IT A
1
JITA
KO
ERBOEK
AKEN
JAC. LIMBERS: „IN ALUS
ZIT EEN VERHAALTJE"
raat
TUK
ANDEL REMEKU
[BOEKEN
EEN ,BEKR00ND'
KINDERBOEK
I
PUK EN MUK, BATMAN, WITTE VEDER, PINKELTJE EN KUIFJE BIJ DE JARIGE ARENDSOOG
ventilator
IERDER1J
extra voordelig!!
(BOEKEN
15
DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 26 OKTOBER 1967
4162-204
li
titgd fruit slechts 69 cf
IJ THEO BIESBROECK
leslist bij
BOEKHANDEL zijn!
25 oktober tlm 4 november
55
Ijskast
Plezier
Abrikozenvla
Versl©n?bsi
14
{RIEUR
25
Jen
n van plafonds
ËBODEN
grond gelegen aan harde weg
rzien van elektriciteit en wa-
:ek aanwezig,
nmer O-85196-26/10.
RUNDER
LAPJES
500 gr. 3,30
EBR. VAR
KENSVLEES
50 gr. 1,44
COTELETTEN
500 gr.
2,99
Gedroogd®
VA.-WORSTJES
0,59
PORK
150 gr.
0,99
CERVELAAT-
WORST
150 gr. 0,89
S 1 kg per stuk slechts 2,79 g
5 aankopen
Hulst - Telefoon 2541
■■■llllll
■liiiiininiiiiina
nuaiii'i
alles voor school
kantoor en thuisl
AAT 10 - SAS VAN GENT
657
klein
12 Terneuzen - tel. 2031
voor
markt
terneuzen
tel. 2169
(Van een onzer verslaggevers)
r-ve officiële jury voor de kinder
boekenweek, die het beste kin
derboek moest aanwijzen, heeft het
erbij laten zitten. Drie boeken dron
gen weliswaar door tot de eind-be
oordeling („Boris" van Jaap ter
Haar; „De zevensprong" van Tonke
Dracht en „Kinderverhalen" van
Paul Biegel), maar zij heeft het be
slissende woord, de beslissende keu
ze niet kunnen maken. De jury had
namelijk bezwaren tegen bepaalde
onderdelen van ieder boek afzonder
lijk.
Een andere jury, gevormd door
enkele critici van kinderboeken,
(waaronder ook auteurs van jeugd
boeken) nam daarop zelf een beslis
sing en koos „Boris" van Jaap ter
Haar tot het beste kinderboek van
dit jaar. Zij heeft daartoe natuurlijk
het volste recht, maar de keuze
wordt in de officiële kringen van de
kinderboekenweek „De Commissie
voor de Collectieve Propaganda van
het Nederlandse Boek", niet erkend.
De officiële „ury hééft immers ge
zegd, dat er versahillende goede kin
derboeken verschenen zijn, maar dat
geen enkel boek er werkelijk boven
uit komt. Ook dat is een goed recht.
Het is per slot van zaken eveneens
het oordeel van een jury, even be
voegd als de zogenaamde jury van
critici.
Ctaat „Boris" van Jaap ter Haar
werkelijk boven de dit jaar ver
schenen kinderboeken?
Een moeilijk te beantwoorden
vraag, omdat wij bijvoorbeeld „De
Zevensprong" van Tonke Dragt en
de „Kinderverhalen" van Paul Bie
gel niet kennen. Een vergelijking is
daarom onmogelijk. Van Tonke
Dragt kennen we wel andere boe
ken, voortreffelijke boeken zelfs, die
door een groot aantal kinderen nog
steeds gelezen worden. Van Paul
Biegels werk kennen we jammer ge
noeg nog niets.
De vraag blijft dus alleen over of
„Boris" van Jaap ter Haar een goed
kinderboek is. Natuurlijk is dat zo,
want Ter Haar is een uitstekende
schrijver van meer dan een uitste
kend kinderboek. Hij is bovendien
een goed vakman en hoe vreemd
het klinkt, men kan dit niet altijd
van iedere auteur zeggen. „Boris"
is zonder meer een goed kinderboek,
maar (na lezing en nog eens lezen
van het boek) niet een werkelijk goed
kinderboek, dat op een bepaalde
manier boven andere kinderboeken
zou uitsteken.
VY/erkelijk goed is het boek, omdat
het eindelijk ook voor kinderen
de tweede wereldoorlog tot onderwerp
heeft. De oorlog, die vooral de kin
deren bewust of onbewust aangegre
pen heeft en waarvan de geestelijke
gevolgen juist de laatste paar jaren
overduidelijk naar voren gekomen
zijn. Dat is zonder meer de grote
verdienste van Jaap ter Haar ge
weest. Bovendien is het aen goed
verhaal, waarin „Boris", zijn vrien
dinnetje Nadja, zijn moeder en zijn
andere kennissen in het belegerde
Leningrad op pakkende wijze be
schreven worden. Er staan aangrij
pende bladzijden in dit boek, men
vindt er ook prachtige sfeerstukjes
in en allerlei gebeurtenissen van
In de aula van het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amster
dam is gisteren de Kinderboekenweek 1967 officieel geopend. Uiter
aard stond ook de openingsavond in het kader van het motto van
deze week „Kinderen in 'andere landen", een thema dat gekozen is,
om ook door middel van de kinderboekenweek de Nederlandse jeugd
meer bekend te maken met hun leeftijdgenoten in andere delen van
de wereld. Dit thema is op velerlei wijzen uitgewerkt. Zo zijn er twee
televisieprogramma's gemaakt over de Antollen en over Suriname. Het
eerste programma is reeds 16 oktober uitgezonden, het tweede gis
teravond.
Daarnaast zal in samenwerking van de Commissie voor de Collec
tieve Propaganda van het Nederlandse Boek zaterdag 28 oktober om
19.07 uur via Nederland I een uitzending worden gegeven van de
finale van de landelijke voorleeswedstrijd voor de jeugd.
Deze voorleeswedstrijd is een bijzonder geslaagd evenement ge
worden. De tien jongens en meisjes, die in de finale zullen „strijden"
om d® hoogste eer en een wisselbeker, zijn de winnaars van vijf hal
ve finales, die op verschillende plaatsen in het land zijn gehouden.
Gisteravond werd een dergelijke halve finale gehouden in Den Bosch,
waar kinderen uit Den Bosch, Dongen, Maastricht, Terneuzen, Tilburg,
Veghel, Vlissingen en Vught zich hebben laten horen. Voorafgaand
aan de halve finales zijn op 43 plaatsen regionale wedstrijden gehou
den.
Boris met zijn etenspannetje op
weg naar de gaarkeuken van Le
ningrad; een van de illustraties van
Rien Poortvliet uit Jaap ter Haars
„Boris".
kleine mensen, die je tot in de ziel
gaan. Maar dan treft men ineens
passages, bladzijden, meer bladzij
den tegelijk in het verhaal, dat men
zegt: „Nee, dit is het toch net niet".
„Boris" is zonder meer een dap
pere jongen, voor wie niets teveel
en zelfs niets te erg is. Dode men
sen schokken hem nauwelijks. Hij
presteert het zelfs met een pistool
rond te lopen en dit wapen te trek
ken op ieder ogenblik, dat het wat
moeilijk voor de jongen wordt. En
juist dit soort dingen gaan in een
kinderboek te ver.
Pen volwassene is in een oorlog
niet eens (altijd) dapper, laat
staan een jongen van 12 tot 14 jaar,
die telkens weer voor de naarste
gebeurtenissen staat. Alleen in zijn
dromen komt de angst voor het on
vermijdelijke, voor de oorlog, voor de
dood steeds weer naar voren. En
dan pas is Boris een jongen, als
iedere jongen van zijn leeftijd Maar
in de beschrijving van deze nacht
merries slaat de schrijver Jaap ter
Haar weer naar het andere uiterste
over. Hij gebruikt dan soms woor
den, zinsconstructies, beelden, die een
i ,.van.. 12 - 14 jaar onmogelijk
kan begrijpen. Bovendien is ook het
gegeven soms 'e mooi om waar te
zijn Zoals de passage waarin een
Diutse_ patrouille Boris en zijn vrien
dinnetje Nadja ontdekt, de kinderen
terugbrengt naar de Russisch li
nies, daar bijna neergeschoten wordt
maar door Boris gered wordt. Met
een eerbiedig saluut aan elkaar ne
men Russen en Duitsers dan af
scheid. En later, wanneer Duitse
krijgsgevangenen Leningrad binnen-
gevoeru worden en Boris een jonge
angstige Duitse soldaat ziet. bedenkt
hij zich geen secpnde, rent naar vo-
ran en duwt de soldaat een stukje
chocola t tssen diens vingers. Als vol
wassen lezer denk je dan „Dat zal
dan wel".
\^7e. hebben het boek zeer aandach
tig gelezen; we vinden het een
goed verhaal, maar hebben wel be
denkingen. Ook tegen de sterke ac
tuele tendens van „Het lief zijn voor
elkaar die hier en daar duide
lijk spreekt. Duitsers en Russen zijn
met zo verschrikkelijk lief voor el-
m ®®weest en zijn het nog niet.
Met de opmerking van de oude
Russische vrouw „Wat hebben we
aan onze vrijheid als we moeten le-
Yen in haat?'zijn we het helemaal
eens. Maar dat heft een kinderboek
niet uit boven andere boeken, waar-
m op een ander manier hetzelfde
geschreven wordt. De jury van kri-
tlei heeft het volledig recht te be
oordelen en te bekronen, wie en wat
ÏÏL., Maar is haar uitspraak niet
hlwe-en protest dan e®n werkelijke
bekroning geweest?
(Van onze redacteuren)
z"1ORNé van Lieshout, elfjarige
zesdeklasser van de Tilburgse
Thomasschool, is sinds twintig
september de held van de klas.
Hij is er wat verlegen mee. Want
die blonde kleine Corné, hij lijkt
als twee druppels water op zijn
moeder, is een bescheiden, goed
lachse jongen. En dat hij de Til
burgse voorleeswedstrijd heeft ge
wonnen vindt hij bar leuk. Maar
ze moeten het niet overdrijven.
Broeder Victor heeft hem in die
wedstrijd als vertegenwoordiger
van de school gebracht, omdat de
klasgenoot die het zou doen, net
was verhuisd en dus van school
af was. „Nou, dat was dus je rein
ste toeval", vindt Corné. De eerste
keer dat hij verscheen in de Fal-
staffkelder van de stadsschouw
burg waren er 36 kinderen die met
elkaar de voorleeswedstrijd gingen
aanbinden.
„Zenuwachtig?" Nee hoor, Cor
né niet, „Dat wordt toch niets,
want ik' heb niet eens kunnen oe
fenen, Zijn fijnste boek had hij bij
zich. „Alleen op de Wereld" van
Hector Malot. Zijn moeder ook,
trouwens, en die was bar van de
kook. Dat had Corné wel door al
liet hij niets merken. „Grote men
sen, nietwaar. Die maken overal
zo'n drukte om".
Kort en goed, Corné kwam na
drie miputen lezen met vlag en
wimpel uil die voorronde. Met
veertien anderen, overigens. Alle
maal meisjes. Die kwamen twin
tig september weer in die kelder
van de schouwburg bij elkaar. Cor
né had weer een boek bij zich. U
raadt het al! Van Remi en Veri
tas kon hij geen afstand doen.
„Nou, we moesten weer lezen. Met
?'n vieren bleven we over. Drie
meisjes en ik".
Na de pauze weer lezen en....
Corné haalde het. Moeder was van
de kaart. Dat wel. Broeder Victor
had die avond een vergadering.
Kon er dus niet bij zijn. Die had
later wel een beetje de dood er
over in. Dat hij de triomf van Cor
né niet had meegemaakt, natuur
lijk. Niet dat zijn leerling had ge
wonnen. Enfin, dat begrijpt u wel
De kleine Corné is toen gehul
digd. Door meneer Den Braban
der van de schouwburgHij kreeg
een medaille aan een mooi lint,
een asbak van de schouwburg en
„Het groot heldenboek" van Her
mann en Georg Schruber. „Je
moet je voelen als Kees Verkerk
nu ik je die medaille ophang, jij
prins tussen de meisjes. Hier is
een jongen drie meisjes te slim
af geweest," zei meneer Den
Brabander. En nu gaat Corné naar
Den Bosch. Daar is een district-
voorleeswedstrijd van winnaars.
En gelooft maar gerust dat broe
der Victor meegaat. Naar Den
Bosch en, hopelijk naar Hilver
sumVergadering of geen verga
dering! Toen Corné de dag na zijn
triomf op school kwam stonden er
bloemen op zijn tafeltje en de klas
zong enthousiast „lang zal 'ie le
ven". Dat deed hem wel even wat.
En denkt u nou niet dat die
Corné uit Tilburg een brave Hen
drik is. Kom nou! Hij is een echte
jongen van elf jaar, die graag
leest en heel veel van muziek
houdt. Maar die huiswerk nou niet
zo gezellig vindt. Hij wil naar het
lyceum. En hoewel de toekomst
voor hem nog een gesloten boek
is, zegt hij toch dat hij het liefst
veearts wil worden. „Maar dat
heeft nog de tijd".
„Er was nog een jongen die heel
aardig las, maar ik was de beste
van de klas en daarom zei de
meester: jij naar de voorlees wed
strijd". Joost Vermeulen van de
hervormde school heeft met 28
Terneuzense scholieren meegedaan
aan een voorleeswedstrijd en hij
heeft nog gewonnen ook. Zijn va
der en moeder relativeren zijn suc
ces 'n beetje. „Joost leest wel aar
dig", zeggen ze maar toch echt niet
zo verschrikkelijke goed. Hij zal
o.a. wel gewonnen hebben omdat
hij geen dialect .spreekt. Althans"
voegen ze er lachend aan toe, „zijn
Terneuzens beperkt zich nog tot
enkele klanken". Joost is geboren
in Den Haag, en verhuisde vorig
jaar met zijn vader en moeder,
een broer en twee zussen, van A-
CORNé VAN LIESHOUT
mersfoort naar Terneuzen, „Het
bevalt me hier best', zegt hij,
maar dat zegt hij van Amersfoort
ook. Zo groot vindt hij n.l. het
verschil niet tussen de Utrechtse
en de Zeeuwse stad.
En dat voorlezen. „Nou kijk",
zegt Joost, „me mochten in drie
selecties elk tien minuten voorle
zen uit ons lievelingsboek. Ik heb
een sprookje van Andersen uitge
kozen. Maar eigenlijk wilde ik lie
ver voorlezen uit het boek dat ik
nog veel mooier vind. „De gehei
men van het woud", of „De brief
var, de koning". Die zijn door Ton
ke Drag geschreven, maar veel te
moeilijk om uit voor te lezen. Daar
hakkel ik zo bij, daarom maar An
dersen". „Deze week - woensdag
gaan we naar Den Bosch. Daar
komen 9 jongens en meisjes uit
Brabant, Zeeland en Limburg bij
elkaar om voor te lezen. Uit Zee
land komt een uit Vlissingen en
een uit Terneuzen en dat ben ik.
Of ik het win. Nou ik weet het
niet. Het zou natuurlijk wel leuk
zijn."
Maar Joost vindt het nog veel
leuker om straks te slagen voor
zijn toelatingsexamen voor het
Petrus Hondiuslyceum. „Het liefst
ga ik naar het gymnasium, dan
kun je later alle kanten op. Wat
ik zal worden? Ik weet het echt
nog niet".
„En je wilde altijd boer wor
den", zegt zijn moeder. „Ja", zegt
hij, met een langerekte a, „maar
dat was vroeger". Joost is ook al
elf.
JOOST VERMEULEN
Bij aankoop van f 5,- aan kinder
boeken in de erkende boekhandel tij
dens de Kinderboekenweek zal men
gratis het Kinderboekenweekge
schenk ontvangen. Dit geschenk be
staat uit:
A Een vierkleurenplaat, waarop al
lerlei „rammelkarren", door Carl
Hollander getekend, staan afgebeeld.
Een „rammelkar" is een stuk speel
goed, dat Surinaamse jongens op
straat maken van twee olieblikken,
een houten frame en een eenvou
dig stuur met touwtjes. Kinderen in
Suriname doen veel behendigheids
spelletjes met dit speelgoed. Door
middel van het bouwschema op de
achterkant van de vierkleurenplaat
kunnen nu ook Nederlandse kinde
ren zelf zo'n rammelkar maken en
er met hun vriendjes wedstrijden
mee houden.
B Een brief van een kind uit de
Antillen, waarin het iets vertelt over
de dagelijkse bezigheden.
C Een blanco luchtpostvelletje en
daarmee de mogelijkheid voor het
Nederlandse kind te corresponderen
met een Antilliaans kind. Voor de
vijftig beste brieven zijn vijftig boe-
kenhonnen van f 10,- beschikbaar.
D Een boekje van acht pagina's
waarin iets meer verteld wordt over
de correspondentie-wedstrijd, over de
rammelkar en de overige dingen van
het geschenk.
E Een rijbewijs voor elke bezitter
van een rammelkar. De kinderen
moeten het zelf invullen, alvorens ze
met een rammelkar gaan rijden.
y Twee ex-libris zegels, in vier kleu
ren en getekend door Carl Hollan
der.
G Een boekenlegger, beschikbaar
steld door de Stichting Hygiëne te
's-Gravenhage.
(Van een onzer verslaggevers)
ALS je me nu zou vragen een half uur te vertellen over je
schoenveter, of voor mijn part over een druppel uit de
kraan, dan zou daar een leuk verhaaltje uitkomen. Ik wil
maar zeggen, in alle dingen, groot of klein, zit wel een
verhaaltje". Jac. C. J. D. Linders uit Roosendaal, die dit zegt,
heeft in acht jaar tijd 39 kinderboeken op de Belgisch-Nederlandse
markt gebracht. Meer dan 150.000 exemplaren hebben tot nu toe
hun weg naar kinderogen gevonden. Van zijn bekende figuren
Honkie en Ponkie verschijnt deze week het zesde (en laatste) deel.
Linders heeft in Roosendaal een
drukke praktijk als logopedist-adem-
therapeut. „Het schrijven van kin
derboeken moet een hobby blijven.
Anders moet je kiezen, tussen schrij
ven en de praktijk", zegt hij. Als on
derwijzer op een lagere school en in
het buitengewoon onderwijs, begon
Linders met „vertellinkjes" voor de
vuist weg". „Op zo'n moment weet
je echt niet, waar je blijft of waar
je uitkomt. Iemand, ik weet niet
meer wie, heeft toen eens tegen me
gezegd, dat ik die verhaaltjes eens
op moest schrijven. Ik stuurde ze
naar o.a. het kinderblad Okki. Nou
en zo is toen de schrijverij begon
nen".
„In alles zit een verhaaltje. Laatst
hoorde ik door de radio over een
Amerikaanse ijskast, die waarschuwt
wanneer bijvoorbeeld de eieren op
raken. Dezelfde nacht nog schreef
ik een vertelling over een ijkast, die
alles zelf opat. In inspiratie geloof
ik niet. Ik heb nou nog nooit het
gevoel gehad, dat ik moest schrijven.
Ik doe het gewoon, omdat ik het
leuk vind. Het is altijd nachtwerk.
Zo tot een uur of drie. M'n logo-
pedie-praktijk eist me verder hele
maal op. M'n verhalen type ik met
een in het net. Al schrijvende ont
staat het eigenlijk. Misschien dat er
per boek twee blaadjes opnieuw ge-
maakt worden. Maar dan houdt het
ook op".
Linders, die meestal samenwerkt
met de illustratrice Lie (Lieve Wy-
nants-Schatteman), schrijft veel kor
te vertellingen, die gebundeld wor
den. Z'n „Piet en Tom" en Hon
kie en Ponkie"-boeken bestaan uit
twintig korte verhaaltjes. ,,Voor kin
deren van 5 tot 9 jaar", zegt hij.
„Het is gemakkelijk om voor het
naar het bed gaan, nog een vem
haaltje voor te lezen of zelf te latcm
lezen".
Linders vertelt over simpele din
gen. ,,Die geen pedagogische waar
de behoeven te hebben", wordt er
aan toegevoegd. „Gewone gezellige
dingen, die door eenvoud de kinde
ren aanspreken. Als ik een onder
werp heb, is een boek binnen veer-
tieri dagen klaar. Ik schrijf het liefst
in opdracht. Dan weet ik tenminste
wanneer het klaar moet zijn".
Het is iets van het laatste jaar,
dat de Roosendaalse schrijver van
kinderboeken, brieven en telefoon
tjes krijgt van ouders, die dan ver
tellen dat het gewoon een plezier is
om uit zijn boeken voor te lezen.
Volgend jaar gaat Jac Linders meer
aandacht besteden aan radio- en t.v.-
werk. Voor de Vlaamse radio ligt al
een kinderhoorspel van hem klaar.
De tweeling Piet en Tom
(Van een onzer verslaggevers)
WIE heeft nooit gehouden van Arendsoog, Witte Veder, Puk
en Muk, Batman, Pietje Prik en Buurvrouw Betje, Jeroen
de Tovenaar, Prinses Indigo, Pinkeltje, Kuifje, Marietje
het bosmeisje en de Erwtenman?. Marietje het bosmeisje?
Dat is de echte naam voor Roodkapje. En de Erwtenman? Die is
familie van het erwtenmannetje op de St.-Jankathedraal in Den
Bosch. Binnenkort ontmoeten al die helden elkaar in Den Bosch.
gepensioneerd?", „Heb jij een gat in
de broek?". „Nu zal ik eens even
laten zien hoe een prinses schrijdt."
Zo „dondert" de frater als de jonge
toneelspelers even hun aandacht laten
verslappen. En weet je wat onze
helden tegen Arendsoog zeggen:
„Wat nu altijd zo fijn is
dat u het opneemt voor de zwakke
ren" en Buurvrouw Betje: ,,U zult
het wel niet fijn vinden dat u jarig
bent, want gróte mensen zijn hele
maal niet graag jarig".
Eigenlijk is het nog leuker, want
kinderen spelen zelf deze figuren op
het toneel. Op 1 november in de
aula van het Jeroen Bosch-huis. Dat
is het huis met de schilderijen van
de Bossche schilder, die zelf ook
„sprookjesfiguren" schilderde. Het
hele toneelfeest draait rond Arends
oog. Want Arendsoog is jarig. Elk
jaar komt een boek van hem uit.
Dit jaar het vijfendertigste. „Dollar-
dans in Cannonfielt".
Arendsoog is jarig, en dat moet
gevierd worden vindt Kuifje- Puk en
Muk bellen onmiddellijk naar Ame
rika, en Arendsoog belooft te ko
men, met Witte Veder en in een
vliegtuig. Maar Jeroen de Tovernaar
dreigt roet in het eten te gooien;
in dit geval in de feestelijke abri
kozenvla van Buurvrouw Betje. Hij
dreigt Arendsoog in een dier om te
toveren als hij komt zoals hij dat
gedaan heeft met de feeën. Muk
weet raad: Jeroen is verschrikkelijk
bang van Batman en dus gaat Muk
Batman opsporen. Batman neemt Je-
roén de Tovenaar stevig onder han
den, zodgt de engerd niet alleen geen
hand durft uitsteken naar Arends
oog maar ook de feetjes terugto-
vert. De dankbare feetjes maken
een dansje voor Arendsoog. De an
dere helden houden grote toespraken
voor Arendsoog, die het feest com
pleet maakt door alle helden en fee
tjes uit te nodigen voor een reisje
naar Amerika.
Deze ontmoeting van alle beken
de helden uit de jeugdboeken is be
dacht door frater Floriberto van de
Mgr. Zwijsenschool in Den Bosch.
23 kinderen van deze school zijn al
maanden e^e avond aan het oefe
nen. Arendsoog herken je dadelijk,
hij steekt met kop en schouders bo
ven de anderen uit. En hij spreekt
geweldig „Amerikaans". Frater
Floriberto heeft een verschrikkelijke
sjlem, maar hij kan de kinderen ook
heel hard doen lachen. Door na te
doen hoe gek ze af en toe staan te
schutteren. „Sta niet nagels te bij
ten," „Smaakt de duim nogal?", „Al
Er is nog een bijzondere reden dat
het feest van Arendsoog in novem
ber wordt gevierd, in liet najaar
zal men waarschynlyk het tweemil-
joenste Arendsoog-boek verkopen.
Het plannetje is eigenlijk opgeko
men bij mevrouw Van Dijk, die zelf
Arendsoog-boeken in de winkel ver
koopt en die in juli uit Amerika is
teruggekeerd waar zij de Rocky
Mountains heeft bezocht. De bergen
waar Arendsoog vaak rondtrekt.
Daar heeft zij al kleren gekocht zoals
Arendsoog en Witte Veder gedragen
hebben. Zij vindt boeken voor kin-
Meren heel belangrijk en heeft in
haar winkel een hoek waar de kin
deren kunnen spelen. Zij vindt dat
de jongens nog beter op de hoogte
zijn van de Arendsoog-boeken dan
de verkopers. Die hoeven de kinde
ren over alle boeken van Arendsoog
Pietje Prik, Puk en Muk enz. niets
te vertellen; de kinderen hebben im
mers alle boeken van hun helden al
verslonden.
In de Mgr. Zwijsenschool te Den Bosch wordt druk geoefend