KERSTSTUKJES MAKEN.. MAAR NIET TE VEEL DE WOESTE HOOGTE Grauw en ongastvrij pelgrimsoord voor B rontë-vereerders DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 DECEMBER 1967 adSsin^?tteinmeeieSliSUdtmiIn Drijvend op het internationaal succes van de eindeloze televisieserie van een greep gedaan in de rij van Britse bestsellers. Ditmaal werd het „De Woeste Hoogte", Emily Brontës onheilzwangere registratie van een getergde noordengelse familie, die na de bijbel het meest gelezen boek op dit ondermannse is. Meesterbewerker Hugh Leonard trok met een staf van honderden medewerkers naar de moerassen rond Haworth en legde het 120-jaar durende drama in duizenden meters celluloid vast. De serie wordt sinds kort in Engeland vertoond en heeft hetzelfde succes als de Forsyte Saga. Er wordt onderhandeld om de serie ook op de Neder landse beeldbuizen te krijgen. Een onzer verslaggevers trok in het voetspoor van Leonard naar het land der Brontës. naar de moerassen, later zat ze in. de tuin met de schrijfplank op haar knieën. De schrijfplank ligt nu in het mu seum. Naast de kinderjurken, die ze droeg. De kettingen, de miniatuur dagboeken, die ze met haar zus ter Charlotte volkrabbelde. Behulp zaam vertelt de gids, dat de staan de klok, die vader Brontë 's avonds altijd opwond niet dezelfde is als de klok die nu in een nis, halverwege de trap, staat, ze kan het ook niet helpen, dat de nazaten zo slordig zijn omgesprongen met de schame le bezittingen van de wereldberoem de zusters. Om wat terug te doen, vertelt ze omstandig, in welke ka mers de dood de familieleden heeft achterhaald. ,,Hier stierf Charlotte. Wilt u zo goed zijn om niet op de stoel te gaan zitten. Die is daar niet voor". In de kamer waar va der Brontë en zijn zoon Branwell hun laatste uren volmaakten, is sinds kort het pistool verdwenen, waar mee dominee Brontë elke ochtend tweemaal in de richting van de kerk vuurde. Op deze onthutsende wijze probeerde hij schot in het kerkbe zoek te brengen. ,,Een bezoeker van het museum", zegt de gids, „heeft het pistool per ongeluk meegeno men". Het is doodstil in de kamers, waar de Brontës zich in eindeloze afzonde ring vertrouwd hebben gemaakt met hun dodelijke vlucht uit Haworth. In de keuken liggen de messen en vor ken klaar voor de maaltijd, in de studeerkamer ligt een krant van 7 juni 1861, de dag, waarop de 84- jarige dominee Brontë, kluizenaar tegen wil en dank, met zijn laatste adem ook de kaars van zijn dynas tie uitblies. Hem was het twijfel achtig voorrecht beschoren om zijn vrouw en vijf kinderen een voor een naar de kerk van de H. Michael en Alle Heiligen te brengen. Emily en Charlotte liggen dicht bij het hoofd altaar, alsof ze zich willen koesteren in het warme licht van de kaarsen. Altijd staan er verse bloemen op de koperen gedenkplaat met hun na men. Kostbare boeketten en kleine ruikers van hei- Aangedragen door bewonderaars. Emily stierf trots en hooghartig. Zij weigerde dokters hulp en nam de dood niet serieus. Anne. de godvruchtige werd achter haald in de badplaats Scarborough, waar ze van een slopende tubercu lose hoopte te genezen, Charlotte stierf, nauwelijks een jaar nadat ze getrouwd was met Arthur Bell Nicholls die uit Ierland naar Haworth was gekomen om vader Brontë bij zijn kerkelijke plichten te assisteren. Honderd en twintig jaar later ko men er nog steeds mensen op be zoek in de oude pastorie naast het kerkhof. Ze kopen bij Arthur Hard- ley een boekenlegger en drinken aan de overkant een Brontë-likeur. Als de mist de sporen niet heeft uitgewist, dwalen ze over de hei naar de ruïne van de Woeste Hoogte, waar de duivelse held Heathcliff in 1847 door de dagdromende Emily is ach tergelaten. Het decor is misschien weinig veranderd. Nog steeds stijgt uit de moerassen van Cillingworth en Brow de wanhoop naar de dicht geslibde hemel. In die godverlatenheid zoeken tien duizenden naar een aanknopingspunt met het talent van drie dominees dochters, die hun doffe razernij in vijf bestsellers hebben uitgeschreeuwd Hoe houd ik mijn kerstboom goed? De bloemist geeft weinig hoop. De een schrikt er niet voor te rug met Kerstmis zijn huis in een compleet hos te veranderen, de ander wil ,,al die rotzooi" niet in zijn kamer, en gooit zich volle dig op „kunst". Toch zal in beide huizen met eerste kerstdag een echt stukje de weelderige tafel sie ren, een stukje dat zelf gemaakt is. Want iets van jezelf hoort er toch wel bij, en kerststukjes ma ken is vreselijk gezellig werk ook iedereen wel. Voor 't grove werk, al heb je er geen klap verstand van. 'n Klein beetje fantasie heeft de denmefcakken, het mos en de grillige boomstammen gaan we en middagje het bos in. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat u hele bomen plukt of hele plaggen mos uitsnijdt, er ligt genoeg los. Voor de fijne finishing touch kunnen we 't beste tereent op de bloemenmarkt, de takjes hulst, de lariks, de mistletoe, de kleu rige pepers, de rode tulpjes en hyacinten. Thuisgekomen spreiden we alles enthousiast uit op een paar kran ten en denken, wat nu? Een den- netak in- de muur spijkeren en er dan 'n kerstbal inhangen, dat kan iedereen. Maar we willen nu eens iets echt moois! Bruikbare en handige tips voor de beginnelingen kregen wij gratis van een aardige bloemist die bij het woord Kerstmis de geur van hars al in de neus kreeg. T^en ordinaire houten kleerham- ger kan b.v- heel goed als ba sis voor een stukje dienen. Je kunt er verse vijgen vanaf laten hangen, met ijzerdraad wat mos aan de haak bevestigen en daar te sieren met een rood lint waar aan u wat groen en besjes beves tigt. U ziet het, mogelijkheden te over om een heel eigen sfeer met Kerstmis te creëren. Er bestaat geen enkel middel om een kerstboom lang goed te houden", ontneemt 'n bloemist mij alle hoop die ik op hem ge steld had. Immers, ik had gedacht bij hem nou eindelijk dat middel te vinden dat mijn kerstboom te gen direkte uitval zo-u behoeden. „Wat wilt u nou", gaat hij on verstoord verder „de bomen voor de verkoop zijn allemaal al gekapt die staan wekenlang droog". Dus dat idee van mijn moeder, om de boom in een emmer nat zand te zetten, was zo gek nog niet, denk ik bij mezeli De oude emmer werd aan het oog onttrokken door een kunstig gedrapeerde lap. Dat *s één manier, en een redelijk af doende, dat kunt u rustig van mij aannemen. Tot aan Driekoningen bleef de boom bewaard zonder dat de vloer van de kamer op een bosgrond begon te lijken. TYait was vroeger. Kersitmis is te- genwoordig ma de tweede kerst dag toch wel defimiitief voorbij. Du* de boom kan dan ook verdwijnen, zij het met weemoed. Mocht u het lieflijke groene spar- reboompje reeds een tijd voor Kersitmis willen kopen, dam kunt u hem het beste zo lang mogelijk buiten laten staan in de kou. Niet in de schuur of de garage, dan krijgt de boom te weinig zuurstof. Wilt u niet aan de emmer met nat zand dan kunt u in elk warenhuis terecht voor zo'n handige kerst boomstandaard. Dit over het goed- houden. De heuveltop, waar Emily Brontë de inspiratie opdeed voor haar bestseller „De woeste Iioogte", is na 120 jaar nauwelijks veranderd. Het landschap is leeg en adembenemend grauw, alleen de boerderij is tot een ruïne vervallen. moeder stierf al. Ze was toen net 38 jaar. Vier jaar later waren Ma ria en Elizabeth aan de beurt. Die gingen er aan als ratten- Daar blijf je niet koud onder. De zusters zijn gevlucht in dagdromen, ze konden de grauwe werkelijkheid niet meer aan. Branwell heeft het op een zuipen ge zet. Hij was secretaris van de vrij metselaarsloge in Haworth, hij zat hier elke dag in de eetzaal te zwet sen en te drinken. Als zijn vader binnenkwam, trok de waard aan een bel en dan sprong Branwell uit het raam en rende over het kerkhof naar huis. Later heeft hij zijn lijf ook nog vol gegooid met verdovende middelen. Hij zag het leven tussen zijn magere vingers doorglippen, de stakkerd dacht, dat hij het met kunst en vliegwerk vast zou kunnen houden. Maar in feite heeft hij zichzelf lang zaam vernietigd. Misschien vind ik hem daarom de meest sympathie ke van het stel". Bill heeft tussen het tappen door meegeluisterd en vraagt, of ik de stoel wil zien, waar Branwell altijd in zat. Hy gaat vooruit naar de eetzaal en wyst hem aan- Een brui ne stoel met spijlen. „Zo zijn er nog twaalf", zegt hij, „twaalf precies dezelfde stoelen, waar Branwell in gezeten moet hebben, ik maak me daar allang niet meer druk over. Het is toch maar een grap. Ik heb ook pas bet raam dicht laten maken, waar Branwell doorheen Drong. Het hele dorp stond op zijn achterste benen. Ze hadden me bet liefst wil len lynchen, maar wie liad dan hun bier in moeten schenken?" Hij kijkt me verontschuldigend aan. Het is duidelijk, dat de familie Brontë hem hoog zit. Achter zijn blozend Horeca-hoofd rijzen de graf zerken op, die in de loop der jaren tot vlak onder het raam van de bar zijn opgerukt. In datzelfde huive ringwekkende decor schreef Emily met precieuse letters haar „Woeste Hoogten", elke dag een paar blad zijden, totdat ze uitgeput was en hijgend op de sofa moest gaan lig gen. In het begin ging ze nog vaak Een herfstdag in Haworth, dorp van de Brontës: de keien in de hoofdstraat kruipen, glimmend van het zweet, naar de top van de heuvel. De kloof tussen de huizen is bochtig en nauw. „Een verschrikkeiyk dorp," zegt Ter ry Batt. wat takjes en besjes in steken. Durf 'n schilderij weg te zetten en hang daarvoor in de plaats een schilderachtig kerststuk, zegt die zelfde bloemist. Met fruit en noten en groen kun je ontzettend veel doen. Het ge raamte maken we van ijzerdraad. Zelfs een prozaisch voorwerp als een pollepel kan het uitgangspunt zijn voor uw mooiste kerststukje. Gemakkelijk op te hangen. Een stukje mos in de lepel en de rest wordt aan uw eigen creativiteit over gelaten. I"Ve stukjes voo-r de tafel concen- treren zich voornamelijk rond de kaarsen. Oude schaaltjes en bakjes zijn uitermate geschikt voor dit doel. Wat aarde voor de hya cinthen en tulpjes die daardoor dagen goed blijven, grillige takjes en tenslotte de kaars of de kaars jes. U begint er steeds meer ple zier in te krijgen, en dat is ge vaarlijk, want straks kunt u de tal loze stukken en stukjes niet meer kwijt en bent u genoodzaakt ze naar de buren te brengen. Had u een enkele grote kaars als middelpunt van uw feestelijke dis gedacht, dan is die heel leuk op De veiligheid is ook een probleem op zich. Wij hebben nog steeds niet kunnen scheiden van de echte kaarsjes in de kerstboom, al geeft het dikwijls spanningen in die vre dige dagen. Elektrische lichtjes (kaarsjes zijn het voor mij niet) zijn natuurlijk wel bijzonder veilig maar zo afgrijselijk steriel. Je mist een speciale geur en de flak kering van het kaarslicht. ETn 't hoeft niet gevaarlijk te zijn. Je kunt namelijk van die heel ingenieuze kaarsenhoudertjes krij gen waardoor de kaarsje als ze op zijn, vanzelf uitdoven. Nou is het ook weer niet zo dat je verder rustig de kamer uit kunt gaan en de boom de boom laten. Het blijft oppassen geblazen. Een dood spar- reboompje kan lekker branden. Om de prijs hoeft u het niet te doen. Kaarsjes zijn duurder omdat ze voortdurend vernieuwd moeten worden en het kaarsvet wil wel eens op de vloer lekken. Nou, wat zullen we dan, hoor ik u zeggen. Ja, u moet het natuur lijk zelf weten, maar ik doe dit jaar weer echte kaarsjes in mijn kerstboom. Ook een idee: een ronde kaarsenhouder geplaatst om een bloemstukje. (Van een onzer verslaggevers) HAWORTH Tegen twaalven wordt het licht in de bar van „De Zwarte Stier" tot aan de grens van het duister getemperd, achter de houtblokken van het namaak open haardvuur sterft de rode gloed, alleen boven de tapkast brandt nu nog de guirlande van gekleurde fietslampjes, die Bill veer tien jaar geleden heeft opgehangen om het wanhopig bewijs te leveren, dat drinken in dit deel van Engeland een meesterlijk feit is. eZlf staat hij tussen zijn glimende flessen als'de man van een ballen tent: drie worpen voor een sixpence. Zijn stem klinkt gronderig, als hij vertelt over de acht wandborden, die op een avond een voor een van hun richels sprongen en op vloer in duizend scherven vielen, „niemand was op dat moment in de buurt, de gang was leeg, de eetzaal donker. Toch hoorden we duidelijk voetstappen, acht keer. Van achter uit de gang. En dan viel er weer een b ord. Voor zoiets moet toch een verklaring zijn. Er moet een verklaring zijn". Hij haalt de handel van de bierpomp omlaag, het schuim stuift in de zilveren pullen. De gasten kijken zwijgend toe, Doris, zijn vrouw, gaat langs de tafels en zet er kaarsen op, die de lambrizering vol schilderen met nerveuze schaduwen. ,,\Vie logeert in kamer drie?", vraagt hij glimlachend, ,,ik bedoel de laatste kamer rechts in de gang". Hij had die uitleg achterwege kunnen laten, want ik wist het. ïk heb enkele uren geleden mijn kof fer tussen de twee pompeuze bed den gezet en naar de verlepte bloe men op het groene behang geke ken. Waren het madelieven of chrysanten? Tegen een van de wanden staan twee kasten, waar van er een krakend voorover kwam, toen ik open wilde doen, even later probeerde ik het weer, de deur week geen centimeter, maar wel viel de linker zijwand met een luide klap tegen de was bak. Het is een donkere kamer met een klein raam, waarachter meteen het kerkhof begint. Ik hoefde me slechts licht voorover te buigen om de eerste zerk aan te raken. Daar onder ligt volgens de half vergane tekst de 43-jarige Kenneth Moore, die in 1867 aan vliegende tering is bezweken. „Zeg op, wat is er met kamer drie aan de hand?" Bill heft zijn glas, zegt dan drome rig: „Wat ik vertel is de waarheid. Ik zweer het. Er is geen woord, geen l.omma van gelogen. In kamer drie logeerde een vrouw uit Ameri ka. Een doodnormaal mens. Niks geen bijzonders aan. Toch deed ze geen oog dicht. Ze ei steeds: „Ik neb net het gevoel, alsof er iemand op met zit te wachten in die ka mer". Op een morgen kwam ze be neden om te vertellen, dat ze de hele nacht had zitten praten met een vrouw. Een tengere, oude vrouw die een wijde japon droeg uit de tijd van koningin Victoria. Ik had op dat moment geen oude vrouw in huis. Die Amerikaanse was de enige gast Dat is de waarheid". „Wie logeert in kamer vier?" Bill kijkt de kring rond, schenkt °e glazen nog eens vol. In kamer vier had een gast zijn bril 's nachts in het zeepbakje gedaan. De volgen de morgen stond het bakje tot aan de rand toe vol met water. „En dat terwijl zijn deur op slot was, zijn ramen dicht waren. Wat ik vertel is de waarheid. Wat zou het voor zin nebben om te liegen?" Een herfstavond in Haworth: de keien in de hoofdstraat kruipen, glimmend van het zweet, naar de top van de heuvel. De kloof tussen e huizen is bochtig en nauw: een uL°f°g ?evallen bedding van een zout- nnnf um; dle de Sevels tot tra- nen toe heeft gebeten. Op het plein Allo h&'v uV,an Sint-Michael en Alle Heiligen hokt een handvol hui zen kouwelijk bij elkaar, alleen ach- hranin ra!"T van Arthur Hardley brandt op dit uur nog licht. Ver- kommerd eistruif, dat over zijn slor- hefnn tv t lekt' Hardley beheert èel P™J?a.nt?-or van Haworth - in waarllhJ*s afSeschermde hoek. Waarachter zijn grootvader ook al naast Shldts ut61^6 en da"- waarinWtzaam ®ei» boekwinkel, gezusters de "gedachtenis van de keso!aregd hebben, vlahgum en Sha kespeare de ereplaatsen afgestaan aan Jane Eyre, Woeste Hoogte en tr-1!?166 boekenleggers met de por tellen van Charlotte, Emily en An- ne De boekenleggers komen in de mevS aa\éen Vljf en twintig en ziin hl -nd Semaakt.. De boeken heefthij niet gelezen. Sorry te ro mantisch, te dramatisch. Te dik ook Met gestileerde verbazing slaat hii van achter zpn toonbank de pelgrims De pastorie waarin de familie Brontë leefde en stierf, wordt aan drie kanten ingesloten door het dorpskerkhof. Honderd en twintig jaar 11a de dood van Charlotte en Emily komen er nog steeds mensen op bezoek in dit sma keloze huis, dat sinds enkele tien tallen jaren als miniatuur-museum dienst doet. gade, die tussen april en septembei in Haworth aanspoelen. Het is een steeds wassende stroom van zwygen- de burgers veel Amerikanen, veel Fransen, sinds kort ook Japanners die bij hem een gids of een boe kenlegger kopen en dan aan de overkant haastig een Brontëlikeur achterover s-aan. Vandaar sjokken ze langs de kerk naar de oude pasto rie, waar de Brontëes hun laatste, vaalgrijze dagen hebben gesleten. Links van de ingang ligt de eetka mer, waar Emily op 19 december 1848 op re sofa stierf. De gids maakt u er wel op atten., dat de sofa, die u daar rechts ziet staan, niet de oorspronkelijke is. Het spijt haar, maar het is ook alweer zolang geleden. Achter het raam ligt de smalle tuin, die aan twee zijden ingesloten is door het kerkhof. De groen uitgeslagen zerken zijn schots en scheef als kruiend ijs totaan de heg gedreven, verse herstbladeren liggen er boven op: confetti voor een heksensabbath. Tussen de bomen zweven slierten mist als onbeschreven ballonnen in een groteske cartoon. Arthur Hard ley wipt behendig van de ene zerk op de andere en vertelt met smaak over zijn bizarre voorvaderen. Op een avond werd Haworth ook opgeschrikt door trompetgeschal, dat uit de mistbanken boven het kerkhof kwam. Het leek, alsof alle engelen naar beneden waren gekomen om het dorp te waarschuwen voor het naderend oordeel. Arthur Hardley gelooft er niet in. „Ons dorp heeft het laatste oordeel al achter de rug", zegt hij, „u kunt het met uw eigen ogen zien. Het is bijzonder slecht uitgepakt". De officiële gids van Keighley doet ook geen moeite meer om de hui veringwekkende somberheid van de streek met de toeristische mantel der liefde te bedekken. Over Haworth, sinds tientallen jaren een onderdeel van Keighley, meldt pagina 31 steu nend: „Zonder de glamour van de gezusters Brontë zou de streek rond om Haworth gekarakteriseerd kun nen worden met de adjectieven vaal bleek, grauw, grimmig en ongast vrij. Zelfs het mooiste zomerweer kan de drukkende sfeer in dit rijk van moerassen niet verlichten". De oude Terry Batt is het daar vol ledig mee eens. Hij komt elke dag twee keer naar de drenkplaats in De Zwarte Stier en hijst zich op de kruk in de rechterhoek. Dat is sinds mensenheugenis zijn vaste plaats, die hem dooi de andere lokale schim men nauwelijks wordt misgund. Hij drinkt een draught, hij drinkt er nog een, laat zich een derde keer in schenken en gaat dan naar huis met het hoofdschuddend manuaal van een geslagen hond. Ook heeft hij de boeken van de Brontës niet gelezen. „En toch moet er wat bijzonders aan die meisjes zijn geweest", geeft hij toe- „Er zijn dit jaar 82.000 mensen in het museum geweest. Die doen dat toch ook niet voor niks. Na de Bijbel zijn Jane Eyre en de Woeste Hoogte de meest gelezen boeken. Miljoenen mensen hebben die dingen gekocht. Dat is toch gek nietwaar? Als je mij nou vraagt: Terry, wat waren het nou voor meisjes, dan zeg ik: doodgewone ouwe vrijsters die hun tijd in een ouwe pastorie zaten te vergriepen. Je moet die gezichten eens bekijken. Je reinste perkament. Alleen die broer wist, wat leven was. Die wilde er wel uit maar hij had gewoon de kracht niet om zich los te scheuren. Vergeet effe niet, dat ze allemaal met de dood in hun schoenen liepen. Ze waren nauwe lijks in Haworth aangekomen of hun V

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 29