d Zorg dat U er tijdig bij bent De onvolprezen SNERT NEDER ARME BEST Etentje thuis COMM Zij meer de Dokters en Dr. H. M. de Charles Philip Arthur George, Prince of Wales, is opgegroeid tot een jongeman van bijna 20 jaar. In betrekkelijke stilte werd hij voorbereid op de taak die hem eens wacht' het dragen van de Engelse kroon. 1 ijdens de jaren van zijn vorming kwam hij zo weinig in de openbaarheid dat vele Engelsen zich afvragen: BEVORDEREN BELANGRIJKER TOETJE St Pc 11 IC DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 JANUARI 1968 12 1 i" f". j;." 'Ül: WIE iS PRINS CHARLES? Wie is de nu 19 jaar oude Prince of Wales, de Britse kroonprins die onlangs is gaan studeren aan de Universiteit van Cambridge en die steeds meer in de algemene publieke belangstelling komt te staan? Dit artikel geeft een indruk van zijn karakter en opvat tingen. Prins Charles blijkt net als de meeste jonge mensen te zijn, sociaal bewogen maar geen gezellig heidsmens. Hij wil het liefst in de buitenlucht bezig zijn. En daarnaast probeert hij zoveel mogelijk mensen kennis op te doen. Op 31 oktober 1967 was ko ningin Elisabeth 'II bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar voor de eerste keer verge zeld van haar twee oudste kin deren. Charles, Prince of Wales, was gezeten op de traditionele plaats van de troonopvolger; op een zetel rechts van de troon. Met dit evenement is de prins regelmatig in het gewone dage lijkse leven verschenen. In de zelfde maand werd hij normaal als burger ingeschreven bij het Trinity College van de Universi teit van Cambridge. Deze gelei delijke ontwikkeling zal - met inachtneming van de nodige voorzichtigheid - naar het zich laat aanzien, formeel op 1 juli 1969 worden afgerond. Koningin Elisabeth heeft het ^volk beloofd hem dan als de „Principali ty", de Prince of Wales te presente ren. Dit zal tijdens een plechtigheid in het oude kasteel van Caernavon ge beuren. De legende wil jammer ge noeg voor de Engelsen wordt die niet onderschreven door de geschiedenis dat dit de plaats is, waar Koning Edu- ard I, de veroveraar van Wales, n 1284 zijn pasgeboren zoon aan de be woners van Wales voorstelde als hun eerste Engelse prins. Nu Charles dus langzaam aan meer in de publieke belangstelling komt, blijkt dat hij kennelijk minder bekend is bij zijn toekomstige onderdanen dan welke voor hem in Engeland geboren prins dan ook. De betrekkelijke afzon dering, waarin hij tijdens zijn kinder jaren leefde was weloverwogen gescha pen. De Engelse koningin was beslo ten dat haar zoon een zo normaal mo gelijke opvoeding moest krijgen zoals de gewone man die heeft genoten en wiens denkbeelden eens door Charles zullen moeten worden belichaamd. Dat hield in dat hij naar een nor male school is gestuurd, waa: hij de dagelijkse gang van zaken niet zou mogen verstrv en, zelfs niet door uerio diekc afwezigheid om koninklijke ver plichtingen na te komen of door het toelaten van de onophoudelijk storende publiciteitsstrijdkrachten "ie in het ge weer worden geroepen door televisie en alle mogelijke bladen. Over het alge meen is men in deze opzet geslaagd Gedeeltelijk door de koningir en haar adviseurs bij Charles aangekweekte te rughoudendheid en voor een deel dank zij de loyaal reagerende van de publi- citeitsmensen op haar verzoek de jon gen met rust te laten. De Prince of Wales is op 14 novem ber 1948 in Buckingham Palace in Lon den geboren. Als gevolg var een be sluit dat door de laatste koning was genomen, kreeg Charles bij zijn ge boorte he reent op de titel en aan spreekvorm van koninklijke hoogheid en de waardigheid van prins. Hij werd gedoopt als Cl arles Philip Arthur Ge orge. Toen zijn moeder in februari 1952 als koningin de troon besteeg, werd hij automatisch Hertog van Cornwall in Engeland en Hertog van Rothesay (met enkele mindere titels) in Schot land. In juli 1958 verleende de konin gin hem ter gelegenheid van de Geme nebest-Spelen in Cardiff de waardig heid van Prince of Wales en Graaf van Chester Zijn kinderjaren bracht hij deels door in de residentie van zijn .ouders in Clarence House, dichtbij St James Palace in Londen en verder op de bui tenverblijven in Windsor Sandring- ham en Balmoral. In de lente van 1952 nam de koninklijke familie zijn intrek in Buckingham Palace in Londen Een van de eerste herinneringen die de prins is bijgebleven, is die aan de in drukwekkende figuur van zijn over grootmoeder, koningin Mary. Van zijn over-grootvader koning George VI, die stierf toen Charles nog maar drie was, herinnert hij zich niets meer. Een volgend aantal jaren t kwam hij onder de hoede van kinderjuffrou wen en gouvernantes die hem apart les gaven op een manier die naar de in zichten van de koningin de beste was voor hem. Dit in tegenstelling tot het onderwijs dat haar jongere kinderen kregen. Voor dezen achtte zij het namelijk be ter dat ze gewoon leerlingen uit een klas zouden zijn. Vervolgens is Charles op acht-jarige leeftijd na - Hill House gegaan. Deze „voor-voorbereidingsschool" in zuid west Londen heeft vermaardheid ge kregen vanwege het feit dat de kinde ren an de leden van het Corps Diplo matique er les krijgen. Hierdoor leerde prins Charles al vroeg met jongens van verschillende nationaliteiten om te gaan. Sedert de Middeleeuwen was het niet meer voorgekomen dat een troon pretendent al op zo'n jeugdige leeftijd buitenshuis zijn opvoeding kreeg. Een en ander werd voor zijn verdere toe komst als zeer veelbetekenend be schouwd. Charles heeft twee jaar de school in Hill House bezocht om de periode, waarin hij vooral is beïnvloed door het vrouwelijke geslacht naar een mannelijke wereld te overbruggen. Na die overgangsperiode werd ij op de kostschool van Cheam geplaatst, één van de oudste voorbereidingsscholen in Engeland, waar zijn vader oud-leer ling van is. Vier jaar lang leidde prins Charles of de Prince of Wales welke titel hij ondertussen ook had verworven het traditionele leven van een kost schooljongen. In 1962 verliet hij deze school om naar Gordonstoun in Schot land te gaan. Zijn vader had eertijds deze school ook al bezocht. Dit is niet „zomaar" een kostschool. Dit instituut was namelijk oorspronkelijk gesticht door de beroemde onderwijspionier Kurt Hahn bij Salem in Beieren. Hahn werd later echter toen de tyrannie van Hitier voor hem ondragelijk was geworden gedwongen in balling schap te gaan leven. Hij heropende zijn instelling daarna in het Schotse Muray Firth. Het grondprincipe van zij - systeem is gebaseerd op een al gemene lichamelijke en geestelijke ont wikkeling Ten eerste door een goede vaktechnische opleiding en door het vormen van ..natuurmensen", waar door activiteiten als het zich bekwa men in zeemanschap, redder van dren kelingen, brandbestrijding en bergbe klimmen veel. maar niet alle tijd in beslag namen die op de kostschool a-m het onderdeel sport werd gegeven. Prins Charles volgde deze opleiding tot zijn zeventiende. Zijn ouders waren toen van mening dat deze leeftijd voor hem geschikt was om iets van het le ven .n. één van de andere landen in net Gemenebest te gaan zien Hn* was ook hem wel duidelijk geworder dat hij bij die verandering baat zou hebben. Dienovereenkomstig regelde de ko ningin voor hem dat hij voor de tijd van een iaar van plaats kon wisselen met een iongen uit Timbertop, een soort kolonie van de Geelong Gram- mar School aan de rand van de Austra lische rimboe. (Op zijn verzoek is deze periode uitgebreid tot twee jaar). In Timbertop leed hy een inspan nend bes'aan, zoals het leven in de buitenlucht nu eenmaal vaak met zich meebrengt. Er hing veel van zijn ei gen werklust af en van die van zijn schoolvrienden. Hy was wat betreft de voortgang van zijn studie helemaal op "ic>zelf aangewezen. Hij kon alleen terugvallen op de leerboeken die hij uit Engeland had meegenomen. Terug in Gordonstoun om zijn laatste studie jaar vol te maken, werd hij uitverko ren tot „Guardian", „beschermheer' van zijn school. Tijdens zijn verblijt in Australië is de koningin geadviseerd door zeer des kundige personen. Met de adviezen Charles showt" zijn Trinity College-toga van blauwe zijde. die zij ontving, kon de prins van harte instemmen, zo zelfs dat hij liever eerst enige tijd een universitaire opleiding wilde volgen alvorens hij zoals de traditie wil als kroonprins voor be paalde tijd dienst neemt br één van de legeronderdelen. Dit was de reden, waarom hij in oktober 1967 is ingeschreven bij het Trinity College in Cambridge, de uni versiteit die hij zelf heeft uitgekozen. Op ie universiteit zou men beslist be reid zijn geweest af te zien van de gebruikelijke examens. Dit met het oog op zijn speciale lot en rekening houdend met de onderbreking van zijn leerprogram door zijn bezoek aan Au stralië. Maar Charles stond er op dat hij in de gelegenheid zou worden ge steld zijn capaciteiten aan te tonen Toen. hij in Gordonstoun slaagde voor gebruikelijke examens had hij al dui- deljk gemaakt dat hij zijn diploma had behaald door zijn harde werken en nief dankzij zijn titel. Tot in een zeer laat stadium vond de Prince of Wales het schoolleven tame lijk onaangenaam. Hij had zich altijd meer op zijn gemak gevoeld bij oudere mensen of bij jonge kinderen dan bij zijn leeftijdgenoten Persoonlijk gaat hij ten dele van de veronderstelling uit dat zijn schoolkameraden vaak een beetje afstand bleven bewaren omdat zij bang waren voor „strooplikker" uit gemaakt te worden Maar daarnaast erkent hij echter dat hij van nature wat in zichzelf is gekeerd. Hij is pret tig ^n de omgang maar niet uitgespro ken gezellig. Gordonstoun wellicht de meest opvallend naar buiten ge richte school van heel Engeland heeft nooit die aantrekkingskracht op hem uitgeoefend als eertijds op zijn, heel anders opgevoede vader Charles is vooral een natuurliefhebber, hij houdt van het leven in de buitenlucht Prins Charles werd op de dag dat hij zich als student liet in schrijven op de Universiteit van Cambridge, vergezeld door Lord Butler of Saffron Walden (links), hoofd van het Trinity College. en sporten als vissen en zwemmen trekken hem het meest. Veel sterker dan spelen in teamverband op één uitzondering na, waar we dadelijk op terug komen. Het merkwaardige is dat Prins Char les zich snel thuisvoelde in Timber top. Dat was tegen alle verwachtingen in, ook al kwam hij met een zekere gelatenheid tegenover een onbekende wereld te staan. Maar de ongedwon gen manier waarop de Australiërs le ven ze maken niet veel koude drukte en zijn geen grote vereerders van welke verheven persoonlijkheid dan ook heeft heel veel indruk op hem gemaakt. Hij kwam daardoor met een oprechte genegenheid voor zowel het land als zijn volk naar huis. Hij kwam in Gordonstoun terug met een nieuw zelfvertrouwen en als gar diaan kreeg hij bovendien meer ver antwoordelijkheid. Dit scheen hem in het laatste jaar van zijn schooltijd voor de eerste keer tevredenheid en vol doening te hebben geschonken. Al direct bij de aanvang van zijn studie in Cambridge heeft hij een dui delijk gerichtu belangstelling voor drie of vier zaken gekregen. Op één ter rein zal hij het wellicht niet zo ver brengen. Zijn acteertalent is niet zo groots. Hij heeft van het beroepstoneel niet veel meer gezien dan de meeste van zijn tijdgenoten. Maar zowel in Cheam als in Gordonstoun trad hij regelmatig op in toneelspelen op school Hij kreeg over het algemeen de wat plechtige rollen toebedeeld, hoewel de komiek hem veel meer aanspreekt- Zijn grote wens was tenslotte na een opvallende uitvoering van Macbeth „een echte gek van zichzelf te ma ken". Die wens werd snel bevredigd toen hij de rol kreeg van de koning der zeerovers in de komische opera Zeerovers van Penzance" van Gil bert en Sullivan. De enige teamsport, waar hij voor warm loopt, is polo. Zelf zegt hij daar van: „Ik heb er een ware passie voor" Als schooljongetje al smeekte hij zijn vader tijdens het polo-spelen of hij het een mocht proberen. In clubontmoe tingen blijkt hij zich de laatste twee jaar heel goed van zijn taak te kwijten- Charles heeft vier ponies met alle een opmerkelijk verschillend karakter. Hij getroost zich heel veel moeite om hun verschillende geaardheid te bestu deren. Grote kenners hebben echter al voorspeld dat hij hoewel hij een betere ruiter kan worden dan zijn va der, de Hertog van Edinburgh niet zo'n beste speler zal worden. En wel om de aannemelijke reden dat hij te attent is voor zijn rijpaard. Voorts is hij de laatste tijd meer plezier gaan beleven aan de kunst, vooral wat betreft de muziek. Zijn voorkeur gaat uit naar traditionele werken van meesters uit de 18e en 19e eeuw. Het werk van enkelen onder hen vindt hij nog maar moeilijk te be grijpen. maar Charles is er van over tuigd dat hij met enige volharding en door ze vaak te draaien, ze kan gaan leren waarderen. Het luisteren naar pop-muziek laat hij met genoegen over aan zijn zuster. De Prince of Wales is ook trompet gaan spelen. Tijdens verschillende schoolavonden speelde hij mee in het Gordonstoun schoolorkest. Later heeft hij echter de cello ontdekt. Hij is sterk verknocht aan dit instrument. Hij ver ondersteld dat dit zijn hele leven wel zo zal blijven. Charles is echter zeer bescheiden over de kwaliteit van zijn eigen spel. Maar hoe dan ook, hij be leeft kennelijk veel genoegen aan dit muziekinstrument. Tenslotte betekent zijn studie op Cambridge voor hem meer dan voor welke andere prins onder het kleine aantal koninklijke prinsen dat Enge land heeft gekend Edward VII, Eduard^lH, George VI en zijn neven van Cloucester. Zij hebben vóór hem de bekende oude universiteiten bezocht. Charles wil vooral mensenkennis gaan opdoen. Zijn zwakste vak op de middelbare school was wiskunde Maar geheel los van deze onbekwaamheid voelt hij zich in tegenstellingtot zijn vader die technisch goed is onder legd tot geen enkele wetenschap aangetrokken, behalve tot die welke betrekking hebben op levende wezens, zoais natuur- en geneeskunde. Het vak, waarmee de prins, zowel op school als ,voor zijn eindexamen, de meeste eer mee inlegde, was ge schiedenis. Van nature is hij een lief hebber van het oude, voor historische voorwerpen en curiositeiten koestert hij een grote liefde. Hij probeert hier van altijd zoveel mogelijk te weten te komen. Door de rijke verbondenheid van zijn ouders met de geschiedenis heeft hij onder invloed hiervan een wat gero mantiseerde indruk van de geschiede nis gekregen. Maar al snel begon hij zich af te vragen of hij zich wel een juist bèeld had gevormd van het ver leden. Hët zal dan ook niemand verba zen dat zijn jeugdig-romantische inslag met het klimmen der jaren fundamen tele veranderingen heeft ondergaan. Zoals vele anderen die in de ban van de geschiedenis zijn geraakt, zocht nij instinctief naar het oorspronkelijke. Dat bracht hem tot diep in de pre historie. Hij groef menselijke resten op van onze voorvaderen die ver voor de geschreven geschiedenis leefden. In Gordenstoun besteedde hij met en kele vrienden veel tijd aan opgra vingen in holen en grotten; op zoek naar overblijfselen van de voorhistori sche mens. Zijn grote wens is om in zijn vakantie te gaan spitten in de oude landen aan de Middellandse Zee. In de tijd dat hij tijdens zijn ver blijf in Timbertop een bezoek bracht aan primitieve Papoea-stammen kreeg hij een indruk van het eindeloze ver schil tussen menselijke beschavingen, dat hij nog eens bevestigd vond in de werelden die voor hem open gingen door de opgravingswerkzaamheden. Archeologie en antropologie (de leer van de mens als natuurhistorisch we zen) vormen in Cambridge een gecom bineerde studierichting. Hieraan wil de Prince of Wales zich zeker in de eerst komende jaren gaan wijden. Hy is zich er van bewust dat de sfeer van de anthropologie zich uitstrekt over de gehèle natuur van de mens en diens gedrag in de ruimte en de tijd. Door dit tot zijn belangrijkste studie te kiezen, bereid hij zich bekwaam voor op zijn toekomstige rol als toege wijd vertegenwoordiger van zijn hele volk. Hij is een waar prins-student, wellicht de eerste in de konink-j lijke familie sedert de Stuarts, j In een vorige bydrage heb ik een en ander verteld over de geschiedenis der geneeskunst. Ik heb gesteld, dat de geneeskunst ontstaan is op het mo ment dat de mens niet langer de gene zing van ziekten uitsluitend overliet aan .,de genezende kracht van de na tuur", maar zélf pogingen ging aan wenden en naar middelen ging zoeken om de ziekten te bestryden. Thans rijst bij velen de vraag, of de genezende kracht der natuur, waarop de mens voor het ontstaan van de geneeskunst volledig was aangewe zen, in de huidige tijd nog een rol van enige betekenis zal kimnen spelen. Als op deze vraag een beslist „ja" als antwoord gegeven wordt, dan moet daarbij gewezen worden op het feit, dat de liatuurgenezing als de grondslag van iedere ziekte-genezing moet wor den beschouwd en dat de taak van de geneeskunst (in zijn vele uiteenlopende aspecten) in hoofdzaak gericht zal moeten zijn op het bevorderen het versterken, het in goede banen leiden van de natuurgenezing. Laten we be ginnen met enkele voorbeelden van ge vallen, waarin de natuurgenezing net ,,in zijn eentje" wel afkan en de ge neeskunst niet nodig heeft. Heel vaak zal een griep zonder enige medische hulp vlot kunnen genezen, wanneer de natuurlijke afweer van het lichaam er in slaagt de voor de griep aansprakelijke ziektekiemen te over winnen. Bij een beenbreuk (fractuur) ■zullen de van elkaar los geraakte beenstukken zonder medisch ingrijpen weer stevig aan elkaar groeien door vorming van nieuw kalkhoudend been weefsel op de breukplaats (callus-vor- ming). Een steenpuist kan spontaan genezen, als hij door natuurlijke afweerkrachten „rijp" geworden sijnde doorbreekt naar buiten. De natuur lijke genezingskrachten zullen op den duur (het mogè dan soms een zeer lange duur zijn) iedere wond tot vol ledige sluiting brengen. Volgt uit bovenstaande voorbeelden, dat men het best doet in dergelijke gevallen de natuur rustig haar gang te laten gaan en zich van elk medisch ingrijpen te onthouden? Dat zou een ontkenning zijn van de taak van de geneeskunst, die immers de natuur genezing moet bevorderen, versterken enz. zoals ik hierboven aangaf. In het geval van de griep zal de geneeskunst de natuurgenezing in goede banen kun nen leiden b.v- door het voorschrijven van bedrust en medicamenten. In ge vallen, waarin de natuurgenezing in haar afweerstrijd tegen de ziektekie men (vooral bij het optreden van com plicaties, zoals longontsteking) het on derspit dreigt te delven, zal de genees kunst de helpende hand kunnen bieden door die ziektekiemen in de bloedbaan te vernietigen (penicilline-behandeling) Ook bij beenbreuken kan de natuurge nezing te kort schieten en ook hier kan de geneeskunst bijspringen (b-v. door immobiliserend gipsverband en door medicamenten voor de kalkafzetting in het callus-weefsel) om de consoli datie (het aan elkaar groeien) van de beenstukken te bevorderen. Deze hulp is nog des te meer nodig, als de been stukken zich in een „verkeerde stand" bevinden: de medicus zal dan (onder röntgencontrole) de betrokken been stukken op de juiste plaats moeten brengen, waarna de natuurgenezing haar gang kan gaan. Inderdaad kun nen alle wonden zich door de natuur genezing sluiten, doch het is vooral bij sterk-gapende wonden zeer nuttig als de wondranden tegen elkaar wor den geplaatst (door hechtingen of agraves): daardoor zal de natuurlijke genezing niet alleen versneld, maar ook de infectiekans geringer worden. Bij grotere meer oppervlakkige ver wondingen (b.v. brandwonden) zal de natuur haar best doen de wondsluiting tot stand te brengen, doch daarbij be staat de mogelijkheid, dat het zich vor mende lidtekenweefsel zich samentrekt en vormveranderingen en functie stoornissen veroorzaakt. De genees kunst zorgt voor huidtransplantatie (het deponeren van kleine stukjes ge zonde huid in het wondoppervlak) waarna de natuurgenezing met beter resultaat haar activiteit zal kunnen ontplooien. Het'is ook de geneeskunst, die door een doelmatige wondbehande- ling steriele wonden (b.v. na operatibs) steriel kan houden en geïnfecteerde wonden met desinfecterende midde len te lijf kan gaan. Naast bovengenoemde voorbeelden, waarbij de geneeskunst als een welko me aanvulling van de natuurgenezing kan worden beschouwd, zijn er talrijke gevallen, die dodelijk zouden verlopen als de geneeskunst niet zóu ingrijpen. Ik denk aan de perforatie (doorbraak) van een etterig-ontstoken blindedarm: de pus verspreid zich over het buik vlies en via een buikvliesontsteking dreigt een zeer ernstige s-ituatie. Een operatieve ingreep schept de kans tot afvloed van de pus naar buiten (drai nage) met grote kans op genezing. Bij een bloeding uit een grote slagader staat de natuurgenezing die een bloeding uit een kleine slagader kan stelpen door de stollingsmogelijkheid van het bloed volkomen machteloos en alleen directe medische hulp (even tueel hulp van een ervaren EIHBO'er) kan hier levensreddend zijn. Hetzelf de geldt voor de gevallen van schijn dood (b.v. bij verdrinking en gasver giftiging): de natuur is dan niet meer in staat de stopgezette ademhaling weer op gang te brengen en alleen de tijoig toegepaste kunstmatige adem haling (mond op mond-ademhaling) kan redding brengen. Als laatste voor beeld (ik. zou er nog vele kunnen noe men) wijs ik op een beginnend kanker gezwel. De natuurgenezing heeft deze abnormale celwoekering niet meer in de hand en hoewel ook de geneeskunst (nog) niet beschikt over middelen om die celwoekering af te remmen, kan een zo spoedig mogelijk uitgevoerde ope. atieve verwijdering van het groei ende kankergezwel een dodelijke afloop voorkomen. Samenvattend kunnen we constate ren, dat hoewel de natuurlijke genees kracht een onmisbare schakel blijft in ieder genezingsproces de rol van de geneeskunst steeds belangrijker wordt. Niet alleen kunnen tegenwoor dig organen, die door hun ziekelijke afwijking een gevaar opleveren voor de goede gang van zaken in het lichaarfi, operatief worden verwijderd (b.v. het wegnemen van een nier, 'n long-kwab) men is er zelfs in geslaagd die zieke organen te vervangen door „nieuwe" organen, verkregen uit het lichaam van overledenen. De niertransplantatie is bijna al niet nieuw meer: we spre ken al van een „merbank", een ver nuftig samengesteld apparaat, waarin nieren gedurende 14 uur „bedrijfs klaar" (voor tranplantatie) gehouden kunnen worden. Nauwelijks zijnvwe bekomen van de schok van een hart-transplantatie of er duiken al weer berichten op over de mogelijkheid van een hersentrans- plantatie. Een gigantisch veld van on voorstelbare toekomstmogelijkheden ligt open vóór ons! Tenslotte nog dit: Natuurlijke geneeskracht krijgt ie der ongevraagd. De gaven van de ge neeskunst moeten gevraagd worden. Aan wie? In eerste instantie aan de huisarts en zorg, dat u er bijtijds bij bent. HUISARTS Het is voor my een geheim dal me wellicht in het hiernamaals geopenbaard zal worden: hoe kom* het 'och, dat buiten de grenzen van ons dierbaar landje geen kok in staat is een gerecht te maken als de onvolprezen vaderlandse snert? Ik heb menig van 's Heren anüen bereisd en vaak, vooral in koude dagen, heb Tk me daarginds in een van de stationsrestauraties van onze eigen Nederlandse Spoorwegen gewenst, waar je zulk een voortreffeiyke portie snert a la minute kunt krijgen! Snert kun je op vele manieren goed bereiden en er zijn wellicht zoveel recepten als er goede huismoeders zyn, maar één ding kunnen we allen van de stationsrestauraties leren: daar staat de snert etmalen achter elkaar op een laag pitje te sudderen, en in dit sudderen ligt het geheim van de goede snert. Daar komen natuurlijk nog de var- kenshielen, de platte ribjes, de var kensoren en de ossestaarten bij, en na tuurlijk komen er grote hoeveelheden uien, selderij, prei aan te pas; verder zullen de liefhebbers hun kruidenpotjes niet vergeten, en onder geen voor waarde mag er de rookworst aan ont breken, al was het alleen maar om de geur van het brandende hout, die in vroeger tijden op heldere winter avonden de eetlust zo aangenaam kon prikkelen. Maar wat absoluut noodza kelijk blijft voor een geslaagde snert is: minstens 12 uur achter mekaar op een laag vuurtje laten bubbelen. U zult wel nooit in de noodzaak ver keren om 900 liter snert te maken. Toe»* geef ik u de ingrediënten die een militaire kok voor deze hoeveel heid nodig heeft. U kunt zich dan enig idee vormen van wat er allemaal bij komt kijken. Hier komt het recept: 160 kilo erwten, 13 kilo rundvlees, 40 kilo varkensschouder, 10 kilo buikspek, 60 kilo varkenspoten, 100 kilo prei, 60 kilo uien. 10 kilo knolselderij, 150 gram peper en vijf kilo zout. Dit is voorwaar niet mis! U kunt die hoe veelheden wel vergeten, twee dingen moet u beslist onthouden: gebruik bij het klaarmaken van een goede snert altijd ook een pittig stukje rundvlees of een ossestaart: als u zich met var kensvlees alleen tevreden stelt, krijgt u nooit die pittige smaak, welke de oprechte snert kenmerkt, ondanks de rookworst die u er op het eind aan toevoegt; vervolgens maakt dit militai re recept onomwonden duidelijk dat er een geweldige hoeveelheid prei in moet, een iets minder geweldige hoe veelheid uien en tenslotte een kleine hoeveelheid knolselderij. Wat u van die militaire kok beslist niet moet overne men is de onnodige hoeveelheid zout, die er aan wordt toegevoegd. Dat is heel erg slecht voor de gezondheid en boven dien volstrekt overbodig. Met een paar kleine foefjes kunt u toch een hartige smaak bereiden. Laat ik u een recept geven voor een feestelijke snert. Ik reken op zes per sonen. Bij de slagei moet u inslaan: een grote of twee kleine varkenshie- len, een flink stuk ossestaart en een middelmatige rookworst. Bij de groen teman: anderhalf pond spliterwten. 6 forse uien, 10 stokken prei, een halve selderijknol en een bos selderijloof. De spliterwten zet u een dag te weken, dan schroeit u de ossestaart, in stuk jes gehakt, even in de pan met een weinig boter aan alle kanten bruin; u moogt daarbij een mespuntje kerrie en wat peper gebruiken: dan doet u de aangeschroeide ossestaart met de varkenshielen in de pan, waar de split erwten in hebben geweekt, zorg dat er voldoende vocht in staat; u begrijpt wel dat u een knaap van een pan no dig hebt. Prik op een ui met een stuk of vijf kruidnagels twee fatsoenlijke laurierbladen vast; dit laatste is no dig voor de pittigheid van de soep en omdat we het zout willen vermijden: breng het geheel voorzichtig aan de kook en laat het een halve dag prut telen. Dan neemt u de ossestaart en de hielen er uit, en haalt het vlees van de botten af; ook de beprikte ui moet er uitgehaald worden; wilt u een zalfje van een soep hebben, dan moet u nu de gekookte erwten even door een zeef duwen, maar nodig is dit niet; ze smaken ook zonder dat heel goed. Inmiddels hebt u de prei schoongemaakt, ook het groene stuk er van en aan stukjes gesneden; de uien moeten worden gesnipperd en de selderijknol moet aan kleine brokjes worden gesneden; al deze groenten gaan nu de pan in en na het geheel aan de kook te hebben gebracht laat u alles nog een uurtje sudderen. Dan gaat het vléés er weer bij. Ondertus sen hebt u in èen afzonderlijke pan de rookworst gaar gekookt. Snijdt die aan schijven of stukjes en voeg die bij de soep. Roer even om en ga d311 proeven, hoe ge deze edele snert pre* cies op uw eigen smaak kunt afmaken. Persoonlijk doe ik er graag wat vers gemalen peper bij. Een snufje ge' droogd bonekruid tussen duim en wijsvinger fijngewreven, geeft *en zeer speciale smaak. Bij deze geeft u sneedjes rog' gebrood of zuur Duits brood. En voor de dorstigen een glas bier. U begnjPJ; dit is een complete maaltijd, en a» zodanig moet u hem op passende wij ze met een toetje besluiten- Daarvoor adviseer ik appelbeignets: doodsimps' te maken. Snijdt appels bij voorkeur goudrenetten aan schijven, maa„ eer. niet te dun beslagje waarvoor u slechts een portie bloem met telkens een scheutje bier tot een kleverig pa£ je roert, doop de beignets in dat pap je en laat ze dan in de friturepW goudbruin worden. Opdienen met po» dersuiker. Smaakt heerlijk! POL LEPELAAR N PEILINGEN EILINGEN PEIL) »EN PEILINGEN PEILINGEN PEI Vijf Engelss typistes: begonnen om/ mische situatie is hiertegen di nemers negeren difmaa gaten te krijgen, dat er duktlviteit. De actie van de Engelse blijkt uit, dat ook een voor het gehele land zoals zo velen ge. gewoon begonnen. Hee Voor de overheid valt u lijk, dat geleerde vertoi meekrijgen dan moet zij de op Engeland krijgt moeilijke situaties en o dan bij mannen mag ve Zou een vrouw meer Een interessante vraag tijden* hef weekeinde. In Vlaardlngen is het bij een ongeluk as Het publiek is in d meer de Schuld te gezegd kan worden zal moeten bedenken, dat 1^ serieus te nemen als ze >1 Natuurlijk moet van een onmiddellijk assistentie worden verwacht, dat h i DEN HAAG Kan Ncc lingshuip, dan het percenta weren, dat onze economie n ge op zich te nemen, zal m de economen, die hebben ondeugdelijk", aldus dr. H.. van de oecumenische raad - lingshuip in 1970 betekent 1 gulden per week minder Ieder jaar groeit het f Inkomen per hoofd van c landse bevolking. Wanneej wikkelingshulp omhoog ga: alleen maar zeggen, dat minder kunnen besteden inkomensgroei. Dat is aldi Lange alles, zoals hij schrij boek „Rijke en arme land door zijn uitgever „-Het wj ster" te Baarn en door de ter beschikking gesteld is NOVIB. „We groeien dan alleen minder hard in Nederland, produktie en de werkgei komen er niet zo gauw do knoei. Misschien dat de lu: ches, zoals parfumerie, res auto-industrie wat mind groeien dan in de afgelopt Maar men moet wel beder het in de economie altijd de totale vraag. Het is ook belang of deze vraag koml binnenland of uit het buitel Waar het echter wel om dat tussen I960 1965 het Per hoofd in de meeste o hngslanden steeg met 10 doll dollar per jaar dus. In de r den bedroeg deze stijging m: MJ dollar per jaar. Daarbij moet de wereld 1 houden met een schrikbare: name van honger en onde: bij wellicht wel tweederde wereldbevolking. Want 2 mensen behoren tot de ai de armsten in deze wereld jard tot de bezitters. Wat n vb™ W0l'den, wanneer in 11 2000 maar liefst 7,5 miljard op deze door grote verschi tegenstellingen geteisterde moeten leven, zoals deskund: rekenen? Tim' De LanSe wijst met p Linnemann ook het argumt lincrJu i de Nederlands nm k,a, ns bij de verhoging ontwikkeiingshuip in geva n^ jZOU kunnen worden twee Procent in 197 Wh»',1 een netto-druk op d vè™ bi™ans-van niet meer da- er 150 miljoen gulden per Het zou derhalve goed zi de MoTn,arme landen" voorf ae Nederlandse politici goe zen wordt en door hen dif z wenrion n de ontwikkelingsh Wam' °m welke reden dan dafvn* Ter schrijft dr. De ben w heï die een inkome ver h? minimum e: voor ril0n minimum he beperkt lsont£lkkebngshulp heffini "De arbeid aan reld 1 V,an de armoede in niet ,m 1? Nederland sluit de «th-uj Men kan zelfs zeggj armo11^,?mhid? opheffing va lltót vraagt"8glnSel dezelfde 1 drHDp 'f „daarby seen wond, overigens zijn boek (l Voortrh k aan hem op ortdurend professor Tin|

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 6