mant Meer Beatles I Hildegard Halliday Adamc Twinkelende twienerogen kijken naar ■HUIS LOTTE 3E MANTEL ijkheden )DE DUWDE N w huid li? haar handen zepen BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI ÜBIÜBlBIBIBIBlBIBlBlBlBlBIilBlBIilBlBülSIB Nonconformisme BI SSSISISISlSISIËilSIËiSISISISIsIslSISISISISISIËilSSISISlSIslsSlll BI BI Love-generatie BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI BI Zagen Vrouw TWIENERSPIEOH, TREVIRA poplin. In DAGBLAD DE STEM, OKTOBER 1967 TWIENERSPIEGEL ,orgingsartikelen naar RDSTRAAT 59 NEUZEN 01150 - 2376 JMAPPA en suède nieuwe kleuren IKSTRAAT 25 01100 - 5355 regelmatig onze „Passag* >ingelstraat 17). Vrij parkeren- LONDEN „Zijne heiligheid" Maharisji Mahesj Yogi, de donker- huidige mysticus uit het Himalaja- gebergte, doet een goede zaak aan zyn nieuwste en meest beroemde discipelen Groot-Brittanniës on overtroffen en overal nageaapte Beatles. Want dit muzikale kwar tet brengt hem, buiten de koste loze internationale publiciteit voor zijn transcendentaal meditatiesys teem, heel wat geld op. Het is dus geen wonder dat over het gelaat van „zijne heiligheid" een gelukzalige glimlach zweeft. Hij onthult aan niemand hoeveel de Beatles hem betalen. De juiste omvang van het bedrag valt slechts bij benadering te schatten, maar het zal in eik gevat wel een mooi sommetje zijn. Volgens conservatieve bereke ningen beloopt de gezamenlijke waarde van de 24-jarige George Harrison en de 27-jarige Ringo Starr, miljoen gulden, terwijl de 25-jarige Paul McCartney en de 26-jarige John Lennon samen 28 miljoen waard zijn, omdat zij met hun eigen song-teksten en composities meer dan de twee an deren verdienen. Van deze enorme financiële koek snoept nu ook een Indische „heilige man" met schalkse ogen, lang haar en dito baard en een nuttige dosis commercieel talent. Naast het weekloon dat de Beatles hem al afgestaan hebben, hoopt hij het mediterende zangkwartet nog te bewegen tot de bouw van een „tempel van de liefde" in het Hi- malajagebergte. De Maharisji staand yerblijf van drie maanden openhartigheid door miljoenen in zijn „Academie van transcen dentale meditatie", hoog boven het Indische dorp Swargshram aan de heilige Ganges. De vier jonge wereldidolen gaan daar een cursus over bovenzinne lijk mediteren volgen en zullen er een hard, ascetisch leven leiden. Doch het is zoals Ringo Starr zegt: „Wij bezitten vrijwel alles wat men met geld kopen kan. Maar als je dat doen kan, beteke nen na verloop van tijd de din gen die je koopt helemaal niets meer. Je zoekt dan iets anders, een nieuwe ervaring Wij hebben nu iets nieuws gevonden dat de leemte vult. Sedert we zijne heilig heid leerden kennen, ben ik in de wolken." De mahasp leert zijn volge lingen door transcendentale me ditatie gelukkigeen meer be wust worden in het huidige le ven." Hijzeij is kennelijk even erg in de wolken over de Beat les als de Beatles zelf over zijn leer. Zegt Maharisji Mahesj Yogi: „Ik kan Beatles (hij ver geet altijd er „de" voor te plaat sen) opbrengen tot zeer prakti sche filosofen van hun tijd. Ze kunnen zeer veel doen voor de jeugd die ze leiden." jonge mensen bewonderd en be nijd. In de gezagscrisis die het westen beleeft, oogsten de Beatles gemakkelijke bijval door ingewor telde zeden en gewoonten aan hun laarzen te lappen. De thans niet meer zo erg storende moderne eerlijkheid van dit kwartet dat zich hard inspant om anders te zijn en te doen dan iedereen van ons, boezemt zelfs lieden die hun tienerjaren reeds lang achter de rug hebben ontzag in. De tijd vliegt en ook de Beatles worden ouder, zodat zij nu een an der publiek beginnen aan te spre ken. Piepjonge tieners kunnen niet meer volgen. Ze behoren trouwens tot een nieuwe generatie, die eigen idolen heeft, zoals de schaamte loos naapende Amerikaanse „Mon- kees". Maar ook de oorspronkelijke Beatle-maniakken van weleer zijn ouder geworden. Zij houden nog steeds van dit zangkwartet, doch op een minder hysterische manier. „Nu gaan hun liedjes over de dingen waaraan wij denken, de wereld, de liefde, verdovende mid delen, het leven zoals het werke lijk is", zeggen deze Beatle-ge- trouwen. De Beatles stellen zelf vast dat hun gehoor verandert. Plots zijn de mensen waarvan we vroeger dachten dat ze ons nooit zouden mogen, ook fans van ons gewor den", stelt George Harrison ver wonderd vast. Hij doelt op de ouders van tieners, op studenten, Wat denkt de Britse tiener van hun professoren en zelfs zaken- lieden. Die nieuwe bijval, hebben de Lennon en Paul McCartney, veel minder banaal zijn dan „big beat" gejank van de jongere die Ql De Beatles maken [jïl muziek een vorm van .Ml pop-groepen, Van „POP 'tiJUMcn ecu vkjnu v au kunst", schreef onlangs het Ame- ln| rikaanse weekblad „Time'. De di- n rigent Leonard Bernstein denkt bij het horen van Beatle-composities na aan Schumann. 131 Het wereldverkoopcijfer van RJ1 Beatleplaten bedraagt op het ogen- Jij blik meer dan 200 miljoen „sing- lm les". In deze berekening telt een -Ma LP als zes „singles" en een EP als twee. In de lente van 1967 Rgl heeft de EMI-fonoplatenmaat- Uil schappij van Londen een nieuw fn! contract - voor negen jaar JJJ afgesloten met de Beatles. Internationaal zeer breed ge strooid zijn de idolen als het dat in werkelijkheid ook zijn van de tieners in West-Dnitsiand. Dat vertellen mij tenminste al diegenen, die hun brood verdie nen aan de Bondsrepuhliekeinse „Tienagermarkt" en wier taak het is deze markt voortdurend te be studeren en hoe kan het an ders te stimuleren. De idolen van de Westduitse tie ners en ik vrees dat het hier wel niet anders zal zijn dan in andere landen zijn te vinden op de internationale „pop"-markt Nat denkt de Britse tiener v.— de „nieuwe" Beatles? Als zij pra- zijn vertrouwelingen (zoals de ten over verdovende middelen, Beatles) noemen hem „mahasji" de oorlog in Vietnam, godsdienst Beatles grotendeels te danken aan zal de vrijgevigheid van de Beat- en mediteren worden hun sterk hun vaak briljante eigen muziek, les opwekken tijdens hun aan- nonconformisme en bijna brutale de teksten en composities van John UJ| met haar onnoemelijk aantal zan gers en zangeressen ot datgene wat zich daarvoor uitgeeft en haar Amerikaanse-, Engelse- en Westduitse „beat"-groepen. Deze markt wordt gevoed door de fijn-vertakte amusementsindustrie vooraan de grammofoonplaten- maatschappijen de radio en de televisie. Dat kan de film-industrie nau welijks bijhouden. Zij is met de stars, die zij de teenager kan voorzetten, hopeloos achterop ge raakt, enkele „uitschieters" die alleen maar de regel bevestigen, daargelaten, zoals Diana Rigg (de mrs. Emma Peel uit de Engelse serie „The Revengers") onder de vrouwelijke en Sean (007) Con- nery onder de mannelijke (zeer mannelijkestars. Of Pierre („Winnetou") Brice. Wanneer dan plotseling de al voor de 2e wereldoorlog bekende flimster Heinz Rühmann een ster uit de tijd, die de „Tieneed- scher" van vandaag niet hebben meegemaakt verschijnt op de lijst van de populairste filmacteurs en -actrices, dan is dat voorname lijk te danken aan de omstandig heid, dat de beide netten van de Bondsrepublikeinse televisie bin nen betrekkelijk korte tijd een paar Heinz Rühmann-films op de beeld schermen hebben gebracht. Een idool der „Tieneedscher" maakt hem dat zeker niet. Nu zijn we trouwens meteen daar waar de idolen worden gecre- eerd: bij de televisie en in min dere mate weliswaar de radio. Wie op zaterdag 26 augustus j.l. daags na Vico Torriani's „Gou den Schot" in zwart-wit of in kleuren de gala-avond der stars met Oostenrijks Dietmar Schön- herr en zijn Skandinavische echt genote Vivi Bach als moderatoren en presentatoren heeft gezien heeft een twee uren durende moment opname van de Duitse idolen- markt mogen aanschouwen met b.v. Mahalia Jackson, Juliette Greco, Duitslands eigen Hildegard Knef. Voor de volledigheid ook een paar idolen, die in deze show ontbraken: Mireille Matthieu, Son ny en Cher, en de huidige pop-star Roy Black. Vele t.v.-uitzendingen zijn on miskenbaar gericht aan het adres van de tieners. Daar zijn Engelands geschenk aan West- duitslands diisc-jockey-stal, Chris (Heinrich Pumpernickel) How- lands „Studio B", en Lotti Ohne- sorges „4-3-2-1-Hot and Sweet", die het tot 15 uitzendingen in het za terdagmiddag-programma van het 2e t.v.-net heeft gebracht. Lotti dochter van Hitiers minister van onderwijs, kunsten en wetenschap pen, gaat nu eerst naar Amerika om daar nog meer van de show business te leren en verhuist dan het volgend jaar naar het avond programma van het Z.D.F. als concurrent voor Chris Boing! boing) Howland. Intussen wijzen de kenners van de tienermarkt er op, dat er voor de Bondsrepubliek wat nieuws op komst is: de „love-generation", naar het voorbeeld van de „hip pies" van Amerika's Westkust; dc: jongelui die bloemetjes in he' haar dragen en vriendelijk tegen iedereen, zijn. Deze tienerbewegin; verspreidt zich ook langzaam dooi Duitsland om liefde, vrede en vriendschap te prediken. God, lief de en bloemen zijn „in", haat, sex en doornen zijn „out". De leiders van deze beweging komen hoe kan het anders? uit de wereld van de „pop" en zij zullen onder Westduitslands tieners onmiddel lijk aanhang vinden. Daarmee kan dan een reeks nieuwe branches van de tiener-business een periode van hoog-conjunctuur bereiken: de pullovers met het opschrift: „Ma ke love, not war" (met de varia tie: „Make love, not babies"), de rozetten en insignes (met de wei nig vredelievende aansporingen „Beat the cops!" of „Hate your teachers!") en de autoplaatjes, die met opschriften als „If it moves, fondle it" enige twijfel doen ont staan aan de totale afzwering van de sex door de „love-generation' Scott McKenzie, die op 10 januari 1944 in Jacksonville (Florida) ge boren pop- en protestzanger rne' zijn „If you're goring to San Fran cisco, be sure to wear some flo wers in your hair" behoort tot d avant-garde van de „lojje-genera- tion" in Westduitsland* EEEEEEEEEI5EEraiEifq(a|Ej[Ei|Ej|Eï|Ej[g[t Tieneridolen zijn er in Frank rijk genoeg. Er komen er zelfs re gelmatig by. Iedere avond, voor het nieuws van zeven uur, heeft de reciamezender Europe no. 1 een uitzending: „Bonjour les copains", waarin niet alleen de vedettes zelf zingen, maar ook de beginnelin gen een kans krijgen. Zit er wat in, dan worden ze voortgeholpen. De prins van de ye-ye is nog altijd onbetwist Johnny Halliday van zijn werkelijke naam Jean Philippe Smet. Af en toe hoort men die naam nog wel eens, als Johnny zingt: „Je m'appelais Smet, t9ut petit je trainais une guitare" 'ik heette vroeger Smet, als kleine jongen sleepte ik een guitaar ach ter mij aan). Tussen dat eenvou dige eerste liedje en het latere ..noir" liggen maar een paar jaar, maar tegelijk liggen er de twee grote drama's in van de voorge nomen scheiding van zijn vrouw Sylvia Vartan en de mislukte sui- cide-poging. Johnny leefde op een v Gel te grote voet, had een kring van klaplopers om zich heen, dronk te veel en verwaarloosde vrouw en kind. De breuk in het huwelijk is ter wille van de kleine Oavid, nu een jaar oud, geheeld, maar alle oude voorwaarden voor een definitieve mislukking zijn ge bleven. Ieder van de twee volgt een eigen pad naar roem en geld. En als zij, van tijd tot tijd, met elkaar een gemeenschappelijk program heb ben in de Parijse musichall Olym- pia, dan zijn die vier of zes weken beiden moordend. Na de voor stelling is Johnny zo uitgeput, dat hij achter de coulissen anderhalf uur moet blijven liggen. Dan gaan ze samen naar huis, waar om half drie 's nachts het souper wordt op gediend. Slapen doen ze tot drie uur in de middag. Even een kwar tiertje bij het ontbijt bij David en dan beginnen voor Johnny en voor Sylvie het gehol en gedraaf naar radio, tele, interviews voor publi citeit, afspraken voor volgende ga la's niet beneden de 10.000 frank voor Johnny en terloops nog even kijken, hoeveel er op de bankrekeningen is bijgeschreven. Een paar maanden heeft het er naar uitzien of Antoine met zijn lange haren Johnny naar de kroon zou steken. Antoine stu deert voor bouwkundig ingenieur, niet zonder succes naar het schijnt. Zijn professoren zijn niet ontevreden. Hij en Johnny staan met elkaar niet op goede voet. Van heilige huizen laat Antoine met zijn „Elucubrations" (bedenksels) niet veel over. Hij heeft een chan son gezongen, dat de wereld er heel wat amusanter uit zou zien als de hele boel werd afgebroken. Vlieg tuigen in de gangen van de me tro en Johnny Hallyday achter de tralies van het Cirkus Medrano. Johnny is daar natuurlijk hels over geworden en was eerst van zins het chanson te laten verbieden. Maar hij nam op een andere ma nier wraak, studeerde een nieuw program in en kwam daarmee voor het publiek. De ster van Antoine verbleekte zichtbaar. Hij zingt nog wel, maar niet zoveel meer en is weer bezig aan zijn studie voor ar chitect. Dat vak houdt hij als een appeltje voor de dorst achter de hand. Om nog even bij de mannen te blijven: Salvatore Adamo, Claude Francois en Michel Polnareff, alle drie in de leeftijd van 23 tot 25. Salvatore komt uit Sicilië, waar hij in 1963 nog straatarm was. Twee jaar later werd zijn inkomen op 20 miljoen geschat. Toen de va der, Emmanuele, metselaar van beroep, in Sicilië werkloos werd, emigreerde het hele gezin naar België, waar de vroegere metselaar mijnwerker werd. Salvatore leed een jaar lang aan hersenvliesont steking. Na zijn beterschap stuurde de grootvader uit Sicilië een echte gitaar, want in hun grootste mi sère hunkeren de Italianen nog naar muziek. Op die gitaar com poneerde Salvatore honderden chansons, aangemoedigd door zijn vader. Claude Francois en Michel Pol nareff zijn twee verschillende fi guren. Claude is tot dusver ge lukkig geweest op de planken, maar ongelukkig in de liefde. Eerst liep het mis met een jeugdvrien din. Benjamine. Daarna werd hij verliefd op Valentine, de dochter van een schatrijke Amerikaan, maar toen de vader hoorde, dat zijn^ dochter met een ordinaire liedjeszanger zou trouwen, haalde hij haar uit Monaco vandaan. Ten slotte het mislukte huwelijk met Janet. Een paar jaar ging het goed, maar terwijl Claude in Saint-Tro- pez zat werd Janet hem onder zijn handen weggekaapt. Uit Parijs liet Janet per telefoon weten, dat het verder maar uit moest zijn. De sentimentele tegenslagen van Clau de, zeggen de astrologen, staan in de sterren geschreven. Voor Claude liggen Mars en Venus niet al te best. Veel beter ziet het firmanent er voor Michel uit, die op zijn viifde jaar al achter de piano zat. Zijn vader, een Rus van geboorte moeder een Francaise was een bekende componist. Had Michel zijn haren laten knippen, dan zou hij misschien een beroemd pianist zijn geworden. Maar hij liet ze groeien om zijn madonna-gezicht beter te doen uitkomen. Pa en moe vonden dit verschrikkelijk en het liep uit op een breuk. Michel ging het huis uit en zocht zijn troost bij de copains en cooines op de trap pen van de Sacré Coeur in Parijs. Tegenwoordig zit hij op de hoogste trap. Zijn eerste plaat: ..La poupée qui fait non" ging in 100.000 exem plaren van de hand. Lest best: de meisjes. Francoise was op haar achttien de al beroemd. Haar eerste plaat „Tous les garcons et les fille?" vond binnen een paar maanden al- leen_ in Frankrijk al 720 000 kopers. Zo jong als ze is heeft de grote baas van Olympia, Bruno Coqua- trix, haar al geëngageerd. Drieëntwintig jaar is ze, Fran coise. Eigen huis op Corsica. Jo- ponnen van 8.000 frank per stuk. Aan iedere vinger tien mannen, die met haar willen trouwen. Op een ochtend van november 1965. toen het buiten nog donker was, liepen Francoise en Jean Marie Perier, 28 jaar, samen het kerkje van Mont- martre binnen, gewijd aan Saint Pierre. Voor het altaar beloofden zii elkaar eeuwig trouw. Saint Pierre hoorde het aan en schudde wijs zijn hoofd. Want de verloving is al weer lang uit. Alle sprookjes beginnen met: er was eens. Zo was er eens een gezin in het dertiende Parijse arrondissement, waar vader, moeder en dochter Annie met biscuits en bonbons op de markt stonden. Waren de bon bons en zuurtjes aan de kraam verkocht, dan ging Annic naar een derderangs café en zong zij daar te midden van haar vriendinnen. Net als in de sprookjes kwam de prins voorbij in de gestalte van Claude Carrère, op zoek naar een vedette. ,.Ik kom morgen terug", zo zei hij tegen Annie, die daar heet noch koud van werd. Maar Claude kwam inderdaad terug. Annie werd omgedoopt tot Sheila. Ze is nu 21 jaar en dic teert al haar memoires, die straks nog harder de winkel uit zullen vliegen dan de gedenkschriften van de grote en onvolprezen Char les. Ze heeft een eigen krant, de „Journal de Sheila" met 50.000 le zers tegen 10 frank per jaar aan abonnement Op haar naam staan zes miljoen grammofoonplaten, ze heeft een prêt-a-porter-zaak met een jaaromzet van tien miljoen frank, 27 boutiques en een film, Bang-Bang, die 200 miljoen heeft gekost. Het kan niet op. Wat Sheila aanraakt wordt dadelijk goud. Op een zondag van 1965 ver scheen Mireille Mathieu voor het eerst op het scherm van de televi sie. Mireille stond wat schuchter voor de microfoon, wel blij, dat ze uitverkoren was, maar toch wat bang, want voor een beginneling is niets zo moeilijk als te moeten op treden voor een ongezien publiek. Geen seconde vermoedde ze, dat ze op de drempel stond van roem en rijkdom. Binnen zes maanden waren van haar eerste plaat een miljoen exemplaren verkocht. Sa menstellers van televisie-program- ma's en producenten van grammo foonplaten lieten haar niet meer los. Van zichzelf heeft mireille, thans 21 jaar, gezegd, dat ze zeer vroom is en op alle uren van de dag en de nacht bidt en dankt, omdat, ze God voor veel te bedanken heeft. Ze is niet bang voor de dood, mits die op een gelegen ogenblik komt, bijvoorbeeld na een geslaagde show. Wel is ze bang voor de me tro, vooral als ze bedenkt, dat auto's boven haar hoofd rijden en dat haar handen wel eens tussen de dichtklappende deuren zouden kunnen komen. Ook is ze bijgelo vig en bang, als het zoutvat om valt, een ruit breekt of als ze een groene kleur ziet. En trouwen? Niet voor haar dertigste, veertigste jaar. Haar enige kind is haar moe der. Edith Piaf heeft er jaren lang over gedaan om van straatzangeres een beroemdheid te worden. Mau rice Chevalier, nu tachtig gewor den en maandag 9 oktober begon nen aan een reis om de wereld, heeft een harde jeugd achter zijn rug en voor zijn carrière moeten vechten. Radio, televisie en gram mofoonplaten maken de huidige vedettes binnen een paar uur be roemd. En schatrijk. Waar dat heen leidt, of het alle maal goed gaat, dat houden de goden voor ons in hun schoot ver borgen. In de laatste hitparade, maan delijks gepubliceerd door het toon aangevende Belgische tienerblad „Juke Box" komen vier Belgen voor. Voor Vlaanderen zijn dat protestzanger Ferre Grignard en omstreden (door velen als kwyle balk aangeduide) Will Tura. Voor Wallonië onverwoestbaar schij nende Adamo en Marc Aryan. Voor de rest is het allemaal Ame rikaans en Engels wat de klok slaat. Scott Mackenzie neemt op de ranglijst al twee maanden de eerste plaats in met „San Fran cisco". In de parade paraderen verder bekende namen als Dave Davies, The Beatles, Tom Jones, Procul Harum. Nancy en Frank Sinatra, Engelbert Humperdinck. Dat zijn de idolen van de Belgi sche tieners, zoals uit de platen- verkoop blykt. „Zoals de muziekmarkt er mo menteel uitziet, dat is nog nooit tevoren vertoond", schrijft de Ju- ke-Box redactie- „Lokale produk- ties zijn haast onbestaande. Will Tura, lange tijd grote favoriet, boert geweldig achteruit omdat de moderne tiener hem veel te ou derwets vindt, Adamo blijft de grote kampioen- Onze beatgroe- pen breken niet door omdat ze niet gesteund worden door goed beluisterde radio-programma' s. Zeker, ook in België opereren „inheemse" beatgroepen. Slechts enkelen bereiken de top. De ove rigen verdwijnen even snel als ze opgekomen zijn, in de steek gela ten door hun fans of niet in staat de snel wisselende tienersmaak te volgen. De Belgische tiener be vindt zich momenteel op de grens tussen twee smaken. Hij heeft de echte pure beat nog niet afgezwo ren maar begint hoe langer hoe meer over te hellen naar de kant van rythm and blues-muziek of de soul-sound. Hij raakt vertrouwd met namen als Otis Redding, Sam and Dave, Linda Jones, Stevie Wonder. De Belgische tieners dan sen de jerk en worden langzaam aan ook liefhebbers van de psy chedelic sound. Van een tocht langs vele tiener-dancings de modernste van Brussel en Ant werpen heb ik sterk de indruk overgehouden, dat de gepubliceer de hitparade op basis van de pla- tenverkoop al lang niet meer in overeenstemming is met de voor keur van de tieners, die de mo derne dancings bezoeken. Tiener idolen van ei?en bodem zelfs niet de grote kampioen Adamo maken daar geen enkele kans. Alleen Engelsen en Amerikanen zijn „blits". Enkele „deskundige" tieners gooiden al hun zingende landgenoten op een hoop toen ze mij, in een uiterste poging op ie psychedelic sound te overstem men, toeschreeuwden: „Allemaal waardeloos". In „Juke Box" loopt al enige maanden een felle discussie over de waarde van Belgische zangers als Will Tura, Jimmy Frey, Ada mo. Wee degenen, die het in de in gezonden stukkenrubriek durven opnemen voor Tura.Die krijgen in antwoord op hun schrijven te ho ren het is maar een greep uit de stapel „Will Tura kan niet zingen, wel zagen", of „Jammer Will, maar uw tijd is voorbij. Ge moet nu maar aan trouwen gaan denken", of „Wrt Tura op een beatfeest komt doen versta ik niet. Hij is dan toch zo slim ge weest van niks te zingen Will is wel goed, maar past beter op een bal waar het heet is en heel dicht gedanst wordt". Als je het aantal voor- en tegenstanders naast elkaar legt, is er maar een conclusie mogelijk: bij de tieners heeft Will Tura met zijn slow rit me en nogal eens smartlappige liedjes afgedaan. Adamo is nog niet zover. Zijn populariteit is nog steeds groot, zij het niet bij de meest modebewuste tieners. (Waarmee niet gezegd wil zijn dat de grote Adamo-fan prinses Paola niet modebewust is). Maar hij vindt ook bij de jongste tieners nog altijd fans, die als hun idool wordt aangevallen in persoonlijke geraaktheid neerschrijven: „Ada mo is geen smerige zanger en zingt geen smerige liedjes". Dat Tura en Adamo beiden nog een vooraanstaande plaats op de hitparade innemen zegt weinig. Het zijn zangers die het ook bij een ouder publiek doen en het zijn niet alleen tieners die hun platen kopen. België bezit opvallend veel dan cings, waar de tieners terecht kunnen. In d. minst progressieve dancings zorgt de juke-box nog voor de muziek. Die zijn vooral in de weekeinden afgeladen vol. Men treft ze vooral in de kleinere pro vincieplaatsen aan. In steden als Antwerpen en Brussel wordt de tienermode op de voet gevolgd in de \ntwerps Wijngaardstraat, dicht bij de Grote Markt, bezocht ik 't Pannenhuis, eigenaar Louis de Vries, manager van Ferre Grignard en een van de meest hippe beatgroepen in België: de Pebbles. In deze buurt waar ook veel tienerboetieks gevestigd zijn ook nog de „bar-die-in-is" (Stadswaag) en voor de weekends „Le Cage" in de Anneessenstraat (zijstraat van de Keizerlei) waar go-go girls het ritme aangeven. In de directe omgeving van de Brus selse markt hebben de tieners en twenners diverse trefpunten. Het café „Grand Place" beter bekend onder de naam „Roi d'Espagne" (met het gezicht naar het stad huis staande, rechts op de hoek) is een gerenommeerd trefpunt, waar veel jonge mensen bij elkaar komen om van daaruit naar een van de dancings te trekken. Vrij traditionele danskelders zijn er in de Nieuwstraat (twee grote kel ders), op de Koolmarlct is de pure jazz-muziek te horen in Pol's Jazz Club waar vaak de meest be kende jazz-orkesten spelen, voor de liefhebbers van de cool-jazz is er de J-Club (Kaasmarkt) voor de jerkers en de beaters „Les Cou sins" (Grote Markt 7). Op deze zolder van het zeventiende-eeuwse gildehuis komt eer zeer gemengd internationaal publiek. Veel Belgi sche beatgroepen stootten van hieruit naar de top door. Zoals on der meer het Sylvestersteam. De idolen van het vaste publiek daar zijn nu Jessland James, twee broers uit Portugal, die zich in België gevestigd hebben. Zij speel den bij Engelbert Humperdinck in Engeland, kregen geen werkver gunning en begonnen hier voor zichzelf. Met een Amerikaan, een Jamaicaan en een Kongolees vor men ze een uitstekende combina tie, die geen moeite heeft met beat-, pop- of jerkmuziek. Jess and James spelen gitaar, compo neren en schrijven hun liedjes zelf. In de nauwelijks twee maan den van hun bestaan brachten ze al drie platen uit (The end of me, Half a woman, Let me go home, What was I born for, Move) en wisten ze al enkele malen door te dringen tot de studio's van de Belgische televisie. Een veelbelo vende groep, want zeer serieus en vakbekwaam. Hun ritme wordt in de club onderstreept door go-go girls. De meest befaamde Brusselse beatclub (of liever nu: jerkpaleis) ligt in de Stassartsfcraat op num mer 26. dicht bij de Naamse poort. In een wat luxueuzer interieur dan bij Les Cousins draait hier een vrouwelijke disc jockey haar keuze uit een bij-de-tijd discotheek van meer dan 500 platen. Abdcu geeft met zijn go-go mini-girls jerkdemonstraties. Een club die bezocht wordt door twennies en ouder publiek en waar de meest hippe kleren worden gedragen (die men overigens in deze buurt goed kan kopen, de ene boetiek grenst aan de andere). In al deze en vele andere dubs en dancings wordt gedanst op en geluisterd naar muziek van En gelse en Amerikaanse groepen, op een enkele uitzondering na. Als Louis Neefs zingt „Ik heb zorgen" kunnen veel Belgische zangers en zangeressen (Anne Soetaert, Ani ta) hem bijvallen. Bij een groot deel van de tieners en twennies hier komen zij er niet aan te pas.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 31