rnij 11 is )govens :t bod o.b.m. RUIMTEVAART IN NIEUWE FASE? Zwemles voor baby's Doden Programma v.-,':svC#^,.y DAGBLAD Dg STEM VAN ZATERDAG 6 JANUARI 1968 Muffins waarin de ro*y- ïuilen onder vrolijk© lage. mze energie dan ook eens l pitje brandt, is een hand- len een van de onschuldig," :er een van de gezondst© m ons weer snel fit te vo§* i weer op volle toeren te taien. de rozijn onrecht aan wan* em alleen maar als ingre* wintertoetjes zien. Daarom foor muffins, de cakes, die aar door welkom zijn en oorjaarsachtig kunnen aan* rden tot vrolijke hoedjes met ;ant, lintjes en bloempjes, iff ins 12 stuks (in pa- vormpjes of zandtaartvomu 80 g (4 eetl.) Califoral* e rozijnen, 175 gram tarwe* heelepels (1 pakje van 15 poeder, half theelepel zout, aim 3 eetl.) suiker, 50 gram stlepels) gesmolten boter, 1 elk, de geraspte schil van sen) citroen of sinaasappel, garnering1 eiwit, mespwni am poedersuiker. ozijnen plm. 5 minuten in en laat ze daarna goed Meng en zeef de bloem, der en het zout. Doe er le gesmolten boter, het loe- de melk, de rozijnen en >f sinaasappelrasp bij. Maal enten goed door elkaar. Vul ?s of beboterde zandtaairt- roor tweederde. Zet ze op at in de oven en bak de plm. 20 min. gaar en licht- deur. asoven zonder thermostaat! de oven 10 minuten voör, bakplaat midden in de de vlammen tot klein muffins plm. minuten ga sever met thermostaat' n de oven plm. 20 minU" jfer 4 of 5 (het is aan te de oven eerst 10 minuten Ltand voor te verwarmen)- Bektrische oven met 2 over- nrs: de oven plm. 20 minuten op 0 minuten beide uit. lektrische oven met tem- egelaar: de over plm. 20 minuten op n C. ("voorverwarmen tot npje uitgaat), vijl de muffins in de oven eiwit en het zout met een ktrische handjdutser zolang ia stijf is. Doe er dan ie* pel de gezeefde poedersul* a het bakken de muffins afkoelen op een taartroos- garneren met eiwitmeng- r N De raad van ^e' koninklijke Nederlandsche en Staalfabrieken n.v. goedkeuring van zijn raad issarissen besloten een brengen op de preferente e gewone aandelen en de len a en b van de Oost- atschappij n.v. s beoogt door de verkrij* e aandelen van bovenge- lerneming de mogelijkhe- nen tot uitbreiding van eiten, net name een nik ing in Indonesië. t namelijk 16.7 pet der de Pacific Nikkel Mijn- schappij, die zich heeft en met nikkelexploratie thans onderhandelt met sche regering over een :t op dit terrein, fic Koper MaatschappU 0 pet. dochtermaatschap- I..M, zal buiten de over- den gehouden. Het verschijnsel van de# drank lucht heeft door de eeuwen heen bestaan en beperkt zich niet tot de wijn- of bier-landen. Ook kom$ het voor in alle milieus. Ogen- johijnlijk geven bepaalde beroepen meer gelegenheid om aan de drank te raken dan andere. Ze geven althans de alcoholist meer motieven om de „schuld" van zijn buitensporig drankgebruik van 2ich af te schuiven. Pit laatste zo zei een ter zake Jcundige, die een lange ervaring beeft met alcoholisten is typerend voor deze mensen. Zij jijn geneigd de oorzaak van het drinken niet in hun eigen problemen, maar veeleer bij andere mensen of in noodlottige omstan digheden te zoeken. Hetgeen ook duidelijk blijkt uit de interviews van bijgaand verhaal. Veel moeilijker dan het con stateren van het verschijnsel alcoholisme is de genezing van degenen, die aan de drank ver slaafd zijn en er vroeg of laat aan ten onder gaan. Desondanks slagen de consul tatiebureaus voor alcoholisme er bi' deze mensen te helpen, door ben te leren zichzelf door hun problemen heen te slaan. De ervaring leert weer, dat dergelijke bureaus eerst geraadpleegd worden door de alcoholisten als de nood tot boven hun lippen gestegen is. Zolang de nood nog maar tot jan hun lippen staat wil de drank (schijnbaar) nog wel helpen. In het arrondissement Breda (Midden- en West-Brabant) zijn een duizendtal alcoholisten geregistreerd. Het totale aantal probleemmensen wordt evenwel geschat op 3 a 4 duizend. In Zeeland bedraagt het aantal alcoholisten ruim 500. De initialen van de geïnterviewde personen zijn om begrijpelijke redenen gefingeerd. Hun woon plaatsen worden niet vermeld. De verhalen zijn echter authentiek en zo uit hun mond opgetekend. ALCOHOL LOST NIETS OP (Van een verslaggever) „Het is begonnen op de avond, dat mijn man de laatste adem uit blies. O nee, dat klinkt een beetje te pathetisch. Ik bedoel ermee, dat mijn man juist in het ziekenhuis was overleden tengevolge van een verkeersongeluk, dat hem enkele uren eerder was overkomen. Een heel goede vriend van ons was bij zijn sterfbed en bracht mij naar huis. We dronken een cognacje. Ik sloeg het glaasje in een teug naar binnen. Die vriend knikte goedkeurend. Schenk je nog maar een flinke hel in en ga dan naar bed. Dan slaap je vannacht ten minste goed", zei hij. Aldus mevrouw G. K., 58 jaar oud, nog steeds aantrekkelijk en van goe den huize. 4 -Dat opkikkertje heeft me die eerste avond uitstekend geholpen. Toen de vriend weg was, heb ik nog een der de cognac gedronken en ben naar bed gegaan. Ik sliep die nacht als een roos. De volgende morgen werd ik wakker in een lege flat. Geldzorgen had ik niet, omdat mijn man "ken royale levensverzekering had afgesloten en ik daarnaast niet onbemiddeld was. Maar ik was alleen, moederziel alleen. Na de begrafenis dacht ik weer aan het „slaapmiddel". Voor het naar bed gaan schonk ik me een cognac in, en nog een en nog een. Omdat ik het lekker vond? Kom nou. Alleen maar, omdat ik me na het der de of vierde glas opgekikkerd voelde. Ik liep dan soms in mezelf te zingen, vond het leven toch weer de moeite waard en viel als een blok in slaap, zodra ik in bed lag. Maar er waren steeds meer glaasjes nodig om in deze toestand te komen. In plaats van met jnijn man ging ik met fles naar bed. Ik werd wat men noemt een slaapka merdrinkster. Mijn gezondheid ging van maand tot maand achteruit: hoofdpijn, hoge bloeddruk, nervosi teit. Geestelijk raakte ik volkomen in de put. Om eruit te komen begon ik ook overdag naar de fles te grijpen. Dat melp, maar nooit voor lange tijd. Toen greep onze huisarts in. Ik werd opge nomen in het ziekenhuis en daarna doorgestuurd naar het consultatiebu reau voor alcoholisme. Sinds ruim een jaar drink ik geen druppel alcohol meer en voel ik me 100 procent be- Naar aanleiding van dit geval zegt ons een directrice van een consultatie bureau voor alcoholisme: „De drank viS ,op¥^er^e na een groot leed is vaak de oorzaak dat iemand alcoho list wordt. Die vriend zal het heel bedoeld hebben, maar hij gaf die weduwe een slechte raad. Hij heeft viar ee^.ontvluchtingsmogelijkheid ge vezen, die slechts schijnbaar is. De mogelijkheid om alcoholist te worden waarschijnlijk voor vrouwen even rioï alSi voor mannen. Bij vrouwen is ««L waneer zij eenmaal zo ver geicomen zijn, vaak nog erger dan bij armen. Zij lopen niet dronken over til 4 en koinen zelden met de justi- m aanraking. Zij zijn. precies zoals j 0 zichzelf kwalificeerde, slaap- Kamerdruiksters geworden. gevolgen van de drankzucht zijn oor haar echter even funest. Jam- van ge?Joeg kloppen maar heel weinig hninZïr vrouwen bij ons aan om ben zeer zi^ öie ook nodig heb- •ik4,?en altijd een vrolijke Frans ge- eenwn« !).ekent W., 41 jaar, verte- firmo ser van een ffoed ingevoerde uiterHjkraP Van t0ng en sportie* van «Chir „dieuz®rscl»ïe vrolijkheid was SDraifo» w moment, dat we hem "Praken, niet vee, meer oyer n£?2l spoLtieve uiterlijk", zegt hij matte glimlach, „dank ik aan het feit, dat ik de laatste drie maan den meer dan 12 kilo hen afgevallen". En ter verduidelijking steekt hy zijn hand tussen zyn broeksband om te la ten zien hoe wijd hem dit kledingstuk geworden Is. „Mijn beroep brengt mee, dat ik veel in café's kom. altijd onderweg, enfin, dan weet u het wel.- Hier een biertje en daar een borrel. En ik aan het buffet de getapte jongen. Ik wist altijd de laatste mop- Geef er ons nog maar een. Waarop iemand anders er ook nog eentje gaf. Nee, echt, dronken was ik daarna niet. Ik kon wat heb ben. Met zes of zeven glazen bier in mijn lijf kroop ik vaak achter het stuur- Totdat ik drie maanden geleden dat ongeluk veroorzaakte. Ik had die dag minstens acht glazen bier op en een stuk of vier borrels. Drie glazen bier en een borrel heb ik toegegeven, maar de politie is niet gek. Die dat denkt vergist zich. En wie denkt, dat hij er zich uit kan redden door de bloedproef te weigeren, vergist zich even hard- Do politie is al mijn gangen nage gaan en kwam tot een optelling, die wonderwel klopte met het aantal con sumpties van die dag. Ik had dus on der invloed gereden en in die toestand een ongeluk veroorzaakt, waarbij een vrouw ernstig werd gewond. Hoe het precies in zijn werk gegaan is kan ik nu nog niet zeggen. Ik moet een ogen blik afwezig zijn geweest. Tijdens de rechtszaak, nu een maand geleden, zei de officier van justitie: „Ik kan het u wel zeggen, u was stomdronken en daarom acht ik hoogst roekeloos 4en hoogst onvoorzichtig rij den wettig en overtuigend bewezen". Die rechtzaak is de afschuwelijkste er varing uit mijn leven. Zes weken ge vangenisstraf, waarvan drie voor waardelijk, luidde het vonnis. Het ergste echter, wat die rechtzaak mij gedaan heeft, is het schuldgevoel dat men mij heeft aangepraat. Ik weet nu, dat de president gelijk heeft gehad. Dat ik dit ongeluk had kunnen vermijden, wanneer ik nuchter geweest was. Dat schuldgevoel is erger dan die drie weken zitten, die mij nog te wach ten staan. Dag en nacht zie ik die vrouw op de weg liggen. Door jouw schuld, door jouw schuld, hamert het dan door mijn hoofd. Ik heb toen het voornemen ge maakt geen druppel alcohol meer te gebruiken. Al heel gauw merkte ik echter, dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan. De kon het niet laten en er kwamen dagen, dat ik uit moe deloosheid over mijn nederlaag zelfs meer dronk dan ik vroeger had ge daan. Toch begin ik steeds weer opnieuw, maar ik ga zo langzamerhand inzien, dat ik er zonder hulp niet kom. Van daag of morgen ga ik naar het con sultatiebureau voor alcoholisme". De directrice van het bureau zegt hierover: „Dit is inderdaad een van die typische gevallen, waarin de drank het leven van een vrolijke en onbe zorgde man met één slag heeft veran derd. Hij is tot het inzicht van zijn verkeerde leefwijze gekomen nu het te laat is- Een belangrijkte taak van ons Onder de clochards van Pa rijs, de onaangepasten van deze wereldstad, is het alcoholisme een groot probleem. bureau is daarom de mensen door le zingen, door praatavonden, door pu- blikaties, enz. tot het inzicht te bren gen, dat alcohol en modern verkeer niet samen gaan. Ik begrijp nog altijd niet hoe auto mobilisten er op recepties zo vrolijk op los kunnen drinken, daarna achter het stuur van hun auto gaan zitten en zich in het verkeer storten. Dat een paar glaasjes een ervaren automobi list niets doen, vind ik een heel ge vaarlijke theorie, omdat het kritisch oordeel bij het rijden zelfs door de ge ringste hoeveelheid alcohol gestoord is. Het is tragisch, dat veel mannen eerst tot dit inzicht komen, wanneer het te laat is, zoals uw vertegenwoor diger. Zo'n gezellig uurtje borrelen brengt onnoemelijk veel leed, voor de automo bilist zelf, voor zijn gezin, voor het onschuldige slachtoffer en voor diens gezin". In de loop van ons-gesprek had de directrice de opmerking laten vallen, dat bij de zware gevallen van alcoho lisme niemand voor zijn plezier dronk en dat de meeste alcoholisten eigen lijk bijzonder aardige kerels en harde werkers zijn. De 50-jarige arbeider B. M„ die open en eerlijk over zijn geval met ons wilde praten, was een typische beves tiging van deze theorie. We hebben met zijn toestemming achteraf contact gehad met de ambtenaar, die hem en zijn huiselijke omstandigheden van haver tot. gort kent. „Dit verhaal klopt tot in alle bij zonderheden", zei hij, „de man heeft het niet mooier of slechter gemaakt". „Tot een jaar of vijf geleden ben ik een matig drinker geweest", vertelde hij ons. „Zaterdags en zondags dronk ik een paar glazen bier en een enkele keer, als daar een speciale aanleiding voor was, werd ik wel eens min of meer aangeschoten. Toen werd mijn vrouw ziek. Ongeneeslijk ziek. Het was een geval van kanker, dat zeer pijnlijk was- Op het laatst kreeg zij 21 spuiten per dag en nog schreeuwde zij het urenlang uit van de pijn. Negen maanden lang heb ik haar dag en nacht verzorgd en in al die negen maanden heb ik geen glas bier ge dronken. Toen zij een paar maanden nadat we 25 jaar getrouwd waren, stierf, bleef ik alleen met een dochtertje van 12 jaar achter. Ik begon te drinken, omdat ik nog altijd dat schreeuwen van mijn vrouw hoorde en ik niet wist waar ik het zoeken moest. Thuis kon ik het niet uithouden en als ik langs een café kwam, waar lawaai was en muziek gemaakt werd, moest ik naar binnen. In het begin hielp het, maar al heel gauw waren 20 glazen bier niet eens meer voldoende om die schreeuwende stem van mijn vrouw tot zwijgen te brengen. Toen is het allemaal heel snel bergaf met me gegaan. Alles ging naar de knoppen. Mijn dochtertje werd me afgenomen en in een gesticht ge plaatst. Mijn hele huisraad heb ik ver patst om aan geld voor drank te ko men. Ik had op het laatst alleen nog maar mijn bed over. Toen leerde ik een andere vrouw kennen. Ik dacht: als ik hertrouw kom ik wel van de drank af. Die vrouw durfde het wel met me aan en we trouwden. Maar het werd niet be ter. Het schreeuwen van mijn overle den vrouw, wanneer de injecties wa ren uitgewerkt, bleef ik horen. Daar kwam nog wat anders bij, waarvan de psychiater mij gezegd heeft, dat ik het uit mijn hoofd moest zetten. Mijn tweede vrouw was goed, maar als ik met haar in bed lag had ik het gevoel, dat ik iets deed wat slecht was. Ik heb vreselijk veel gedronken, maar met vrouwen heb ik nooit iets uitgehaald. Ik heb heel veel van mijn eerste vrouw gehouden en ik houd nu ook van mijn tweede, maar dat idee, dat ik iets zondigs deed, liet me niet los. Al ben ik nog zo'n grote kerel, ik heb halve nachten in bed liggen jan ken. Dat schuldgevoel heeft me toen opnieuw het café in gejaagd. En ook, dat ik mijn kind kwijt was maakte me kapot. Op het laatst at ik niet meer. Ik dronk alleen maar. soms 40 tot 50 glazen per dag. Mijn tweede vrouw liep van me weg en maakte een scheidingsprocedure aanhangig. In een jaar tijd ben ik ze ven maal door de politie opgepakt we gens openbare dronkenschap. Ik ging niet alleen geestelijk, maar ook licha melijk kapot. Op zekere dag heeft men mij op straat opgeraapt en met een zware leverontsteking naar het ziekenhuis ge bracht. Ik had acht dagen niets gege ten alleen maar gedronken". De man houdt even op en kijkt peinzend naar de punten van zijn schoenen. Dan vervolgt hij: „Als het medisch consultatiebureau voor alco holisme me na mijn ontslag uit het ziekenhuis niet geholpen had, zat ik nu niet hier. Dan was ik na korte tijd weer doorgegaan met drinken en had ik me letterlijk kapot gezopen. Via het consultatiebureau ben ik medisch en psychiatrisch onderzocht en daarna opgenomen in een inrichting voor drankzuchtigen. De behandeling was daar fantastisch. Zij heeft tien weken geduurd. Daarna wordt je weer, zoals dat heet, de maatschappij ingestuurd. Gelukkig sta je dan niet alleen en vangt het consultatiebureau je op. Want, geloof me mijnheer, alleen rooi je het niet. Ze helpen je daar over die eerste moeilijke tijd heen. De kan iede re alcoholist dan ook aanraden om de hulp van een bureau voor alcoholisme in te roepen. Op alle mogelijke wijzen hebben ze me daar geholpen, toen mijn tweede vrouw na de ontwen ningskuur weer bij me terug wilde ko men en de scheidingsprocedure bij de rechtbank ongedaan heeft gemaakt". „Ik ben op het ogenblik bijna een half jaar zonder drank", vervolgt de man. „Ik woon weer met mijn tweede vrouw samen zij is een pracht mens en we hebben weer wat meu beltjes kunnen kopen. Om van de drank af te blijven hoef ik nog maar twee tabletjes per week in te nemen. Dat is voldoende. Drank zegt me niets meer. Verleden week moest ik opbellen. Voor de deur van een café heb ik wel even staan aarzelen, maar toen ben ik resoluut naar binnen gestapt. Ik heb opgebeld, de telefoon betaald en een stuk chocolade gekocht. Aan het buf fet stonden oude kameraden, met wie ik heel wat biertjes heb gedronken. „Hoe hebben we het nu met je Ben", zeiden ze, „kom, drink er een". Toen ik nee zei, lachten ze me uit. Ik heb ze rustig laten lachen en ben gegaan. Ik weet nu zeker, dat ik de drank kan laten en ik raad iedereen, die met dezelfde moeilijkheden als ik zit, aan de hulp in te roepen van een consultatiebureau". Wanneer we afscheid nemen van de arbeider, houdt hy ons nog even staan de. „Ik heb u mijn levensverhaal ver teld", zegt hy, „omdat ik dankbaar ben, dat men my van 'de drank heeft afgeholpen. Maar ook nog om een an dere reden. Op het consultatiebureau heeft men mij gezegd, dat ik myn kind kon te- rugkrygen. wanneer ik niet meer dronk. Deze belofte heeft me geholpen om het te laten. Ik heb bewezen, dat ik het kan en ik hoop nu maar, dat men my zo spoedig mogelyk mijn kind terug geeft". Het commentaar van de directrice van het consultatiebureau hierover luidt als volgt: ,,A1 met al is dit het geval van een man, die toch nog ge boft heeft. Ik wil graag toegeven, dat een onzer consultatiebureau's hem op weg geholpen heeft, maar de hoofdper soon, die in deze ontwenningskuur de grote rol gespeeld heeft, is toch zijn vtouw. Heel veel mannen, die gedronken hebben, en die hierdoor hun huwelijk Kapot hebben gemaakt, krijgen niet meer zo'n kans, wanneer zij van hun drankzucht genezen zijn. Vrouw en kinderen zijn bang, d>at die genezing niet aanhoudt en de man om de een of andere reden weer aan de drank zal raken. De eerste vraag is dan ook altijd: „Zal hij nooit meer drinken?" Iets wat ik niet kan garanderen. Na drie, vier jaar kan het weer mis zijn. Na deze nuchtere vaststelling kan ik dan praten als Brugman, maar in veel gevallen wil men dan niets meer met de man of vader te maken nebben". ,,Ik kan me zo'n houding indenken, want het leed, dat een man zijn vrouw en kinderen heeft aangedaan, is soms onvoorstelbaar. De vrouw heeft zich bij de scheiding neergelegd en de kin deren hebben een positie veroverd in het maatschappelijk leven, die op nieuw in gevaar kan worden gebracht. Ik kan me indenken, dat deze partijen dan zeggen: ,,Laat het nu zoals het is". KAAP KENNEDY (AP) De lessen die vorig jaar zijn getrokken uit tragische fouten, zullen ertoe bij dragen dat de mens in 1968 weer een stapje dichter bij de maan zal komen. Verwacht wordt dat de Ver enigde Staten en de Sovjet-Unie, die beide al ruimtevaarders bij onge lukken hebben verloren, weer zullen aanvangen met bemande ruimte- vluchten beide met het doel In 1969 een man op de maan te heb ben. De wereld verwachtte grote suc cessen toen vorig jaar de tweede pe riode van ruimte-onderzoek werd in geluid. In plaats daarvan werd het publiek pijnlijk geconfronteerd met de gevaren van de ruimtevaart. Op 8' januari 1967 kwamen de A- merikaanse astronauten Virgil Gris- som, Edward White en Roger Chaf fee om het leven toen hun Apollo- capsule tijdens een normale grond- test in brand vloog. Drie maanden later werd de Rus sische kosmonaut Wladimir Koma- r6r gedood toen de draden van de parachute, waaraan zijn. capsule na een ruimtereis naar de aarde zweef de, het begaven en hij te pletter sloeg. Het was een schokkend einde van de eerste bemande Russische ruimtevlucht na twee jaar zwijgen. Drie Amerikaanse astronauten kwamen nog om het leven bij on gelukken die niets met ruimtevaart te maken hadden. Twee van hen door een vliegtuigongeluk, de derde bij een auto-ongeval. De brand in de Apollocapsule ver traagde het Amerikaanse ruimte vaartprogramma tenminste achttien maanden. Ook het Russische ruim tevaartprogramma werd opgeschort hangende het nauwgezette onder zoek naar de oorzaak van het on geluk met Komarof. KOMAROV dood GRISSOMdood Maar thans ziet het er naar uit dat beide landen wederom gaan po gen de ruimte in te gaan. Op 9 november lanceerden de Verenigde Staten de enorme Saturnus-5-super- raket, waarmee uiteindelijk 'n ruim tevaarder naar de maan zal worden gebracht. Aangenomen wordt dat de Russen bij het aanbreken van het voorjaar weer met de lanceringen zullen beginnen. Gedacht wordt aan de maanden maart of april. Wat betreft het Amerikaanse A- pollo-programma voor 1968 zijn er de volgende verwachtingen: Deze maand zal een onbeman de maancapsule met een Saturnus- 1 worden gelanceerd. Een paar maanden later zal een tweede on bemande lancering volgen. In maart zal een tweede proef vlucht worden gemaakt met een Saturnus-5 waaraan een Apollocap sule zal zijn gekoppeld. Binnenkort nieuwe lanceringen 7 - - -r 'i mm 7;. - MüNCHEN (DaD). Het acht maanden oude zwemstertje op de voor grond vindt het helemaal niet erg ook eens een ogenblikje „kopje onder te gaan in water van ongeveer 30 graden C. En se is beslist niet de jongste in het bassin. Heinz Bauermeister, een 29-jarige sportleraar maakte gebruik van de wetenschap dat de meeste baby's graag in water spartelen. Hij opende een baby-zwemschool in München, waar peuters die niet jonger zijn dan drie maanden kunnen worden ingeschreven. Onder zijn hoede leren ze meestal binnen twee weken zich veilig in het water te bewegen. In navolging van het initiatief van Bauermeister worden in andere Duitse steden inmiddels ook plannen gemaakt tot oprichting van dergelijke insti tuten. De grondgedachte hierbij is, dat bloedsomloop en spieren door zwem men geactiveerd worden, waardoor de kinderen ook hun gehele verdere leven groot voordeel kunnen trekken uit hun vroegtijdige zwemlessen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1968 | | pagina 11