rnij
11 is
)govens
:t bod
o.b.m.
RUIMTEVAART IN
NIEUWE FASE?
Zwemles voor baby's
Doden
Programma
v.-,':svC#^,.y
DAGBLAD Dg STEM VAN ZATERDAG 6 JANUARI 1968
Muffins waarin de ro*y-
ïuilen onder vrolijk©
lage.
mze energie dan ook eens
l pitje brandt, is een hand-
len een van de onschuldig,"
:er een van de gezondst©
m ons weer snel fit te vo§*
i weer op volle toeren te
taien.
de rozijn onrecht aan wan*
em alleen maar als ingre*
wintertoetjes zien. Daarom
foor muffins, de cakes, die
aar door welkom zijn en
oorjaarsachtig kunnen aan*
rden tot vrolijke hoedjes met
;ant, lintjes en bloempjes,
iff ins 12 stuks (in pa-
vormpjes of zandtaartvomu
80 g (4 eetl.) Califoral*
e rozijnen, 175 gram tarwe*
heelepels (1 pakje van 15
poeder, half theelepel zout,
aim 3 eetl.) suiker, 50 gram
stlepels) gesmolten boter, 1
elk, de geraspte schil van
sen) citroen of sinaasappel,
garnering1 eiwit, mespwni
am poedersuiker.
ozijnen plm. 5 minuten in
en laat ze daarna goed
Meng en zeef de bloem,
der en het zout. Doe er
le gesmolten boter, het loe-
de melk, de rozijnen en
>f sinaasappelrasp bij. Maal
enten goed door elkaar. Vul
?s of beboterde zandtaairt-
roor tweederde. Zet ze op
at in de oven en bak de
plm. 20 min. gaar en licht-
deur.
asoven zonder thermostaat!
de oven 10 minuten voör,
bakplaat midden in de
de vlammen tot klein
muffins plm. minuten
ga sever met thermostaat'
n de oven plm. 20 minU"
jfer 4 of 5 (het is aan te
de oven eerst 10 minuten
Ltand voor te verwarmen)-
Bektrische oven met 2 over-
nrs:
de oven plm. 20 minuten op
0 minuten beide uit.
lektrische oven met tem-
egelaar:
de over plm. 20 minuten op
n C. ("voorverwarmen tot
npje uitgaat),
vijl de muffins in de oven
eiwit en het zout met een
ktrische handjdutser zolang
ia stijf is. Doe er dan ie*
pel de gezeefde poedersul*
a het bakken de muffins
afkoelen op een taartroos-
garneren met eiwitmeng-
r
N De raad van ^e'
koninklijke Nederlandsche
en Staalfabrieken n.v.
goedkeuring van zijn raad
issarissen besloten een
brengen op de preferente
e gewone aandelen en de
len a en b van de Oost-
atschappij n.v.
s beoogt door de verkrij*
e aandelen van bovenge-
lerneming de mogelijkhe-
nen tot uitbreiding van
eiten, net name een nik
ing in Indonesië.
t namelijk 16.7 pet der
de Pacific Nikkel Mijn-
schappij, die zich heeft
en met nikkelexploratie
thans onderhandelt met
sche regering over een
:t op dit terrein,
fic Koper MaatschappU
0 pet. dochtermaatschap-
I..M, zal buiten de over-
den gehouden.
Het verschijnsel van de# drank
lucht heeft door de eeuwen heen
bestaan en beperkt zich niet tot
de wijn- of bier-landen. Ook kom$
het voor in alle milieus. Ogen-
johijnlijk geven bepaalde beroepen
meer gelegenheid om aan de
drank te raken dan andere. Ze
geven althans de alcoholist meer
motieven om de „schuld" van zijn
buitensporig drankgebruik van
2ich af te schuiven.
Pit laatste zo zei een ter zake
Jcundige, die een lange ervaring
beeft met alcoholisten is
typerend voor deze mensen. Zij
jijn geneigd de oorzaak van het
drinken niet in hun eigen
problemen, maar veeleer bij andere
mensen of in noodlottige omstan
digheden te zoeken. Hetgeen ook
duidelijk blijkt uit de interviews
van bijgaand verhaal.
Veel moeilijker dan het con
stateren van het verschijnsel
alcoholisme is de genezing van
degenen, die aan de drank ver
slaafd zijn en er vroeg of laat
aan ten onder gaan.
Desondanks slagen de consul
tatiebureaus voor alcoholisme er
bi' deze mensen te helpen, door
ben te leren zichzelf door hun
problemen heen te slaan. De
ervaring leert weer, dat dergelijke
bureaus eerst geraadpleegd
worden door de alcoholisten als
de nood tot boven hun lippen
gestegen is.
Zolang de nood nog maar tot
jan hun lippen staat wil de drank
(schijnbaar) nog wel helpen.
In het arrondissement Breda
(Midden- en West-Brabant) zijn
een duizendtal alcoholisten
geregistreerd. Het totale aantal
probleemmensen wordt evenwel
geschat op 3 a 4 duizend.
In Zeeland bedraagt het aantal
alcoholisten ruim 500.
De initialen van de geïnterviewde
personen zijn om begrijpelijke
redenen gefingeerd. Hun woon
plaatsen worden niet vermeld.
De verhalen zijn echter authentiek
en zo uit hun mond opgetekend.
ALCOHOL LOST NIETS OP
(Van een verslaggever)
„Het is begonnen op de avond, dat mijn man de laatste adem uit
blies. O nee, dat klinkt een beetje te pathetisch. Ik bedoel ermee, dat
mijn man juist in het ziekenhuis was overleden tengevolge van een
verkeersongeluk, dat hem enkele uren eerder was overkomen.
Een heel goede vriend van ons was bij zijn sterfbed en bracht mij
naar huis. We dronken een cognacje. Ik sloeg het glaasje in een teug
naar binnen. Die vriend knikte goedkeurend. Schenk je nog maar
een flinke hel in en ga dan naar bed. Dan slaap je vannacht ten
minste goed", zei hij.
Aldus mevrouw G. K., 58 jaar oud,
nog steeds aantrekkelijk en van goe
den huize. 4
-Dat opkikkertje heeft me die eerste
avond uitstekend geholpen. Toen de
vriend weg was, heb ik nog een der
de cognac gedronken en ben naar bed
gegaan. Ik sliep die nacht als een
roos. De volgende morgen werd ik
wakker in een lege flat. Geldzorgen had
ik niet, omdat mijn man "ken royale
levensverzekering had afgesloten en
ik daarnaast niet onbemiddeld was.
Maar ik was alleen, moederziel alleen.
Na de begrafenis dacht ik weer aan
het „slaapmiddel". Voor het naar bed
gaan schonk ik me een cognac in, en
nog een en nog een.
Omdat ik het lekker vond? Kom nou.
Alleen maar, omdat ik me na het der
de of vierde glas opgekikkerd voelde.
Ik liep dan soms in mezelf te zingen,
vond het leven toch weer de moeite
waard en viel als een blok in slaap,
zodra ik in bed lag. Maar er waren
steeds meer glaasjes nodig om in deze
toestand te komen. In plaats van met
jnijn man ging ik met fles naar bed.
Ik werd wat men noemt een slaapka
merdrinkster. Mijn gezondheid ging
van maand tot maand achteruit:
hoofdpijn, hoge bloeddruk, nervosi
teit.
Geestelijk raakte ik volkomen in de
put. Om eruit te komen begon ik ook
overdag naar de fles te grijpen. Dat
melp, maar nooit voor lange tijd. Toen
greep onze huisarts in. Ik werd opge
nomen in het ziekenhuis en daarna
doorgestuurd naar het consultatiebu
reau voor alcoholisme. Sinds ruim een
jaar drink ik geen druppel alcohol
meer en voel ik me 100 procent be-
Naar aanleiding van dit geval zegt
ons een directrice van een consultatie
bureau voor alcoholisme: „De drank
viS ,op¥^er^e na een groot leed is
vaak de oorzaak dat iemand alcoho
list wordt. Die vriend zal het heel
bedoeld hebben, maar hij gaf die
weduwe een slechte raad. Hij heeft
viar ee^.ontvluchtingsmogelijkheid ge
vezen, die slechts schijnbaar is. De
mogelijkheid om alcoholist te worden
waarschijnlijk voor vrouwen even
rioï alSi voor mannen. Bij vrouwen is
««L waneer zij eenmaal zo ver
geicomen zijn, vaak nog erger dan bij
armen. Zij lopen niet dronken over
til 4 en koinen zelden met de justi-
m aanraking. Zij zijn. precies zoals
j 0 zichzelf kwalificeerde, slaap-
Kamerdruiksters geworden.
gevolgen van de drankzucht zijn
oor haar echter even funest. Jam-
van ge?Joeg kloppen maar heel weinig
hninZïr vrouwen bij ons aan om
ben zeer zi^ öie ook nodig heb-
•ik4,?en altijd een vrolijke Frans ge-
eenwn« !).ekent W., 41 jaar, verte-
firmo ser van een ffoed ingevoerde
uiterHjkraP Van t0ng en sportie* van
«Chir „dieuz®rscl»ïe vrolijkheid was
SDraifo» w moment, dat we hem
"Praken, niet vee, meer oyer
n£?2l spoLtieve uiterlijk", zegt hij
matte glimlach, „dank ik aan
het feit, dat ik de laatste drie maan
den meer dan 12 kilo hen afgevallen".
En ter verduidelijking steekt hy zijn
hand tussen zyn broeksband om te la
ten zien hoe wijd hem dit kledingstuk
geworden Is.
„Mijn beroep brengt mee, dat ik
veel in café's kom. altijd onderweg,
enfin, dan weet u het wel.- Hier een
biertje en daar een borrel. En ik aan
het buffet de getapte jongen. Ik wist
altijd de laatste mop- Geef er ons nog
maar een. Waarop iemand anders er
ook nog eentje gaf. Nee, echt, dronken
was ik daarna niet. Ik kon wat heb
ben.
Met zes of zeven glazen bier in mijn
lijf kroop ik vaak achter het stuur-
Totdat ik drie maanden geleden dat
ongeluk veroorzaakte. Ik had die dag
minstens acht glazen bier op en een
stuk of vier borrels. Drie glazen bier
en een borrel heb ik toegegeven, maar
de politie is niet gek. Die dat denkt
vergist zich. En wie denkt, dat hij er
zich uit kan redden door de bloedproef
te weigeren, vergist zich even hard-
Do politie is al mijn gangen nage
gaan en kwam tot een optelling, die
wonderwel klopte met het aantal con
sumpties van die dag. Ik had dus on
der invloed gereden en in die toestand
een ongeluk veroorzaakt, waarbij een
vrouw ernstig werd gewond. Hoe het
precies in zijn werk gegaan is kan ik
nu nog niet zeggen. Ik moet een ogen
blik afwezig zijn geweest.
Tijdens de rechtszaak, nu een maand
geleden, zei de officier van justitie:
„Ik kan het u wel zeggen, u was
stomdronken en daarom acht ik hoogst
roekeloos 4en hoogst onvoorzichtig rij
den wettig en overtuigend bewezen".
Die rechtzaak is de afschuwelijkste er
varing uit mijn leven. Zes weken ge
vangenisstraf, waarvan drie voor
waardelijk, luidde het vonnis.
Het ergste echter, wat die rechtzaak
mij gedaan heeft, is het schuldgevoel
dat men mij heeft aangepraat. Ik
weet nu, dat de president gelijk heeft
gehad. Dat ik dit ongeluk had kunnen
vermijden, wanneer ik nuchter geweest
was. Dat schuldgevoel is erger dan die
drie weken zitten, die mij nog te wach
ten staan.
Dag en nacht zie ik die vrouw op de
weg liggen. Door jouw schuld, door
jouw schuld, hamert het dan door mijn
hoofd. Ik heb toen het voornemen ge
maakt geen druppel alcohol meer te
gebruiken. Al heel gauw merkte ik
echter, dat dit gemakkelijker gezegd
is dan gedaan. De kon het niet laten
en er kwamen dagen, dat ik uit moe
deloosheid over mijn nederlaag zelfs
meer dronk dan ik vroeger had ge
daan.
Toch begin ik steeds weer opnieuw,
maar ik ga zo langzamerhand inzien,
dat ik er zonder hulp niet kom. Van
daag of morgen ga ik naar het con
sultatiebureau voor alcoholisme".
De directrice van het bureau zegt
hierover: „Dit is inderdaad een van
die typische gevallen, waarin de drank
het leven van een vrolijke en onbe
zorgde man met één slag heeft veran
derd. Hij is tot het inzicht van zijn
verkeerde leefwijze gekomen nu het te
laat is- Een belangrijkte taak van ons
Onder de clochards van Pa
rijs, de onaangepasten van deze
wereldstad, is het alcoholisme
een groot probleem.
bureau is daarom de mensen door le
zingen, door praatavonden, door pu-
blikaties, enz. tot het inzicht te bren
gen, dat alcohol en modern verkeer
niet samen gaan.
Ik begrijp nog altijd niet hoe auto
mobilisten er op recepties zo vrolijk
op los kunnen drinken, daarna achter
het stuur van hun auto gaan zitten en
zich in het verkeer storten. Dat een
paar glaasjes een ervaren automobi
list niets doen, vind ik een heel ge
vaarlijke theorie, omdat het kritisch
oordeel bij het rijden zelfs door de ge
ringste hoeveelheid alcohol gestoord is.
Het is tragisch, dat veel mannen
eerst tot dit inzicht komen, wanneer
het te laat is, zoals uw vertegenwoor
diger.
Zo'n gezellig uurtje borrelen brengt
onnoemelijk veel leed, voor de automo
bilist zelf, voor zijn gezin, voor het
onschuldige slachtoffer en voor diens
gezin".
In de loop van ons-gesprek had de
directrice de opmerking laten vallen,
dat bij de zware gevallen van alcoho
lisme niemand voor zijn plezier dronk
en dat de meeste alcoholisten eigen
lijk bijzonder aardige kerels en harde
werkers zijn.
De 50-jarige arbeider B. M„ die
open en eerlijk over zijn geval met ons
wilde praten, was een typische beves
tiging van deze theorie.
We hebben met zijn toestemming
achteraf contact gehad met de
ambtenaar, die hem en zijn huiselijke
omstandigheden van haver tot. gort
kent. „Dit verhaal klopt tot in alle bij
zonderheden", zei hij, „de man heeft
het niet mooier of slechter gemaakt".
„Tot een jaar of vijf geleden ben ik
een matig drinker geweest", vertelde
hij ons. „Zaterdags en zondags dronk
ik een paar glazen bier en een enkele
keer, als daar een speciale aanleiding
voor was, werd ik wel eens min of
meer aangeschoten. Toen werd mijn
vrouw ziek. Ongeneeslijk ziek. Het
was een geval van kanker, dat zeer
pijnlijk was- Op het laatst kreeg zij 21
spuiten per dag en nog schreeuwde zij
het urenlang uit van de pijn. Negen
maanden lang heb ik haar dag en
nacht verzorgd en in al die negen
maanden heb ik geen glas bier ge
dronken.
Toen zij een paar maanden nadat
we 25 jaar getrouwd waren, stierf,
bleef ik alleen met een dochtertje van
12 jaar achter. Ik begon te drinken,
omdat ik nog altijd dat schreeuwen
van mijn vrouw hoorde en ik niet
wist waar ik het zoeken moest. Thuis
kon ik het niet uithouden en als ik
langs een café kwam, waar lawaai
was en muziek gemaakt werd, moest
ik naar binnen.
In het begin hielp het, maar al heel
gauw waren 20 glazen bier niet eens
meer voldoende om die schreeuwende
stem van mijn vrouw tot zwijgen te
brengen. Toen is het allemaal heel
snel bergaf met me gegaan. Alles ging
naar de knoppen. Mijn dochtertje werd
me afgenomen en in een gesticht ge
plaatst. Mijn hele huisraad heb ik ver
patst om aan geld voor drank te ko
men. Ik had op het laatst alleen nog
maar mijn bed over.
Toen leerde ik een andere vrouw
kennen. Ik dacht: als ik hertrouw
kom ik wel van de drank af. Die
vrouw durfde het wel met me aan en
we trouwden. Maar het werd niet be
ter. Het schreeuwen van mijn overle
den vrouw, wanneer de injecties wa
ren uitgewerkt, bleef ik horen. Daar
kwam nog wat anders bij, waarvan de
psychiater mij gezegd heeft, dat ik
het uit mijn hoofd moest zetten.
Mijn tweede vrouw was goed, maar
als ik met haar in bed lag had ik het
gevoel, dat ik iets deed wat slecht
was. Ik heb vreselijk veel gedronken,
maar met vrouwen heb ik nooit iets
uitgehaald. Ik heb heel veel van mijn
eerste vrouw gehouden en ik houd nu
ook van mijn tweede, maar dat idee,
dat ik iets zondigs deed, liet me niet
los. Al ben ik nog zo'n grote kerel, ik
heb halve nachten in bed liggen jan
ken. Dat schuldgevoel heeft me toen
opnieuw het café in gejaagd. En ook,
dat ik mijn kind kwijt was maakte
me kapot. Op het laatst at ik niet
meer. Ik dronk alleen maar. soms 40
tot 50 glazen per dag.
Mijn tweede vrouw liep van me weg
en maakte een scheidingsprocedure
aanhangig. In een jaar tijd ben ik ze
ven maal door de politie opgepakt we
gens openbare dronkenschap. Ik ging
niet alleen geestelijk, maar ook licha
melijk kapot.
Op zekere dag heeft men mij op
straat opgeraapt en met een zware
leverontsteking naar het ziekenhuis ge
bracht. Ik had acht dagen niets gege
ten alleen maar gedronken".
De man houdt even op en kijkt
peinzend naar de punten van zijn
schoenen. Dan vervolgt hij: „Als het
medisch consultatiebureau voor alco
holisme me na mijn ontslag uit het
ziekenhuis niet geholpen had, zat ik nu
niet hier. Dan was ik na korte tijd
weer doorgegaan met drinken en had
ik me letterlijk kapot gezopen. Via het
consultatiebureau ben ik medisch en
psychiatrisch onderzocht en daarna
opgenomen in een inrichting voor
drankzuchtigen. De behandeling was
daar fantastisch. Zij heeft tien weken
geduurd. Daarna wordt je weer, zoals
dat heet, de maatschappij ingestuurd.
Gelukkig sta je dan niet alleen en
vangt het consultatiebureau je op.
Want, geloof me mijnheer, alleen rooi
je het niet. Ze helpen je daar over die
eerste moeilijke tijd heen. De kan iede
re alcoholist dan ook aanraden om de
hulp van een bureau voor alcoholisme
in te roepen. Op alle mogelijke wijzen
hebben ze me daar geholpen, toen
mijn tweede vrouw na de ontwen
ningskuur weer bij me terug wilde ko
men en de scheidingsprocedure bij de
rechtbank ongedaan heeft gemaakt".
„Ik ben op het ogenblik bijna een
half jaar zonder drank", vervolgt de
man. „Ik woon weer met mijn tweede
vrouw samen zij is een pracht
mens en we hebben weer wat meu
beltjes kunnen kopen. Om van de
drank af te blijven hoef ik nog maar
twee tabletjes per week in te nemen.
Dat is voldoende. Drank zegt me
niets meer.
Verleden week moest ik opbellen.
Voor de deur van een café heb ik wel
even staan aarzelen, maar toen ben ik
resoluut naar binnen gestapt. Ik heb
opgebeld, de telefoon betaald en een
stuk chocolade gekocht. Aan het buf
fet stonden oude kameraden, met wie
ik heel wat biertjes heb gedronken.
„Hoe hebben we het nu met je Ben",
zeiden ze, „kom, drink er een".
Toen ik nee zei, lachten ze me uit.
Ik heb ze rustig laten lachen en ben
gegaan. Ik weet nu zeker, dat ik de
drank kan laten en ik raad iedereen,
die met dezelfde moeilijkheden als ik
zit, aan de hulp in te roepen van een
consultatiebureau".
Wanneer we afscheid nemen van de
arbeider, houdt hy ons nog even staan
de. „Ik heb u mijn levensverhaal ver
teld", zegt hy, „omdat ik dankbaar
ben, dat men my van 'de drank heeft
afgeholpen. Maar ook nog om een an
dere reden.
Op het consultatiebureau heeft men
mij gezegd, dat ik myn kind kon te-
rugkrygen. wanneer ik niet meer
dronk. Deze belofte heeft me geholpen
om het te laten. Ik heb bewezen, dat
ik het kan en ik hoop nu maar, dat
men my zo spoedig mogelyk mijn kind
terug geeft".
Het commentaar van de directrice
van het consultatiebureau hierover
luidt als volgt: ,,A1 met al is dit het
geval van een man, die toch nog ge
boft heeft. Ik wil graag toegeven, dat
een onzer consultatiebureau's hem op
weg geholpen heeft, maar de hoofdper
soon, die in deze ontwenningskuur de
grote rol gespeeld heeft, is toch zijn
vtouw.
Heel veel mannen, die gedronken
hebben, en die hierdoor hun huwelijk
Kapot hebben gemaakt, krijgen niet
meer zo'n kans, wanneer zij van hun
drankzucht genezen zijn. Vrouw en
kinderen zijn bang, d>at die genezing
niet aanhoudt en de man om de een
of andere reden weer aan de drank
zal raken. De eerste vraag is dan ook
altijd: „Zal hij nooit meer drinken?"
Iets wat ik niet kan garanderen. Na
drie, vier jaar kan het weer mis zijn.
Na deze nuchtere vaststelling kan ik
dan praten als Brugman, maar in veel
gevallen wil men dan niets meer met
de man of vader te maken nebben".
,,Ik kan me zo'n houding indenken,
want het leed, dat een man zijn vrouw
en kinderen heeft aangedaan, is soms
onvoorstelbaar. De vrouw heeft zich
bij de scheiding neergelegd en de kin
deren hebben een positie veroverd in
het maatschappelijk leven, die op
nieuw in gevaar kan worden gebracht.
Ik kan me indenken, dat deze partijen
dan zeggen: ,,Laat het nu zoals het
is".
KAAP KENNEDY (AP) De
lessen die vorig jaar zijn getrokken
uit tragische fouten, zullen ertoe bij
dragen dat de mens in 1968 weer
een stapje dichter bij de maan zal
komen. Verwacht wordt dat de Ver
enigde Staten en de Sovjet-Unie, die
beide al ruimtevaarders bij onge
lukken hebben verloren, weer zullen
aanvangen met bemande ruimte-
vluchten beide met het doel In
1969 een man op de maan te heb
ben.
De wereld verwachtte grote suc
cessen toen vorig jaar de tweede pe
riode van ruimte-onderzoek werd in
geluid. In plaats daarvan werd het
publiek pijnlijk geconfronteerd met
de gevaren van de ruimtevaart.
Op 8' januari 1967 kwamen de A-
merikaanse astronauten Virgil Gris-
som, Edward White en Roger Chaf
fee om het leven toen hun Apollo-
capsule tijdens een normale grond-
test in brand vloog.
Drie maanden later werd de Rus
sische kosmonaut Wladimir Koma-
r6r gedood toen de draden van de
parachute, waaraan zijn. capsule na
een ruimtereis naar de aarde zweef
de, het begaven en hij te pletter
sloeg. Het was een schokkend einde
van de eerste bemande Russische
ruimtevlucht na twee jaar zwijgen.
Drie Amerikaanse astronauten
kwamen nog om het leven bij on
gelukken die niets met ruimtevaart
te maken hadden. Twee van hen
door een vliegtuigongeluk, de derde
bij een auto-ongeval.
De brand in de Apollocapsule ver
traagde het Amerikaanse ruimte
vaartprogramma tenminste achttien
maanden. Ook het Russische ruim
tevaartprogramma werd opgeschort
hangende het nauwgezette onder
zoek naar de oorzaak van het on
geluk met Komarof.
KOMAROV dood
GRISSOMdood
Maar thans ziet het er naar uit
dat beide landen wederom gaan po
gen de ruimte in te gaan. Op 9
november lanceerden de Verenigde
Staten de enorme Saturnus-5-super-
raket, waarmee uiteindelijk 'n ruim
tevaarder naar de maan zal worden
gebracht. Aangenomen wordt dat de
Russen bij het aanbreken van het
voorjaar weer met de lanceringen
zullen beginnen. Gedacht wordt aan
de maanden maart of april.
Wat betreft het Amerikaanse A-
pollo-programma voor 1968 zijn er
de volgende verwachtingen:
Deze maand zal een onbeman
de maancapsule met een Saturnus-
1 worden gelanceerd. Een paar
maanden later zal een tweede on
bemande lancering volgen.
In maart zal een tweede proef
vlucht worden gemaakt met een
Saturnus-5 waaraan een Apollocap
sule zal zijn gekoppeld.
Binnenkort nieuwe lanceringen 7
-
- -r 'i
mm
7;. -
MüNCHEN (DaD). Het acht maanden oude zwemstertje op de voor
grond vindt het helemaal niet erg ook eens een ogenblikje „kopje onder
te gaan in water van ongeveer 30 graden C. En se is beslist niet de jongste
in het bassin.
Heinz Bauermeister, een 29-jarige sportleraar maakte gebruik van de
wetenschap dat de meeste baby's graag in water spartelen. Hij opende een
baby-zwemschool in München, waar peuters die niet jonger zijn dan drie
maanden kunnen worden ingeschreven. Onder zijn hoede leren ze meestal
binnen twee weken zich veilig in het water te bewegen.
In navolging van het initiatief van Bauermeister worden in andere Duitse
steden inmiddels ook plannen gemaakt tot oprichting van dergelijke insti
tuten. De grondgedachte hierbij is, dat bloedsomloop en spieren door zwem
men geactiveerd worden, waardoor de kinderen ook hun gehele verdere
leven groot voordeel kunnen trekken uit hun vroegtijdige zwemlessen.