaam zijn, en hen goed gunstig stemmen", hebben de vroeg ste gelovigen gedacht. Later vonden ze het ook aangenaam zelf te geuren en ze wreven zich in met bloemen en bladeren. Tenslotte ontdekten ze dat het mogelijk was de geuren in olie en vet vast te houden en daarmee werd de g ondslag voor de parfumindustrie gelegd. Maar de eerste parfumeurs waren de priesters die de geur van schroeiende vleesoffers wisten te over stemmen, die de doden balsemden en met geuren een nemelse luister gaven aan begrafenisplechtigheden. Zij had den het alleenrecht hun kunst uit te oefenen en bewaarden de recepten als ambtsgeheim. Voor profaan gebruik, vinden wij parfum het vroegst bij de Egyptena- ren. uit graftomben zijn de oudste be wijzen daarvan opgedoken; ze gaan te rug tot 5000 v. C. en geuren nog. Het toilet .an een Egnotische dame was een ingewikkelde zaak. Zij bediende zich van badolie, verzachtende zalven, ontharingscrèmes, rouge, mascara voor de ogen en hennep voor de voet zolen; en het werd alles bewaard in kunstzinnige flessen, vazen en dozen van albast, onyx, marmer, hout en Ivoor. Aan feestmalen werden de gas ten welriekend besprengeld, bloem guirlandes hingen boven en onder de tafels. Het parfumeren uit behaagzucht stimuleerde de fabricage van welrie kende olieën en tegelijkertijd ontdek te men dat vele soorten een antiscep- tische werking hadden zodat zij schoon heids- en geneesmiddel beide werden. Het waren de joden die de Egyp tische kunst en gewoonte van parfu meren op hun uittocht meenamen en leerder. aan Assyriërs, Grieken en Ro meinen. Maar de geuren van planten en bloemen was hen zelf ook bekend. Mozes kreeg van God de opdracht een heilige zalf te maken en volgens jood se gebruiken die teruggaan naar die tijd is de laatste 1200 jaar tot aan de dag van vandaag, elke Britse vorst nog tot 1 oning gezalfd. De Assyriërs fen ook de Arabieren, Meden en Per zen) gebruikten parfum in overvloed. Babyion, dat de oude wereldmarkt voor geurige kruiden was, kende ook het ge heim van glas: de band tussen par fum en de doorzichtige flacon werd hier gesmeed. Parfum en bloemen speel den een rol in Hindoe-aanbidding en -riten. De Moslim bruidegom gaf bij het huwelijk zijn bruid een koffertje met geurige cosmetica, voornamelijk riekend naar rozen. Zo iets magisch als parfum, moet van de goden komen, meenden de Grieken, zij gaven hun doden dan ook parfum mee om een goede entree in net hiernamaals te kunnen maken. Wie te arm was om het te kopen, gaf er zijn dode een afbeelding van. Niet al leen uit godsdienstige overweging wer den geuren gebruikt; ook de liefde liet zich door geuren dwingen. Verschil lende lichaamsdelen eisten verschil lende parfums; Egyptische essences voor handen en voeten, Fenisische voor wangen en borst, marjolein voor het haar, wilde tijm voor de benen. Mannen sprongen er even kwistig mee om als vrouwen; zelfs Diogenes die zo wars van de wereld was, dat hij in een ton ging leven, parfumeerde zijn hoofd lom de vogels aangenaam te zijn). De beroemde wettenmaker Solon verbood het gebruik maar hij kon de geuren niet uitbannen, zomin als de vele heer sers in andere tijden en andere landen. Altijd bleek de geur sterker dan de sterkste wet. De geur van razen, narcissen en tcweeperen komt ons tegemoet uiit de Romeinse badhuizen. Meer geraffi neerd samengestelde parfums wer den gebruikt door de Romeinse ma trones als zij de ceremonie van het kleden" opvoerden onder toezicht van de „toiletmeesteres", die het be vel voerde over de „cosmetae" (een legertje schoonheidsslaven dat hun naam aan onze cosmetica heeft gege ven). laatste ontwikkeling is de ontdekking van synthetische geuren uit de rea geerbuis. Nu is de parfumgeur niet langer afhankelijk van de grillige na tuur. En aangezien sommige syn thetische geuren goedkoper zyn dan natuurlijke, is nu het parfum beschik baar geworden voor alle vrouwen. Er is waarschijnlijk geen tweede in dustrie met zulk een merkwaardig mengsel van oude methoden en mo derne techniek. Ruwe materialen wor den nog steeds aangevoerd door ka meelkaravanen langs onherbergzame Aziatische wegen; in ossewagens door India; in hondensleeën over Siberische sneeuwvlakten.. Maar in Zwitserland produceren ultramoderne chemische fabrieken synthetische aromatische materialen voor deze parfumindustrie. De bereiding van de grondstoffen is zo up-to-date als moderne chemie en technologie maar mogelijk maken, en toch zijn de principes waarvan men uitgaat, vele duizenden jaren oud. Nooit heeft de vrouw zulk een reeks geuren tot haar beschikking gehad als vandaag. Het moderne meisje baadt niet in gekneusde aardbeien zoals ma dame Tallien, noch heeft zij kostbare schrijnen voor haar cosmetica zoals de Egyptische, evenmin een leger sla ven om haar te masseren en geurig te maken zoals de Romeinse. Maar ae bekwaamheid van de moderne parfu meur maakt haar even verrukkelijk geurend en listig verlokkend als de beroemdste schoonheden uit de ge schiedenis. (Van een onzer verslaggevers) AMSTERDAM De jordaners zetten wel een grote monr op, omdat de Vara-televisie bij het afschilderen van hui. buurt en zijn bewoners een soort lippenstift-rood heeft ge bruikt, dat eerder op de Walletjes thuishoort. Maar als ze eerlijk zijn moeten ze toegeven, dat de volkse roze kleur van met groene zeep geboende wangen ook al lang een legende is De baaien rokken wervelen onder de WestertoTen alleen nog maa tijdens een zeer kunstmatig jaarlijks Jordaanfestival, en het stijfselkis sie, waarover Zwarte Riek zo ontroerend zong, is sinds jaren ingeruild tegen een kinderwagen met zwaar verchroomd onderstel. Het lied „Bij ons in de Jordaan, waar de longens en de meiden dansen gaan", is een leugen De man, die het beroemd maakte, Johnny Jordaan, is trouwens geëmigreerd naar Rotterdam. En Willie Albert!, die zo schoon placht te kwelen over „Die goeie ouwe Wester", zit lekker te wonen in een bungalow in he.t steriele Slotervaart, terwijl dochter Willeke haar boutique opende, nee, niet op de Bloemgracht of in de Eglantiersdwarsstraat, maar heel pretentieus op de hoek van het Leidseplein. Is de Jordaan dar. dood? Inte gendeel: de Jordaan is springle vend, alleen op een andere manier dan ze zouden willen, daar in het heimwee-zwangere café „De Twee Zwaantjes" aan de Prinsengracht, waar Ger Smit met jammerende halen aan zijn trekharmonika het verleden tracht te rekken. De Jordaan is hip geworden even hip als de mini-couture, die popzanger Johnny Lion en zijn in derdaad betoverende Sophietje er vlak in de buurt creëren. „De Jordaner", zegt een ency clopedisch hoek, dat „bet a.b.c. van Amsterdam" heet, „de Jordaner is misschien wel de Amsterdammer, die het meest tot de fantasie spreekt van de niet-Amsterdam- mers, omdat hij de naam heeft een rondborstig, vrijpostig mens te zijn met een merkwaardig gevoel voor humor, dat treffende overeenkom sten vertoont met het gevoel voor humor, dat bijvoorbeeld echte Ber- lijnse en Londense arbeiders heb ben. Een mens die zijn dagen slijt met het sjouwen aan de havens of aan de Westersuikerfabriek, met het fluiten en zingen van senti mentele liederen, waarin de Wes tertoren eer. hoofdrol speelt, en met het melken van zijn duiven." Welnu, de aldus langademig ge definieerde Jordaner moet men steeds meer met een kaars gaan zoeken. Maar houd er dan wel re kening mee, dat u tijdens uw speurtocht om hei andere hals-, klok- of trapgcveltje zult opbotsen tegen een bekende kunstenaar of intellectueel Het is namelijk deze categorie, waarvan het in de Jordaan nieu- we-stijl wemelt. Enkele namen. De politieke rebel drs. Hans Gruyters woont er. Vlak om de hoek bij hem woont Nederlands jongste kamer lid Hans Wiegel (V.V.D.) en even verderop de katholieke christen radicaal van Huiten. De hippe pia nist Polo de Haas woont er naast de belegen auteur Theun de Vries, die weer naast het artistieke ma nusje-van-alles Jan Willem Hof stra woont en de zanger Wim van Gerven en de televisie-regiseuse Hoog Antink. Je kunt er naar keu ze op bezoek gaan bij de letterkun digen Ed Hoornik, Mies Mouhuys en Simon Vinkenoog, bij de foto grafen Paul Huf en Dolf Toussaint, bij de beeldende kunstenaars Aart Veldhoen en Cornells Rogge, bij de socialistische pater-jezuïet Nico v. Hees of bij de actrices Philippine Aeckerlin en Adèle Bloemendaal. Dit is slechts een bloemlezing, die willekeurig kan worder uitgebreid. U gelooft het niet? Daar gaan we: de actrices Marja Habraken en Ina Veen plus de acteur Paul Deen, de choreograaf Kurt Stuyf en de mimekunstenaar Rob van Rijn, de schilders Guus van der Braak, Theo Heynis, en Herman IJzen- baard, de beeldhouwer Jan de Baat, de directeur van het kunstmaandor- kest Jan Huckriede, de populaire zangeres Ria Kuyken, de orgelbou wer Perlier en de psycholoog prof. dr. J. T. Barendreehl. Waarom ze daar wonen? „Het is de enige plaats, waar je fatsoenlijk kunt leven", zeggen ze eenstemmig. „Je hoeft maar uit het raam te kijken en je voelt de inspiratie ko men. Er is communicatie. Wat moeten wij op een flatje?" De ge meente zegt het anders Een woord voerder: „Ach ja, de Jordaan is ons nieuwste statussymbool." Hoe dan ook: dit is de nieuwe Jordaan een centrum van pro gressieve gedachten en kunst. De wieg en na een jaar al het graf van Provo. De bakermat, van D'66. De vale onderstukken, waarin tot voor kort obscure eenmansbedrijf jes tierden (je kon niet zo'n weg probleem hebben, of in de Jordaan was wel een of andere goedkope handwerker, die het op kon los sen) veranderen in boutiques, in ateliers, in eethuisjes. De reden ligt voor de hand, al hoort men die zelden noemen. De Jordaan telt 758 panden, die op de lijsi van monu mentenzorg staan. Dat is zelfs in het openluchtmuseum, dat de Am sterdamse binnenstad is, een hele boel voor een enkele wijk. Die pan den worden gerestaureerd, hetgeen enorme bedragen kost. Dat jaagt de huur omhoog. De geboren en ge togen Jordaner kan het niet meer betalen en verhuist met hartzeer en subsidie naar een fantasieloos flatje in de tuinsteden. Vervolgens worden de panden toegewezen aan meer kapitaalkrachtigen, waarbij dan ook nog een zekere selectie op het stuk van culturele standing wordt toegepast. Het saneringsplan, dat de ge meente klaar heeft liggen, gaat nog veel verder. Mei. wil parallel lopen de straten in de Jordaan laten ver dwijnen en in plaats daarvan bin nenplaatsen maken met veel groen en wandelpaden. Een echt open luchtmuseum dus, waar je niet al leen geveltje, maar ook kunste naartje kunt kijken. Waarbij aan getekend moet worden, dat dit plan meer aansluit bij de historische werkelijkheid dan bij de chaotische, verpauperde, krotterige toestand van de afgelopen decennia. De Jordaan, waarover in café „De Twee Zwaantjes" bij het ge jammer van trekharmonika en le venslied gerouwd wordt (maar al leen in het weekeinde, anders wordt het kastelein Wim Smit te duur) is namelijk slechts een tus senfase geweest in hei leven van deze buurt en waarachtig niet de beste. Het is oorspronkelijk een wijk geweest voor wat wij tegen woordig de kleine zelfstandige zouden noemen, met veel tuintjes. Het feit, dat praktisch alle grach ten en straten in de Jordaan naar bloemen of bomen genoemd zijn, herinnert daar nog aan. Trouwens: het woord Jordaan schijnt te zijn afgeleid van het Franse „jardin", ofte wel „tuin", als wij sommige woordkunstige haarklovers mogen geloven. Pas tegen hel einde van de negentiende eeuw vond er een verschrikkelijke veraiming -plaats en werd het groen verdrongen door de grauwe architectuur der huis jesmelkers. De keurige meiden met de koperen glazenspuit werden toen vervangen voor de ruige, felle, le venslustige „koffiepiksters", zoals Querido ze beschreef en zoals Breitner ze geschilderd heeft. In- plaats van vigilantes verschenen er handkarren op de grachten. Dat is de Jordaan, waarin de levenslie deren ontstonden, waarin de ker missen wervelden en waarin „de jongens en de meiden dansen gin gen". Die periode is definitief ter ziele. Lezen wij er het voorgenoemde A.B.C. van Amsterdam op na, dat in 1952 verscheen. Toen al consta teerden de samenstellers: „Over het algemeen is een wandeling door de Jordaan voor hen, die er alleen de verhalen van kennen, of het mach tige Jordaan, epos van Israel Que rido gelezen hebben, een stevigs teleurstelling. De Jordaan is na melijk niet veel anders dan een grauwe buurt van lange, smalls straten. En in die lange straten, en langs de hier en daar (zoals bij de Bloemgracht) dikwijls nog wel aardige Jordaangrachtjes, wordt niet meer zoals vroeger door man nen en vrouwen gedanst bij de draaiorgels. De koffiepiksters van Querido en Breitner zijn verdwe nen. De gezellige sfeer, die hier vroeger moet hebben geheerst op zaterdagavonden, als iedereen voor zijn huis zat of ter markt toog, is er niet meer." De ontwikkeling, die de Jordaan heeft doorgemaakt en nog door maakt, doet sterk denken aan dis van het Parjjse Montmartre. Mont- martre devalueerde ook in de loop der eeuwen van rustieke woon- en werk wijk tot achterbuurt, om ver volgens door kunstenaars ontdekt en tot artistiek centrum gerevali deerd te worden. Hetzelfde proces speelt zich af in de stegen, waar eens „mooie Karei" nee, niet de souteneur uithing, zoals de Vara-televisie suggereerde, maar wel achter de viskar liep. De Westertoren galmt niet meer, maar slaat, gelijk het een ordente lijke kerk betaamt. Jammer voor Ger Smit met zijn trekharmonika, maar het is nu eenmaal niet an ders. De 2e Anejelierdwarsstraat met op de achtergrond „die ouwe trouwe Westertoren".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 8