N.V.S.H. I Dominee: Beroep doen op Wij adviseren sportiviteit alleen maar ^Vormingscentrum: Jeugd weet weinig L<v^an essentie af Maatsch. werk: Sexualiteit wordt overtrekken Moderator: Sexualiteit bovenaan de lijst giïf'i Kinderbeséerm. Meer horizenlaie bindingen KOM: Geen exploe ongeh. moeders tot TWtENERSPtBqft DAGBLAD DE STEM, OKTOBER 1967 TWIENERSPIEOEt ie Mothers of Invention* ren belegen tieners in de ftijd van vijfentwintig tot :tig jaar. in, bekend )-hit. Nederland op 30 ok- maken van een der- jrende Tros-tv-skow. j tot nu toe slechts oemd hebben, die treden verzorgen, t de tv-opname van een uitzondering, eerste keer is, dat aste land van Euro zijn succesvolle op- Parijse Olympia ïg. Stevie enkele )g Little" met zijn stond onlangs 1 met was made Hij komt naar Ne- jn eigen dirigent, gi- aris en drummer, eaterbureau was be- optreden voor deze tiest te engageren ijs te hoog zou lig- en wij nog een korte an de verschillende eigenlijk wat buiten liggen. Zo wordt op in het Scheveningse en ihet Amsterdamse een „spiritual en il gehouden: op 28, ber in de doelen te „N ewport-j azzfes- 3 februari van het in het circustheater jen en het Concert- tsterdam een jazzcon- 11a Fitzgerald en Du- Alleen al de vraag „WIE doet I.WAT aan opvoeding tot sexuali- it en aan herleiding naar het mwelijk?" Is in staat om om vangrijke discussies los te slaan, in de trant van: wat is op- ling tot sex? Is dat dan wel tig? Krijgt de sex toch al niet te veel aceent? Fe't is, dat sexualiteit erkend wordt als een element dat op le der levensstadinm zijn invloed heeft. En de wedervraag Ujkt ge rechtvaardigd waarom bijvoor beeld godsdienst of politiek Wèl object van opvoeding kunnen zijn, maar sexualiteit niet. Vroeger kon dat in ieder geval niet. Nauwelijks twintig jaar ge leden kon hét gebeuren dat een jongen en een meisje, zelfs als ze dichter bij de dertig dan bij de twintig jaar waren, volkomen onwetend en onvoorbereid trouw den. Het vermaarde (en soms be ruchte) pastoriegesprek had daar zelfs geen verandering gebracht. En dat was toch, wanneer we ons even tot het katholieke be volkingsdeel beperken, vrijwel het enige moment, waarop van huwe lijksvoorlichting sprake kon zijn. Tenzij de ouders het tot hun taak gerekend hadden. Maar ook dat kwam slechts in een beperkt aan tal gevallen voor. Inmiddels zijn er heel wat ta boes op het gebied van de sex weggevallen, met name in katho lieke kringen, waar het zicht op de sexualiteit en het huwelijk ver anderd is onder invloed van het nieuwe wereld- en mensbeeld dat geleidelijk aan ontstaat. En die si- tuatie vraagt om een opvoeding tot sexualiteit, om het geven van een gezonde kijk op de plaats die de sex in je leven inneemt, om een duidelijk zicht op wat Je gaat doen als je trouwt. Onlangs is uit een onderzoek gebleken, dat de voorlichting (een erg beperkte uitdrukking) over de sexualiteit op katholieke scho len beter is dan op niet-katholie- ke scholen. Het lijkt erop dat, al thans wat het zuiden betreft, ook de voorlichting anders dan via de scholen, beter is. Zeker organisa torisch. Maar de katholieke kerk staat hier dan ook een uitgebreide vertakking van onderwijsinstituten en verenigingen ten dienste, ter wijl, om een andere levenssfeer te noemen, de N.V.S.H. feitelijk alleen zichzelf heeft. Een gesprek met een dominee leerde me, dat in zijn (hervorm de) kerk de huwelijksvoorlichting onderdeel is van de catechisatie (jongelui tussen 15 en 19 jaar) en ook van de huwelijkscatechisatie. Hij liet me een catechisatieboek inzien, dat de gebruikelijke aan- wijzinger geeft «im jongelui in het algemeen wat richting te wijzen. Een (heel klein beetje biologisch en vooral de morele aspecten. Hoe dat dan gebeurt hangt voor een groot deel af van de man die het boek hanteert. „Voor mij", zei de dominee met wie ik sprak, „is sex een mooi stukje schepping. Als ik er met de jongelui over praat, dan doe ik een beroep op hun sportivi teit: je moet het geluk van de ander dienen". (Citaat uit het ca techisatieboek: Wie gelukkig wil worden, moet niet trouwen; ge lukkig maken, waar gaat het om Ook in protestantse kring is het zicht op huwelijk en sex aan het veranderen. Er komt een mentali teitsombuiging. Er is ongetwijfeld nog een generatievers Ail, maar dat verloopt. En niet altijd zo scx.oksgewijs als b.v. bij veel ka tholieken. ue dominee: „Ik begir met po sitie! tegenover de sexualiteit te itaan. Er is altijd zo'n verdringing geweest van een mooi stuk men selijk leven. Ik houd niet van een gebiederige sfeer. En ik zeg tegen de jongelui, dat ze de sex moeten inbouwen in het totaal van mens-zijn." Wat vindt de xuele omgang ,,U bedoelt scharrels, hè, Ik ben er geen Hoewel, ik kan gen w^l respecteren. En bijvoorbeeld best zijn, daf%JÊ cul tureel klimaat zó gaat veranderen, dat er toch een aanvaarding mo gelijk wordt Maar onder de hui dige omstandigheden sta ik er op ethische gronden afwijzend tegen over. En de voorlichting thuis? Want dat generatieverschil is er nu een maal De dominee: „Uit gesprek ken met gemeenteleden krijg ik de indruk dat de juders wel we ten, theoretisch, hoe ze voorlich ting moeten geven. Maar in de praktijk is het toch niet zo een voudig." Dominee stopt me nog een fol dertje in de hand van de Protes tantse Stichting ter bevordering van verantwoorde gezinsvorming. Het is in het blad van deze stich ting, da* de R'damse arts Dupuis kortgeleden heeft voorgesteld, dat de Stichting, samen met de katho lieke bureaus voor huwelijksvoor lichting en de NV.S.H. aan één tafel gaan zitten praten. Kan dat dan? Weer die ethische normen dus, net als bij de dominee. En trou wens ook net ais bij de N.V.S.H. Maar de N.V.S-H. zoékt ook niet naar andere normen. Ze ziet haar taak primair als opvoedend en pas op de tweede plaats als dienst- verlenerd. En bij die opvoeding staat de ethiek voorop. „Maar u staat niet afwijzend te genover sexuele omgang voor het huwelijk", legde ik de jonge voor zitter van een plaatselijke afdeling van de N.V.S.H. voor. „Liggen bij buitenkerkelijken de ethische nor men dan lager?" „Dat denk ik niet", zei hij, „wij laten ieder vrij in zijn beslissing. Wij adviseren alleen maar hoe je je leven op een echt menselijk plan moet inrichten. Je verant' woordelijkheid kennén .tegenover de evenmens, ook gebied van de sex.ie moet\£oé& doordron gen zijn^ van mSfe sequenties^r len". 9 ver- él "end aan Exualiteit van üs-christelijke vereni- RooSendaal. Waarom Op voorwaarde dat ze toestem ming hebben van hun ouders kun nen jongelui vanaf 18 jaar terecht op de consultatiebureaus van de N.V.S.H. en gebruik maken van de middelen die er verstrekt worden. Een apart jeugdlidmaatschap en een apart spreekuur voor jonge ren zijn er nog niet. Wel heeft de Bredase N-V.S.H. (,,In onze bibliotheek staan ook boeken van Trimbos en andere katholieke auteurs") onlangs een serie voorbereidende gesprekken gehouden voor deelname aan Sex tant '67, een congres van de N.V. S.H. dat in de Amsterdamse RAI wordt belegd. Bij die voorberei dende gesprekken zijn een katho lieke priester en een dominee aanwezig geweest.Voorts draait de N.V.S.H. voorlichtende films voor jongeren, die bedoeld zijn om dis cussies los te slaan. e „Het is niet eerlek om de jeugd van nu een dienstregeling op te leggen die van toepassing was voor het leven van 1930. Jonge mensen hebben het recht om hun eigen normen te kiezen en zelf te bepa len of ze zich daaraan conforme ren of niet. Dat lijkt gemakkelijk en veel volwassenen stellen dit ook, maar het is niet juist. Het zou gemak kelijk zijn, wanneer het bleef bij het stellen van de normen naar mate het zo uitkwam in een be paalde situatie Maar zo is het niet. De normen, die de jongeren zich stellen kunnen zij ook verdedigen en van argumenten voorzien. En dat is helemaal niet gemakkelijk. Het lijkt zelfs gemakkelijker om zoals de volwassenen dat hebben gedaan en doen, zich neer te leg gen bij de normen, die hen per traditie zijn voor- en opgelegd". De heer J P A. van Dun, direc teur van het vormingscentrum Bouvigne in Breda, werkt per jaar met zo'n dri^uizend jonge men- op Bouvigne is er op gertchy de jongeren zo veel als mo^ 'MsAeen situatie Als ae Je bieden, gheid denken en fandelen makT gen, „Dat de seksualiteit. stellen dat de seksu; teel een aandacht krijgt, schiet voorbij die welke dient. Je moet er natuurlijk" naad streven om er een evenwichtige aandacht temidden van andere za ken zoals kerk en wereld, politiek aan te geven. Als je er van uitgaat, dat dit noodzakelijk is, dan kom je van zelfsprekend op de voorlichting. Een verschrikkelijk moeilijk pro bleem. Laten we er maar van uit gaan, dat de ouders in eerste in stantie de aangewezenen zijn om die voorlichting te geven. Maar helaas, daar gebeurt het niet of heel sporadisch. Komt de school, waar het ook maar weinig voor komt, dat er voorlichting wordt gegeven. En bovendien klassikaal over sex praten is helemaal een onding. Dan blijven er dus andere instanties over. een vormingscen trum bijvoorbeeld, dat zich dan voor deze taak gesteld ziet. Het blijkt uit de praktijk, dat de sfeer in een werkweek, zoals die op Bouvigne worden gehouden, uit stekend geschikt is om te praten over de seksualiteit. Het valt dan overigens wel op hoe weinig die jongens en meisjes, die over seks praten van essentiële zaken in dit verband op de hoogte zih Maar er zijn mogelijkifcep noeg om er over te disK en dan kom je soms tot wil ontdekkingen Bij voorbeeld, 'dat seksueel verkeer tussen twee men sen die op weg zijn naar ee recht huwelijk vóór dit niet meer plaatsvindt op normen. Het wordt een wlïenlijk onderdeel van de ontmoeting tus sen twee mensen. De zg. „losse scharrel" wordt door de jongeren niet meer ais een redelijke zaak aanvaard. En het prettige van de jongeren van nu is. dat ze open staan voor discussies over de eonsuquenties van hun opvattingen in welke dis cussies uiteraard het punt van eer lijk en deskundige voorlichting en het gebruik van voorbehoed middelen mede van belang zijn". er iets is, waaraan een eel van e jeugu een gruwel heeft, dan is dat het georganiseer de jeugdwerk: de instuiven, de wandelclubs, de verkennerij de ka tholieke plattelandsjongeren, de Jonge Boerinnen. Dat heeft nog niet eens zoveel te maken met het jeugdwerk, maar wel met het organisatie-verband. Het is met het jeugdwerk net als met een feestje: je geeft tegenwoordig geen feestje meer met een stoelendans of pluisje blaien. Je schuifelt wat of je sjeekt of je vrijt wat of je kletst of je drinkt en naarmate het een of het ander wat beter uitvalt is het feestje goed of niet. De „deskundigen" weten ook niet precies wat ze er mee aan moeten: dat althans blijkt uit het gesprek met de directeur van een sociaal centrum in 'n middelgrote provincieplaats, IV/* zijn gelukkig zo ver, dat we W erkennen, dat er een jeugdpro bleem is. Het stadium van „Waar maken we ons eigenlijk druk om" lis achter de rug. Maar in de pla^kdaarvan is een overtrekken najugjyptadere kant gekomen: er is mr(ipOTeïlas een oppepperij ge- komenT^ffiles wat met jeugd temaken Heeft. En dan vooral natuurlijk de jeugd en de sex. ^aJ^'Aajrmee gedaan wordt, dat is fuit het totaal le- sexualiteit bij de overtrokken aan- niet, dat wij het probleem bagatelliseren, maar je moet wel reëel blijven. Het zou zinvoller zijn, wanneer we erin slaagden om een "oed gesprek hierover tussen de jongeren onder ling mogelijk te maken en ook en dat is dan nog belangrijker een goed gesprek tussen jeugd en ouderen- Maar ja, de helft van de ouderen kan een dergelijk gesprek niet eens voeren. Daarom houden we ons voorlopig maar bij de oude ren. In individuele gevallen geven we wel voorlichting aan jongeren. Maar in de praktijk ben je dan al te laat: anders zouden zij niet bij je komen. Beter lijkt het om in het gezinstherapeutische werlj hier wat aan te doen. Trouwens, jeugd bere*«OT YlstShdti g? gjmiseartSJêittdjfcStif? Daar komt de jeugd, die niet ,de Itorste plaats voorlichtk dip heeft. De groep, die <Sat Wel heeft, moet ontmjjelMlAïMteïIJtï iWflet café iirn£' 'Alsn je het nu hebt oYA^eftStfheppen van elementai re voorwaarden voor het ontplooi en van de creativiteit van de jeugd dan lijkt het er veel op, dat die voorwaarden in het café aanwezig zijn. Je zou natuurlijk als vakbekwaam jeugdleider, ais deskundige ook 't café kunnen bezoeken en daar de voorlichting prediken. Maar of dat nu effect heeft. Ze zien je al aankomen Zoeken dus, zoeken naar wegen om contact te krijgen met de jeugd, zoeken vanuit de weten schap, dat het goed zou zijn, als er iets werd gedaan. In ieder geval kan worden vast gesteld dat de „inleiding tot de sexualiteit" er in katholieke kring de .aaisie jaren enaele u.mensics heeft bijgekregen. Er zijn twee belangrijke elementen. De sex heeft een positieve duiding ge kregen in het totaal van het men selijk leven. En het concilie heeft vastgesteld dat gezinsplanning 'n zaak is van man en vrouw. Daar op zijn nogal wat zaken aan het schuiven gegaan. In het verband van dit artikel is vooral de vraag van belang: Wat wordt er op het terrein van opvoeding en voorlichting voor de jonge mensen gedaan? Waarbij hier niet wordt ingegaan op de even belangrijke vraag: Hoe ko men cle 'öudenn te weten in welke geest hunkinderen worden voor- gelicffff» zijm opjL te beginnen olen awLtyersq" ontplooien-: tfct. is opgezëf Jeugdzielzorginstituten, de ouaSte/klèïsen scholen als «>or dJISrlingen van" het "oortgezet onderwfif-^ftok bui ten schoolverband idjndtfvOdlënta- tiedagen en instituten vensscholen en de Mater lisscholen die hun programma h5 ben op het gebied van sexuele op voeding en voorlichting. Daarnaast beleggen vormingscentra bijeen komsten voor verloofden en jong gehuwden, maar dat zijn slechts summiere en selecte methoden om jonge mensen te bereiken. Dit laatste moet ook gezegd wor den van de gesprekken van ver loofden met een mentor-echtpaar, die in de Dlaats gekomen zijn van de vroeger pastoriegesprek- ken. Afgemeten althans, op ver schillend-. plaatsen, naar het aan tal deelnemers. Met diverse cursussen die de jeugdorganisaties, standsorganisa ties en kruisverenigingen beleg gen dus een respectabele lijst van activiteiten op dit gebied. En een die nauwelijks nog ruimte laat voor de vraag of voorlichting en opvoeding op dit gebied in ka tholieke krinp wenselijk wordt ge acht. De jeugd vraagt er trouwens ook om. Een moderator van een mid delbare school voor jongens zei me het volgende: „Ik heb, aan de hand van de inhoudsopgave van de Nieuwe Katechismus, aan de jongelui een prioriteitenlijst ge vraagd van onderwerpen die ik met hen ga behandelen. Het zijn de jongens van de hoogste klassen. Op alle lijsten stond sexuali teit als hoogste genoteerd. En dat is dan beslist geen ongezonde nieuwsgierigheid. Er zuilen na tuurlijk wel wat uitschieters tus sen lopen, maar die verhalen die je wel eens hoort over verhoudin gen tussen middelbare scholieren zijn wat mij betreft schromelijk overdreven. Ben je gek, als ze eens een fuifje hebben dan dan sen ze wat en ze doen gezellig, maar ze zorgen beslist ook dat ze op tijd thuis zijn". Komen er bij die schoolkateche- se nu ook vragen over de toelaat baarheid van voorechtelijk ge slachtsverkeer? De moderator: „Natuurlijk, wat dacht u dan? Het hele pakket, hoor. En ik vind dat je vooral tot taak hebt in je beantwoording van die vragen ethische, gezonde menselijke normen te bieden. Daar ia de school voor". O©# mm Iedtójqdd van de lagere school weet,zo opderi^and wel, dat een baSy 'L^it 7 c^^feöerschoogtoemt. De rol Van^q-jyadeiOfc Üik/ een beetje minder oekeneT_ wordt de Raderen oog duidelijk. het vervelende^ dat de sexqél^yiOTiichtmg daarna ook ophountA^Sc^m^werwiil er die biologists ^voorlig belangrijke perïo forlichtihg ffo! Jis^ de periode nameliJT^ meisje bij behoefte ontdekt, van het ontdekken van de I aan genegenheid, aan geborgen zijn, aan liefde zo men wil, het ontdekken van het zich aangetrok ken voelen tot de andere sexe. Dat moment zouden de opvoeders moeten aangrijpen om begeleiding te bieden op die ontdekkingstocht. Zover zijn we nog niet, maar het komt wel. Over een jaar of tien, wanneer de jongens en meisjes van nu zelf kinderen hebben." Het is een man, die veel met jeugd optrekt vanuit de kin derbescherming, rector van 'n te huis voor meisjes, bisschoppelijk inspecteur van het v.h.m.o. en het n,odie dit zegt, als er wordt ge- vraagt naar de noodzaak van voor lichting. Die noodzaak is er, natuurlijk. De vraag is alleen in welke vorm dat moet gebeuren. Het meest ideaal is het natuurlijk, als het door de ouders gebeurt en dan niet tijdens een „plechtig moment der onthullingen" maar bijna spe lenderwijs, in een sfeer, waarin aan de sexualiteit aandacht wordt geschonken als één van een veel _groter aantal facetten van het le espatroon en niet als afzonder de eenheid. soud^sen van nu praten te ganulyhun eigen „volwassen' feapséfö|f} ^andaunt, dat dan weliswaar M/ój^exis /tof wordt) geroerd ma^r^a^rv^,r,/ie sexua- tteit mét zo pfbelwW^isjèh Js als foor tfe^jeugd. De immers de sek liteit an^en probleem, voelt het als zodanig. Er i^een veei grotere openheid gekomen 9eaenover het gebeuren rond haar heen? De re clame, de pers, de televisie ma ken de kennismaking met zoveel facetten van 't menselijke bestaan mogelijk en gemakkelijk, dat het wonderbaarlijk zou zijn, wanneer de jeugd ook niet eerder en ge makkelijker de sexualiteit zou ont dekken. Daar komt nog bij, dat de jeugd tegenwoordig veel meer horizonta le bindingen zoekt in plaats van verticale: zij aanvaardt niet meer als vanzelfsprekend de hiërarchie ke opbouw, die afliep van kerk- overheid via onderwijs en ouders en zoekt het bij leeftijdgenoten. Daar is niets op tegen, maar het te zeer ontbreken van een behoor lijk tegenwicht vanuit een goede gezinssituatie maakt deze situatie toch niet helemaal goed. In een nieuw vrijheidsbewustzijn wordt door de jeugd ook een gro tere ruimte gelaten aan de experi menteerdrift op sexueel gebied; vele taboes zijn weggevallen. En toch "pn toch leven er onder de jeugd nog tal van oude normen, die ook voor de volwassenen gelden. Oude normen, die van buitenaf worden aangereikt en waar tegen over de jeugd niet onwelwillend staat. Diezelfde jeugd echter houdt zich in bepaalde situaties niet aan die normen. Ze ontdekt dan het niet van toepassing zijn van die nor men op de eigen situatie en stel len ze dan in discussie. Dan ontstaat dat spanningsveld, het conflict tussen de oude nor men en de nieuwe situatie, waar in ze worden aangevoeld als niet meer van toepassing zijnde. Een conflict, dat zeker voor de jeugd zelf bestaat: want tussen het er kennen van de onvolkomenheid van oude normen en het vinden van nieuwe, die wel van toepas sing zijn ligt dikwijls een heel grote afstand. "Toenemende sexualiteit? i Toenemend aantal ongehuwde moeders? Toenemend aantal gedwongen huwelijken? Drie, met indrukken, ideeën en cijfers te illustreren zaken. Feiten die conclusie bijna vanzelfspre kend zouden maken: dat n.l. de toegenomen vrijheid op sexueel gebied tij d jeugd heeft geleid en leidt tot meer ongehuwde êders, en tot meer gedwongen Jiwelij&eBi) toch wil drs. R. i. Deibei, 'socioloog én directeur van de NedéÖajidse federatie van Instellingen voor de: Ongehuwde /.joeuer,en haar Kind, kortweg FIOM geheten, bepaald afstand nOTheh vfpt een dergelijke conclu- naar de cijfers eerst: ifil is het aantal bui- >&gbör™en gestegen van .'11)18 4896 m 1966. De grootste jaarlijkse étjjging ligt in '62, '63 en '64, toen er per jaar zo'n driehonderd kinderen meer werden geboren. In 1965 wordt dat minder (150) en vorig jaar wa ren het er 180. In de verdeling tus sen minder- en meerderjarige on gehuwde moeders is een lichte stij ging van de minderjarigen waar te nemen hoewel dit de laat ste drie jaar constant op 41 pro cent is gebleven. De indeling naar leeftijd laat toch verrassende cijfers zien; 118 ongehuwde moeders beneden de 16 jaar, 499 van 16 en 17 jaar, 1326 van 18, 19 en 20 jaar, 1240 van 21 tot en met 24 jaar en 1513 van 25 jaar en ouder, 4696 onge huwde moeders in totaal 'in 1966). Dit totaal is overigens nog geen twee procent van het aantal ge boorten m Nederland.Men kan dus moeilijk volhouden dat de door allen die er mee te maken hebben waargenomen sterke toename in beleving van de sexualiteit bij de jeugd in de cijfers van de onge huwde moeders wordt weerspie geld. T)at ligt anders bij de gedwon- gen huwelijken. Op een totaal van 14.073 nuwelijken van partners tussen de 15 en 19 jaar waren er in 1956 3039 gedwongen huwelij ken als maatstaf voor het dwangmatige neemt men de ge boorte van een kind binnen zeven maanden na de huwelijksvoltrek king. Dat was toen 21,7 orocent. In 1965 werden er 18.545 huwelij ken van partners tussen de 15 en 19 jaar gesloten, waarvan 7239 gedwongen en dat was 39 pro cent. En deze toename krijgt al veel meer een explosief karakter. Voor vele Nederlanders is het on gehuwde moederschap evenals 't gedwongen huwelijk een schande lijke zaak, conflicten met de ge vestigde normen over zedelijkheid en fatsoen. Een tekort aan voor lichting op zichzelf als oorzaak aan te wijzen zou onjuist zij: Men zou het meer moeten zoeken in de wijze, waarop de voorlichting wordt gegeven. In het loskoppelen van de fysieke attracties van de sexualiteit van de psychische ligt een groot ge vaar: de indruk wordt gewekt dat met elkaar naar bed gaan net Z' gemakkelijk is en even een voudig verloopt als het kopen van een tramkaartje. Er zou dus ei genlijk iets moeten worden gedaan aan net opvoeden van ouders om hun voorlichtende taak en het is hun taak, laten we eerlijk zijn beter te vervullen. Qverigens is het zoeken naar de oorzaxen van het onge huwd moederschap geen eenvou dige zaak. Als je de toename van de sexuele bewegingsvrijheid bui tensluit (behalve natuurlijk in bio logisch opzicht), als je ternau wernood kunt spreken van een tekort aan (biologische) voorlich ting, wat blijft er dan over? Een onvoldoend geïntegreerd zijn in de opvoeding van de psychi sche aspecten van de sexualiteit? Het zoeken naar die oorzaken vormt een van de taken van de hulpverlenende instanties voor on gehuwde moeders. Men streeft er onder meer naar de meisjes zich bewust te maken van de motie ven waarom ze tot geslachtsge meenschap zijn gekomen. Maar ai te vaak blijkt immers, dat ze hiervan van te voren ternauwer nood een probleem hebben ge maakt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 29