mant
Meer
Beatles I Hildegard
Halliday
Adamc
Twinkelende
twienerogen
kijken
naar
■HUIS
LOTTE
3E MANTEL
ijkheden
)DE
DUWDE
N
w huid
li? haar
handen
zepen
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
ÜBIÜBlBIBIBIBlBIBlBlBlBlBIilBlBIilBlBülSIB
Nonconformisme
BI
SSSISISISlSISIËilSIËiSISISISIsIslSISISISISISIËilSSISISlSIslsSlll
BI
BI
Love-generatie
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
BI
Zagen
Vrouw
TWIENERSPIEOH,
TREVIRA poplin. In
DAGBLAD DE STEM, OKTOBER 1967
TWIENERSPIEGEL
,orgingsartikelen naar
RDSTRAAT 59
NEUZEN
01150 - 2376
JMAPPA en suède
nieuwe kleuren
IKSTRAAT 25
01100 - 5355
regelmatig onze „Passag*
>ingelstraat 17). Vrij parkeren-
LONDEN „Zijne heiligheid"
Maharisji Mahesj Yogi, de donker-
huidige mysticus uit het Himalaja-
gebergte, doet een goede zaak aan
zyn nieuwste en meest beroemde
discipelen Groot-Brittanniës on
overtroffen en overal nageaapte
Beatles. Want dit muzikale kwar
tet brengt hem, buiten de koste
loze internationale publiciteit voor
zijn transcendentaal meditatiesys
teem, heel wat geld op.
Het is dus geen wonder dat over
het gelaat van „zijne heiligheid"
een gelukzalige glimlach zweeft.
Hij onthult aan niemand hoeveel
de Beatles hem betalen. De juiste
omvang van het bedrag valt slechts
bij benadering te schatten, maar
het zal in eik gevat wel een mooi
sommetje zijn.
Volgens conservatieve bereke
ningen beloopt de gezamenlijke
waarde van de 24-jarige George
Harrison en de 27-jarige Ringo
Starr, miljoen gulden, terwijl
de 25-jarige Paul McCartney en
de 26-jarige John Lennon samen
28 miljoen waard zijn, omdat zij
met hun eigen song-teksten en
composities meer dan de twee an
deren verdienen.
Van deze enorme financiële koek
snoept nu ook een Indische „heilige
man" met schalkse ogen, lang haar
en dito baard en een nuttige dosis
commercieel talent. Naast het
weekloon dat de Beatles hem al
afgestaan hebben, hoopt hij het
mediterende zangkwartet nog te
bewegen tot de bouw van een
„tempel van de liefde" in het Hi-
malajagebergte. De Maharisji
staand yerblijf van drie maanden openhartigheid door miljoenen
in zijn „Academie van transcen
dentale meditatie", hoog boven het
Indische dorp Swargshram aan de
heilige Ganges.
De vier jonge wereldidolen gaan
daar een cursus over bovenzinne
lijk mediteren volgen en zullen er
een hard, ascetisch leven leiden.
Doch het is zoals Ringo Starr
zegt: „Wij bezitten vrijwel alles
wat men met geld kopen kan.
Maar als je dat doen kan, beteke
nen na verloop van tijd de din
gen die je koopt helemaal niets
meer. Je zoekt dan iets anders,
een nieuwe ervaring Wij hebben
nu iets nieuws gevonden dat de
leemte vult. Sedert we zijne heilig
heid leerden kennen, ben ik in
de wolken."
De mahasp leert zijn volge
lingen door transcendentale me
ditatie gelukkigeen meer be
wust worden in het huidige le
ven." Hijzeij is kennelijk even
erg in de wolken over de Beat
les als de Beatles zelf over zijn
leer. Zegt Maharisji Mahesj
Yogi: „Ik kan Beatles (hij ver
geet altijd er „de" voor te plaat
sen) opbrengen tot zeer prakti
sche filosofen van hun tijd. Ze
kunnen zeer veel doen voor de
jeugd die ze leiden."
jonge mensen bewonderd en be
nijd. In de gezagscrisis die het
westen beleeft, oogsten de Beatles
gemakkelijke bijval door ingewor
telde zeden en gewoonten aan hun
laarzen te lappen. De thans niet
meer zo erg storende moderne
eerlijkheid van dit kwartet dat
zich hard inspant om anders te
zijn en te doen dan iedereen van
ons, boezemt zelfs lieden die hun
tienerjaren reeds lang achter de
rug hebben ontzag in.
De tijd vliegt en ook de Beatles
worden ouder, zodat zij nu een an
der publiek beginnen aan te spre
ken. Piepjonge tieners kunnen niet
meer volgen. Ze behoren trouwens
tot een nieuwe generatie, die eigen
idolen heeft, zoals de schaamte
loos naapende Amerikaanse „Mon-
kees". Maar ook de oorspronkelijke
Beatle-maniakken van weleer zijn
ouder geworden. Zij houden nog
steeds van dit zangkwartet, doch
op een minder hysterische manier.
„Nu gaan hun liedjes over de
dingen waaraan wij denken, de
wereld, de liefde, verdovende mid
delen, het leven zoals het werke
lijk is", zeggen deze Beatle-ge-
trouwen.
De Beatles stellen zelf vast dat
hun gehoor verandert. Plots zijn
de mensen waarvan we vroeger
dachten dat ze ons nooit zouden
mogen, ook fans van ons gewor
den", stelt George Harrison ver
wonderd vast. Hij doelt op de
ouders van tieners, op studenten,
Wat denkt de Britse tiener van hun professoren en zelfs zaken-
lieden.
Die nieuwe bijval, hebben de
Lennon en Paul McCartney,
veel minder banaal zijn dan
„big beat" gejank van de jongere
die Ql
De Beatles maken [jïl
muziek een vorm van .Ml
pop-groepen,
Van „POP 'tiJUMcn ecu vkjnu v au
kunst", schreef onlangs het Ame- ln|
rikaanse weekblad „Time'. De di- n
rigent Leonard Bernstein denkt bij
het horen van Beatle-composities na
aan Schumann. 131
Het wereldverkoopcijfer van RJ1
Beatleplaten bedraagt op het ogen- Jij
blik meer dan 200 miljoen „sing- lm
les". In deze berekening telt een -Ma
LP als zes „singles" en een EP
als twee. In de lente van 1967 Rgl
heeft de EMI-fonoplatenmaat- Uil
schappij van Londen een nieuw fn!
contract - voor negen jaar JJJ
afgesloten met de Beatles.
Internationaal zeer breed ge
strooid zijn de idolen als het
dat in werkelijkheid ook zijn
van de tieners in West-Dnitsiand.
Dat vertellen mij tenminste al
diegenen, die hun brood verdie
nen aan de Bondsrepuhliekeinse
„Tienagermarkt" en wier taak het
is deze markt voortdurend te be
studeren en hoe kan het an
ders te stimuleren.
De idolen van de Westduitse tie
ners en ik vrees dat het hier
wel niet anders zal zijn dan in
andere landen zijn te vinden
op de internationale „pop"-markt
Nat denkt de Britse tiener v.—
de „nieuwe" Beatles? Als zij pra-
zijn vertrouwelingen (zoals de ten over verdovende middelen,
Beatles) noemen hem „mahasji" de oorlog in Vietnam, godsdienst Beatles grotendeels te danken aan
zal de vrijgevigheid van de Beat- en mediteren worden hun sterk hun vaak briljante eigen muziek,
les opwekken tijdens hun aan- nonconformisme en bijna brutale de teksten en composities van John UJ|
met haar onnoemelijk aantal zan
gers en zangeressen ot datgene
wat zich daarvoor uitgeeft en
haar Amerikaanse-, Engelse- en
Westduitse „beat"-groepen.
Deze markt wordt gevoed door de
fijn-vertakte amusementsindustrie
vooraan de grammofoonplaten-
maatschappijen de radio en de
televisie.
Dat kan de film-industrie nau
welijks bijhouden. Zij is met de
stars, die zij de teenager kan
voorzetten, hopeloos achterop ge
raakt, enkele „uitschieters" die
alleen maar de regel bevestigen,
daargelaten, zoals Diana Rigg (de
mrs. Emma Peel uit de Engelse
serie „The Revengers") onder de
vrouwelijke en Sean (007) Con-
nery onder de mannelijke (zeer
mannelijkestars. Of Pierre
(„Winnetou") Brice.
Wanneer dan plotseling de al
voor de 2e wereldoorlog bekende
flimster Heinz Rühmann een
ster uit de tijd, die de „Tieneed-
scher" van vandaag niet hebben
meegemaakt verschijnt op de
lijst van de populairste filmacteurs
en -actrices, dan is dat voorname
lijk te danken aan de omstandig
heid, dat de beide netten van de
Bondsrepublikeinse televisie bin
nen betrekkelijk korte tijd een paar
Heinz Rühmann-films op de beeld
schermen hebben gebracht. Een
idool der „Tieneedscher" maakt
hem dat zeker niet.
Nu zijn we trouwens meteen
daar waar de idolen worden gecre-
eerd: bij de televisie en in min
dere mate weliswaar de radio.
Wie op zaterdag 26 augustus j.l.
daags na Vico Torriani's „Gou
den Schot" in zwart-wit of in
kleuren de gala-avond der stars
met Oostenrijks Dietmar Schön-
herr en zijn Skandinavische echt
genote Vivi Bach als moderatoren
en presentatoren heeft gezien heeft
een twee uren durende moment
opname van de Duitse idolen-
markt mogen aanschouwen met
b.v. Mahalia Jackson, Juliette
Greco, Duitslands eigen Hildegard
Knef. Voor de volledigheid ook
een paar idolen, die in deze show
ontbraken: Mireille Matthieu, Son
ny en Cher, en de huidige pop-star
Roy Black.
Vele t.v.-uitzendingen zijn on
miskenbaar gericht aan het
adres van de tieners. Daar zijn
Engelands geschenk aan West-
duitslands diisc-jockey-stal, Chris
(Heinrich Pumpernickel) How-
lands „Studio B", en Lotti Ohne-
sorges „4-3-2-1-Hot and Sweet", die
het tot 15 uitzendingen in het za
terdagmiddag-programma van het
2e t.v.-net heeft gebracht. Lotti
dochter van Hitiers minister van
onderwijs, kunsten en wetenschap
pen, gaat nu eerst naar Amerika
om daar nog meer van de show
business te leren en verhuist dan
het volgend jaar naar het avond
programma van het Z.D.F. als
concurrent voor Chris Boing!
boing) Howland.
Intussen wijzen de kenners van
de tienermarkt er op, dat er voor
de Bondsrepubliek wat nieuws op
komst is: de „love-generation",
naar het voorbeeld van de „hip
pies" van Amerika's Westkust; dc:
jongelui die bloemetjes in he'
haar dragen en vriendelijk tegen
iedereen, zijn. Deze tienerbewegin;
verspreidt zich ook langzaam dooi
Duitsland om liefde, vrede en
vriendschap te prediken. God, lief
de en bloemen zijn „in", haat, sex
en doornen zijn „out". De leiders
van deze beweging komen hoe
kan het anders? uit de wereld
van de „pop" en zij zullen onder
Westduitslands tieners onmiddel
lijk aanhang vinden. Daarmee kan
dan een reeks nieuwe branches
van de tiener-business een periode
van hoog-conjunctuur bereiken: de
pullovers met het opschrift: „Ma
ke love, not war" (met de varia
tie: „Make love, not babies"), de
rozetten en insignes (met de wei
nig vredelievende aansporingen
„Beat the cops!" of „Hate your
teachers!") en de autoplaatjes, die
met opschriften als „If it moves,
fondle it" enige twijfel doen ont
staan aan de totale afzwering van
de sex door de „love-generation'
Scott McKenzie, die op 10 januari
1944 in Jacksonville (Florida) ge
boren pop- en protestzanger rne'
zijn „If you're goring to San Fran
cisco, be sure to wear some flo
wers in your hair" behoort tot d
avant-garde van de „lojje-genera-
tion" in Westduitsland*
EEEEEEEEEI5EEraiEifq(a|Ej[Ei|Ej|Eï|Ej[g[t
Tieneridolen zijn er in Frank
rijk genoeg. Er komen er zelfs re
gelmatig by. Iedere avond, voor
het nieuws van zeven uur, heeft
de reciamezender Europe no. 1 een
uitzending: „Bonjour les copains",
waarin niet alleen de vedettes zelf
zingen, maar ook de beginnelin
gen een kans krijgen. Zit er wat
in, dan worden ze voortgeholpen.
De prins van de ye-ye is nog
altijd onbetwist Johnny Halliday
van zijn werkelijke naam Jean
Philippe Smet. Af en toe hoort
men die naam nog wel eens, als
Johnny zingt: „Je m'appelais Smet,
t9ut petit je trainais une guitare"
'ik heette vroeger Smet, als kleine
jongen sleepte ik een guitaar ach
ter mij aan). Tussen dat eenvou
dige eerste liedje en het latere
..noir" liggen maar een paar jaar,
maar tegelijk liggen er de twee
grote drama's in van de voorge
nomen scheiding van zijn vrouw
Sylvia Vartan en de mislukte sui-
cide-poging. Johnny leefde op een
v Gel te grote voet, had een kring
van klaplopers om zich heen,
dronk te veel en verwaarloosde
vrouw en kind. De breuk in het
huwelijk is ter wille van de kleine
Oavid, nu een jaar oud, geheeld,
maar alle oude voorwaarden voor
een definitieve mislukking zijn ge
bleven.
Ieder van de twee volgt een eigen
pad naar roem en geld. En als zij,
van tijd tot tijd, met elkaar een
gemeenschappelijk program heb
ben in de Parijse musichall Olym-
pia, dan zijn die vier of zes weken
beiden moordend. Na de voor
stelling is Johnny zo uitgeput, dat
hij achter de coulissen anderhalf
uur moet blijven liggen. Dan gaan
ze samen naar huis, waar om half
drie 's nachts het souper wordt op
gediend. Slapen doen ze tot drie
uur in de middag. Even een kwar
tiertje bij het ontbijt bij David en
dan beginnen voor Johnny en voor
Sylvie het gehol en gedraaf naar
radio, tele, interviews voor publi
citeit, afspraken voor volgende ga
la's niet beneden de 10.000
frank voor Johnny en terloops
nog even kijken, hoeveel er op de
bankrekeningen is bijgeschreven.
Een paar maanden heeft het er
naar uitzien of Antoine met
zijn lange haren Johnny naar de
kroon zou steken. Antoine stu
deert voor bouwkundig ingenieur,
niet zonder succes naar het
schijnt. Zijn professoren zijn niet
ontevreden. Hij en Johnny staan
met elkaar niet op goede voet. Van
heilige huizen laat Antoine met
zijn „Elucubrations" (bedenksels)
niet veel over. Hij heeft een chan
son gezongen, dat de wereld er heel
wat amusanter uit zou zien als de
hele boel werd afgebroken. Vlieg
tuigen in de gangen van de me
tro en Johnny Hallyday achter de
tralies van het Cirkus Medrano.
Johnny is daar natuurlijk hels over
geworden en was eerst van zins
het chanson te laten verbieden.
Maar hij nam op een andere ma
nier wraak, studeerde een nieuw
program in en kwam daarmee voor
het publiek. De ster van Antoine
verbleekte zichtbaar. Hij zingt nog
wel, maar niet zoveel meer en is
weer bezig aan zijn studie voor ar
chitect. Dat vak houdt hij als een
appeltje voor de dorst achter de
hand.
Om nog even bij de mannen te
blijven: Salvatore Adamo, Claude
Francois en Michel Polnareff, alle
drie in de leeftijd van 23 tot 25.
Salvatore komt uit Sicilië, waar
hij in 1963 nog straatarm was. Twee
jaar later werd zijn inkomen op
20 miljoen geschat. Toen de va
der, Emmanuele, metselaar van
beroep, in Sicilië werkloos werd,
emigreerde het hele gezin naar
België, waar de vroegere metselaar
mijnwerker werd. Salvatore leed
een jaar lang aan hersenvliesont
steking. Na zijn beterschap stuurde
de grootvader uit Sicilië een echte
gitaar, want in hun grootste mi
sère hunkeren de Italianen nog
naar muziek. Op die gitaar com
poneerde Salvatore honderden
chansons, aangemoedigd door zijn
vader.
Claude Francois en Michel Pol
nareff zijn twee verschillende fi
guren. Claude is tot dusver ge
lukkig geweest op de planken,
maar ongelukkig in de liefde. Eerst
liep het mis met een jeugdvrien
din. Benjamine. Daarna werd hij
verliefd op Valentine, de dochter
van een schatrijke Amerikaan,
maar toen de vader hoorde, dat
zijn^ dochter met een ordinaire
liedjeszanger zou trouwen, haalde
hij haar uit Monaco vandaan. Ten
slotte het mislukte huwelijk met
Janet. Een paar jaar ging het goed,
maar terwijl Claude in Saint-Tro-
pez zat werd Janet hem onder zijn
handen weggekaapt. Uit Parijs liet
Janet per telefoon weten, dat het
verder maar uit moest zijn. De
sentimentele tegenslagen van Clau
de, zeggen de astrologen, staan in
de sterren geschreven. Voor Claude
liggen Mars en Venus niet al te
best.
Veel beter ziet het firmanent er
voor Michel uit, die op zijn viifde
jaar al achter de piano zat. Zijn
vader, een Rus van geboorte
moeder een Francaise was een
bekende componist. Had Michel
zijn haren laten knippen, dan zou
hij misschien een beroemd pianist
zijn geworden. Maar hij liet ze
groeien om zijn madonna-gezicht
beter te doen uitkomen. Pa en moe
vonden dit verschrikkelijk en het
liep uit op een breuk. Michel ging
het huis uit en zocht zijn troost bij
de copains en cooines op de trap
pen van de Sacré Coeur in Parijs.
Tegenwoordig zit hij op de hoogste
trap. Zijn eerste plaat: ..La poupée
qui fait non" ging in 100.000 exem
plaren van de hand.
Lest best: de meisjes.
Francoise was op haar achttien
de al beroemd. Haar eerste plaat
„Tous les garcons et les fille?"
vond binnen een paar maanden al-
leen_ in Frankrijk al 720 000 kopers.
Zo jong als ze is heeft de grote
baas van Olympia, Bruno Coqua-
trix, haar al geëngageerd.
Drieëntwintig jaar is ze, Fran
coise. Eigen huis op Corsica. Jo-
ponnen van 8.000 frank per stuk.
Aan iedere vinger tien mannen, die
met haar willen trouwen. Op een
ochtend van november 1965. toen
het buiten nog donker was, liepen
Francoise en Jean Marie Perier, 28
jaar, samen het kerkje van Mont-
martre binnen, gewijd aan Saint
Pierre. Voor het altaar beloofden
zii elkaar eeuwig trouw. Saint
Pierre hoorde het aan en schudde
wijs zijn hoofd. Want de verloving
is al weer lang uit.
Alle sprookjes beginnen met: er
was eens.
Zo was er eens een gezin in het
dertiende Parijse arrondissement,
waar vader, moeder en dochter
Annie met biscuits en bonbons op
de markt stonden. Waren de bon
bons en zuurtjes aan de kraam
verkocht, dan ging Annic naar een
derderangs café en zong zij daar
te midden van haar vriendinnen.
Net als in de sprookjes kwam de
prins voorbij in de gestalte van
Claude Carrère, op zoek naar een
vedette.
,.Ik kom morgen terug", zo zei hij
tegen Annie, die daar heet noch
koud van werd. Maar Claude
kwam inderdaad terug. Annie
werd omgedoopt tot Sheila.
Ze is nu 21 jaar en dic
teert al haar memoires, die straks
nog harder de winkel uit zullen
vliegen dan de gedenkschriften
van de grote en onvolprezen Char
les. Ze heeft een eigen krant, de
„Journal de Sheila" met 50.000 le
zers tegen 10 frank per jaar aan
abonnement Op haar naam staan
zes miljoen grammofoonplaten, ze
heeft een prêt-a-porter-zaak met
een jaaromzet van tien miljoen
frank, 27 boutiques en een film,
Bang-Bang, die 200 miljoen heeft
gekost. Het kan niet op. Wat Sheila
aanraakt wordt dadelijk goud.
Op een zondag van 1965 ver
scheen Mireille Mathieu voor het
eerst op het scherm van de televi
sie. Mireille stond wat schuchter
voor de microfoon, wel blij, dat ze
uitverkoren was, maar toch wat
bang, want voor een beginneling is
niets zo moeilijk als te moeten op
treden voor een ongezien publiek.
Geen seconde vermoedde ze, dat
ze op de drempel stond van roem
en rijkdom. Binnen zes maanden
waren van haar eerste plaat een
miljoen exemplaren verkocht. Sa
menstellers van televisie-program-
ma's en producenten van grammo
foonplaten lieten haar niet meer
los.
Van zichzelf heeft mireille, thans
21 jaar, gezegd, dat ze zeer vroom
is en op alle uren van de dag en
de nacht bidt en dankt, omdat, ze
God voor veel te bedanken heeft.
Ze is niet bang voor de dood, mits
die op een gelegen ogenblik komt,
bijvoorbeeld na een geslaagde
show. Wel is ze bang voor de me
tro, vooral als ze bedenkt, dat
auto's boven haar hoofd rijden en
dat haar handen wel eens tussen
de dichtklappende deuren zouden
kunnen komen. Ook is ze bijgelo
vig en bang, als het zoutvat om
valt, een ruit breekt of als ze een
groene kleur ziet. En trouwen?
Niet voor haar dertigste, veertigste
jaar. Haar enige kind is haar moe
der.
Edith Piaf heeft er jaren lang
over gedaan om van straatzangeres
een beroemdheid te worden. Mau
rice Chevalier, nu tachtig gewor
den en maandag 9 oktober begon
nen aan een reis om de wereld,
heeft een harde jeugd achter zijn
rug en voor zijn carrière moeten
vechten. Radio, televisie en gram
mofoonplaten maken de huidige
vedettes binnen een paar uur be
roemd. En schatrijk.
Waar dat heen leidt, of het alle
maal goed gaat, dat houden de
goden voor ons in hun schoot ver
borgen.
In de laatste hitparade, maan
delijks gepubliceerd door het toon
aangevende Belgische tienerblad
„Juke Box" komen vier Belgen
voor. Voor Vlaanderen zijn dat
protestzanger Ferre Grignard en
omstreden (door velen als kwyle
balk aangeduide) Will Tura. Voor
Wallonië onverwoestbaar schij
nende Adamo en Marc Aryan.
Voor de rest is het allemaal Ame
rikaans en Engels wat de klok
slaat. Scott Mackenzie neemt op
de ranglijst al twee maanden de
eerste plaats in met „San Fran
cisco". In de parade paraderen
verder bekende namen als Dave
Davies, The Beatles, Tom Jones,
Procul Harum. Nancy en Frank
Sinatra, Engelbert Humperdinck.
Dat zijn de idolen van de Belgi
sche tieners, zoals uit de platen-
verkoop blykt.
„Zoals de muziekmarkt er mo
menteel uitziet, dat is nog nooit
tevoren vertoond", schrijft de Ju-
ke-Box redactie- „Lokale produk-
ties zijn haast onbestaande. Will
Tura, lange tijd grote favoriet,
boert geweldig achteruit omdat de
moderne tiener hem veel te ou
derwets vindt, Adamo blijft de
grote kampioen- Onze beatgroe-
pen breken niet door omdat ze
niet gesteund worden door goed
beluisterde radio-programma' s.
Zeker, ook in België opereren
„inheemse" beatgroepen. Slechts
enkelen bereiken de top. De ove
rigen verdwijnen even snel als ze
opgekomen zijn, in de steek gela
ten door hun fans of niet in staat
de snel wisselende tienersmaak te
volgen. De Belgische tiener be
vindt zich momenteel op de grens
tussen twee smaken. Hij heeft de
echte pure beat nog niet afgezwo
ren maar begint hoe langer hoe
meer over te hellen naar de kant
van rythm and blues-muziek of de
soul-sound. Hij raakt vertrouwd
met namen als Otis Redding, Sam
and Dave, Linda Jones, Stevie
Wonder. De Belgische tieners dan
sen de jerk en worden langzaam
aan ook liefhebbers van de psy
chedelic sound. Van een tocht
langs vele tiener-dancings de
modernste van Brussel en Ant
werpen heb ik sterk de indruk
overgehouden, dat de gepubliceer
de hitparade op basis van de pla-
tenverkoop al lang niet meer in
overeenstemming is met de voor
keur van de tieners, die de mo
derne dancings bezoeken. Tiener
idolen van ei?en bodem zelfs
niet de grote kampioen Adamo
maken daar geen enkele kans.
Alleen Engelsen en Amerikanen
zijn „blits". Enkele „deskundige"
tieners gooiden al hun zingende
landgenoten op een hoop toen ze
mij, in een uiterste poging op ie
psychedelic sound te overstem
men, toeschreeuwden: „Allemaal
waardeloos".
In „Juke Box" loopt al enige
maanden een felle discussie over
de waarde van Belgische zangers
als Will Tura, Jimmy Frey, Ada
mo. Wee degenen, die het in de in
gezonden stukkenrubriek durven
opnemen voor Tura.Die krijgen in
antwoord op hun schrijven te ho
ren het is maar een greep uit
de stapel „Will Tura kan niet
zingen, wel zagen", of „Jammer
Will, maar uw tijd is voorbij. Ge
moet nu maar aan trouwen gaan
denken", of „Wrt Tura op een
beatfeest komt doen versta ik
niet. Hij is dan toch zo slim ge
weest van niks te zingen Will
is wel goed, maar past beter op
een bal waar het heet is en heel
dicht gedanst wordt". Als je het
aantal voor- en tegenstanders
naast elkaar legt, is er maar een
conclusie mogelijk: bij de tieners
heeft Will Tura met zijn slow rit
me en nogal eens smartlappige
liedjes afgedaan. Adamo is nog
niet zover. Zijn populariteit is nog
steeds groot, zij het niet bij de
meest modebewuste tieners.
(Waarmee niet gezegd wil zijn dat
de grote Adamo-fan prinses Paola
niet modebewust is). Maar hij
vindt ook bij de jongste tieners
nog altijd fans, die als hun idool
wordt aangevallen in persoonlijke
geraaktheid neerschrijven: „Ada
mo is geen smerige zanger en
zingt geen smerige liedjes".
Dat Tura en Adamo beiden nog
een vooraanstaande plaats op de
hitparade innemen zegt weinig.
Het zijn zangers die het ook bij
een ouder publiek doen en het zijn
niet alleen tieners die hun platen
kopen.
België bezit opvallend veel dan
cings, waar de tieners terecht
kunnen. In d. minst progressieve
dancings zorgt de juke-box nog
voor de muziek. Die zijn vooral in
de weekeinden afgeladen vol. Men
treft ze vooral in de kleinere pro
vincieplaatsen aan. In steden als
Antwerpen en Brussel wordt de
tienermode op de voet gevolgd
in de \ntwerps Wijngaardstraat,
dicht bij de Grote Markt, bezocht
ik 't Pannenhuis, eigenaar Louis
de Vries, manager van Ferre
Grignard en een van de meest
hippe beatgroepen in België: de
Pebbles. In deze buurt waar
ook veel tienerboetieks gevestigd
zijn ook nog de „bar-die-in-is"
(Stadswaag) en voor de weekends
„Le Cage" in de Anneessenstraat
(zijstraat van de Keizerlei) waar
go-go girls het ritme aangeven. In
de directe omgeving van de Brus
selse markt hebben de tieners en
twenners diverse trefpunten. Het
café „Grand Place" beter bekend
onder de naam „Roi d'Espagne"
(met het gezicht naar het stad
huis staande, rechts op de hoek)
is een gerenommeerd trefpunt,
waar veel jonge mensen bij elkaar
komen om van daaruit naar een
van de dancings te trekken. Vrij
traditionele danskelders zijn er in
de Nieuwstraat (twee grote kel
ders), op de Koolmarlct is de pure
jazz-muziek te horen in Pol's
Jazz Club waar vaak de meest be
kende jazz-orkesten spelen, voor
de liefhebbers van de cool-jazz is
er de J-Club (Kaasmarkt) voor de
jerkers en de beaters „Les Cou
sins" (Grote Markt 7). Op deze
zolder van het zeventiende-eeuwse
gildehuis komt eer zeer gemengd
internationaal publiek. Veel Belgi
sche beatgroepen stootten van
hieruit naar de top door. Zoals on
der meer het Sylvestersteam. De
idolen van het vaste publiek daar
zijn nu Jessland James, twee
broers uit Portugal, die zich in
België gevestigd hebben. Zij speel
den bij Engelbert Humperdinck in
Engeland, kregen geen werkver
gunning en begonnen hier voor
zichzelf. Met een Amerikaan, een
Jamaicaan en een Kongolees vor
men ze een uitstekende combina
tie, die geen moeite heeft met
beat-, pop- of jerkmuziek. Jess
and James spelen gitaar, compo
neren en schrijven hun liedjes
zelf. In de nauwelijks twee maan
den van hun bestaan brachten ze
al drie platen uit (The end of me,
Half a woman, Let me go home,
What was I born for, Move) en
wisten ze al enkele malen door te
dringen tot de studio's van de
Belgische televisie. Een veelbelo
vende groep, want zeer serieus en
vakbekwaam. Hun ritme wordt in
de club onderstreept door go-go
girls.
De meest befaamde Brusselse
beatclub (of liever nu: jerkpaleis)
ligt in de Stassartsfcraat op num
mer 26. dicht bij de Naamse poort.
In een wat luxueuzer interieur
dan bij Les Cousins draait hier
een vrouwelijke disc jockey haar
keuze uit een bij-de-tijd discotheek
van meer dan 500 platen. Abdcu
geeft met zijn go-go mini-girls
jerkdemonstraties. Een club die
bezocht wordt door twennies en
ouder publiek en waar de meest
hippe kleren worden gedragen
(die men overigens in deze buurt
goed kan kopen, de ene boetiek
grenst aan de andere).
In al deze en vele andere dubs
en dancings wordt gedanst op en
geluisterd naar muziek van En
gelse en Amerikaanse groepen, op
een enkele uitzondering na. Als
Louis Neefs zingt „Ik heb zorgen"
kunnen veel Belgische zangers en
zangeressen (Anne Soetaert, Ani
ta) hem bijvallen. Bij een groot
deel van de tieners en twennies
hier komen zij er niet aan te pas.