N.V.S.H.
I
Dominee:
Beroep doen op Wij adviseren
sportiviteit alleen maar
^Vormingscentrum:
Jeugd weet weinig
L<v^an essentie af
Maatsch. werk:
Sexualiteit wordt
overtrekken
Moderator:
Sexualiteit
bovenaan de
lijst
giïf'i
Kinderbeséerm.
Meer horizenlaie
bindingen
KOM:
Geen exploe
ongeh. moeders
tot
TWtENERSPtBqft
DAGBLAD DE STEM, OKTOBER 1967
TWIENERSPIEOEt
ie Mothers of Invention*
ren belegen tieners in de
ftijd van vijfentwintig tot
:tig jaar.
in, bekend
)-hit.
Nederland op 30 ok-
maken van een der-
jrende Tros-tv-skow.
j tot nu toe slechts
oemd hebben, die
treden verzorgen,
t de tv-opname van
een uitzondering,
eerste keer is, dat
aste land van Euro
zijn succesvolle op-
Parijse Olympia
ïg. Stevie enkele
)g Little" met zijn
stond onlangs
1 met was made
Hij komt naar Ne-
jn eigen dirigent, gi-
aris en drummer,
eaterbureau was be-
optreden voor deze
tiest te engageren
ijs te hoog zou lig-
en wij nog een korte
an de verschillende
eigenlijk wat buiten
liggen. Zo wordt op
in het Scheveningse
en ihet Amsterdamse
een „spiritual en
il gehouden: op 28,
ber in de doelen te
„N ewport-j azzfes-
3 februari van het
in het circustheater
jen en het Concert-
tsterdam een jazzcon-
11a Fitzgerald en Du-
Alleen al de vraag „WIE doet
I.WAT aan opvoeding tot sexuali-
it en aan herleiding naar het
mwelijk?" Is in staat om om
vangrijke discussies los te slaan,
in de trant van: wat is op-
ling tot sex? Is dat dan wel
tig? Krijgt de sex toch al niet
te veel aceent?
Fe't is, dat sexualiteit erkend
wordt als een element dat op le
der levensstadinm zijn invloed
heeft. En de wedervraag Ujkt ge
rechtvaardigd waarom bijvoor
beeld godsdienst of politiek Wèl
object van opvoeding kunnen zijn,
maar sexualiteit niet.
Vroeger kon dat in ieder geval
niet. Nauwelijks twintig jaar ge
leden kon hét gebeuren dat een
jongen en een meisje, zelfs als
ze dichter bij de dertig dan bij
de twintig jaar waren, volkomen
onwetend en onvoorbereid trouw
den. Het vermaarde (en soms be
ruchte) pastoriegesprek had daar
zelfs geen verandering gebracht.
En dat was toch, wanneer we
ons even tot het katholieke be
volkingsdeel beperken, vrijwel het
enige moment, waarop van huwe
lijksvoorlichting sprake kon zijn.
Tenzij de ouders het tot hun taak
gerekend hadden. Maar ook dat
kwam slechts in een beperkt aan
tal gevallen voor.
Inmiddels zijn er heel wat ta
boes op het gebied van de sex
weggevallen, met name in katho
lieke kringen, waar het zicht op
de sexualiteit en het huwelijk ver
anderd is onder invloed van het
nieuwe wereld- en mensbeeld dat
geleidelijk aan ontstaat. En die si-
tuatie vraagt om een opvoeding
tot sexualiteit, om het geven van
een gezonde kijk op de plaats die
de sex in je leven inneemt, om
een duidelijk zicht op wat Je gaat
doen als je trouwt.
Onlangs is uit een onderzoek
gebleken, dat de voorlichting (een
erg beperkte uitdrukking) over
de sexualiteit op katholieke scho
len beter is dan op niet-katholie-
ke scholen. Het lijkt erop dat, al
thans wat het zuiden betreft, ook
de voorlichting anders dan via de
scholen, beter is. Zeker organisa
torisch. Maar de katholieke kerk
staat hier dan ook een uitgebreide
vertakking van onderwijsinstituten
en verenigingen ten dienste, ter
wijl, om een andere levenssfeer
te noemen, de N.V.S.H. feitelijk
alleen zichzelf heeft.
Een gesprek met een dominee
leerde me, dat in zijn (hervorm
de) kerk de huwelijksvoorlichting
onderdeel is van de catechisatie
(jongelui tussen 15 en 19 jaar) en
ook van de huwelijkscatechisatie.
Hij liet me een catechisatieboek
inzien, dat de gebruikelijke aan-
wijzinger geeft «im jongelui in het
algemeen wat richting te wijzen.
Een (heel klein beetje biologisch
en vooral de morele aspecten.
Hoe dat dan gebeurt hangt voor
een groot deel af van de man
die het boek hanteert.
„Voor mij", zei de dominee
met wie ik sprak, „is sex een
mooi stukje schepping. Als ik er
met de jongelui over praat, dan
doe ik een beroep op hun sportivi
teit: je moet het geluk van de
ander dienen". (Citaat uit het ca
techisatieboek: Wie gelukkig wil
worden, moet niet trouwen; ge
lukkig maken, waar gaat het om
Ook in protestantse kring is het
zicht op huwelijk en sex aan het
veranderen. Er komt een mentali
teitsombuiging. Er is ongetwijfeld
nog een generatievers Ail, maar
dat verloopt. En niet altijd zo
scx.oksgewijs als b.v. bij veel ka
tholieken.
ue dominee: „Ik begir met po
sitie! tegenover de sexualiteit te
itaan. Er is altijd zo'n verdringing
geweest van een mooi stuk men
selijk leven. Ik houd niet van een
gebiederige sfeer. En ik zeg tegen
de jongelui, dat ze de sex moeten
inbouwen in het totaal van
mens-zijn."
Wat vindt de
xuele omgang
,,U bedoelt
scharrels, hè,
Ik ben er geen
Hoewel, ik kan
gen w^l respecteren. En
bijvoorbeeld best zijn, daf%JÊ cul
tureel klimaat zó gaat veranderen,
dat er toch een aanvaarding mo
gelijk wordt Maar onder de hui
dige omstandigheden sta ik er op
ethische gronden afwijzend tegen
over.
En de voorlichting thuis? Want
dat generatieverschil is er nu een
maal De dominee: „Uit gesprek
ken met gemeenteleden krijg ik
de indruk dat de juders wel we
ten, theoretisch, hoe ze voorlich
ting moeten geven. Maar in de
praktijk is het toch niet zo een
voudig."
Dominee stopt me nog een fol
dertje in de hand van de Protes
tantse Stichting ter bevordering
van verantwoorde gezinsvorming.
Het is in het blad van deze stich
ting, da* de R'damse arts Dupuis
kortgeleden heeft voorgesteld, dat
de Stichting, samen met de katho
lieke bureaus voor huwelijksvoor
lichting en de NV.S.H. aan één
tafel gaan zitten praten. Kan dat
dan?
Weer die ethische normen dus,
net als bij de dominee. En trou
wens ook net ais bij de N.V.S.H.
Maar de N.V.S-H. zoékt ook niet
naar andere normen. Ze ziet haar
taak primair als opvoedend en
pas op de tweede plaats als dienst-
verlenerd. En bij die opvoeding
staat de ethiek voorop.
„Maar u staat niet afwijzend te
genover sexuele omgang voor het
huwelijk", legde ik de jonge voor
zitter van een plaatselijke afdeling
van de N.V.S.H. voor. „Liggen bij
buitenkerkelijken de ethische nor
men dan lager?"
„Dat denk ik niet", zei hij, „wij
laten ieder vrij in zijn beslissing.
Wij adviseren alleen maar hoe je
je leven op een echt menselijk
plan moet inrichten. Je verant'
woordelijkheid kennén .tegenover
de evenmens, ook gebied
van de sex.ie moet\£oé& doordron
gen zijn^ van mSfe sequenties^r
len". 9
ver-
él "end aan
Exualiteit van
üs-christelijke vereni-
RooSendaal. Waarom
Op voorwaarde dat ze toestem
ming hebben van hun ouders kun
nen jongelui vanaf 18 jaar terecht
op de consultatiebureaus van de
N.V.S.H. en gebruik maken van de
middelen die er verstrekt worden.
Een apart jeugdlidmaatschap en
een apart spreekuur voor jonge
ren zijn er nog niet.
Wel heeft de Bredase N-V.S.H.
(,,In onze bibliotheek staan ook
boeken van Trimbos en andere
katholieke auteurs") onlangs een
serie voorbereidende gesprekken
gehouden voor deelname aan Sex
tant '67, een congres van de N.V.
S.H. dat in de Amsterdamse RAI
wordt belegd. Bij die voorberei
dende gesprekken zijn een katho
lieke priester en een dominee
aanwezig geweest.Voorts draait de
N.V.S.H. voorlichtende films voor
jongeren, die bedoeld zijn om dis
cussies los te slaan.
e
„Het is niet eerlek om de jeugd
van nu een dienstregeling op te
leggen die van toepassing was voor
het leven van 1930. Jonge mensen
hebben het recht om hun eigen
normen te kiezen en zelf te bepa
len of ze zich daaraan conforme
ren of niet.
Dat lijkt gemakkelijk en veel
volwassenen stellen dit ook, maar
het is niet juist. Het zou gemak
kelijk zijn, wanneer het bleef bij
het stellen van de normen naar
mate het zo uitkwam in een be
paalde situatie Maar zo is het niet.
De normen, die de jongeren zich
stellen kunnen zij ook verdedigen
en van argumenten voorzien. En
dat is helemaal niet gemakkelijk.
Het lijkt zelfs gemakkelijker om
zoals de volwassenen dat hebben
gedaan en doen, zich neer te leg
gen bij de normen, die hen per
traditie zijn voor- en opgelegd".
De heer J P A. van Dun, direc
teur van het vormingscentrum
Bouvigne in Breda, werkt per jaar
met zo'n dri^uizend jonge men-
op Bouvigne is
er op gertchy de jongeren zo
veel als mo^ 'MsAeen situatie
Als
ae
Je bieden,
gheid
denken en fandelen
makT
gen,
„Dat
de seksualiteit.
stellen dat de seksu;
teel een aandacht krijgt,
schiet voorbij die welke
dient. Je moet er natuurlijk" naad
streven om er een evenwichtige
aandacht temidden van andere za
ken zoals kerk en wereld, politiek
aan te geven.
Als je er van uitgaat, dat dit
noodzakelijk is, dan kom je van
zelfsprekend op de voorlichting.
Een verschrikkelijk moeilijk pro
bleem. Laten we er maar van uit
gaan, dat de ouders in eerste in
stantie de aangewezenen zijn om
die voorlichting te geven. Maar
helaas, daar gebeurt het niet of
heel sporadisch. Komt de school,
waar het ook maar weinig voor
komt, dat er voorlichting wordt
gegeven. En bovendien klassikaal
over sex praten is helemaal een
onding. Dan blijven er dus andere
instanties over. een vormingscen
trum bijvoorbeeld, dat zich dan
voor deze taak gesteld ziet.
Het blijkt uit de praktijk, dat de
sfeer in een werkweek, zoals die
op Bouvigne worden gehouden, uit
stekend geschikt is om te praten
over de seksualiteit. Het valt dan
overigens wel op hoe weinig die
jongens en meisjes, die over seks
praten van essentiële zaken in dit
verband op de hoogte zih
Maar er zijn mogelijkifcep
noeg om er over te disK
en dan kom je soms tot wil
ontdekkingen Bij voorbeeld, 'dat
seksueel verkeer tussen twee men
sen die op weg zijn naar ee
recht huwelijk vóór dit
niet meer plaatsvindt op
normen. Het wordt een wlïenlijk
onderdeel van de ontmoeting tus
sen twee mensen.
De zg. „losse scharrel" wordt
door de jongeren niet meer ais een
redelijke zaak aanvaard.
En het prettige van de jongeren
van nu is. dat ze open staan voor
discussies over de eonsuquenties
van hun opvattingen in welke dis
cussies uiteraard het punt van eer
lijk en deskundige voorlichting
en het gebruik van voorbehoed
middelen mede van belang zijn".
er iets is, waaraan een
eel van e jeugu een gruwel
heeft, dan is dat het georganiseer
de jeugdwerk: de instuiven, de
wandelclubs, de verkennerij de ka
tholieke plattelandsjongeren, de
Jonge Boerinnen. Dat heeft nog
niet eens zoveel te maken met
het jeugdwerk, maar wel met het
organisatie-verband. Het is met
het jeugdwerk net als met een
feestje: je geeft tegenwoordig geen
feestje meer met een stoelendans
of pluisje blaien. Je schuifelt wat
of je sjeekt of je vrijt wat of je
kletst of je drinkt en naarmate
het een of het ander wat beter
uitvalt is het feestje goed of niet.
De „deskundigen" weten ook
niet precies wat ze er mee aan
moeten: dat althans blijkt uit het
gesprek met de directeur van een
sociaal centrum in 'n middelgrote
provincieplaats,
IV/* zijn gelukkig zo ver, dat we
W erkennen, dat er een jeugdpro
bleem is. Het stadium van „Waar
maken we ons eigenlijk druk om"
lis achter de rug. Maar in de
pla^kdaarvan is een overtrekken
najugjyptadere kant gekomen: er
is mr(ipOTeïlas een oppepperij ge-
komenT^ffiles wat met jeugd
temaken Heeft. En dan vooral
natuurlijk de jeugd en de sex.
^aJ^'Aajrmee gedaan wordt, dat is
fuit het totaal le-
sexualiteit bij de
overtrokken aan-
niet, dat wij het
probleem bagatelliseren, maar je
moet wel reëel blijven. Het zou
zinvoller zijn, wanneer we erin
slaagden om een "oed gesprek
hierover tussen de jongeren onder
ling mogelijk te maken en ook
en dat is dan nog belangrijker
een goed gesprek tussen jeugd en
ouderen- Maar ja, de helft van de
ouderen kan een dergelijk gesprek
niet eens voeren. Daarom houden
we ons voorlopig maar bij de oude
ren. In individuele gevallen geven
we wel voorlichting aan jongeren.
Maar in de praktijk ben je dan al
te laat: anders zouden zij niet bij
je komen. Beter lijkt het om in
het gezinstherapeutische werlj
hier wat aan te doen.
Trouwens,
jeugd bere*«OT YlstShdti g?
gjmiseartSJêittdjfcStif? Daar komt
de jeugd, die niet
,de Itorste plaats voorlichtk
dip heeft. De groep, die <Sat Wel
heeft, moet
ontmjjelMlAïMteïIJtï iWflet café
iirn£' 'Alsn je het nu hebt
oYA^eftStfheppen van elementai
re voorwaarden voor het ontplooi
en van de creativiteit van de jeugd
dan lijkt het er veel op, dat die
voorwaarden in het café aanwezig
zijn.
Je zou natuurlijk als vakbekwaam
jeugdleider, ais deskundige ook 't
café kunnen bezoeken en daar de
voorlichting prediken. Maar of dat
nu effect heeft. Ze zien je al
aankomen
Zoeken dus, zoeken naar wegen
om contact te krijgen met de
jeugd, zoeken vanuit de weten
schap, dat het goed zou zijn, als
er iets werd gedaan.
In ieder geval kan worden vast
gesteld dat de „inleiding tot de
sexualiteit" er in katholieke kring
de .aaisie jaren enaele u.mensics
heeft bijgekregen. Er zijn twee
belangrijke elementen. De sex
heeft een positieve duiding ge
kregen in het totaal van het men
selijk leven. En het concilie heeft
vastgesteld dat gezinsplanning 'n
zaak is van man en vrouw. Daar
op zijn nogal wat zaken aan het
schuiven gegaan.
In het verband van dit artikel
is vooral de vraag van belang:
Wat wordt er op het terrein van
opvoeding en voorlichting voor de
jonge mensen gedaan? Waarbij
hier niet wordt ingegaan op de
even belangrijke vraag: Hoe ko
men cle 'öudenn te weten in welke
geest hunkinderen worden voor-
gelicffff»
zijm opjL te beginnen
olen awLtyersq"
ontplooien-:
tfct. is opgezëf
Jeugdzielzorginstituten,
de ouaSte/klèïsen
scholen als «>or dJISrlingen van"
het "oortgezet onderwfif-^ftok bui
ten schoolverband idjndtfvOdlënta-
tiedagen en instituten
vensscholen en de Mater
lisscholen die hun programma h5
ben op het gebied van sexuele op
voeding en voorlichting. Daarnaast
beleggen vormingscentra bijeen
komsten voor verloofden en jong
gehuwden, maar dat zijn slechts
summiere en selecte methoden
om jonge mensen te bereiken.
Dit laatste moet ook gezegd wor
den van de gesprekken van ver
loofden met een mentor-echtpaar,
die in de Dlaats gekomen zijn
van de vroeger pastoriegesprek-
ken. Afgemeten althans, op ver
schillend-. plaatsen, naar het aan
tal deelnemers.
Met diverse cursussen die de
jeugdorganisaties, standsorganisa
ties en kruisverenigingen beleg
gen dus een respectabele lijst
van activiteiten op dit gebied. En
een die nauwelijks nog ruimte
laat voor de vraag of voorlichting
en opvoeding op dit gebied in ka
tholieke krinp wenselijk wordt ge
acht.
De jeugd vraagt er trouwens ook
om. Een moderator van een mid
delbare school voor jongens zei
me het volgende: „Ik heb, aan
de hand van de inhoudsopgave
van de Nieuwe Katechismus, aan
de jongelui een prioriteitenlijst ge
vraagd van onderwerpen die ik
met hen ga behandelen. Het zijn
de jongens van de hoogste klassen.
Op alle lijsten stond sexuali
teit als hoogste genoteerd. En dat
is dan beslist geen ongezonde
nieuwsgierigheid. Er zuilen na
tuurlijk wel wat uitschieters tus
sen lopen, maar die verhalen die
je wel eens hoort over verhoudin
gen tussen middelbare scholieren
zijn wat mij betreft schromelijk
overdreven. Ben je gek, als ze
eens een fuifje hebben dan dan
sen ze wat en ze doen gezellig,
maar ze zorgen beslist ook dat
ze op tijd thuis zijn".
Komen er bij die schoolkateche-
se nu ook vragen over de toelaat
baarheid van voorechtelijk ge
slachtsverkeer?
De moderator: „Natuurlijk, wat
dacht u dan? Het hele pakket,
hoor. En ik vind dat je vooral
tot taak hebt in je beantwoording
van die vragen ethische, gezonde
menselijke normen te bieden.
Daar ia de school voor".
O©#
mm
Iedtójqdd van de lagere school
weet,zo opderi^and wel, dat een
baSy 'L^it 7 c^^feöerschoogtoemt.
De rol Van^q-jyadeiOfc Üik/ een
beetje minder oekeneT_
wordt de Raderen oog
duidelijk. het vervelende^
dat de sexqél^yiOTiichtmg daarna
ook ophountA^Sc^m^werwiil er
die biologists ^voorlig
belangrijke perïo
forlichtihg ffo!
Jis^ de periode
nameliJT^
meisje bij
behoefte ontdekt,
van het ontdekken van de I
aan genegenheid, aan geborgen
zijn, aan liefde zo men wil, het
ontdekken van het zich aangetrok
ken voelen tot de andere sexe.
Dat moment zouden de opvoeders
moeten aangrijpen om begeleiding
te bieden op die ontdekkingstocht.
Zover zijn we nog niet, maar het
komt wel. Over een jaar of tien,
wanneer de jongens en meisjes
van nu zelf kinderen hebben."
Het is een man, die veel met
jeugd optrekt vanuit de kin
derbescherming, rector van 'n te
huis voor meisjes, bisschoppelijk
inspecteur van het v.h.m.o. en het
n,odie dit zegt, als er wordt ge-
vraagt naar de noodzaak van voor
lichting.
Die noodzaak is er, natuurlijk.
De vraag is alleen in welke vorm
dat moet gebeuren. Het meest
ideaal is het natuurlijk, als het
door de ouders gebeurt en dan
niet tijdens een „plechtig moment
der onthullingen" maar bijna spe
lenderwijs, in een sfeer, waarin
aan de sexualiteit aandacht wordt
geschonken als één van een veel
_groter aantal facetten van het le
espatroon en niet als afzonder
de eenheid.
soud^sen van nu praten te
ganulyhun eigen „volwassen'
feapséfö|f} ^andaunt, dat dan
weliswaar M/ój^exis /tof wordt)
geroerd ma^r^a^rv^,r,/ie sexua-
tteit mét zo pfbelwW^isjèh Js als
foor tfe^jeugd.
De immers de sek
liteit an^en probleem, voelt het
als zodanig. Er i^een veei grotere
openheid gekomen 9eaenover het
gebeuren rond haar heen? De re
clame, de pers, de televisie ma
ken de kennismaking met zoveel
facetten van 't menselijke bestaan
mogelijk en gemakkelijk, dat het
wonderbaarlijk zou zijn, wanneer
de jeugd ook niet eerder en ge
makkelijker de sexualiteit zou ont
dekken.
Daar komt nog bij, dat de jeugd
tegenwoordig veel meer horizonta
le bindingen zoekt in plaats van
verticale: zij aanvaardt niet meer
als vanzelfsprekend de hiërarchie
ke opbouw, die afliep van kerk-
overheid via onderwijs en ouders
en zoekt het bij leeftijdgenoten.
Daar is niets op tegen, maar het
te zeer ontbreken van een behoor
lijk tegenwicht vanuit een goede
gezinssituatie maakt deze situatie
toch niet helemaal goed.
In een nieuw vrijheidsbewustzijn
wordt door de jeugd ook een gro
tere ruimte gelaten aan de experi
menteerdrift op sexueel gebied;
vele taboes zijn weggevallen. En
toch
"pn toch leven er onder de jeugd
nog tal van oude normen, die
ook voor de volwassenen gelden.
Oude normen, die van buitenaf
worden aangereikt en waar tegen
over de jeugd niet onwelwillend
staat.
Diezelfde jeugd echter houdt zich
in bepaalde situaties niet aan die
normen. Ze ontdekt dan het niet
van toepassing zijn van die nor
men op de eigen situatie en stel
len ze dan in discussie.
Dan ontstaat dat spanningsveld,
het conflict tussen de oude nor
men en de nieuwe situatie, waar
in ze worden aangevoeld als niet
meer van toepassing zijnde. Een
conflict, dat zeker voor de jeugd
zelf bestaat: want tussen het er
kennen van de onvolkomenheid
van oude normen en het vinden
van nieuwe, die wel van toepas
sing zijn ligt dikwijls een heel
grote afstand.
"Toenemende sexualiteit?
i Toenemend aantal ongehuwde
moeders?
Toenemend aantal gedwongen
huwelijken?
Drie, met indrukken, ideeën en
cijfers te illustreren zaken. Feiten
die conclusie bijna vanzelfspre
kend zouden maken: dat n.l. de
toegenomen vrijheid op sexueel
gebied tij d jeugd heeft geleid en
leidt tot meer ongehuwde
êders, en tot meer gedwongen
Jiwelij&eBi) toch wil drs. R.
i. Deibei, 'socioloog én directeur
van de NedéÖajidse federatie van
Instellingen voor de: Ongehuwde
/.joeuer,en haar Kind, kortweg
FIOM geheten, bepaald afstand
nOTheh vfpt een dergelijke conclu-
naar de cijfers eerst:
ifil is het aantal bui-
>&gbör™en gestegen
van .'11)18 4896 m 1966. De
grootste jaarlijkse étjjging ligt in
'62, '63 en '64, toen er per jaar
zo'n driehonderd kinderen meer
werden geboren. In 1965 wordt
dat minder (150) en vorig jaar wa
ren het er 180. In de verdeling tus
sen minder- en meerderjarige on
gehuwde moeders is een lichte stij
ging van de minderjarigen waar
te nemen hoewel dit de laat
ste drie jaar constant op 41 pro
cent is gebleven.
De indeling naar leeftijd laat
toch verrassende cijfers zien; 118
ongehuwde moeders beneden de
16 jaar, 499 van 16 en 17 jaar,
1326 van 18, 19 en 20 jaar, 1240
van 21 tot en met 24 jaar en 1513
van 25 jaar en ouder, 4696 onge
huwde moeders in totaal 'in 1966).
Dit totaal is overigens nog geen
twee procent van het aantal ge
boorten m Nederland.Men kan dus
moeilijk volhouden dat de door
allen die er mee te maken hebben
waargenomen sterke toename in
beleving van de sexualiteit bij de
jeugd in de cijfers van de onge
huwde moeders wordt weerspie
geld.
T)at ligt anders bij de gedwon-
gen huwelijken. Op een totaal
van 14.073 nuwelijken van partners
tussen de 15 en 19 jaar waren er
in 1956 3039 gedwongen huwelij
ken als maatstaf voor het
dwangmatige neemt men de ge
boorte van een kind binnen zeven
maanden na de huwelijksvoltrek
king. Dat was toen 21,7 orocent.
In 1965 werden er 18.545 huwelij
ken van partners tussen de 15 en
19 jaar gesloten, waarvan 7239
gedwongen en dat was 39 pro
cent. En deze toename krijgt al
veel meer een explosief karakter.
Voor vele Nederlanders is het on
gehuwde moederschap evenals 't
gedwongen huwelijk een schande
lijke zaak, conflicten met de ge
vestigde normen over zedelijkheid
en fatsoen. Een tekort aan voor
lichting op zichzelf als oorzaak
aan te wijzen zou onjuist zij: Men
zou het meer moeten zoeken in
de wijze, waarop de voorlichting
wordt gegeven.
In het loskoppelen van de fysieke
attracties van de sexualiteit van
de psychische ligt een groot ge
vaar: de indruk wordt gewekt dat
met elkaar naar bed gaan net
Z' gemakkelijk is en even een
voudig verloopt als het kopen van
een tramkaartje. Er zou dus ei
genlijk iets moeten worden gedaan
aan net opvoeden van ouders om
hun voorlichtende taak en het
is hun taak, laten we eerlijk zijn
beter te vervullen.
Qverigens is het zoeken naar
de oorzaxen van het onge
huwd moederschap geen eenvou
dige zaak. Als je de toename van
de sexuele bewegingsvrijheid bui
tensluit (behalve natuurlijk in bio
logisch opzicht), als je ternau
wernood kunt spreken van een
tekort aan (biologische) voorlich
ting, wat blijft er dan over?
Een onvoldoend geïntegreerd zijn
in de opvoeding van de psychi
sche aspecten van de sexualiteit?
Het zoeken naar die oorzaken
vormt een van de taken van de
hulpverlenende instanties voor on
gehuwde moeders. Men streeft er
onder meer naar de meisjes zich
bewust te maken van de motie
ven waarom ze tot geslachtsge
meenschap zijn gekomen. Maar
ai te vaak blijkt immers, dat ze
hiervan van te voren ternauwer
nood een probleem hebben ge
maakt.