d
Zorg dat U er
tijdig bij bent
De onvolprezen SNERT
NEDER
ARME
BEST
Etentje
thuis
COMM
Zij meer de
Dokters en
Dr. H. M. de
Charles Philip Arthur George, Prince of Wales, is
opgegroeid tot een jongeman van bijna 20 jaar. In
betrekkelijke stilte werd hij voorbereid op de taak
die hem eens wacht' het dragen van de Engelse
kroon. 1 ijdens de jaren van zijn vorming kwam hij
zo weinig in de openbaarheid dat vele Engelsen
zich afvragen:
BEVORDEREN
BELANGRIJKER
TOETJE
St
Pc
11
IC
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 6 JANUARI 1968
12
1 i"
f". j;." 'Ül:
WIE
iS
PRINS
CHARLES?
Wie is de nu 19 jaar oude Prince of Wales, de Britse
kroonprins die onlangs is gaan studeren aan de
Universiteit van Cambridge en die steeds meer
in de algemene publieke belangstelling komt te staan?
Dit artikel geeft een indruk van zijn karakter en opvat
tingen. Prins Charles blijkt net als de meeste jonge
mensen te zijn, sociaal bewogen maar geen gezellig
heidsmens. Hij wil het liefst in de buitenlucht bezig
zijn. En daarnaast probeert hij zoveel mogelijk mensen
kennis op te doen.
Op 31 oktober 1967 was ko
ningin Elisabeth 'II bij de opening
van het nieuwe parlementaire
jaar voor de eerste keer verge
zeld van haar twee oudste kin
deren. Charles, Prince of Wales,
was gezeten op de traditionele
plaats van de troonopvolger; op
een zetel rechts van de troon.
Met dit evenement is de prins
regelmatig in het gewone dage
lijkse leven verschenen. In de
zelfde maand werd hij normaal
als burger ingeschreven bij het
Trinity College van de Universi
teit van Cambridge. Deze gelei
delijke ontwikkeling zal - met
inachtneming van de nodige
voorzichtigheid - naar het zich
laat aanzien, formeel op 1 juli
1969 worden afgerond.
Koningin Elisabeth heeft het ^volk
beloofd hem dan als de „Principali
ty", de Prince of Wales te presente
ren. Dit zal tijdens een plechtigheid
in het oude kasteel van Caernavon ge
beuren. De legende wil jammer ge
noeg voor de Engelsen wordt die niet
onderschreven door de geschiedenis
dat dit de plaats is, waar Koning Edu-
ard I, de veroveraar van Wales, n
1284 zijn pasgeboren zoon aan de be
woners van Wales voorstelde als hun
eerste Engelse prins.
Nu Charles dus langzaam aan meer
in de publieke belangstelling komt,
blijkt dat hij kennelijk minder bekend
is bij zijn toekomstige onderdanen dan
welke voor hem in Engeland geboren
prins dan ook. De betrekkelijke afzon
dering, waarin hij tijdens zijn kinder
jaren leefde was weloverwogen gescha
pen. De Engelse koningin was beslo
ten dat haar zoon een zo normaal mo
gelijke opvoeding moest krijgen zoals
de gewone man die heeft genoten en
wiens denkbeelden eens door Charles
zullen moeten worden belichaamd.
Dat hield in dat hij naar een nor
male school is gestuurd, waa: hij de
dagelijkse gang van zaken niet zou
mogen verstrv en, zelfs niet door uerio
diekc afwezigheid om koninklijke ver
plichtingen na te komen of door het
toelaten van de onophoudelijk storende
publiciteitsstrijdkrachten "ie in het ge
weer worden geroepen door televisie en
alle mogelijke bladen. Over het alge
meen is men in deze opzet geslaagd
Gedeeltelijk door de koningir en haar
adviseurs bij Charles aangekweekte te
rughoudendheid en voor een deel dank
zij de loyaal reagerende van de publi-
citeitsmensen op haar verzoek de jon
gen met rust te laten.
De Prince of Wales is op 14 novem
ber 1948 in Buckingham Palace in Lon
den geboren. Als gevolg var een be
sluit dat door de laatste koning was
genomen, kreeg Charles bij zijn ge
boorte he reent op de titel en aan
spreekvorm van koninklijke hoogheid
en de waardigheid van prins. Hij werd
gedoopt als Cl arles Philip Arthur Ge
orge.
Toen zijn moeder in februari 1952
als koningin de troon besteeg, werd
hij automatisch Hertog van Cornwall
in Engeland en Hertog van Rothesay
(met enkele mindere titels) in Schot
land. In juli 1958 verleende de konin
gin hem ter gelegenheid van de Geme
nebest-Spelen in Cardiff de waardig
heid van Prince of Wales en Graaf van
Chester
Zijn kinderjaren bracht hij deels
door in de residentie van zijn .ouders
in Clarence House, dichtbij St James
Palace in Londen en verder op de bui
tenverblijven in Windsor Sandring-
ham en Balmoral. In de lente van 1952
nam de koninklijke familie zijn intrek
in Buckingham Palace in Londen Een
van de eerste herinneringen die de
prins is bijgebleven, is die aan de in
drukwekkende figuur van zijn over
grootmoeder, koningin Mary. Van zijn
over-grootvader koning George VI,
die stierf toen Charles nog maar drie
was, herinnert hij zich niets meer.
Een volgend aantal jaren t kwam
hij onder de hoede van kinderjuffrou
wen en gouvernantes die hem apart les
gaven op een manier die naar de in
zichten van de koningin de beste was
voor hem.
Dit in tegenstelling tot het onderwijs
dat haar jongere kinderen kregen.
Voor dezen achtte zij het namelijk be
ter dat ze gewoon leerlingen uit een
klas zouden zijn.
Vervolgens is Charles op acht-jarige
leeftijd na - Hill House gegaan. Deze
„voor-voorbereidingsschool" in zuid
west Londen heeft vermaardheid ge
kregen vanwege het feit dat de kinde
ren an de leden van het Corps Diplo
matique er les krijgen. Hierdoor leerde
prins Charles al vroeg met jongens
van verschillende nationaliteiten om te
gaan. Sedert de Middeleeuwen was het
niet meer voorgekomen dat een troon
pretendent al op zo'n jeugdige leeftijd
buitenshuis zijn opvoeding kreeg. Een
en ander werd voor zijn verdere toe
komst als zeer veelbetekenend be
schouwd.
Charles heeft twee jaar de school in
Hill House bezocht om de periode,
waarin hij vooral is beïnvloed door het
vrouwelijke geslacht naar een
mannelijke wereld te overbruggen. Na
die overgangsperiode werd ij op de
kostschool van Cheam geplaatst, één
van de oudste voorbereidingsscholen
in Engeland, waar zijn vader oud-leer
ling van is.
Vier jaar lang leidde prins Charles
of de Prince of Wales welke titel
hij ondertussen ook had verworven
het traditionele leven van een kost
schooljongen. In 1962 verliet hij deze
school om naar Gordonstoun in Schot
land te gaan. Zijn vader had eertijds
deze school ook al bezocht. Dit is niet
„zomaar" een kostschool. Dit instituut
was namelijk oorspronkelijk gesticht
door de beroemde onderwijspionier
Kurt Hahn bij Salem in Beieren. Hahn
werd later echter toen de tyrannie
van Hitier voor hem ondragelijk was
geworden gedwongen in balling
schap te gaan leven. Hij heropende
zijn instelling daarna in het Schotse
Muray Firth. Het grondprincipe van
zij - systeem is gebaseerd op een al
gemene lichamelijke en geestelijke ont
wikkeling Ten eerste door een goede
vaktechnische opleiding en door het
vormen van ..natuurmensen", waar
door activiteiten als het zich bekwa
men in zeemanschap, redder van dren
kelingen, brandbestrijding en bergbe
klimmen veel. maar niet alle tijd in
beslag namen die op de kostschool
a-m het onderdeel sport werd gegeven.
Prins Charles volgde deze opleiding
tot zijn zeventiende. Zijn ouders waren
toen van mening dat deze leeftijd voor
hem geschikt was om iets van het le
ven .n. één van de andere landen in net
Gemenebest te gaan zien Hn* was ook
hem wel duidelijk geworder dat hij
bij die verandering baat zou hebben.
Dienovereenkomstig regelde de ko
ningin voor hem dat hij voor de tijd
van een iaar van plaats kon wisselen
met een iongen uit Timbertop, een
soort kolonie van de Geelong Gram-
mar School aan de rand van de Austra
lische rimboe. (Op zijn verzoek is deze
periode uitgebreid tot twee jaar).
In Timbertop leed hy een inspan
nend bes'aan, zoals het leven in de
buitenlucht nu eenmaal vaak met zich
meebrengt. Er hing veel van zijn ei
gen werklust af en van die van zijn
schoolvrienden. Hy was wat betreft
de voortgang van zijn studie helemaal
op "ic>zelf aangewezen. Hij kon alleen
terugvallen op de leerboeken die hij
uit Engeland had meegenomen. Terug
in Gordonstoun om zijn laatste studie
jaar vol te maken, werd hij uitverko
ren tot „Guardian", „beschermheer'
van zijn school.
Tijdens zijn verblijt in Australië is
de koningin geadviseerd door zeer des
kundige personen. Met de adviezen
Charles showt" zijn Trinity
College-toga van blauwe zijde.
die zij ontving, kon de prins van harte
instemmen, zo zelfs dat hij liever eerst
enige tijd een universitaire opleiding
wilde volgen alvorens hij zoals de
traditie wil als kroonprins voor be
paalde tijd dienst neemt br één van
de legeronderdelen.
Dit was de reden, waarom hij in
oktober 1967 is ingeschreven bij het
Trinity College in Cambridge, de uni
versiteit die hij zelf heeft uitgekozen.
Op ie universiteit zou men beslist be
reid zijn geweest af te zien van de
gebruikelijke examens. Dit met het
oog op zijn speciale lot en rekening
houdend met de onderbreking van zijn
leerprogram door zijn bezoek aan Au
stralië. Maar Charles stond er op dat
hij in de gelegenheid zou worden ge
steld zijn capaciteiten aan te tonen
Toen. hij in Gordonstoun slaagde voor
gebruikelijke examens had hij al dui-
deljk gemaakt dat hij zijn diploma had
behaald door zijn harde werken en nief
dankzij zijn titel.
Tot in een zeer laat stadium vond de
Prince of Wales het schoolleven tame
lijk onaangenaam. Hij had zich altijd
meer op zijn gemak gevoeld bij oudere
mensen of bij jonge kinderen dan bij
zijn leeftijdgenoten Persoonlijk gaat
hij ten dele van de veronderstelling
uit dat zijn schoolkameraden vaak een
beetje afstand bleven bewaren omdat
zij bang waren voor „strooplikker" uit
gemaakt te worden Maar daarnaast
erkent hij echter dat hij van nature
wat in zichzelf is gekeerd. Hij is pret
tig ^n de omgang maar niet uitgespro
ken gezellig. Gordonstoun wellicht
de meest opvallend naar buiten ge
richte school van heel Engeland
heeft nooit die aantrekkingskracht op
hem uitgeoefend als eertijds op zijn,
heel anders opgevoede vader Charles
is vooral een natuurliefhebber, hij
houdt van het leven in de buitenlucht
Prins Charles werd op de dag
dat hij zich als student liet in
schrijven op de Universiteit van
Cambridge, vergezeld door Lord
Butler of Saffron Walden (links),
hoofd van het Trinity College.
en sporten als vissen en zwemmen
trekken hem het meest. Veel sterker
dan spelen in teamverband op één
uitzondering na, waar we dadelijk op
terug komen.
Het merkwaardige is dat Prins Char
les zich snel thuisvoelde in Timber
top. Dat was tegen alle verwachtingen
in, ook al kwam hij met een zekere
gelatenheid tegenover een onbekende
wereld te staan. Maar de ongedwon
gen manier waarop de Australiërs le
ven ze maken niet veel koude drukte
en zijn geen grote vereerders van
welke verheven persoonlijkheid dan
ook heeft heel veel indruk op hem
gemaakt. Hij kwam daardoor met een
oprechte genegenheid voor zowel het
land als zijn volk naar huis.
Hij kwam in Gordonstoun terug met
een nieuw zelfvertrouwen en als gar
diaan kreeg hij bovendien meer ver
antwoordelijkheid. Dit scheen hem in
het laatste jaar van zijn schooltijd voor
de eerste keer tevredenheid en vol
doening te hebben geschonken.
Al direct bij de aanvang van zijn
studie in Cambridge heeft hij een dui
delijk gerichtu belangstelling voor drie
of vier zaken gekregen. Op één ter
rein zal hij het wellicht niet zo ver
brengen. Zijn acteertalent is niet zo
groots. Hij heeft van het beroepstoneel
niet veel meer gezien dan de meeste
van zijn tijdgenoten. Maar zowel in
Cheam als in Gordonstoun trad hij
regelmatig op in toneelspelen op school
Hij kreeg over het algemeen de wat
plechtige rollen toebedeeld, hoewel de
komiek hem veel meer aanspreekt-
Zijn grote wens was tenslotte na een
opvallende uitvoering van Macbeth
„een echte gek van zichzelf te ma
ken". Die wens werd snel bevredigd
toen hij de rol kreeg van de koning
der zeerovers in de komische opera
Zeerovers van Penzance" van Gil
bert en Sullivan.
De enige teamsport, waar hij voor
warm loopt, is polo. Zelf zegt hij daar
van: „Ik heb er een ware passie voor"
Als schooljongetje al smeekte hij zijn
vader tijdens het polo-spelen of hij het
een mocht proberen. In clubontmoe
tingen blijkt hij zich de laatste twee
jaar heel goed van zijn taak te kwijten-
Charles heeft vier ponies met alle
een opmerkelijk verschillend karakter.
Hij getroost zich heel veel moeite om
hun verschillende geaardheid te bestu
deren. Grote kenners hebben echter
al voorspeld dat hij hoewel hij een
betere ruiter kan worden dan zijn va
der, de Hertog van Edinburgh niet
zo'n beste speler zal worden. En wel
om de aannemelijke reden dat hij te
attent is voor zijn rijpaard.
Voorts is hij de laatste tijd meer
plezier gaan beleven aan de kunst,
vooral wat betreft de muziek. Zijn
voorkeur gaat uit naar traditionele
werken van meesters uit de 18e en 19e
eeuw. Het werk van enkelen onder
hen vindt hij nog maar moeilijk te be
grijpen. maar Charles is er van over
tuigd dat hij met enige volharding en
door ze vaak te draaien, ze kan gaan
leren waarderen. Het luisteren naar
pop-muziek laat hij met genoegen
over aan zijn zuster.
De Prince of Wales is ook trompet
gaan spelen. Tijdens verschillende
schoolavonden speelde hij mee in het
Gordonstoun schoolorkest. Later heeft
hij echter de cello ontdekt. Hij is sterk
verknocht aan dit instrument. Hij ver
ondersteld dat dit zijn hele leven wel
zo zal blijven. Charles is echter zeer
bescheiden over de kwaliteit van zijn
eigen spel. Maar hoe dan ook, hij be
leeft kennelijk veel genoegen aan dit
muziekinstrument.
Tenslotte betekent zijn studie op
Cambridge voor hem meer dan voor
welke andere prins onder het kleine
aantal koninklijke prinsen dat Enge
land heeft gekend Edward VII,
Eduard^lH, George VI en zijn neven
van Cloucester. Zij hebben vóór hem
de bekende oude universiteiten bezocht.
Charles wil vooral mensenkennis
gaan opdoen. Zijn zwakste vak op de
middelbare school was wiskunde Maar
geheel los van deze onbekwaamheid
voelt hij zich in tegenstellingtot
zijn vader die technisch goed is onder
legd tot geen enkele wetenschap
aangetrokken, behalve tot die welke
betrekking hebben op levende wezens,
zoais natuur- en geneeskunde.
Het vak, waarmee de prins, zowel
op school als ,voor zijn eindexamen,
de meeste eer mee inlegde, was ge
schiedenis. Van nature is hij een lief
hebber van het oude, voor historische
voorwerpen en curiositeiten koestert
hij een grote liefde. Hij probeert hier
van altijd zoveel mogelijk te weten te
komen.
Door de rijke verbondenheid van zijn
ouders met de geschiedenis heeft hij
onder invloed hiervan een wat gero
mantiseerde indruk van de geschiede
nis gekregen. Maar al snel begon hij
zich af te vragen of hij zich wel een
juist bèeld had gevormd van het ver
leden. Hët zal dan ook niemand verba
zen dat zijn jeugdig-romantische inslag
met het klimmen der jaren fundamen
tele veranderingen heeft ondergaan.
Zoals vele anderen die in de ban van
de geschiedenis zijn geraakt, zocht nij
instinctief naar het oorspronkelijke.
Dat bracht hem tot diep in de pre
historie. Hij groef menselijke resten op
van onze voorvaderen die ver voor de
geschreven geschiedenis leefden.
In Gordenstoun besteedde hij met en
kele vrienden veel tijd aan opgra
vingen in holen en grotten; op zoek
naar overblijfselen van de voorhistori
sche mens. Zijn grote wens is om in
zijn vakantie te gaan spitten in de oude
landen aan de Middellandse Zee.
In de tijd dat hij tijdens zijn ver
blijf in Timbertop een bezoek bracht
aan primitieve Papoea-stammen kreeg
hij een indruk van het eindeloze ver
schil tussen menselijke beschavingen,
dat hij nog eens bevestigd vond in de
werelden die voor hem open gingen
door de opgravingswerkzaamheden.
Archeologie en antropologie (de leer
van de mens als natuurhistorisch we
zen) vormen in Cambridge een gecom
bineerde studierichting. Hieraan wil de
Prince of Wales zich zeker in de eerst
komende jaren gaan wijden. Hy is zich
er van bewust dat de sfeer van de
anthropologie zich uitstrekt over de
gehèle natuur van de mens en diens
gedrag in de ruimte en de tijd.
Door dit tot zijn belangrijkste studie
te kiezen, bereid hij zich bekwaam
voor op zijn toekomstige rol als toege
wijd vertegenwoordiger van zijn hele
volk.
Hij is een waar prins-student,
wellicht de eerste in de konink-j
lijke familie sedert de Stuarts, j
In een vorige bydrage heb ik een
en ander verteld over de geschiedenis
der geneeskunst. Ik heb gesteld, dat
de geneeskunst ontstaan is op het mo
ment dat de mens niet langer de gene
zing van ziekten uitsluitend overliet
aan .,de genezende kracht van de na
tuur", maar zélf pogingen ging aan
wenden en naar middelen ging zoeken
om de ziekten te bestryden.
Thans rijst bij velen de vraag, of
de genezende kracht der natuur,
waarop de mens voor het ontstaan van
de geneeskunst volledig was aangewe
zen, in de huidige tijd nog een rol van
enige betekenis zal kimnen spelen.
Als op deze vraag een beslist „ja" als
antwoord gegeven wordt, dan moet
daarbij gewezen worden op het feit, dat
de liatuurgenezing als de grondslag
van iedere ziekte-genezing moet wor
den beschouwd en dat de taak van de
geneeskunst (in zijn vele uiteenlopende
aspecten) in hoofdzaak gericht zal
moeten zijn op het bevorderen het
versterken, het in goede banen leiden
van de natuurgenezing. Laten we be
ginnen met enkele voorbeelden van ge
vallen, waarin de natuurgenezing net
,,in zijn eentje" wel afkan en de ge
neeskunst niet nodig heeft.
Heel vaak zal een griep zonder enige
medische hulp vlot kunnen genezen,
wanneer de natuurlijke afweer van het
lichaam er in slaagt de voor de griep
aansprakelijke ziektekiemen te over
winnen. Bij een beenbreuk (fractuur)
■zullen de van elkaar los geraakte
beenstukken zonder medisch ingrijpen
weer stevig aan elkaar groeien door
vorming van nieuw kalkhoudend been
weefsel op de breukplaats (callus-vor-
ming). Een steenpuist kan spontaan
genezen, als hij door natuurlijke
afweerkrachten „rijp" geworden sijnde
doorbreekt naar buiten. De natuur
lijke genezingskrachten zullen op den
duur (het mogè dan soms een zeer
lange duur zijn) iedere wond tot vol
ledige sluiting brengen.
Volgt uit bovenstaande voorbeelden,
dat men het best doet in dergelijke
gevallen de natuur rustig haar gang
te laten gaan en zich van elk medisch
ingrijpen te onthouden? Dat zou een
ontkenning zijn van de taak van de
geneeskunst, die immers de natuur
genezing moet bevorderen, versterken
enz. zoals ik hierboven aangaf. In het
geval van de griep zal de geneeskunst
de natuurgenezing in goede banen kun
nen leiden b.v- door het voorschrijven
van bedrust en medicamenten. In ge
vallen, waarin de natuurgenezing in
haar afweerstrijd tegen de ziektekie
men (vooral bij het optreden van com
plicaties, zoals longontsteking) het on
derspit dreigt te delven, zal de genees
kunst de helpende hand kunnen bieden
door die ziektekiemen in de bloedbaan
te vernietigen (penicilline-behandeling)
Ook bij beenbreuken kan de natuurge
nezing te kort schieten en ook hier kan
de geneeskunst bijspringen (b-v. door
immobiliserend gipsverband en door
medicamenten voor de kalkafzetting
in het callus-weefsel) om de consoli
datie (het aan elkaar groeien) van de
beenstukken te bevorderen. Deze hulp
is nog des te meer nodig, als de been
stukken zich in een „verkeerde stand"
bevinden: de medicus zal dan (onder
röntgencontrole) de betrokken been
stukken op de juiste plaats moeten
brengen, waarna de natuurgenezing
haar gang kan gaan. Inderdaad kun
nen alle wonden zich door de natuur
genezing sluiten, doch het is vooral
bij sterk-gapende wonden zeer nuttig
als de wondranden tegen elkaar wor
den geplaatst (door hechtingen of
agraves): daardoor zal de natuurlijke
genezing niet alleen versneld, maar
ook de infectiekans geringer worden.
Bij grotere meer oppervlakkige ver
wondingen (b.v. brandwonden) zal de
natuur haar best doen de wondsluiting
tot stand te brengen, doch daarbij be
staat de mogelijkheid, dat het zich vor
mende lidtekenweefsel zich samentrekt
en vormveranderingen en functie
stoornissen veroorzaakt. De genees
kunst zorgt voor huidtransplantatie
(het deponeren van kleine stukjes ge
zonde huid in het wondoppervlak)
waarna de natuurgenezing met beter
resultaat haar activiteit zal kunnen
ontplooien. Het'is ook de geneeskunst,
die door een doelmatige wondbehande-
ling steriele wonden (b.v. na operatibs)
steriel kan houden en geïnfecteerde
wonden met desinfecterende midde
len te lijf kan gaan.
Naast bovengenoemde voorbeelden,
waarbij de geneeskunst als een welko
me aanvulling van de natuurgenezing
kan worden beschouwd, zijn er talrijke
gevallen, die dodelijk zouden verlopen
als de geneeskunst niet zóu ingrijpen.
Ik denk aan de perforatie (doorbraak)
van een etterig-ontstoken blindedarm:
de pus verspreid zich over het buik
vlies en via een buikvliesontsteking
dreigt een zeer ernstige s-ituatie. Een
operatieve ingreep schept de kans tot
afvloed van de pus naar buiten (drai
nage) met grote kans op genezing. Bij
een bloeding uit een grote slagader
staat de natuurgenezing die een
bloeding uit een kleine slagader kan
stelpen door de stollingsmogelijkheid
van het bloed volkomen machteloos
en alleen directe medische hulp (even
tueel hulp van een ervaren EIHBO'er)
kan hier levensreddend zijn. Hetzelf
de geldt voor de gevallen van schijn
dood (b.v. bij verdrinking en gasver
giftiging): de natuur is dan niet meer
in staat de stopgezette ademhaling
weer op gang te brengen en alleen de
tijoig toegepaste kunstmatige adem
haling (mond op mond-ademhaling)
kan redding brengen. Als laatste voor
beeld (ik. zou er nog vele kunnen noe
men) wijs ik op een beginnend kanker
gezwel. De natuurgenezing heeft deze
abnormale celwoekering niet meer in
de hand en hoewel ook de geneeskunst
(nog) niet beschikt over middelen om
die celwoekering af te remmen, kan
een zo spoedig mogelijk uitgevoerde
ope. atieve verwijdering van het groei
ende kankergezwel een dodelijke afloop
voorkomen.
Samenvattend kunnen we constate
ren, dat hoewel de natuurlijke genees
kracht een onmisbare schakel blijft
in ieder genezingsproces de rol van
de geneeskunst steeds belangrijker
wordt. Niet alleen kunnen tegenwoor
dig organen, die door hun ziekelijke
afwijking een gevaar opleveren voor de
goede gang van zaken in het lichaarfi,
operatief worden verwijderd (b.v. het
wegnemen van een nier, 'n long-kwab)
men is er zelfs in geslaagd die zieke
organen te vervangen door „nieuwe"
organen, verkregen uit het lichaam
van overledenen. De niertransplantatie
is bijna al niet nieuw meer: we spre
ken al van een „merbank", een ver
nuftig samengesteld apparaat, waarin
nieren gedurende 14 uur „bedrijfs
klaar" (voor tranplantatie) gehouden
kunnen worden.
Nauwelijks zijnvwe bekomen van de
schok van een hart-transplantatie of er
duiken al weer berichten op over
de mogelijkheid van een hersentrans-
plantatie. Een gigantisch veld van on
voorstelbare toekomstmogelijkheden
ligt open vóór ons!
Tenslotte nog dit:
Natuurlijke geneeskracht krijgt ie
der ongevraagd. De gaven van de ge
neeskunst moeten gevraagd worden.
Aan wie? In eerste instantie aan de
huisarts en zorg, dat u er bijtijds
bij bent.
HUISARTS
Het is voor my een geheim dal me wellicht in het hiernamaals geopenbaard
zal worden: hoe kom* het 'och, dat buiten de grenzen van ons dierbaar landje
geen kok in staat is een gerecht te maken als de onvolprezen vaderlandse snert?
Ik heb menig van 's Heren anüen bereisd en vaak, vooral in koude dagen, heb
Tk me daarginds in een van de stationsrestauraties van onze eigen Nederlandse
Spoorwegen gewenst, waar je zulk een voortreffeiyke portie snert a la minute
kunt krijgen! Snert kun je op vele manieren goed bereiden en er zijn wellicht
zoveel recepten als er goede huismoeders zyn, maar één ding kunnen we allen
van de stationsrestauraties leren: daar staat de snert etmalen achter elkaar op
een laag pitje te sudderen, en in dit sudderen ligt het geheim van de goede snert.
Daar komen natuurlijk nog de var-
kenshielen, de platte ribjes, de var
kensoren en de ossestaarten bij, en na
tuurlijk komen er grote hoeveelheden
uien, selderij, prei aan te pas; verder
zullen de liefhebbers hun kruidenpotjes
niet vergeten, en onder geen voor
waarde mag er de rookworst aan ont
breken, al was het alleen maar om
de geur van het brandende hout, die
in vroeger tijden op heldere winter
avonden de eetlust zo aangenaam kon
prikkelen. Maar wat absoluut noodza
kelijk blijft voor een geslaagde snert
is: minstens 12 uur achter mekaar
op een laag vuurtje laten bubbelen.
U zult wel nooit in de noodzaak ver
keren om 900 liter snert te maken.
Toe»* geef ik u de ingrediënten die
een militaire kok voor deze hoeveel
heid nodig heeft. U kunt zich dan enig
idee vormen van wat er allemaal bij
komt kijken. Hier komt het recept:
160 kilo erwten, 13 kilo rundvlees, 40
kilo varkensschouder, 10 kilo buikspek,
60 kilo varkenspoten, 100 kilo prei, 60
kilo uien. 10 kilo knolselderij, 150
gram peper en vijf kilo zout. Dit is
voorwaar niet mis! U kunt die hoe
veelheden wel vergeten, twee dingen
moet u beslist onthouden: gebruik bij
het klaarmaken van een goede snert
altijd ook een pittig stukje rundvlees
of een ossestaart: als u zich met var
kensvlees alleen tevreden stelt, krijgt
u nooit die pittige smaak, welke de
oprechte snert kenmerkt, ondanks de
rookworst die u er op het eind aan
toevoegt; vervolgens maakt dit militai
re recept onomwonden duidelijk dat er
een geweldige hoeveelheid prei in
moet, een iets minder geweldige hoe
veelheid uien en tenslotte een kleine
hoeveelheid knolselderij. Wat u van die
militaire kok beslist niet moet overne
men is de onnodige hoeveelheid zout, die
er aan wordt toegevoegd. Dat is heel
erg slecht voor de gezondheid en boven
dien volstrekt overbodig. Met een paar
kleine foefjes kunt u toch een hartige
smaak bereiden.
Laat ik u een recept geven voor een
feestelijke snert. Ik reken op zes per
sonen. Bij de slagei moet u inslaan:
een grote of twee kleine varkenshie-
len, een flink stuk ossestaart en een
middelmatige rookworst. Bij de groen
teman: anderhalf pond spliterwten. 6
forse uien, 10 stokken prei, een halve
selderijknol en een bos selderijloof. De
spliterwten zet u een dag te weken,
dan schroeit u de ossestaart, in stuk
jes gehakt, even in de pan met een
weinig boter aan alle kanten bruin;
u moogt daarbij een mespuntje kerrie
en wat peper gebruiken: dan doet u
de aangeschroeide ossestaart met de
varkenshielen in de pan, waar de split
erwten in hebben geweekt, zorg dat
er voldoende vocht in staat; u begrijpt
wel dat u een knaap van een pan no
dig hebt. Prik op een ui met een stuk
of vijf kruidnagels twee fatsoenlijke
laurierbladen vast; dit laatste is no
dig voor de pittigheid van de soep en
omdat we het zout willen vermijden:
breng het geheel voorzichtig aan de
kook en laat het een halve dag prut
telen. Dan neemt u de ossestaart en
de hielen er uit, en haalt het vlees
van de botten af; ook de beprikte ui
moet er uitgehaald worden; wilt u
een zalfje van een soep hebben, dan
moet u nu de gekookte erwten even
door een zeef duwen, maar nodig is
dit niet; ze smaken ook zonder dat
heel goed. Inmiddels hebt u de prei
schoongemaakt, ook het groene stuk
er van en aan stukjes gesneden; de
uien moeten worden gesnipperd en de
selderijknol moet aan kleine brokjes
worden gesneden; al deze groenten
gaan nu de pan in en na het geheel
aan de kook te hebben gebracht laat
u alles nog een uurtje sudderen. Dan
gaat het vléés er weer bij. Ondertus
sen hebt u in èen afzonderlijke pan
de rookworst gaar gekookt. Snijdt die
aan schijven of stukjes en voeg die
bij de soep. Roer even om en ga d311
proeven, hoe ge deze edele snert pre*
cies op uw eigen smaak kunt afmaken.
Persoonlijk doe ik er graag wat vers
gemalen peper bij. Een snufje ge'
droogd bonekruid tussen duim en
wijsvinger fijngewreven, geeft *en
zeer speciale smaak.
Bij deze geeft u sneedjes rog'
gebrood of zuur Duits brood. En voor
de dorstigen een glas bier. U begnjPJ;
dit is een complete maaltijd, en a»
zodanig moet u hem op passende wij
ze met een toetje besluiten- Daarvoor
adviseer ik appelbeignets: doodsimps'
te maken. Snijdt appels bij voorkeur
goudrenetten aan schijven, maa„
eer. niet te dun beslagje waarvoor u
slechts een portie bloem met telkens
een scheutje bier tot een kleverig pa£
je roert, doop de beignets in dat pap
je en laat ze dan in de friturepW
goudbruin worden. Opdienen met po»
dersuiker. Smaakt heerlijk!
POL LEPELAAR
N PEILINGEN
EILINGEN PEIL)
»EN PEILINGEN
PEILINGEN PEI
Vijf Engelss typistes:
begonnen om/
mische situatie
is hiertegen di
nemers negeren difmaa
gaten te krijgen, dat er
duktlviteit.
De actie van de Engelse
blijkt uit, dat ook een
voor het gehele land
zoals zo velen ge.
gewoon begonnen. Hee
Voor de overheid valt u
lijk, dat geleerde vertoi
meekrijgen dan moet zij
de op Engeland krijgt
moeilijke situaties en o
dan bij mannen mag ve
Zou een vrouw meer
Een interessante vraag
tijden* hef weekeinde.
In Vlaardlngen is het
bij een ongeluk as
Het publiek is in d
meer de Schuld te
gezegd kan worden zal
moeten bedenken, dat 1^
serieus te nemen als ze >1
Natuurlijk moet van een
onmiddellijk assistentie
worden verwacht, dat h
i
DEN HAAG Kan Ncc
lingshuip, dan het percenta
weren, dat onze economie n
ge op zich te nemen, zal m
de economen, die hebben
ondeugdelijk", aldus dr. H..
van de oecumenische raad -
lingshuip in 1970 betekent
1 gulden per week minder
Ieder jaar groeit het f
Inkomen per hoofd van c
landse bevolking. Wanneej
wikkelingshulp omhoog ga:
alleen maar zeggen, dat
minder kunnen besteden
inkomensgroei. Dat is aldi
Lange alles, zoals hij schrij
boek „Rijke en arme land
door zijn uitgever „-Het wj
ster" te Baarn en door de
ter beschikking gesteld is
NOVIB.
„We groeien dan alleen
minder hard in Nederland,
produktie en de werkgei
komen er niet zo gauw do
knoei. Misschien dat de lu:
ches, zoals parfumerie, res
auto-industrie wat mind
groeien dan in de afgelopt
Maar men moet wel beder
het in de economie altijd
de totale vraag. Het is ook
belang of deze vraag koml
binnenland of uit het buitel
Waar het echter wel om
dat tussen I960 1965 het
Per hoofd in de meeste o
hngslanden steeg met 10 doll
dollar per jaar dus. In de r
den bedroeg deze stijging m:
MJ dollar per jaar.
Daarbij moet de wereld 1
houden met een schrikbare:
name van honger en onde:
bij wellicht wel tweederde
wereldbevolking. Want 2
mensen behoren tot de ai
de armsten in deze wereld
jard tot de bezitters. Wat n
vb™ W0l'den, wanneer in 11
2000 maar liefst 7,5 miljard
op deze door grote verschi
tegenstellingen geteisterde
moeten leven, zoals deskund:
rekenen?
Tim' De LanSe wijst met p
Linnemann ook het argumt
lincrJu i de Nederlands
nm k,a, ns bij de verhoging
ontwikkeiingshuip in geva
n^ jZOU kunnen worden
twee Procent in 197
Wh»',1 een netto-druk op d
vè™ bi™ans-van niet meer da-
er 150 miljoen gulden per
Het zou derhalve goed zi
de MoTn,arme landen" voorf
ae Nederlandse politici goe
zen wordt en door hen dif z
wenrion n de ontwikkelingsh
Wam' °m welke reden dan
dafvn* Ter schrijft dr. De
ben w heï die een inkome
ver h? minimum e:
voor ril0n minimum he
beperkt lsont£lkkebngshulp
heffini "De arbeid aan
reld 1 V,an de armoede in
niet ,m 1? Nederland sluit
de «th-uj Men kan zelfs zeggj
armo11^,?mhid? opheffing va
lltót vraagt"8glnSel dezelfde 1
drHDp 'f „daarby seen wond,
overigens zijn boek (l
Voortrh k aan hem op
ortdurend professor Tin|