IT A 1 JITA KO ERBOEK AKEN JAC. LIMBERS: „IN ALUS ZIT EEN VERHAALTJE" raat TUK ANDEL REMEKU [BOEKEN EEN ,BEKR00ND' KINDERBOEK I PUK EN MUK, BATMAN, WITTE VEDER, PINKELTJE EN KUIFJE BIJ DE JARIGE ARENDSOOG ventilator IERDER1J extra voordelig!! (BOEKEN 15 DAGBLAD DE STEM VAN DONDERDAG 26 OKTOBER 1967 4162-204 li titgd fruit slechts 69 cf IJ THEO BIESBROECK leslist bij BOEKHANDEL zijn! 25 oktober tlm 4 november 55 Ijskast Plezier Abrikozenvla Versl©n?bsi 14 {RIEUR 25 Jen n van plafonds ËBODEN grond gelegen aan harde weg rzien van elektriciteit en wa- :ek aanwezig, nmer O-85196-26/10. RUNDER LAPJES 500 gr. 3,30 EBR. VAR KENSVLEES 50 gr. 1,44 COTELETTEN 500 gr. 2,99 Gedroogd® VA.-WORSTJES 0,59 PORK 150 gr. 0,99 CERVELAAT- WORST 150 gr. 0,89 S 1 kg per stuk slechts 2,79 g 5 aankopen Hulst - Telefoon 2541 ■■■llllll ■liiiiininiiiiina nuaiii'i alles voor school kantoor en thuisl AAT 10 - SAS VAN GENT 657 klein 12 Terneuzen - tel. 2031 voor markt terneuzen tel. 2169 (Van een onzer verslaggevers) r-ve officiële jury voor de kinder boekenweek, die het beste kin derboek moest aanwijzen, heeft het erbij laten zitten. Drie boeken dron gen weliswaar door tot de eind-be oordeling („Boris" van Jaap ter Haar; „De zevensprong" van Tonke Dracht en „Kinderverhalen" van Paul Biegel), maar zij heeft het be slissende woord, de beslissende keu ze niet kunnen maken. De jury had namelijk bezwaren tegen bepaalde onderdelen van ieder boek afzonder lijk. Een andere jury, gevormd door enkele critici van kinderboeken, (waaronder ook auteurs van jeugd boeken) nam daarop zelf een beslis sing en koos „Boris" van Jaap ter Haar tot het beste kinderboek van dit jaar. Zij heeft daartoe natuurlijk het volste recht, maar de keuze wordt in de officiële kringen van de kinderboekenweek „De Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek", niet erkend. De officiële „ury hééft immers ge zegd, dat er versahillende goede kin derboeken verschenen zijn, maar dat geen enkel boek er werkelijk boven uit komt. Ook dat is een goed recht. Het is per slot van zaken eveneens het oordeel van een jury, even be voegd als de zogenaamde jury van critici. Ctaat „Boris" van Jaap ter Haar werkelijk boven de dit jaar ver schenen kinderboeken? Een moeilijk te beantwoorden vraag, omdat wij bijvoorbeeld „De Zevensprong" van Tonke Dragt en de „Kinderverhalen" van Paul Bie gel niet kennen. Een vergelijking is daarom onmogelijk. Van Tonke Dragt kennen we wel andere boe ken, voortreffelijke boeken zelfs, die door een groot aantal kinderen nog steeds gelezen worden. Van Paul Biegels werk kennen we jammer ge noeg nog niets. De vraag blijft dus alleen over of „Boris" van Jaap ter Haar een goed kinderboek is. Natuurlijk is dat zo, want Ter Haar is een uitstekende schrijver van meer dan een uitste kend kinderboek. Hij is bovendien een goed vakman en hoe vreemd het klinkt, men kan dit niet altijd van iedere auteur zeggen. „Boris" is zonder meer een goed kinderboek, maar (na lezing en nog eens lezen van het boek) niet een werkelijk goed kinderboek, dat op een bepaalde manier boven andere kinderboeken zou uitsteken. VY/erkelijk goed is het boek, omdat het eindelijk ook voor kinderen de tweede wereldoorlog tot onderwerp heeft. De oorlog, die vooral de kin deren bewust of onbewust aangegre pen heeft en waarvan de geestelijke gevolgen juist de laatste paar jaren overduidelijk naar voren gekomen zijn. Dat is zonder meer de grote verdienste van Jaap ter Haar ge weest. Bovendien is het aen goed verhaal, waarin „Boris", zijn vrien dinnetje Nadja, zijn moeder en zijn andere kennissen in het belegerde Leningrad op pakkende wijze be schreven worden. Er staan aangrij pende bladzijden in dit boek, men vindt er ook prachtige sfeerstukjes in en allerlei gebeurtenissen van In de aula van het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amster dam is gisteren de Kinderboekenweek 1967 officieel geopend. Uiter aard stond ook de openingsavond in het kader van het motto van deze week „Kinderen in 'andere landen", een thema dat gekozen is, om ook door middel van de kinderboekenweek de Nederlandse jeugd meer bekend te maken met hun leeftijdgenoten in andere delen van de wereld. Dit thema is op velerlei wijzen uitgewerkt. Zo zijn er twee televisieprogramma's gemaakt over de Antollen en over Suriname. Het eerste programma is reeds 16 oktober uitgezonden, het tweede gis teravond. Daarnaast zal in samenwerking van de Commissie voor de Collec tieve Propaganda van het Nederlandse Boek zaterdag 28 oktober om 19.07 uur via Nederland I een uitzending worden gegeven van de finale van de landelijke voorleeswedstrijd voor de jeugd. Deze voorleeswedstrijd is een bijzonder geslaagd evenement ge worden. De tien jongens en meisjes, die in de finale zullen „strijden" om d® hoogste eer en een wisselbeker, zijn de winnaars van vijf hal ve finales, die op verschillende plaatsen in het land zijn gehouden. Gisteravond werd een dergelijke halve finale gehouden in Den Bosch, waar kinderen uit Den Bosch, Dongen, Maastricht, Terneuzen, Tilburg, Veghel, Vlissingen en Vught zich hebben laten horen. Voorafgaand aan de halve finales zijn op 43 plaatsen regionale wedstrijden gehou den. Boris met zijn etenspannetje op weg naar de gaarkeuken van Le ningrad; een van de illustraties van Rien Poortvliet uit Jaap ter Haars „Boris". kleine mensen, die je tot in de ziel gaan. Maar dan treft men ineens passages, bladzijden, meer bladzij den tegelijk in het verhaal, dat men zegt: „Nee, dit is het toch net niet". „Boris" is zonder meer een dap pere jongen, voor wie niets teveel en zelfs niets te erg is. Dode men sen schokken hem nauwelijks. Hij presteert het zelfs met een pistool rond te lopen en dit wapen te trek ken op ieder ogenblik, dat het wat moeilijk voor de jongen wordt. En juist dit soort dingen gaan in een kinderboek te ver. Pen volwassene is in een oorlog niet eens (altijd) dapper, laat staan een jongen van 12 tot 14 jaar, die telkens weer voor de naarste gebeurtenissen staat. Alleen in zijn dromen komt de angst voor het on vermijdelijke, voor de oorlog, voor de dood steeds weer naar voren. En dan pas is Boris een jongen, als iedere jongen van zijn leeftijd Maar in de beschrijving van deze nacht merries slaat de schrijver Jaap ter Haar weer naar het andere uiterste over. Hij gebruikt dan soms woor den, zinsconstructies, beelden, die een i ,.van.. 12 - 14 jaar onmogelijk kan begrijpen. Bovendien is ook het gegeven soms 'e mooi om waar te zijn Zoals de passage waarin een Diutse_ patrouille Boris en zijn vrien dinnetje Nadja ontdekt, de kinderen terugbrengt naar de Russisch li nies, daar bijna neergeschoten wordt maar door Boris gered wordt. Met een eerbiedig saluut aan elkaar ne men Russen en Duitsers dan af scheid. En later, wanneer Duitse krijgsgevangenen Leningrad binnen- gevoeru worden en Boris een jonge angstige Duitse soldaat ziet. bedenkt hij zich geen secpnde, rent naar vo- ran en duwt de soldaat een stukje chocola t tssen diens vingers. Als vol wassen lezer denk je dan „Dat zal dan wel". \^7e. hebben het boek zeer aandach tig gelezen; we vinden het een goed verhaal, maar hebben wel be denkingen. Ook tegen de sterke ac tuele tendens van „Het lief zijn voor elkaar die hier en daar duide lijk spreekt. Duitsers en Russen zijn met zo verschrikkelijk lief voor el- m ®®weest en zijn het nog niet. Met de opmerking van de oude Russische vrouw „Wat hebben we aan onze vrijheid als we moeten le- Yen in haat?'zijn we het helemaal eens. Maar dat heft een kinderboek niet uit boven andere boeken, waar- m op een ander manier hetzelfde geschreven wordt. De jury van kri- tlei heeft het volledig recht te be oordelen en te bekronen, wie en wat ÏÏL., Maar is haar uitspraak niet hlwe-en protest dan e®n werkelijke bekroning geweest? (Van onze redacteuren) z"1ORNé van Lieshout, elfjarige zesdeklasser van de Tilburgse Thomasschool, is sinds twintig september de held van de klas. Hij is er wat verlegen mee. Want die blonde kleine Corné, hij lijkt als twee druppels water op zijn moeder, is een bescheiden, goed lachse jongen. En dat hij de Til burgse voorleeswedstrijd heeft ge wonnen vindt hij bar leuk. Maar ze moeten het niet overdrijven. Broeder Victor heeft hem in die wedstrijd als vertegenwoordiger van de school gebracht, omdat de klasgenoot die het zou doen, net was verhuisd en dus van school af was. „Nou, dat was dus je rein ste toeval", vindt Corné. De eerste keer dat hij verscheen in de Fal- staffkelder van de stadsschouw burg waren er 36 kinderen die met elkaar de voorleeswedstrijd gingen aanbinden. „Zenuwachtig?" Nee hoor, Cor né niet, „Dat wordt toch niets, want ik' heb niet eens kunnen oe fenen, Zijn fijnste boek had hij bij zich. „Alleen op de Wereld" van Hector Malot. Zijn moeder ook, trouwens, en die was bar van de kook. Dat had Corné wel door al liet hij niets merken. „Grote men sen, nietwaar. Die maken overal zo'n drukte om". Kort en goed, Corné kwam na drie miputen lezen met vlag en wimpel uil die voorronde. Met veertien anderen, overigens. Alle maal meisjes. Die kwamen twin tig september weer in die kelder van de schouwburg bij elkaar. Cor né had weer een boek bij zich. U raadt het al! Van Remi en Veri tas kon hij geen afstand doen. „Nou, we moesten weer lezen. Met ?'n vieren bleven we over. Drie meisjes en ik". Na de pauze weer lezen en.... Corné haalde het. Moeder was van de kaart. Dat wel. Broeder Victor had die avond een vergadering. Kon er dus niet bij zijn. Die had later wel een beetje de dood er over in. Dat hij de triomf van Cor né niet had meegemaakt, natuur lijk. Niet dat zijn leerling had ge wonnen. Enfin, dat begrijpt u wel De kleine Corné is toen gehul digd. Door meneer Den Braban der van de schouwburgHij kreeg een medaille aan een mooi lint, een asbak van de schouwburg en „Het groot heldenboek" van Her mann en Georg Schruber. „Je moet je voelen als Kees Verkerk nu ik je die medaille ophang, jij prins tussen de meisjes. Hier is een jongen drie meisjes te slim af geweest," zei meneer Den Brabander. En nu gaat Corné naar Den Bosch. Daar is een district- voorleeswedstrijd van winnaars. En gelooft maar gerust dat broe der Victor meegaat. Naar Den Bosch en, hopelijk naar Hilver sumVergadering of geen verga dering! Toen Corné de dag na zijn triomf op school kwam stonden er bloemen op zijn tafeltje en de klas zong enthousiast „lang zal 'ie le ven". Dat deed hem wel even wat. En denkt u nou niet dat die Corné uit Tilburg een brave Hen drik is. Kom nou! Hij is een echte jongen van elf jaar, die graag leest en heel veel van muziek houdt. Maar die huiswerk nou niet zo gezellig vindt. Hij wil naar het lyceum. En hoewel de toekomst voor hem nog een gesloten boek is, zegt hij toch dat hij het liefst veearts wil worden. „Maar dat heeft nog de tijd". „Er was nog een jongen die heel aardig las, maar ik was de beste van de klas en daarom zei de meester: jij naar de voorlees wed strijd". Joost Vermeulen van de hervormde school heeft met 28 Terneuzense scholieren meegedaan aan een voorleeswedstrijd en hij heeft nog gewonnen ook. Zijn va der en moeder relativeren zijn suc ces 'n beetje. „Joost leest wel aar dig", zeggen ze maar toch echt niet zo verschrikkelijke goed. Hij zal o.a. wel gewonnen hebben omdat hij geen dialect .spreekt. Althans" voegen ze er lachend aan toe, „zijn Terneuzens beperkt zich nog tot enkele klanken". Joost is geboren in Den Haag, en verhuisde vorig jaar met zijn vader en moeder, een broer en twee zussen, van A- CORNé VAN LIESHOUT mersfoort naar Terneuzen, „Het bevalt me hier best', zegt hij, maar dat zegt hij van Amersfoort ook. Zo groot vindt hij n.l. het verschil niet tussen de Utrechtse en de Zeeuwse stad. En dat voorlezen. „Nou kijk", zegt Joost, „me mochten in drie selecties elk tien minuten voorle zen uit ons lievelingsboek. Ik heb een sprookje van Andersen uitge kozen. Maar eigenlijk wilde ik lie ver voorlezen uit het boek dat ik nog veel mooier vind. „De gehei men van het woud", of „De brief var, de koning". Die zijn door Ton ke Drag geschreven, maar veel te moeilijk om uit voor te lezen. Daar hakkel ik zo bij, daarom maar An dersen". „Deze week - woensdag gaan we naar Den Bosch. Daar komen 9 jongens en meisjes uit Brabant, Zeeland en Limburg bij elkaar om voor te lezen. Uit Zee land komt een uit Vlissingen en een uit Terneuzen en dat ben ik. Of ik het win. Nou ik weet het niet. Het zou natuurlijk wel leuk zijn." Maar Joost vindt het nog veel leuker om straks te slagen voor zijn toelatingsexamen voor het Petrus Hondiuslyceum. „Het liefst ga ik naar het gymnasium, dan kun je later alle kanten op. Wat ik zal worden? Ik weet het echt nog niet". „En je wilde altijd boer wor den", zegt zijn moeder. „Ja", zegt hij, met een langerekte a, „maar dat was vroeger". Joost is ook al elf. JOOST VERMEULEN Bij aankoop van f 5,- aan kinder boeken in de erkende boekhandel tij dens de Kinderboekenweek zal men gratis het Kinderboekenweekge schenk ontvangen. Dit geschenk be staat uit: A Een vierkleurenplaat, waarop al lerlei „rammelkarren", door Carl Hollander getekend, staan afgebeeld. Een „rammelkar" is een stuk speel goed, dat Surinaamse jongens op straat maken van twee olieblikken, een houten frame en een eenvou dig stuur met touwtjes. Kinderen in Suriname doen veel behendigheids spelletjes met dit speelgoed. Door middel van het bouwschema op de achterkant van de vierkleurenplaat kunnen nu ook Nederlandse kinde ren zelf zo'n rammelkar maken en er met hun vriendjes wedstrijden mee houden. B Een brief van een kind uit de Antillen, waarin het iets vertelt over de dagelijkse bezigheden. C Een blanco luchtpostvelletje en daarmee de mogelijkheid voor het Nederlandse kind te corresponderen met een Antilliaans kind. Voor de vijftig beste brieven zijn vijftig boe- kenhonnen van f 10,- beschikbaar. D Een boekje van acht pagina's waarin iets meer verteld wordt over de correspondentie-wedstrijd, over de rammelkar en de overige dingen van het geschenk. E Een rijbewijs voor elke bezitter van een rammelkar. De kinderen moeten het zelf invullen, alvorens ze met een rammelkar gaan rijden. y Twee ex-libris zegels, in vier kleu ren en getekend door Carl Hollan der. G Een boekenlegger, beschikbaar steld door de Stichting Hygiëne te 's-Gravenhage. (Van een onzer verslaggevers) ALS je me nu zou vragen een half uur te vertellen over je schoenveter, of voor mijn part over een druppel uit de kraan, dan zou daar een leuk verhaaltje uitkomen. Ik wil maar zeggen, in alle dingen, groot of klein, zit wel een verhaaltje". Jac. C. J. D. Linders uit Roosendaal, die dit zegt, heeft in acht jaar tijd 39 kinderboeken op de Belgisch-Nederlandse markt gebracht. Meer dan 150.000 exemplaren hebben tot nu toe hun weg naar kinderogen gevonden. Van zijn bekende figuren Honkie en Ponkie verschijnt deze week het zesde (en laatste) deel. Linders heeft in Roosendaal een drukke praktijk als logopedist-adem- therapeut. „Het schrijven van kin derboeken moet een hobby blijven. Anders moet je kiezen, tussen schrij ven en de praktijk", zegt hij. Als on derwijzer op een lagere school en in het buitengewoon onderwijs, begon Linders met „vertellinkjes" voor de vuist weg". „Op zo'n moment weet je echt niet, waar je blijft of waar je uitkomt. Iemand, ik weet niet meer wie, heeft toen eens tegen me gezegd, dat ik die verhaaltjes eens op moest schrijven. Ik stuurde ze naar o.a. het kinderblad Okki. Nou en zo is toen de schrijverij begon nen". „In alles zit een verhaaltje. Laatst hoorde ik door de radio over een Amerikaanse ijskast, die waarschuwt wanneer bijvoorbeeld de eieren op raken. Dezelfde nacht nog schreef ik een vertelling over een ijkast, die alles zelf opat. In inspiratie geloof ik niet. Ik heb nou nog nooit het gevoel gehad, dat ik moest schrijven. Ik doe het gewoon, omdat ik het leuk vind. Het is altijd nachtwerk. Zo tot een uur of drie. M'n logo- pedie-praktijk eist me verder hele maal op. M'n verhalen type ik met een in het net. Al schrijvende ont staat het eigenlijk. Misschien dat er per boek twee blaadjes opnieuw ge- maakt worden. Maar dan houdt het ook op". Linders, die meestal samenwerkt met de illustratrice Lie (Lieve Wy- nants-Schatteman), schrijft veel kor te vertellingen, die gebundeld wor den. Z'n „Piet en Tom" en Hon kie en Ponkie"-boeken bestaan uit twintig korte verhaaltjes. ,,Voor kin deren van 5 tot 9 jaar", zegt hij. „Het is gemakkelijk om voor het naar het bed gaan, nog een vem haaltje voor te lezen of zelf te latcm lezen". Linders vertelt over simpele din gen. ,,Die geen pedagogische waar de behoeven te hebben", wordt er aan toegevoegd. „Gewone gezellige dingen, die door eenvoud de kinde ren aanspreken. Als ik een onder werp heb, is een boek binnen veer- tieri dagen klaar. Ik schrijf het liefst in opdracht. Dan weet ik tenminste wanneer het klaar moet zijn". Het is iets van het laatste jaar, dat de Roosendaalse schrijver van kinderboeken, brieven en telefoon tjes krijgt van ouders, die dan ver tellen dat het gewoon een plezier is om uit zijn boeken voor te lezen. Volgend jaar gaat Jac Linders meer aandacht besteden aan radio- en t.v.- werk. Voor de Vlaamse radio ligt al een kinderhoorspel van hem klaar. De tweeling Piet en Tom (Van een onzer verslaggevers) WIE heeft nooit gehouden van Arendsoog, Witte Veder, Puk en Muk, Batman, Pietje Prik en Buurvrouw Betje, Jeroen de Tovenaar, Prinses Indigo, Pinkeltje, Kuifje, Marietje het bosmeisje en de Erwtenman?. Marietje het bosmeisje? Dat is de echte naam voor Roodkapje. En de Erwtenman? Die is familie van het erwtenmannetje op de St.-Jankathedraal in Den Bosch. Binnenkort ontmoeten al die helden elkaar in Den Bosch. gepensioneerd?", „Heb jij een gat in de broek?". „Nu zal ik eens even laten zien hoe een prinses schrijdt." Zo „dondert" de frater als de jonge toneelspelers even hun aandacht laten verslappen. En weet je wat onze helden tegen Arendsoog zeggen: „Wat nu altijd zo fijn is dat u het opneemt voor de zwakke ren" en Buurvrouw Betje: ,,U zult het wel niet fijn vinden dat u jarig bent, want gróte mensen zijn hele maal niet graag jarig". Eigenlijk is het nog leuker, want kinderen spelen zelf deze figuren op het toneel. Op 1 november in de aula van het Jeroen Bosch-huis. Dat is het huis met de schilderijen van de Bossche schilder, die zelf ook „sprookjesfiguren" schilderde. Het hele toneelfeest draait rond Arends oog. Want Arendsoog is jarig. Elk jaar komt een boek van hem uit. Dit jaar het vijfendertigste. „Dollar- dans in Cannonfielt". Arendsoog is jarig, en dat moet gevierd worden vindt Kuifje- Puk en Muk bellen onmiddellijk naar Ame rika, en Arendsoog belooft te ko men, met Witte Veder en in een vliegtuig. Maar Jeroen de Tovernaar dreigt roet in het eten te gooien; in dit geval in de feestelijke abri kozenvla van Buurvrouw Betje. Hij dreigt Arendsoog in een dier om te toveren als hij komt zoals hij dat gedaan heeft met de feeën. Muk weet raad: Jeroen is verschrikkelijk bang van Batman en dus gaat Muk Batman opsporen. Batman neemt Je- roén de Tovenaar stevig onder han den, zodgt de engerd niet alleen geen hand durft uitsteken naar Arends oog maar ook de feetjes terugto- vert. De dankbare feetjes maken een dansje voor Arendsoog. De an dere helden houden grote toespraken voor Arendsoog, die het feest com pleet maakt door alle helden en fee tjes uit te nodigen voor een reisje naar Amerika. Deze ontmoeting van alle beken de helden uit de jeugdboeken is be dacht door frater Floriberto van de Mgr. Zwijsenschool in Den Bosch. 23 kinderen van deze school zijn al maanden e^e avond aan het oefe nen. Arendsoog herken je dadelijk, hij steekt met kop en schouders bo ven de anderen uit. En hij spreekt geweldig „Amerikaans". Frater Floriberto heeft een verschrikkelijke sjlem, maar hij kan de kinderen ook heel hard doen lachen. Door na te doen hoe gek ze af en toe staan te schutteren. „Sta niet nagels te bij ten," „Smaakt de duim nogal?", „Al Er is nog een bijzondere reden dat het feest van Arendsoog in novem ber wordt gevierd, in liet najaar zal men waarschynlyk het tweemil- joenste Arendsoog-boek verkopen. Het plannetje is eigenlijk opgeko men bij mevrouw Van Dijk, die zelf Arendsoog-boeken in de winkel ver koopt en die in juli uit Amerika is teruggekeerd waar zij de Rocky Mountains heeft bezocht. De bergen waar Arendsoog vaak rondtrekt. Daar heeft zij al kleren gekocht zoals Arendsoog en Witte Veder gedragen hebben. Zij vindt boeken voor kin- Meren heel belangrijk en heeft in haar winkel een hoek waar de kin deren kunnen spelen. Zij vindt dat de jongens nog beter op de hoogte zijn van de Arendsoog-boeken dan de verkopers. Die hoeven de kinde ren over alle boeken van Arendsoog Pietje Prik, Puk en Muk enz. niets te vertellen; de kinderen hebben im mers alle boeken van hun helden al verslonden. In de Mgr. Zwijsenschool te Den Bosch wordt druk geoefend

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 15