Frankrijk: de consequente dwarsligger in Europa VOORBIJ DE BOOMGRENS De Gaulle desintegreert bewust bondgenootschap Alternatief voor „de Vijf" man die kwam, zag en vertrok DR. CORN. VERHOEVEN DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 16 DECEMBER 1967 N0N-PR0LIFERATIE WIP-P0SITIE ONTSPANNING voor uw Uw Kerk 100 procent, dank zij uw 1 procent N PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGENI. PINGEN PEIUNGEN PEIUNGEN^ PEILINGEN PEILINGENPEIU EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILIIGEN PEILINGEN„„PEILINGEN.PEILINGEN PEILINGENPEIUNiGEN gILINGEN ^tn.1 topE,UNGEN PEILINGEN PEIL I4GEN JEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN'PINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PfclLlNt*tN PEILINGEN PEILINGEN PEIL PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIILINGEN PEILINGEN peiliinucin e ministers van buitenlandse zaken van Italië, West-Duitsland en de Ij drie Beneluxlanden zijn gisteren bijeen geweest om vooroverleg te plegen over de maandag te beginnen vergadering van de E.E.G.- ministerraad. Dit is opvallend, omdat de Westduitse minister Brandt zich tevoren uitdrukkelijk tegen een dergelijk vooroverleg dat in de ogen van De Gaulle op een soort anti-Franse conspiratie moet lijken had uitgesproken. Maandag zal definitief blijken of de Vijf alsnog tot een gemeenschap pelijk standpunt zijn gekomen inzake de toetreding van Engeland tot de E.E.G. Zo ja, dan zal het gesprek in Brussel hard worden. Een crisis in de E.E.G. moet daarbij niet worden uitgesloten, al zijn er mogelijkheden om die te omzeilen of uit te stellen tot na nieuwjaar. Het is opmerkelijk dat de door de staat gecontroleerde en geïnspireerde Franse televisie en radio èn de Gaullistische pers al dagenlang met nadruk wijzen op de moeilijkheden die zich volgende week in Brussel zouden kunnen gaan voordoen. Men vraagt zich af of dit soms een methode is om het Franse volk voor te bereiden op een E.E.G.-crisis of -breuk. In dit verband valt ook op de bereidheid van minister Couve de Murville zijn handtekening te plaatsen onder het deze week opgestelde NAVO- document over de politieke taak van het bondgenootschap. Dit betekent in feite een onverwacht grote tegemoetkomendheid van de zijde van Frankrijk, omdat De Gaulle fel gekant is tegen in NAVO-verband bedreven gezamenlijke politiek. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat De Gaulle, die om redenen welke in een beschouwing elders op deze pagina worden uiteengezet, in 1969 het NAVO-verdrag toch niet zal willen opzeggen, deze concessie heeft gedaan vanwege zijn voornemen desnoods in de E.E.G. een crisis te forceren. Twee crisissen is natuurlijk ook Frankrijk te veel. Feit is dat het De Gaulle is die, als het op het torpederen van de E.E.G. aankomt, het verst zal willen gaan van alle zes. Daarom moeten de vijf behalve eensgezind ook sterk staan en dat kan alleen met behulp van een alternatief. Hoe zou dat er uitzien? Een E.E.G. zonder Frankrijk, maar met Engeland en enkele anderen? Het lijkt een ver gezochte constructie, maar een die te verwezenlijken zou zijn en die voor De Gaulle allesbehalve aangename perspectieven opent. In elk geval zal het een krachtig alternatief moeten zijn waarvan de consequenties even ver gaan als De Gaulle bereid is te gaan in zijn destructieve strijd om zijn gelijk. Zo niet, dan staaf de uitslag wel vast en blijft Engeland voorlopig in de wachtkamer. De jeugdige Amerikaanse professor in de stadsplanologie, David A. Jokinen, vertrekt weer naar Amerika< na, evenals de vorige keer in 1963, een storm ontketend te hebben onder Nederlandse planologen, gemeentebestuurders en verkeersdeskundigen. David A. Jokinens sensationele en ogenschijnlijk rechtstreeks uit de mouw geschudde plannen voor Amsterdam, Deventer en Maastricht, zijn door de bedachtzame Nederlandse planners gekraakt en in sommige ge vallen weggehoond. Jokinen is hierdoor in het minst niet gestoord. Als de man die weet dat men nog eens van hem zal zeggen: Die Jokinen, die had waarachtig gelijk, hadden we maar naar hem geluisterd; vertrekt hij welgemutst naar Ter- nessee, om daar volgens eigen recept een moderne stad voor 20.000 mensen weg te zetten. Daarbij is de bolwangige en op luchtige toon plan netjes spuiende Jokinen ook nog wel zo vriendelijk om op te merken dat „de toekomst voor Nederland niet hopeloos is". Men kan zich voorstellen dat onze zeergeleerde deskundigen wat wan trouwig tegen Jokinen staan aan te kijken. Daarbij is de man nog erg jong. Hij was 23 toen hij afstudeerde als city-planner. Aan Jokinen is niets gewichtigs. Hij praat zoals iedereen in Europa altijd al gedacht heeft dat Amerikanen praten, luid, bluffend en voor de vuist weg. Hij annonceert de meest ingrijpende stadsplannen alsof het kwinkslagen zijn, gedebiteerd aan de toog van zijn stamcafé. Zo'n man kan doodeenvoudig niet serieus genomen worden. Een intellectueel die werkenlijk van wanten weet ge draagt zich zo toch niet Is dat zo Is de tijd van voorbereiding die een plan vergt bepalend voor de kwaliteit ervan Is de mate van gewichtigheid en dodelijke ernst, waarmee de planoloog van stadhuis naar stadhuis trekt, eveneens bepalend voor de kwaliteit Ook in het bedrijfsleven heeft men ervaren dat er een hemelsbreed verschil moet bestaan tussen de sfeer in een Amerikaanse directiekamer en die in een Nederlandse. Maar niettemin kunnen deze „losse, bluffende jongens zaken doen. Ook dat heeft hef bedrijfsleven ervaren. De ongemeen felle kritiek die Jokinens plannen hebben geoogst en de onrust die hij er mee wist te zaaien, lijken op de reactie op een revolutie. Het kan best zijn dat de Nederlandse deskundigen volkomen gelijk hebben als ze zeggen dat Jokinens plannen waardeloos zijn, maar het is opmerke lijk dat deze mannen, die voor hun eigen plannen altijd zo geweldig vee tijd nodig hebben, dit zo snél hebben gezien. De Gaulle als een borstbeeld van een Romeinse keizer. Zo beeld de trefzeker Rernhard Safran de Franse president uit op een om slag van het weekblad TIME. S' *ê-/££wk Deze dagen is Brussel weer eens het middelpunt van de westelijke wereld. E.E.G. en N.A.V-O. houden er hun conferenties. Een groot deel van de problemen waarmee beide orga nisaties worstelen, wordt veroorzaakt door de Franse politiek, die sterk afwijkend en nationalistisch ais zij is, de desintegratie van de westelijke alliantie in de hand werkt. In bijgaande beschouwing analiseert een onzer redacteuren enkele aspecten van de Franse politiek, voorzover betrekking hebbend op de veiligheid in Eu ropa, de kansen van deze politiek en de mogelijke ge volgen ervan voor het westelijk bondgenootschap dat overigens nog wel degelijk zin heeft, zoals deze week tijdens de NAVO-conferentie nog eens duidelijk is on derstreept. President Charles de Gaulle is al dikwijls afgeschilderd als een rancu neuze oude heer die de Britten haat en wantrouwt en de Amerikanen .hun kracht en macht misgunt. Op zijn rancuneuze gevoelens zou dan voor een deel zijn eigenzinnige Europese en wereldpolitiek rusten. Dit is natuurlijk niet waar. Frankrijk en dat is op de dag van vandaag De Gaulle heeft wel degelijk een eigen politieke conceptie. Die conceptie ls er een uit de vo rige eeuw en machtspolitiek is er, met name ten aanzien van de EEG, een belangrijk aspect van. Frankrijk legt er bij het verklaren van zijn politiek altijd de nadruk op dat het uitgaat van een wereld zoals die nu is en niet zoals alle fatsoen lijke mensen en dus ook Frankrijk menen dat die zou moeten zijn. Op lange termijn staat in de Fran, se politiek centraal De Gaulles dooi de Europese geschiedenis geïnspi reerde „continentale visie". De Gaul le droomt van een Europa van de At lantische Oceaan tot de Oeral. Een Atlantische wereld, dus een zeer nauw Westeuropees - Amerikaans sa mengaan, wijst hij af. Wat de wereld van nu betreft gaat Frankrijk er van uit dat de Ameri kaanse kernwapenbeveiliging voor Europa onvoldoende betrouwbaar is. Op grond hieravn bouwt Frankrijk aan een eigen kernmacht die en daarvan is generaal De Gaulle zich bewust nooit de status van die van Amerika, Rusland en in de ver dere toekomst wellicht die van China zal kunnen verwerven. Frankrijk trekt zich vervolgens terug uit de militaire organisatie van de NAVO en gaat dan op eigen houtje een toenaderingspolitiek tot Rusland en de overige Oosteuropese landen be drijven. Dit laatste, aangevuld met Frank- rijks activiteiten ten aanzien van bij voorbeeld het Midden-Oosten, China en Vietnam, lijkt verdacht veel op een politiek waarmee bewust ge streefd wordt naar een vervreemding tussen de Verenigde Staten en Euro pa. Het opklimmen naai de top van de maatschappelijke ladder, voor velen van ons een dagelijkse bezig heid, blijkt vaak een proces van langzame ontheming te zijn. Niet omdat het bezit van de zaak het eind van het vermaak zou zijn, maar omdat het geen bezit, doch een verlies Dlijkt te ziin Al klim mend blijkt men in een steeds dich tere mist te komen, die doet ver moeden dat het aan de top louter duisternis en chaos moet zijn. Naar gelang het werk in omvang en be langrijkheid toeneemt schijnt het aan inhoud te moeten afnemen En wanneer nu creativiteit altijd het hoogste genoemd word' in de men selijke arbeid, dan blijkt dat hoog tepunt toch volstrekt niet samen te vallen met de hoogste sport van de maatschappelijke ladder. Ai ver voor de top houdt de vegetatie op; maatschappelijk belangrijk ben je Pas boven de boomgrens. Dat bete- is de grote leegte waar alle lijnen in verloren gaan. Daar werken de mensen niet. maat klungelen wat. Om de kruin van de Olympus hangt een eeuwige mist, die eeuwige on controleerbaarheid en daarmee te vredenheid garandeert Als we het probleem op die ma nier voorstellen, komen we er vandaag nog wel uit Maar het is helaas veel ingewikkelder. Want hoe komen die mensen daar boven? Enkelen zijn er ineens, ze schijnen er geboren te zijn compleet inge richt met alle bijpassende rituelen en gedachten. Maai de meesten klimmen op en passeren op hun tocht de creatieve fase Dat is de gelukkigste tijd in hun leven. Niets is heerlijker dan het uitoefenen van een ambacht waarin we ons thuis voelen. Maar dan gebeurt het. De mensen die hun ambacht het best en het meest creatief uitoefenen, worden naar de top gezogen. Ik kent in feite, dat praten en klun gelen, vooral klungelen op „be stuurlijk niveau" maatschappelijk noger gewaardeerd wordt dan crea- c!!LVe ailb.fid- Een „hoge" maat schappelijke positie is meestal een zeldzaam ingewikkelde en tijdro vende opeenhoping van onbenul lige klusjes en representatieve ri lt e Men moet dt fraseologie t,.."laats=bappeliike verkeer meesterlijk hespelen urn dit als het trekken van grote lijnen, het ne- m k yan. belangrijke beslissingen net uitstippelen van visionaire w!!1011 ïe kunnen verkopen. Dat er dan nog bij. J moet zaaien en een gezicht je wiegend over een ?P de rotsgrond trekken alsof vruchtbare akker loopt. hpptil 2OV0r is de sltuatie al een Peetje vreemd, maar met wat kwa- de wil als tamelijk doorzichtig voor ijr\ uuoi zicn e stellen. We zeggen dan gewoon met de satiricus Louis van Thorn, «at aan de top de bureaus die aan voet van de ladder nog overvol zijn, weer volstrekt leeg zijn Daar althans verzet mij leger, de gedach te dat het de slechtsten zijn. En dan zijn ze door hun creatieve fase heen en happen de ijle lucht van boven de boomgrens De goede bankwerker wordt chef en moet alsmaar mee aanpraten de geslaag de docent won't directeur en geeft vrijwel geen lessen meer, de hard werkende geleerde wordt profes sor en ziet zich gestort in een maal stroom van beslommeringen die al leen een vlot prater met weten schap in verband kan brengen Het maatschappelijke succes van een artiest bestaat hierin dat de maat schappij hem als dank voor zijn creatieve werk zo stevig aan haar boezem drukt, dat de muze gillend wegstuift. Hij wordt in een web van verplichtingen en eerbewijzen gesponnen zodat hij geen vin meer kan verroeren. Het loon voor de creativiteit, waarnaai iedereen streeft, bestaat hierin dat die crea tiviteit verder zo goed als onmo gelijk gemaakt wordt Openlijke er kenning is een van de vele manie ren waarop zich manifesterende creativiteit gesmoord kan worden. Evengoed als het een vergissing is te menen dat kunstenaars per se arm moeten zijn, is het een vergis sing te menen, dat de beschreven wijze van erkenning stimulerend werkt. Want omdat creativiteit en maatschappelijk aanzien heel ver schillende dingen blijken te zijn in onze samenleving, kan het laatste zeer ontwrichtend op het eerste in werken. Misschien was het beter de berg niet boven de boomgrens te bouwen. Er zit in elk geval iets grondig scheef wanneer deze ont wrichting regelmatig plaatsheeft. De maatschappelijke erkenning die creatieve mensen omhoog zuigt, gaat nooit uit van de creativiteit zelf en haar eigen domein, maar van iets dat de creatieve mens .ook' nog heeft behalve zijn creativiteit De docent zal wel goed kunnen or ganiseren, de geleerde zal ook wel een kei zijn in doceren en boven dien in vergaderen en de gewaar deerde auteur wordt verondersteld dol te zijn op het houden van le zingen en het uitleggen van zijn eigen werk, terwijl he' toch voor de hand ligt dat men docent wordt om te doceren, geleerde om te on derzoeken èn schrijver om te schrij ven, niet om te organiseren, ver gaderen en praten. De waardering gaat dus niet alleen voorbij aan de verdiensten van de creatieve mens, maar ook aan de lust van waaruit hij zijn werk doet. Zij eist altijd het offer dat hij zich neerlegt bij een misverstand en zich beschik baar stelt voor taken die hem van uit dat misverstand worden toege dacht. En niettemin gebeurt het dat hij niet weigert dat is ook heel moeilijk maar dal hij op zijn nieuwe niveau, zij het met enig heimwee naar de oude stiel, betel- voldoet dan de streber die nooit werkelijk creatiel geweest is. Want die ziet de creatieve fase al van tevoren als iets waar je even door heen moet, maar wat hij liever zou overslaan Ik geloof dat strebers daarom zulke nare mensen zijn. Maar hoe het nu precies zit met dit probleem en wat eraan gedaan zou kunnen worden weet ik ook niet. Ik vond het al een hele hijs het gesteld te krijgen Bij Frankrijks houding in de NAVO vallen bij nadere beschouwing een drietal punten wel zeer sterk op. 1. Frankrijk blijft lid van het Ver drag, hetgeen betekent dat Frankrijk, bij een eventueel con flict toch altijd met succes een beroep kan doen op de NAVO- bondgenoten (artikel 5 van het verdrag: „een aanval op één van de partners wordt beschouwd als een aanval op allen"). 2. Voor zijn vloot van Mirage- atoombommenwerpers en voor zijn eigen luchtverdediging blijft Frankrijk aangewezen op Nadge, het NAVO-luchtverdedigingsstel- sel. Frankrijk neemt hier ook nog aan deelt 3. In Frankrijks theorie over de af schrikkingskracht van zijn kern bewapening, wordt gespeculeerd op het in actie komen van de Amerikaanse kernmacht als de afschrikking van de Franse Mi- rage faalt en het inderdaad tot een nucleair conflict komt tussen Frankrijk en een met kernwa pens uitgeruste tegenstander (Rusland). De Franse redenering is als volgt: Het is nauwelijks denkbaar dat de Verenigde Staten de vernietiging van zijn eigen steden zal riskeren door met zijn kernmacht de veiligheid en onschendbaarheid van zijn Europese NAVO-bondgenoten te allen tijde te garanderen. Aan het feit dat de Ame rikaanse garantie dit in het uiterste geval wél te zullen doen, nu juist de kracht van de NAVO is geweest en dat daardoor West-Europa in de af gelopen 22 jaar vrij is gebleven van Russische militaire agressie maar ook van politieke chantage, gaat Frank rijk voorbij. Trouwens het jarenlan ge Amerikaanse pleidooi voor een „flexible response" heeft Frankrijk juist gesterkt in zijn overtuiging dat Amerika zijn steden niet zal prijsge ven aan de vernietiging om wille van welk Europees belang dan ook. Frankrijk gelooft daarom dat de Europese en Franse belangen beter zijn gediend met een Europese of Franse kernmacht. Frankrijk acht een eventuele Franse atoomvergel ding in de ogen van de Russen ge loofwaardiger dan een Amerikaanse. Nu is het zo dat de Franse kern macht over een uitgesproken gebrek kig transportsysteem (de overigens op zich voortreffelijke Mirage IV- bommenwerpers) beschikt dat nau welijks kansen heeft door te dringen tot boven Sovjetrussisohe steden of militaire doelen. Pas in de zeventiger jaren zal Frankrijk over kernraket ten (in onderzeeboten en in onder grondse silo's beschikken). Maar dan is de dreiging van de Franse kern macht voor de grote kernmogenid- heden nauwelijks méér reëel dan nu. Zowel in Amerika als in Rusland worden nu al vele miljoenen uitgege ven aan afweersystemen die gericht zijn op eikaars massale kern capaciteit. Daarnaast worden in bei de landen op dit moment anti-raket gordels gebouwd die naar men zegt uitsluitend bedoeld zijn te gen eventuele atoomchantage van de zijde van tweederangs atoommo- gendheden als Frankrijk en China Voor de verdediging tegen eik aars kernwapens zijn ze in elk ge val verre van voldoende. De Fransen gaan er niettemin van uit dat de Force de Frappe bijvoor beeld Rusland ervan zal weerhouden Frankrijk militair aan te pakken. Al komen er maar enkele Mirages (van de in totaal 60) boven hun doelen dan zal dit nog een afschrikking be tekenen. Maar de Sovjet-Unie heeft een veel grotere capaciteit dan Frankrijk, dat bovendien na de eer ste klap uitgedeeld te hebben waar schijnlijk al is uitgeteld. De Russen zouden dus kunnen besluiten tol een beperkte kernvergelding tegen Frankrijk over te gaan. Zelfs al zou Frankrijk dan nogmaals een atoom- klap kunnen uitdelen, blijft vast staan dat de Sovjet-Unie dit lugube re spel van een beperkt atoomcon flict het langst kan volhouden. On der deze vaststelling kan geen Frans man onderuit. Dan komt de merk waardige kronkel in de Franse re denering: Rusland zal nooit grote risico's durven nemen omdat de Amerikaanse atoomdreiging altijd op de achtergrond staat! Met andere woorden: Frankrijk speelt dus kern macht onder de Amerikaanse atoom paraplu. Op het eerste oog biedt deze poli tiek mogelijkheden. Rusland wordt weerhouden van een aanval op Frankrijk door de (uiteindelijke) dreiging van de Amerikaanse kern macht. Dat dit op chantage van Franse kant lijkt (immers: Amerika wordt op die manier in een atoom conflict gelokt door een eventuele Franse vergelding op Rusland) zal de Fransen misschien niet deren, maar de Russen en Amerikanen wel. Het is niet toevallig dat met het groeien van de tweederangs kern- mogendheden Frankrijk en China (Engeland neemt een wat andere positie in) juist nu Rusland en Ame rika elkaar hebben gevonden in hun voorstel inzake een verdrag tegen de verspreiding van kernwapens (non- proliferatie). Het ligt nogal voor de hand dat de Verenigde Staten en de Sovjet- Unie eerder met elkaar zuilen gaan praten dan zich door Frankrijk voor het atoomblok te laten zetten. Ameri ka en Rusland zouden dan waar schijnlijk afspreken dat in het con flict, laten we zeggen, tussen Frank rijk en Rusland. Amerika afzijdig zou blijven, en dat Amerika dit tevoren ook ondubbelzinnig zou laten blij ken. Men krijgt dan het omgekeerde van wat Frankrijk zegt te beogen: De grote machten maken afspraken óver Europa (Frankrijk) maar dan wel zónder ditzelfde Europa (of Frankrijk). Iets dergelijks geldt ook ten aan zien van de Franse visie op de al gehele atoombeveiliging. Zoals he kend is Frankrijk tegen het non proliferatieverdrag. Het neemt noch aan de besprekingen deel, noch zal het zijn handtekening plaatsen on der het verdrag, als het er komt. Frankrijk ziet alle heil in een al of niet beperkte (daarover wordt in Frankrijk van mening verschild) verspreiding van kernwapens. Het einde van zo'n ontwikkeling is na tuurlijk een algehele verspreiding van kernwapens over alle landen. Eik land zal dan zo menen de Fransen wel oppassen geen kern wapens te gebruiken omdat onher roepelijk atoomvergelding zal vol gen (een veelpolig machtsevenwicht in plaats van het nu bestaande twee- polige). Dat deze Franse visie op baarlijke nonsens lijkt, blijkt al wan neer men in aanmerking neemt dat er alle mogelijke soorten van regi mes. en lang niet allemaal even in teger of meedogend of fatsoenlijk, op de wereld bestaan. Bovendien geldt voor een nucleair primitief be wapend land wél dat de eerste klap een daalder waard is (hetgeen niet meer opgaat voor bijvoorbeeld het Amerikaans-Russische evenwicht „second strike capability"). De Franse „visie" lijkt daarom veeleer op een redenering die is opgezet om de wérkelijke reden van Frankrijks afwezigheid bij de onderhandelingen over de non-proliferatie te maskeren. De reden namelijk dat Frankrijk on gebonden wil doorbouwen aan zijn eigen Force de Frappe. Het feit dat Amerika noch Rus land zich in nucleaire aangelegenhe den door Frankrijk (of welk land dan ook) zal laten chanteren én het on ontkoombare feit dat elke regeling en oplossing in Europa afhankelijk is van Amerikaans-Russische in stemming, pleiten voor samenwer king in Atlantisch verband. Te beho ren tot één van de partijen die het uiteindelijk wezenlijk voor het zeg gen hebben, biedt meer mogelijkhe den tot forse Europese en dus ook Franse inspraak dan de door de Fransen beoogde wip-positie die het mogelijk zou moeten maken van twee wallen te eten en de twee gro ten tegen elkaar uit te spelen. Sinds de Cuba-crisis hebben verschillende gebeurtenissen overduidelijk aange toond dat indien derden de beide super-machten tegen elkaar ti ach ten uit te spelen, deze twee elkaar gaan raadplegen, zodra de situatie kritiek wordt. Dat ligt ook voor de hand. Nergens beter dan m Moskou en Washington, wordt beseft wat de consequenties zijn van een conflict tussen beiden. De kans dat Rusland en Amerika zich door anderen in een nucleair conflict laten drijven is haast ondenkbaar geworden en dit ontneemt aan een politiek als de Franse ten enenmale enige speel ruimte, zodra de zaken op de spits gedreven zijn. De Franse opvattingen, voor zover niet-nationaiistisch en Frans-cen trisch, in elk geval gericht op afzon derlijke militaire organisatie per land en een gescheiden politiek op treden tegenove de Sovjet-Unie en de overige Oosteuropese landen, lei den tot desintegratie van de weste lijke alliantie. Dat deze opvattingen buiten Frank rijk weinig steun (maar in de Bonds republiek wellicht ooit nog eens on gezond veel belangstelling) onder vinden kan als een hoopvol teken voor het Atlantisch bondgenootschap worden beschouwd. Bovendien blijft de mogelijkheid groot dat oij een heengaan van de al bejaarde gene raal De Gaulle, de Franse politiek ook zijn Gauillistisch stempel ge leidelijk verliest. De situatie in de wereld is verre van veilig, al is er dan in Europa sprake van een ontspaning. Wat Europa zelf betreft: deze ontspan ning is er bij de gratie van een zorg vuldig in stand gehouden machts evenwicht tussen de Sovjet-Unie en Amerika. Van de ontspanning kan gebruik gemaakt worden door de beide supermogendheden om nader tot elkaar te komen. Men moet niet over het hoofd zien dat de Russisch- Amerikaanse atoomparaplu niet be hoeft te verhinderen dat deze aar zelend op gang komende samen spraak óók perspectieven biedt voor de vrede en de veiligheid in dit we relddeel. Ook al liggen beide wereld machten elkaar niet om de hals, ook al zal nog lang niet begonnen wor den met een wederzijdse kernwapen, beperking. Daartoe zijn een aantal factoren buiten het Amerikaans-Rus sische krachtveld, die in het komen de decennium wellicht al in alle he vigheid aan de dag zullen treden (China bijvoorbeeld) nog veel te on zeker. Wel is de situatie zo dat Rusland en Amerika ook in Europa het laat ste woord zullen hebben en ook al zullen ze elkaar niet met atoombom men bestoken, dan zal 't gevecht om overeenstemming hard zijn. De elk aar in evenwicht houdende machten praten niet omdat zij elkaar zo vriendelijk gezind zijn, maar omdat er weinig anders nog te doen is dan praten. Het blijft daarbij echter ook om essentiële Europese zaken gaan. President Johnsons openlijke verkla ring dat de Duitse hereniging geen voorwaarde voor een oost-west-ont spanning meer is maar eventueel de bezegeling daarvan, is onthullend voor de mate waarin de supermach ten beslissen over Europese zaken. Het is dus niet alleen opportuun voor West-Europa om lid te zijn van een hecht Atlantisch bondgenoot schap met het oog op de inspraak, maar bovendien evident omdat al leen een eensgezind Westeuropees optreden in het kader van een West europees-Amerikaanse gemeenschap, waarborgen biedt voor een zo Euro pees mogelijke oplosing van Euro pese problemen. Een gescheiden optreden van een als los zand aan elkaar hangend Eu ropa der vaderlanden zal de Russen slechts verleiden Amerika's positie in Europa te verzwakken, of Ameri ka ervan te vervreemden. Het biedt Moskou bovendien mogelijkheden te over Europese landen tegen elkaar uit te spelen- om dan tenslotte over de hoofden van de kibbelende Europeanen heen met Amerika de beslissingen te nemen. Vanuit dit standpunt gezien is de Franse politiek noch in het belang van Europa, noch in het belang van een duurzame Europese vrede. W. J. E. KOCK (ADVERTENTIE) s s

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 17