De parels voor de ijsprinses
Ja
ge
aar
still
Onze
DAGBLAD DE STEM VAN WOENSDAG 13 DECEMBER 1967
Pianoles
Lui
Slordig
Lief
BAMBI
Hallo, jongens en meisjes
EEN GEK
VERSJE
DE MAAN
Ateh
Twin.)
Elke avond om kwart voor ze»
heeft Leentje van Dongen pianoles
Ze vindt het niet leuk,
en ze kan het niet goed
maar vader zegt: „Spelen, het moet".
Dan komt mejuffrouw Aagje aangeflest
dat is de pianolerares.
Eerst speelt ze een stukje
en neuriet erbij.
Dan zegt ze: „Ziezo en nou jij!"
Leentje speelt en wiebelt erbij
„Wees stil", zegt de juffrouw,
„je ergert mij!
Je speelt alle» fout
en dat doe je expres,
Hou nou maar op, 't is kwart over jet'1
Nelly Boons
Emmaweg 27 Made N.-B
8 jaar
Er was eens een jonge prins, die de wereld rondreisde op zoek naar een
prinses om mee te trouwen.
Natuurlijk wilde hij een móóie prinses hebben. Maar bovendien verlangde
Hij van zijn toekomstige vrouw, dat zij verstandig, ijverig en netjes zou
zijn.
Hoe kom je er nu achter of een meisje aan al die voorwaarden voldoet
Deze prins dacht: Of zij mooi is, dat zie ik met mijn eigen ogen. Maar
of zij verstandig, ijverig en netjes is, dat zal ik ontdekken aan het weef
getouw
De prins reisde dan ook rond met een koffer vol garen van goud, om er
de prinsessen een sluier van te laten weven.
Het eerst kwam hij aan in het Len
teland. De dochter van de lentekoning
was een beeldschone prinses en nau
welijks had de prins haar blauwe ogen
en blonde haren gezien of hij wist
dat zij mooi was. Hij gaf geschenken
aan de koning en de koningin en ver
raste hun dochter met een dikke streng
goudgaren om er een sluier van te
weven. ..Weven!" riep de prinses uit.
„Maar dat kan ik helemaal niet. Het
is altijd zulle heerlijk weer, dat ik
alleen maar wandel in de bossen en
speel in de parken. Dat ik loop te
zingen met de zoele wind en te lachen
met de malse regen".
„De prins vond haar zo mooi dat dit
antwoord hem bitter tegenviel. Daar
om zei hij vlug: „Maak er dan maar
een vlecht van, dat is óók goed".
„Vlechten", riept de prinses uit, ,,dat
kan ik ook niet. Toen ik klein was
heb ik nooit matjes kunnen vlechten,
en nu ik groot ben vlecht ik mijn ei
gen haar niet eens. Waarom zou ik
ook!". Ze schudde vrolijk de blonde
haren die zwierden om haar hoofd.
Het was duidelijk dat deze prinses
een dom meisje was en zuchtend nam
de prins afscheid om verder te rei
zen.
Na vele omzwervingen kwam hij aan
in het Zomerland. Ook de dochter van
de zomerkoning was een beeldschone
prinses en nauwelijks had Oe prins
haar bruine ogen en zwarte haren ge
zien of hij wist dat ze mooi was. Weer
gaf hij geschenken aan de koning en
de koningin en hij bood hun dochter
een dikke streng goudgaren aan om
een sluier van te weven. «Veven!"
riep de zomerprinses uit, ,.o ha, dat
zal ik doen. Ik zal er een prachtige
sluier van weven". En zij legde de
streng naast zich neer.
De prins bleef vele dagen aan het
hof van de zomerkoning. Hij plukte
met de prinses bloemen in de tuin;
hij zat met haar in de schaduw on
der de bomen, waar zij zich koelte
toewuifde met een kanten waaier. Zij
wandelden samen in het maanlicht
langs vijver en de prinses zei: „O
ja, morgen zal ik eens gaan weven".
Maar de volgende morgen zat zij
weer in de tuin onder een andere boom
en luisterde naar de vogels. Het was
duidelijk dat deze prinses een lui meis
je was en verdrietig nam de prins
afscheid om verder te reizen.
Na een lange tocht kwam hij aan
In net Herfstland. De eerste die hij
er egenkwam, was de koningsdoch
ter, een beeldschone prinses. Ze stoei
de met haar honden tussen de dorre
blaren, ze liet zich voortjagen door de
wind. Haar rode haren wapperden en
haar groene ogen straalden.
Toen de prins bij de koning kwam,
gaf hij hem en de koningin geschenken,
en hun dochter een streng goudgaren
om een sluier van te weven.
„Weven!", riep de prinses it. „Dat
is in ons land dagelijks werk! Denk
maar eens aan de herfstdraden".
Ze ging meteer aan haar weefgetouw
zitten en de orins voelde zich verheugd.
Dat ze mooi was had hij al in een
oogopslag gezien. Dat ze verstandig
was bieck uit haar antwoord: dacht
ze niet meteen aan de herfstdraden?
Maar nu zag hij zelfs dat ze ijverig
was... De prins meende zijn toekomstig
vrouw al gevonden te hebben.
Terwij- deze gedachten door zijn hoofd
speelden, vloog de spoel door het weef
getouw Maa1* het meisje maakte er
een weefsel vol fouten en gaten van
„Dat is niet erg", riep ze vrolijk.
..Daar steken we een herfstblad door
en geen mens die ziet wat er aan de
hand is!"
Het was duidelijk dat deze prinses
een slordig meisje was en terneerge
slagen nam de prins afscheid om ver
der te reizen
Tenslotte kwam hij aan in het Win
terland. De koning en koningin namen
welwillend zijn geschenken in ont
vangst ca juist bffcn de prins te den
ken dat hier helemaal geen prinses
bestond, of daar verscheen zo'n stra
lende ijsprinses, dat hij de ogen slui
ten moest. Maar hij had' al genoeg
gezien om te weten dat ze beeldschoon
was.
Toen hij de ogen weer dunde ope
nen, zag hij dat ze van top tot teen
in kristallen was gekleed, dat haar
haren bezaaid waren met diamanslijp-
sel en haar ogen fonkelden als ster
ren in de winternacht.
"lij gaf haar een dikke streng goud
garen om een sluier van te weven.
„Weven!" zei de prinses en haar stem
klonk helder en koel, „wij moeten ons
in dit land vaak binnenshuis bezig
houden en weven is een nuttige be
zigheid. Morgen zal ik er aan begin
nen".
De volgende dag zette de prinses
zich aan het weefgetouw en maakte
van het gouddraad een kanten weef
sel vol zonnen en sterren. Het werd
de mooiste sluier die de prins ooit ge
zien had. En het meisje borg de res
ten garen keurig op.
„Zij moet mijn vrouw worden", zo
dacht de prins. „Zij is de allermooi
ste. Bovendien is ze verstandig, dat
blijkt uit haa- antwoord; ze is ijverig,
want ze heeft zich onmiddellijk aan
het nuttige werk gezet; ze is netjes,
clat is aan het weefsel en het garen
te zien".
De prins vroeg dan ook of ze met
hem wilde trouwen en de Drinses zei:
„Jazeker, maar ik heb ook mjjn voor
waarde. Ik loop altijd maar in de ijs
kristallen en op mijn trouwdag wil ik
parels dragen. Heb je parels voor
me?" Nee, de prins had wel allerlei
kostbaarheden bij zich, maar juist
5 en parels. Hoe kon hij hier in het
barre noorden aan parels komen? Die
groeiden alleen maar in schelpen op
de bodem van warme zeeën.
„Ik trouw alleen met een prins die
parels voor me heeft", hield de prinses
vol.
Om over deze moeilijkheden na te
denken, liep de prins de winterbossen
in m hij keek naar de grauwe hemel
alsof de parels uit' .de lucht zouden
komen vallen. En zó zag hij opeens
de dikke dotten maretakken, dié groei
den in de kale bomen.
Verheugd klom de prins in een boom,
plukte een vracht groene takjes met
de glanzende witte bessen en snelde er
mee naar de winterprinses. „Handen
vol parels heb ik!", riep hij, de pa
relkleurige bessen aan haar voeten leg
gend., ,.en gouddraad genoeg om ze
aan te rijgen!"
Maar nauwelijks had de prinses de
bessen van de maretak gezien of zij
lachte honend en vertrapte ze met
haar voet
Op dat ogenblik bedacht de prins
dat nij iets heel belangrijks had ver
geten. Hij wilde een vrouw zoeken die
mooi en verstandig en ijverig en net
jes zou zijn. Maar hij had er hele
maal niet aan gedacht dat ze ook lief
moest zijn.
En daarom vertrok hij ut het Win
terland, reisde opnieuw de wereld rond
en begon weer bij het land van de Len
tekoning.
Was de lenteprinses lief?
Was de zomerprinses lief?
Was de herfstprinses lief?
Dat moest hij nu eerst eens gaan on
derzoeken. Misschien viel het met de
domheid, de luiheid en de slordigheid
nog wel mee!
AN MAC GILLAVRY
Bambi is een hertje dat heel diep
woont in het bos.
Daar speelt hij met zijn vriendjes,
de uil, de haas en de vos.
En als hij moe is van het spelen
dan knabbelt hij aan 't mos.
Breda
Wim Vrijvogel
Olmstraat 47, 10 jaar.
Jullie hebben het natuurlijk al gemerkt. Jullie eigen Kleine
Stem verschijnt nu tweemaal per week. Op woensdag, zoals
altijd, maar nu ook op zaterdag. Daardoor is de kans groter ge
worden, dat jullie verhaaltjes, gedichtjes en tekeningen een
plaatsje krijgen in de Kleine Stem. Flink insturen dus. Jan v. d.
Dries, Werrilaan II in 's-Heerenhoek krijgt vandaag een ere-
plaatsje. Hij heeft, omdat de Kleine Stem nu tweemaal per week
gaat verschijnen, een prachtige felicitatiekaart gestuurd. En
daar schreef hij een heel aardig gedichtje bij. Dat vond ik zo ge
weldig leuk, dat ik het een extra plaatsje heb gegeven. Jullie
moeten allemaal maar eens lezen wat Jan geschreven heeft:
Hoerahoera er is goed nieuws
De Kleine Stem tweemaal per week
Waar vindt je zulk een kinderkrant
Laat ons dansen, hand in hand
Lang leve José.
Leuke dingen, die je kan maken,
kunnen wij ons uren mee vermaken.
Doen wij allen goed ons best,
en de redactie doet de rest.
Heel hartelijk bedankt voor je leuke gedichtje.
Zeg, ik heb een leuk opdrachtje voor jullie. Als je nu een dier zou mo
gen uitzoeken om mee te spelen, welk dier zou je dan het liefst wil
len hebben? Denk maar eens goed na wat voor een dieren er allemaal
zijn, apen, olifanten, honden, katten, marmotjes, witte muizen enz. Je
moet er natuurlijk wel bijvertellen waarom je dat dier zou willen heb
ben. En als je er een leuke tekening van kunt maken, dan kun je die
natuurlijk ook opsturen. Maar maak de tekeningen vooral niet te
groot. Een blanco schriftvelletje is al groot genoeg. Je kunt de teke
ning natuurlijk best mooie kleuren geven, hoor, maar weet je wat nu
jammer is, die kleuren komen niet in de krant. Een mooie potloodte
kening komt in de krant veel beter uit.
Doe maar eens goed je best. De leukste verhaaltje* en tekeningen ko
men in De Kleine Stem. Dag.
José
■T"
Danfrii Broekman. Bijltje 28, Breda,
tekende opa uit „Ja zuster, nee zuster".
Ik lag in een wei
En ik dacht aan mij
En daar liep een koe
En die riep boe-boe
Daar liep ook nog een schaap
En dat had zo'n verschrikkelijke slaap
Daar liep nog een os
En die haid een druiventros
En in de stal
Daar zwom een kwal
En in de tuin
Daar zoog ik alles uit mijn duim.
Heleen Schrieks
Goesestraatweg 20
's-Heerenhoek (10 jaar)
De maan,
is naar Laren gegaan.
Hij wou een hoedje,
bij zijn gekke snoetje.
Eindelijk had ie er een gevonden,
O, wat was hij opgewonden.
En toen ging hij gauw weer terug,
naar het stadje Huggelemug.
Ik heet: Rose-Marie Hagdorn.
Ik ben 10 jaar.
Ik woon: Zaart 34, Breda.
Marianne Baert Emmalaan 42 Koewacht. 8 jaar.
NEW YORK -
Is die lange jonger
Ik draaide mij om
fenomeen, dat al
ook wel buiten Ne
„Dat is Jan Cremer
Men ziet het, je 'I
ten briesen, Amsteir
ding brengen, je li
lijke bestsellers shl
New York gaat het
oude voet verder.
Nadat de Amerikal
gelicht was over Janl
werk heb ik mij
iriers richting uit laj
het was niet het rl
om met hem in coj
en een afspraak
ken.
Allicht niet, want L
publiciteit allerminst!
gezegd worden, hij uf
tiger en aardiger da
zijn krasse uitspra|
zijn boeken zou ver!
Cremer woont
in het Chelseahotel
brede 23e straat,
horen beschrijven
moedig en zulks kl|
Het is vrij groot -
Nederlandse begripp
paald niet luxueus,
mij, dat er op vrij sil
armoediger hotel inl
te vinden. Gelijkvlol
studio, waar hij mf
appartement is erger
De studio is een all
collage van foto's, sc
teknipsels, affiches, I
rninerende zaken: Jar
andere kunne met "wl
grote schilderyen ov<
fel gekleurde vlakke;!
pen: een tulpenveld't.
er in liggend, alleen 1
klompen, een tulpeml
tulpenveld waarin pril
prins Claus staan.
In de studio de ge
dige rommel van el
onplezierig van sfeeJ
lig, weinig gevoelig
een onbarmhartig
werkhok.
Bijna gelijktijdig ml
Amerikaan binnen, cl
vermoeden-in opdral
een soort strip had j
drukt, uitgewerkt of
mer vroeg even resi
zeer zakelijk en onoij
lijk te maken wat
geen jongen, die zie
praten.
Eerst lopen wij wa|
ik bekijk een foto
geklede dame. „Mol
ik, „Mooie foto" zei
Dan laat ik mij oJ
ken, Jan pakt een
lange benen op een
is een sterachtige tal
en hij is geheel geif
t« beantwoorden.
Hoeveel Jan Crq
Twee?
„Er zijn wel tienl
Cremers, zegt Jan cl
mer is een rusteloos f
heden en onwaarhede
ven. Maai» men moe