Frankrijk: de consequente
dwarsligger
in Europa
VOORBIJ DE BOOMGRENS
De Gaulle desintegreert bewust bondgenootschap
Alternatief voor „de Vijf"
man die kwam, zag en vertrok
DR. CORN. VERHOEVEN
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 DECEMBER 1967
N0N-PR0LIFERATIE
WIP-P0SITIE
ONTSPANNING
voor uw
Uw Kerk 100 procent, dank zij uw 1 procent
N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENI. PINGEN PEIUNGEN PEIUNGEN^ PEILINGEN PEILINGENPEIU
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN„„PEILINGEN.PEILINGEN PEILINGENPEIUNiGEN gILINGEN ^tn.1 topE,UNGEN PEILINGEN PEIL I4GEN
JEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN'PINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PfclLlNt*tN PEILINGEN PEILINGEN PEIL
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN peiliinucin
e ministers van buitenlandse zaken van Italië, West-Duitsland en de
Ij drie Beneluxlanden zijn gisteren bijeen geweest om vooroverleg te
plegen over de maandag te beginnen vergadering van de E.E.G.-
ministerraad. Dit is opvallend, omdat de Westduitse minister Brandt
zich tevoren uitdrukkelijk tegen een dergelijk vooroverleg dat in de
ogen van De Gaulle op een soort anti-Franse conspiratie moet lijken had
uitgesproken.
Maandag zal definitief blijken of de Vijf alsnog tot een gemeenschap
pelijk standpunt zijn gekomen inzake de toetreding van Engeland tot de
E.E.G. Zo ja, dan zal het gesprek in Brussel hard worden. Een crisis in de
E.E.G. moet daarbij niet worden uitgesloten, al zijn er mogelijkheden om
die te omzeilen of uit te stellen tot na nieuwjaar.
Het is opmerkelijk dat de door de staat gecontroleerde en geïnspireerde
Franse televisie en radio èn de Gaullistische pers al dagenlang met nadruk
wijzen op de moeilijkheden die zich volgende week in Brussel zouden
kunnen gaan voordoen. Men vraagt zich af of dit soms een methode is om
het Franse volk voor te bereiden op een E.E.G.-crisis of -breuk.
In dit verband valt ook op de bereidheid van minister Couve de Murville
zijn handtekening te plaatsen onder het deze week opgestelde NAVO-
document over de politieke taak van het bondgenootschap. Dit betekent
in feite een onverwacht grote tegemoetkomendheid van de zijde van
Frankrijk, omdat De Gaulle fel gekant is tegen in NAVO-verband bedreven
gezamenlijke politiek. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat De Gaulle, die
om redenen welke in een beschouwing elders op deze pagina worden
uiteengezet, in 1969 het NAVO-verdrag toch niet zal willen opzeggen,
deze concessie heeft gedaan vanwege zijn voornemen desnoods in de E.E.G.
een crisis te forceren. Twee crisissen is natuurlijk ook Frankrijk te veel.
Feit is dat het De Gaulle is die, als het op het torpederen van de E.E.G.
aankomt, het verst zal willen gaan van alle zes. Daarom moeten de vijf
behalve eensgezind ook sterk staan en dat kan alleen met behulp van een
alternatief. Hoe zou dat er uitzien? Een E.E.G. zonder Frankrijk, maar met
Engeland en enkele anderen? Het lijkt een ver gezochte constructie, maar
een die te verwezenlijken zou zijn en die voor De Gaulle allesbehalve
aangename perspectieven opent. In elk geval zal het een krachtig alternatief
moeten zijn waarvan de consequenties even ver gaan als De Gaulle bereid
is te gaan in zijn destructieve strijd om zijn gelijk. Zo niet, dan staaf de
uitslag wel vast en blijft Engeland voorlopig in de wachtkamer.
De jeugdige Amerikaanse professor in de stadsplanologie, David A.
Jokinen, vertrekt weer naar Amerika< na, evenals de vorige keer in
1963, een storm ontketend te hebben onder Nederlandse planologen,
gemeentebestuurders en verkeersdeskundigen.
David A. Jokinens sensationele en ogenschijnlijk rechtstreeks uit de
mouw geschudde plannen voor Amsterdam, Deventer en Maastricht, zijn
door de bedachtzame Nederlandse planners gekraakt en in sommige ge
vallen weggehoond.
Jokinen is hierdoor in het minst niet gestoord. Als de man die weet dat
men nog eens van hem zal zeggen: Die Jokinen, die had waarachtig gelijk,
hadden we maar naar hem geluisterd; vertrekt hij welgemutst naar Ter-
nessee, om daar volgens eigen recept een moderne stad voor 20.000
mensen weg te zetten. Daarbij is de bolwangige en op luchtige toon plan
netjes spuiende Jokinen ook nog wel zo vriendelijk om op te merken dat
„de toekomst voor Nederland niet hopeloos is".
Men kan zich voorstellen dat onze zeergeleerde deskundigen wat wan
trouwig tegen Jokinen staan aan te kijken. Daarbij is de man nog erg jong.
Hij was 23 toen hij afstudeerde als city-planner. Aan Jokinen is niets
gewichtigs. Hij praat zoals iedereen in Europa altijd al gedacht heeft dat
Amerikanen praten, luid, bluffend en voor de vuist weg. Hij annonceert
de meest ingrijpende stadsplannen alsof het kwinkslagen zijn, gedebiteerd
aan de toog van zijn stamcafé. Zo'n man kan doodeenvoudig niet serieus
genomen worden. Een intellectueel die werkenlijk van wanten weet ge
draagt zich zo toch niet
Is dat zo Is de tijd van voorbereiding die een plan vergt bepalend
voor de kwaliteit ervan Is de mate van gewichtigheid en dodelijke ernst,
waarmee de planoloog van stadhuis naar stadhuis trekt, eveneens bepalend
voor de kwaliteit
Ook in het bedrijfsleven heeft men ervaren dat er een hemelsbreed
verschil moet bestaan tussen de sfeer in een Amerikaanse directiekamer
en die in een Nederlandse. Maar niettemin kunnen deze „losse, bluffende
jongens zaken doen. Ook dat heeft hef bedrijfsleven ervaren.
De ongemeen felle kritiek die Jokinens plannen hebben geoogst en de
onrust die hij er mee wist te zaaien, lijken op de reactie op een revolutie.
Het kan best zijn dat de Nederlandse deskundigen volkomen gelijk hebben
als ze zeggen dat Jokinens plannen waardeloos zijn, maar het is opmerke
lijk dat deze mannen, die voor hun eigen plannen altijd zo geweldig vee
tijd nodig hebben, dit zo snél hebben gezien.
De Gaulle als een borstbeeld
van een Romeinse keizer. Zo beeld
de trefzeker Rernhard Safran
de Franse president uit op een om
slag van het weekblad TIME.
S' *ê-/££wk
Deze dagen is Brussel weer eens het middelpunt van de
westelijke wereld. E.E.G. en N.A.V-O. houden er hun
conferenties.
Een groot deel van de problemen waarmee beide orga
nisaties worstelen, wordt veroorzaakt door de Franse
politiek, die sterk afwijkend en nationalistisch ais zij is,
de desintegratie van de westelijke alliantie in de hand
werkt. In bijgaande beschouwing analiseert een onzer
redacteuren enkele aspecten van de Franse politiek,
voorzover betrekking hebbend op de veiligheid in Eu
ropa, de kansen van deze politiek en de mogelijke ge
volgen ervan voor het westelijk bondgenootschap dat
overigens nog wel degelijk zin heeft, zoals deze week
tijdens de NAVO-conferentie nog eens duidelijk is on
derstreept.
President Charles de Gaulle is al dikwijls afgeschilderd als een rancu
neuze oude heer die de Britten haat en wantrouwt en de Amerikanen
.hun kracht en macht misgunt. Op zijn rancuneuze gevoelens zou
dan voor een deel zijn eigenzinnige Europese en wereldpolitiek rusten.
Dit is natuurlijk niet waar. Frankrijk en dat is op de dag van vandaag
De Gaulle heeft wel degelijk een eigen politieke conceptie.
Die conceptie ls er een uit de vo
rige eeuw en machtspolitiek is er,
met name ten aanzien van de EEG,
een belangrijk aspect van.
Frankrijk legt er bij het verklaren
van zijn politiek altijd de nadruk op
dat het uitgaat van een wereld zoals
die nu is en niet zoals alle fatsoen
lijke mensen en dus ook Frankrijk
menen dat die zou moeten zijn.
Op lange termijn staat in de Fran,
se politiek centraal De Gaulles dooi
de Europese geschiedenis geïnspi
reerde „continentale visie". De Gaul
le droomt van een Europa van de At
lantische Oceaan tot de Oeral. Een
Atlantische wereld, dus een zeer
nauw Westeuropees - Amerikaans sa
mengaan, wijst hij af.
Wat de wereld van nu betreft gaat
Frankrijk er van uit dat de Ameri
kaanse kernwapenbeveiliging voor
Europa onvoldoende betrouwbaar is.
Op grond hieravn bouwt Frankrijk
aan een eigen kernmacht die en
daarvan is generaal De Gaulle zich
bewust nooit de status van die
van Amerika, Rusland en in de ver
dere toekomst wellicht die van China
zal kunnen verwerven. Frankrijk
trekt zich vervolgens terug uit de
militaire organisatie van de NAVO
en gaat dan op eigen houtje een
toenaderingspolitiek tot Rusland en
de overige Oosteuropese landen be
drijven.
Dit laatste, aangevuld met Frank-
rijks activiteiten ten aanzien van bij
voorbeeld het Midden-Oosten, China
en Vietnam, lijkt verdacht veel op
een politiek waarmee bewust ge
streefd wordt naar een vervreemding
tussen de Verenigde Staten en Euro
pa.
Het opklimmen naai de top van
de maatschappelijke ladder, voor
velen van ons een dagelijkse bezig
heid, blijkt vaak een proces van
langzame ontheming te zijn. Niet
omdat het bezit van de zaak het
eind van het vermaak zou zijn,
maar omdat het geen bezit, doch
een verlies Dlijkt te ziin Al klim
mend blijkt men in een steeds dich
tere mist te komen, die doet ver
moeden dat het aan de top louter
duisternis en chaos moet zijn. Naar
gelang het werk in omvang en be
langrijkheid toeneemt schijnt het
aan inhoud te moeten afnemen En
wanneer nu creativiteit altijd het
hoogste genoemd word' in de men
selijke arbeid, dan blijkt dat hoog
tepunt toch volstrekt niet samen
te vallen met de hoogste sport van
de maatschappelijke ladder. Ai ver
voor de top houdt de vegetatie op;
maatschappelijk belangrijk ben je
Pas boven de boomgrens. Dat bete-
is de grote leegte waar alle lijnen
in verloren gaan. Daar werken de
mensen niet. maat klungelen wat.
Om de kruin van de Olympus hangt
een eeuwige mist, die eeuwige on
controleerbaarheid en daarmee te
vredenheid garandeert
Als we het probleem op die ma
nier voorstellen, komen we er
vandaag nog wel uit Maar het is
helaas veel ingewikkelder. Want
hoe komen die mensen daar boven?
Enkelen zijn er ineens, ze schijnen
er geboren te zijn compleet inge
richt met alle bijpassende rituelen
en gedachten. Maai de meesten
klimmen op en passeren op hun
tocht de creatieve fase Dat is de
gelukkigste tijd in hun leven. Niets
is heerlijker dan het uitoefenen van
een ambacht waarin we ons thuis
voelen. Maar dan gebeurt het. De
mensen die hun ambacht het best
en het meest creatief uitoefenen,
worden naar de top gezogen. Ik
kent in feite, dat praten en klun
gelen, vooral klungelen op „be
stuurlijk niveau" maatschappelijk
noger gewaardeerd wordt dan crea-
c!!LVe ailb.fid- Een „hoge" maat
schappelijke positie is meestal een
zeldzaam ingewikkelde en tijdro
vende opeenhoping van onbenul
lige klusjes en representatieve ri
lt e Men moet dt fraseologie
t,.."laats=bappeliike verkeer
meesterlijk hespelen urn dit als het
trekken van grote lijnen, het ne-
m k yan. belangrijke beslissingen
net uitstippelen van visionaire
w!!1011 ïe kunnen verkopen. Dat
er dan nog bij. J moet zaaien
en een gezicht
je wiegend over een
?P de rotsgrond
trekken alsof
vruchtbare akker loopt.
hpptil 2OV0r is de sltuatie al een
Peetje vreemd, maar met wat kwa-
de wil als
tamelijk doorzichtig voor
ijr\ uuoi zicn
e stellen. We zeggen dan gewoon
met de satiricus Louis van Thorn,
«at aan de top de bureaus die aan
voet van de ladder nog overvol
zijn, weer volstrekt leeg zijn Daar
althans verzet mij leger, de gedach
te dat het de slechtsten zijn. En
dan zijn ze door hun creatieve fase
heen en happen de ijle lucht van
boven de boomgrens De goede
bankwerker wordt chef en moet
alsmaar mee aanpraten de geslaag
de docent won't directeur en geeft
vrijwel geen lessen meer, de hard
werkende geleerde wordt profes
sor en ziet zich gestort in een maal
stroom van beslommeringen die al
leen een vlot prater met weten
schap in verband kan brengen Het
maatschappelijke succes van een
artiest bestaat hierin dat de maat
schappij hem als dank voor zijn
creatieve werk zo stevig aan haar
boezem drukt, dat de muze gillend
wegstuift. Hij wordt in een web
van verplichtingen en eerbewijzen
gesponnen zodat hij geen vin meer
kan verroeren. Het loon voor de
creativiteit, waarnaai iedereen
streeft, bestaat hierin dat die crea
tiviteit verder zo goed als onmo
gelijk gemaakt wordt Openlijke er
kenning is een van de vele manie
ren waarop zich manifesterende
creativiteit gesmoord kan worden.
Evengoed als het een vergissing is
te menen dat kunstenaars per se
arm moeten zijn, is het een vergis
sing te menen, dat de beschreven
wijze van erkenning stimulerend
werkt. Want omdat creativiteit en
maatschappelijk aanzien heel ver
schillende dingen blijken te zijn in
onze samenleving, kan het laatste
zeer ontwrichtend op het eerste in
werken. Misschien was het beter
de berg niet boven de boomgrens
te bouwen. Er zit in elk geval iets
grondig scheef wanneer deze ont
wrichting regelmatig plaatsheeft.
De maatschappelijke erkenning die
creatieve mensen omhoog zuigt,
gaat nooit uit van de creativiteit
zelf en haar eigen domein, maar
van iets dat de creatieve mens .ook'
nog heeft behalve zijn creativiteit
De docent zal wel goed kunnen or
ganiseren, de geleerde zal ook wel
een kei zijn in doceren en boven
dien in vergaderen en de gewaar
deerde auteur wordt verondersteld
dol te zijn op het houden van le
zingen en het uitleggen van zijn
eigen werk, terwijl he' toch voor
de hand ligt dat men docent wordt
om te doceren, geleerde om te on
derzoeken èn schrijver om te schrij
ven, niet om te organiseren, ver
gaderen en praten. De waardering
gaat dus niet alleen voorbij aan de
verdiensten van de creatieve mens,
maar ook aan de lust van waaruit
hij zijn werk doet. Zij eist altijd
het offer dat hij zich neerlegt bij
een misverstand en zich beschik
baar stelt voor taken die hem van
uit dat misverstand worden toege
dacht.
En niettemin gebeurt het dat hij
niet weigert dat is ook heel
moeilijk maar dal hij op zijn
nieuwe niveau, zij het met enig
heimwee naar de oude stiel, betel-
voldoet dan de streber die nooit
werkelijk creatiel geweest is. Want
die ziet de creatieve fase al van
tevoren als iets waar je even door
heen moet, maar wat hij liever zou
overslaan Ik geloof dat strebers
daarom zulke nare mensen zijn.
Maar hoe het nu precies zit met
dit probleem en wat eraan gedaan
zou kunnen worden weet ik ook
niet. Ik vond het al een hele hijs
het gesteld te krijgen
Bij Frankrijks houding in de NAVO
vallen bij nadere beschouwing een
drietal punten wel zeer sterk op.
1. Frankrijk blijft lid van het Ver
drag, hetgeen betekent dat
Frankrijk, bij een eventueel con
flict toch altijd met succes een
beroep kan doen op de NAVO-
bondgenoten (artikel 5 van het
verdrag: „een aanval op één van
de partners wordt beschouwd als
een aanval op allen").
2. Voor zijn vloot van Mirage-
atoombommenwerpers en voor
zijn eigen luchtverdediging blijft
Frankrijk aangewezen op Nadge,
het NAVO-luchtverdedigingsstel-
sel. Frankrijk neemt hier ook nog
aan deelt
3. In Frankrijks theorie over de af
schrikkingskracht van zijn kern
bewapening, wordt gespeculeerd
op het in actie komen van de
Amerikaanse kernmacht als de
afschrikking van de Franse Mi-
rage faalt en het inderdaad tot
een nucleair conflict komt tussen
Frankrijk en een met kernwa
pens uitgeruste tegenstander
(Rusland).
De Franse redenering is als volgt:
Het is nauwelijks denkbaar dat de
Verenigde Staten de vernietiging van
zijn eigen steden zal riskeren door
met zijn kernmacht de veiligheid en
onschendbaarheid van zijn Europese
NAVO-bondgenoten te allen tijde te
garanderen. Aan het feit dat de Ame
rikaanse garantie dit in het uiterste
geval wél te zullen doen, nu juist de
kracht van de NAVO is geweest en
dat daardoor West-Europa in de af
gelopen 22 jaar vrij is gebleven van
Russische militaire agressie maar ook
van politieke chantage, gaat Frank
rijk voorbij. Trouwens het jarenlan
ge Amerikaanse pleidooi voor een
„flexible response" heeft Frankrijk
juist gesterkt in zijn overtuiging dat
Amerika zijn steden niet zal prijsge
ven aan de vernietiging om wille
van welk Europees belang dan ook.
Frankrijk gelooft daarom dat de
Europese en Franse belangen beter
zijn gediend met een Europese of
Franse kernmacht. Frankrijk acht
een eventuele Franse atoomvergel
ding in de ogen van de Russen ge
loofwaardiger dan een Amerikaanse.
Nu is het zo dat de Franse kern
macht over een uitgesproken gebrek
kig transportsysteem (de overigens
op zich voortreffelijke Mirage IV-
bommenwerpers) beschikt dat nau
welijks kansen heeft door te dringen
tot boven Sovjetrussisohe steden of
militaire doelen. Pas in de zeventiger
jaren zal Frankrijk over kernraket
ten (in onderzeeboten en in onder
grondse silo's beschikken). Maar dan
is de dreiging van de Franse kern
macht voor de grote kernmogenid-
heden nauwelijks méér reëel dan nu.
Zowel in Amerika als in Rusland
worden nu al vele miljoenen uitgege
ven aan afweersystemen die gericht
zijn op eikaars massale kern
capaciteit. Daarnaast worden in bei
de landen op dit moment anti-raket
gordels gebouwd die naar men
zegt uitsluitend bedoeld zijn te
gen eventuele atoomchantage van de
zijde van tweederangs atoommo-
gendheden als Frankrijk en China
Voor de verdediging tegen eik
aars kernwapens zijn ze in elk ge
val verre van voldoende.
De Fransen gaan er niettemin van
uit dat de Force de Frappe bijvoor
beeld Rusland ervan zal weerhouden
Frankrijk militair aan te pakken. Al
komen er maar enkele Mirages (van
de in totaal 60) boven hun doelen
dan zal dit nog een afschrikking be
tekenen. Maar de Sovjet-Unie heeft
een veel grotere capaciteit dan
Frankrijk, dat bovendien na de eer
ste klap uitgedeeld te hebben waar
schijnlijk al is uitgeteld. De Russen
zouden dus kunnen besluiten tol een
beperkte kernvergelding tegen
Frankrijk over te gaan. Zelfs al zou
Frankrijk dan nogmaals een atoom-
klap kunnen uitdelen, blijft vast
staan dat de Sovjet-Unie dit lugube
re spel van een beperkt atoomcon
flict het langst kan volhouden. On
der deze vaststelling kan geen Frans
man onderuit. Dan komt de merk
waardige kronkel in de Franse re
denering: Rusland zal nooit grote
risico's durven nemen omdat de
Amerikaanse atoomdreiging altijd op
de achtergrond staat! Met andere
woorden: Frankrijk speelt dus kern
macht onder de Amerikaanse atoom
paraplu.
Op het eerste oog biedt deze poli
tiek mogelijkheden. Rusland wordt
weerhouden van een aanval op
Frankrijk door de (uiteindelijke)
dreiging van de Amerikaanse kern
macht. Dat dit op chantage van
Franse kant lijkt (immers: Amerika
wordt op die manier in een atoom
conflict gelokt door een eventuele
Franse vergelding op Rusland) zal
de Fransen misschien niet deren,
maar de Russen en Amerikanen wel.
Het is niet toevallig dat met het
groeien van de tweederangs kern-
mogendheden Frankrijk en China
(Engeland neemt een wat andere
positie in) juist nu Rusland en Ame
rika elkaar hebben gevonden in hun
voorstel inzake een verdrag tegen de
verspreiding van kernwapens (non-
proliferatie).
Het ligt nogal voor de hand dat
de Verenigde Staten en de Sovjet-
Unie eerder met elkaar zuilen gaan
praten dan zich door Frankrijk voor
het atoomblok te laten zetten. Ameri
ka en Rusland zouden dan waar
schijnlijk afspreken dat in het con
flict, laten we zeggen, tussen Frank
rijk en Rusland. Amerika afzijdig zou
blijven, en dat Amerika dit tevoren
ook ondubbelzinnig zou laten blij
ken. Men krijgt dan het omgekeerde
van wat Frankrijk zegt te beogen:
De grote machten maken afspraken
óver Europa (Frankrijk) maar dan
wel zónder ditzelfde Europa (of
Frankrijk).
Iets dergelijks geldt ook ten aan
zien van de Franse visie op de al
gehele atoombeveiliging. Zoals he
kend is Frankrijk tegen het non
proliferatieverdrag. Het neemt noch
aan de besprekingen deel, noch zal
het zijn handtekening plaatsen on
der het verdrag, als het er komt.
Frankrijk ziet alle heil in een al
of niet beperkte (daarover wordt in
Frankrijk van mening verschild)
verspreiding van kernwapens. Het
einde van zo'n ontwikkeling is na
tuurlijk een algehele verspreiding
van kernwapens over alle landen.
Eik land zal dan zo menen de
Fransen wel oppassen geen kern
wapens te gebruiken omdat onher
roepelijk atoomvergelding zal vol
gen (een veelpolig machtsevenwicht
in plaats van het nu bestaande twee-
polige). Dat deze Franse visie op
baarlijke nonsens lijkt, blijkt al wan
neer men in aanmerking neemt dat
er alle mogelijke soorten van regi
mes. en lang niet allemaal even in
teger of meedogend of fatsoenlijk,
op de wereld bestaan. Bovendien
geldt voor een nucleair primitief be
wapend land wél dat de eerste klap
een daalder waard is (hetgeen niet
meer opgaat voor bijvoorbeeld het
Amerikaans-Russische evenwicht
„second strike capability"). De
Franse „visie" lijkt daarom veeleer
op een redenering die is opgezet om
de wérkelijke reden van Frankrijks
afwezigheid bij de onderhandelingen
over de non-proliferatie te maskeren.
De reden namelijk dat Frankrijk on
gebonden wil doorbouwen aan zijn
eigen Force de Frappe.
Het feit dat Amerika noch Rus
land zich in nucleaire aangelegenhe
den door Frankrijk (of welk land dan
ook) zal laten chanteren én het on
ontkoombare feit dat elke regeling
en oplossing in Europa afhankelijk
is van Amerikaans-Russische in
stemming, pleiten voor samenwer
king in Atlantisch verband. Te beho
ren tot één van de partijen die het
uiteindelijk wezenlijk voor het zeg
gen hebben, biedt meer mogelijkhe
den tot forse Europese en dus ook
Franse inspraak dan de door de
Fransen beoogde wip-positie die het
mogelijk zou moeten maken van
twee wallen te eten en de twee gro
ten tegen elkaar uit te spelen. Sinds
de Cuba-crisis hebben verschillende
gebeurtenissen overduidelijk aange
toond dat indien derden de beide
super-machten tegen elkaar ti ach
ten uit te spelen, deze twee elkaar
gaan raadplegen, zodra de situatie
kritiek wordt. Dat ligt ook voor de
hand. Nergens beter dan m Moskou
en Washington, wordt beseft wat de
consequenties zijn van een conflict
tussen beiden. De kans dat Rusland
en Amerika zich door anderen in
een nucleair conflict laten drijven
is haast ondenkbaar geworden en dit
ontneemt aan een politiek als de
Franse ten enenmale enige speel
ruimte, zodra de zaken op de spits
gedreven zijn.
De Franse opvattingen, voor zover
niet-nationaiistisch en Frans-cen
trisch, in elk geval gericht op afzon
derlijke militaire organisatie per
land en een gescheiden politiek op
treden tegenove de Sovjet-Unie en
de overige Oosteuropese landen, lei
den tot desintegratie van de weste
lijke alliantie.
Dat deze opvattingen buiten Frank
rijk weinig steun (maar in de Bonds
republiek wellicht ooit nog eens on
gezond veel belangstelling) onder
vinden kan als een hoopvol teken
voor het Atlantisch bondgenootschap
worden beschouwd. Bovendien blijft
de mogelijkheid groot dat oij een
heengaan van de al bejaarde gene
raal De Gaulle, de Franse politiek
ook zijn Gauillistisch stempel ge
leidelijk verliest.
De situatie in de wereld is verre
van veilig, al is er dan in Europa
sprake van een ontspaning. Wat
Europa zelf betreft: deze ontspan
ning is er bij de gratie van een zorg
vuldig in stand gehouden machts
evenwicht tussen de Sovjet-Unie en
Amerika. Van de ontspanning kan
gebruik gemaakt worden door de
beide supermogendheden om nader
tot elkaar te komen. Men moet niet
over het hoofd zien dat de Russisch-
Amerikaanse atoomparaplu niet be
hoeft te verhinderen dat deze aar
zelend op gang komende samen
spraak óók perspectieven biedt voor
de vrede en de veiligheid in dit we
relddeel. Ook al liggen beide wereld
machten elkaar niet om de hals, ook
al zal nog lang niet begonnen wor
den met een wederzijdse kernwapen,
beperking. Daartoe zijn een aantal
factoren buiten het Amerikaans-Rus
sische krachtveld, die in het komen
de decennium wellicht al in alle he
vigheid aan de dag zullen treden
(China bijvoorbeeld) nog veel te on
zeker.
Wel is de situatie zo dat Rusland
en Amerika ook in Europa het laat
ste woord zullen hebben en ook al
zullen ze elkaar niet met atoombom
men bestoken, dan zal 't gevecht om
overeenstemming hard zijn. De elk
aar in evenwicht houdende machten
praten niet omdat zij elkaar zo
vriendelijk gezind zijn, maar omdat
er weinig anders nog te doen is dan
praten. Het blijft daarbij echter ook
om essentiële Europese zaken gaan.
President Johnsons openlijke verkla
ring dat de Duitse hereniging geen
voorwaarde voor een oost-west-ont
spanning meer is maar eventueel de
bezegeling daarvan, is onthullend
voor de mate waarin de supermach
ten beslissen over Europese zaken.
Het is dus niet alleen opportuun
voor West-Europa om lid te zijn van
een hecht Atlantisch bondgenoot
schap met het oog op de inspraak,
maar bovendien evident omdat al
leen een eensgezind Westeuropees
optreden in het kader van een West
europees-Amerikaanse gemeenschap,
waarborgen biedt voor een zo Euro
pees mogelijke oplosing van Euro
pese problemen.
Een gescheiden optreden van een
als los zand aan elkaar hangend Eu
ropa der vaderlanden zal de Russen
slechts verleiden Amerika's positie
in Europa te verzwakken, of Ameri
ka ervan te vervreemden. Het biedt
Moskou bovendien mogelijkheden te
over Europese landen tegen elkaar
uit te spelen- om dan tenslotte
over de hoofden van de kibbelende
Europeanen heen met Amerika de
beslissingen te nemen.
Vanuit dit standpunt gezien is de
Franse politiek noch in het belang
van Europa, noch in het belang van
een duurzame Europese vrede.
W. J. E. KOCK
(ADVERTENTIE)
s
s