MR. P. KUIJPERS (OPBOUWORGAAN) OVER
ACHTERGROND BRABANTIA NOSTRA-REL
BLOTE T.V.-JUF
BOEIENDER DAN
KLEDERDRACHT
Waarom
behelpt u zich.
U kunt toch een
Mercedes - Benz
200D rijden!
YWZ-premie 0,7%,
over vijf jaar 1,6%
UITZENDING
HOEPLA
SLECHTE
SMAAK
ZIEKENFONDSRAAD BEREKENT:
DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 OKTOBER 1967
Er zijn normen
Weet u wel wat u mist? Rijden in een Mercedes-Benz is
anders. Die ruimte, die kracht, dat wagen- en wegbeheersende
sturen, de zekerheid van veiligheid.
Laat u voorrekenen dat deze kapitale wagen bij 30.000 kilo
meter per jaar de zuinigheid zélf is. Dieseizuinigheid.
Maak deze week nog een openbarende proefrit in de machtige
Mercedes-Benz 200 D.
Ervaar het zelf.
Bel meteen AGAM
Amsterdam (020-719555)
of de dichtst bijzijnde
dealer. Er wacht een
Mercedes-Benz200D op u.
Regering over naakt:
Hilariteit
Stijging
N.V PHONOGRAM)
(ADVERTENTIE)
„Die blote juffrouw op de televisie is veel interessanter dan de Bra
bantse poffer en de Zeeuwse klederdrachten!" Deze uitdagend geformu
leerde uitspraak komt van mr. P. Kuijpers, een van de twee directeuren
van het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant. We spraken met hem
over de achtergronden van de deinfog die ontstaan is rond Brabantia
Nostra, een stichting van intellectuelen „die voor algemene Brabantse
belangen op wil komen", zoals voorzitter drs. J. van Casteren de doel
stelling omschrijft.
Eerstechter een overzicht van de kwestie.
Mr. Kuijpers is er lid van; zijn naam staat op de ledenlijst onder die
van commissaris van de koningin dr. C. Kortmann. Maar hij is het niet
eens met de opvattingen van het dagelijks bestuur over „de Brabantse
eigenheid". Hij zegt: „De Brabantse ziel is een volstrekt duistere zaak
waarmee onderhand maar eens afgerekend moet worden".
Op vrijdag 6 oktober verwijt DAG
BLAD DE STEM het dagelijks be
stuur van Brabantia Nostra „een vol
strekt negatieve en defensieve hou
ding ten aanzien van het nieuwe dat
zich (gelukkig!) ook in Brabant aan
dient". Aanleiding was een Brabantia-
brief van 2 oktober, waarin het da
gelijks bestuur het vertrouwen uit
sprak „dat Brabant iets van zijn
eigenheid zal weten te bewaren, waar
door het zich kan blijven onderschei
den van een omringende wereld, die
steeds meer tendeert naar vervlak
king en eenderheid en waarin wezen
lijke waarden zo gemakkelijk teloor
gaan?.
Op zaterdag 7 oktober reageert Bra-
bantia-voorzifcter Van Casteren in-onze
krant met een ingezonden stuk. Daar
in staat onder meer: „Is het mis
plaatst vertrouwen te hopen
dat de eigenheid van een gewest be
waard kan blijven, die vanzelf een
zeker verschil met de omringende
wereld ten gevolge heeft? En is het
te veel gezegd dat de omringende we
reld naar vervlakking en eenderh^d
tendeert? Ik denk dat elke socioloog
een dergelijke uitspraak voor zijn re
kening kan nemen".
Drie dagen later, dinsdag 10 oktober,
mbliceert DAGBLAD DE STEM een
>rief van het dagelijks bestuur aan
de Brabantia-centrale alsmede een
daarbij gevoegd discussiestuk van de
hand van stichting-secretaris P. Mut-
saers. In de brief wordt een studie
dag aangekondigd over de verande
ringen op religieus, moreel, sociaal
en cultureel terrein. Op woensdag 11
oktober maken wij bezwaar tegen de
strekking van de brief, waaruit naar
onze mening een autoritaire mentali
teit spreekt. Er staat bijvoorbeeld:
„Men discuteert over zaken die daar
niet of nog niet rijp voor zijn, of
zelfs over zaken die niet discutabel te
stellen ziin".
En dan nu het interview met mr. P.
Kuijpers, tot nog toe het enige lid van
Brabantia Nostra dat openlijk tegen
de aanpak \*an het bestuur protesteert.
Hij is jurist en geboren in Zeeuwsch-
Vlaanderen (Kloosterzande), maar
hij werkt dagelijks samen met socio
logen en woont al vele jaren in Bra
bant (Tilburg). Hij weet dus wel
waar hij over praat.
In het geding is „de eigenheid van
Brabant". Vaak hoog geprezen, soms
ook niet. Wat is dat, die eigenheid?
KUIJPERS: Zoals elke samenleving
heeft Brabant iets eigens: een verza
meling opvattingen en gedragsregels,
de erfenis van een bepaalde histori
sche situatie. Vaak zijn het verstarde
vormen, restanten van vroeger in het
huidige cultuurpatroon. Ik protesteer,
er tegen dat ze heilig verklaard wor
den - en dat doet Brabantia Nostra.
Daar zit de opvatting achter dat de
mensen een aantal constante eigen
schappen hebben die dan in Brabant
beter ontwikkeld zouden zijn. Daar
geloof ik niet in. Je kunt toch moei
lijk volhouden dat de Brabander
krachtens geboorte bijvoorbeeld trou
wer kan zijn dan de Fries.
De spreekwoordelijke Brabantse
„trouw", eerbied voor het gezag, ge
voel voor de betrekkelijkheid der
dingen - dat zjjn Brabantse hoedanig
heden die Brabantia Nostra verdedigt.
KUIJPERS: Dat zogenaamde gevoel
voor betrekkelijkheid is een mooi ex
cuus om over je te laten lopen. En
achter de hemelhoog geprezen trouw'
schuilt meestal angst om het nieuwe
te accepteren. Die houding is het
restant van een plattelandscultuur
me+ sterk autoritaire kenmerken: aan
de ene kant de „heren" met hun ver
meend goddelijk gezag en aan de an
dere kant het volgzame volk.
Dat is overigens geen uitsluitend
Brabants verschijnsel. Je ziet het
overal, veel sterker nog bijvoorbeeld
In Zuid-Europa. Noord-Europa, ook
Brabant, zit nu in een proces waarin
die overherige plattelandscultuur
plaab maakt voor een andere. Ik ver
oordeel ze niet, ik prijs haar ook
niet, maar ontleen er zeker geen nor
men aan voor het heden, zoals Bra
bantia Nostra doet.
Brabantia Nostra vreest massifica
tie, nivellering, vervlakking, eender
heid.
KUIJPERS: Een socioloog die deze
termen gebruikt is een slecht socio-
u" eers^e Plaats moet hij zich
onthouden van waarde-oordelen, maar
bovendien is het feitelijk gewoon on
juist om van nivellering enz. te spre
ken. Nivellering en eenvormigheid
zijn juist de kenmerken van de oude
samenleving. De nieuwe is gediffe-
MR. P. KUIJPERS
kritiek hard nodig
rentieerd, pluriform. Zij geeft het in
dividu veel meer ruimte dan vroeger.
De socioloog zegt dus: géén nivelle
ring, maar het tegendeel.
Maar we dragen allemaal dezelfde
pakjes, wonen in dezelfde huizen en
kijken naar dezelfde t.v.-program-
ma's
KUIJPERS: Jawel, maar dat houdt
nog geen gelijkschakeling van de ge
dragspatronen in. Dezelfde t.v.-pro-
gramma's da*s één kant van de
medaille. De andere is dat de ont
wikkeling van de techniek de samen.*
leving juist gevarieerder gemaakt
heeft. Denk maar eens aan het enor
me aantal beroepen^ terwijl vroeger
iedereen iets agrarisch' deed. Als ge
volg daarvan zijn er ook meer soorten
gedragsregels ontstaan.
En dan is er nog een punt: de
schaalvergroting, maar dat brengt al
evenmin nivellering teweeg. Onze
actieradius is groter geworden: wat
in Vietnam gebeurt zit op onze huid,
ons netvlies. De samenleving, de col
lectiviteit. is groter dan ooit, maar
toch minder dwingend.
Veel soorten gedrag. Ook veel soor
ten gedragsregels, normen?
KUIJPERS: Pluriformiteit betekent
inderdaad ook „plurinormiteit". We
zijn lid van verschillende groepen en
elke groep heeft zijn code, zijn nor
men. Als je bij de groep journalisten
hoort, moet je je aan de groepscode
houden. Voor de rest zijn er in onze
maatschappij nog wat elementaire re
gels, maar die liggen ook nogal ver
schillend. Er is veel ruimte voor af
wijkend gedrag en dat werd vroe
ger alleen aan de dorpsidioot toege
staan.
Heeft bijvoorbeeld een algemene
zedelijke norm als trouw-zyn dan
niets meer te betekenen?
KUIJPERS: Trouw is een belang
rijke waarde in het menselijk leven,
een wezenlijke waarde, maar die gaat
helemaal niet „teloor", zoals Braban
tia Nostra dat zo fraai zegt. De trouw
wordt alleen op een andere manier
gerealiseerd dan in het oude Brabant.
Toen betekende trouw bijvoorbeeld:
je vasthouden aan je familie. Dat
moest toen wel, de economische om
standigheden waren er naar: de fa
milie was ook arbeidsgroep en deser
tie van elk lid maakte het leven voor
de anderen nog moeilijker. En was
dus ontrouw.
Nu zijn onze relaties veelvulddger
en veelsoortiger geworden. Sommige
zijn intens, andere vluchtig en een
heleboel zitten er tussen in. Ze stellen
elk hun eigen eisen aan de trouw van
de partners. Ook de trouw is veelvor-
miger geworden. E- zijn gewoon geen
algemene regels te stellen, geen pas
klare oplossingen voor alle situaties.
Om concreet te zijn: kun je dan,
bijvoorbeeld, ook niet zeggen dat
mini-rokken altijd en overal afkeu
renswaardig zijn?
KUIJPERS: Dat kun je niet zeggen,
nee. Toen ik nog in Zeeland zat,
stelde iemand voor om de traditionele
klederdracht aan te passen aan deze
tijd. De baaien rokken moesten „ver
taald" worden voor de meisjes van
nu. Daarbij werd eenvoudig vergeten
dat klederdracht, mode, een uitdruk
kingsvorm is van dé relatie man
vrouw. De. kleding wijzigt zich met
de opvattingen daarover, en die zijn
sterk in beweging. Dat blote meisje
op de televisie, juffrouw Bloom, is
als symptoom veel interessanter dan
de Brabantse poffer, al owrdt die nog
zo aangepast.
Blote meisjes op de t.v., gaat dat
niet veel te ver?
KUIJPERS: Ja ja, worden zo de
normen niet op losse schroeven ge
steld, nietwaar? Nou, ze staan al
op losse schroeven. De norm „Bloot
Slaat Dood" bijvoorbeeld. En dat vind
je weerspiegeld in t.v.-programma's,
radiorubrieken en de kranten. We
zijn bezig nieuwe gedragsregels te
zoeken, en dat moeten we ook doen.
De bestaande normep, veelal over
geleverd uit de plattelandscultuur,
worden door een aantal mensen wel
bewust op de proef gesteld. De pro
vo's, Zo is het, en nu Hoepla ze
tasten de grenzen af. Ik vind dat een
positieve bijdrage tot het maatschap
pelijk vernieuwingsproces.
Zjjn dat dan geen „grensoverschrij
dingen"?
Bijgaand interview zal, hopen wij,
een nuttige bijdrage kunnen leveren
aan de discussie over normen, mas
sificatie en veranderende gedrags
patronen, die door Brabantia Nostra
nolens volens op gang is gebracht.
Om misverstand te vermijden: de
zienswijze van mr. Kuijpers is niet
op alle punten gelijk aan de onze.
By alle veelheid van normen zijn er
waarden, zijn er normen en gedrags
regels, die wij niet straffeloos kunnen
negeren zqnder van dit leven één
grote janboel te maken.
Welke zijn die normen dan wel?
Hier ligt de kernvraag. In het ver
leden ziju te. veel zaken als vanzelf
sprekend aanvaard. Nu hebben we
ontdekt dat er heel wat franje zit
rond zgn. onveranderlijke waarden.
Die franje proberen we te verwijde
ren en daarbij herontdekken we wat
wel en niet wezenlijk is.
Bij deze speurtocht naar het we
zenlijke der dingen worden fouten
gemaakt. Ons bezwaar nu tegen
Brabantia Nostra is, dat deze groe
pering hoofdzakelijk naar die fouten
kijkt en onvoldoende begrip toont
voor de toetsing van normen en
waarden, die thans op alle gebied
gaande is. Brabantia Nostra trekt
zich terug in de verdediging terwijl
zij midden in de discussie zou moe
ten staan, waardevolle ontwikkelin
gen stimulerend, corrigerend in het
geval van duidelijke ontsporingen.
KUIJPERS: Die term gebruikt Bra
bantia Nostra in die brief. Natuurlijk
zijn er grensoverschrijdingen. Moord
bijvoorbeeld. Maar er zijn er minder
dan wij denken. Wie bepaalt de gren
zen? Degenen die de taboes van de
oude samenleving normatief achten
en ze dan ook willen handhaven? We
moeten nuchter blijven en de handen
niet al te gauw verontwaardigd ten
hemel heffen: gewoon aanvaarden dat
de samenleving anders wordt. Dat
heeft met nivellering en het teloor
gaan van de wezenlijke waarden niets
te maken. Het betekent wel dat de
taboes van toen doorbroken worden.
We zoeken nu uit wat kan en wat niet
kan. We zoeken naar de grenzen van
de vrijheid die in de nieuwe samen
leving ruimer getrokken kunnen wor
den dan in de oude, dat staat vast.
Daar sputtert Brabantia Nostra tegen.
Dat moet het niet doen.
Wat moet het dan wél doen?
KUIJPERS: Brabantia Nostra heeft
in de jaren vijftig congressen gehou
den, bijvoorbeeld over het onderwijs
in Brabant, en de verhouding tussen
nieuwkomers en de oorspronkelijke
bevolking. Die congressen bieden een
stuk informatie, bewustwording van
het probleèm. Maar wat nu gebeurt
is een heel andere zaak: de bewust
wording wordt bij voorbaat ingedamd.
Zitten de mensen met al die ver
nieuwingen niet geweldig in de
knoop?
KUIJPERS: Ik geloof er niets van.
Die het moeilijk hebben, dat zijn de
veertigers. Het tijdschrift Dux heeft
er onlangs een heel nummer aan ge
wijd. Zij voelen zich bedreigd in al
hun zekerheden. Dat merk ik ook in
allerlei werkgroepen en commissies
waarin ik zit. Ze maken zich veel
zorgen om hun kinderen die Jan Cre-
mer lezen. Vooral de intellectuelen.
Maar die zijn dan ook groot gebracht
met het idee dat ze voorop moeten
gaan, een speciale taak hebben in de
maatschappij, een zending. Die „roe
pingsmensen" zijn bijzonder angstig,
bang voor wat zij verwarring noemen.
Daarmee bedoelen ze verwording, het
loslaten van al die oude vaste spel
regels en normen.
Moeten zjj dan geen leiding geven?
KUIJPERS: Niet normerend leiding
geven. Dat normerend, dat dicterend
leiderschap paste voor de oorlog nog
wel, denk ik. Het heeft iets paterna
listisch, iets van beter weten, iets
autoritairs. Het was toen in de dertiger
jaren, misschien de manier om de ont
wikkeling op gang te brengen. Maar
naarmate de samenleving gedifferen
tieerder wordt, groeit de behoefte aan
een ander soort leiderschap.
Wat voor soort leiderschap?
KUIJPEDS: Laten we zeggen: het
assisterend leiderschap. Je kunt ook
zeggen democratisch leiderschap, het
doet er niet toe. Je ziet die ontwik
keling in de kerk, ook in Brabant.
Vroeger werden de normen van de
preekstoel af voorgehouden, en liefst
zo concreet mogelijk. En niet alleen
op religieus, maar ook op maatschap
pelijk terrein.
Dat gebeurt niet meer. De kerk
zegt nu; laten we de mensen helpen,
assisteren, bij het zoeken naar oplos
singen. Er zijn geen geprefabriceerde
oplossingen meer te geven. Daar is de
maatschappij veel te ingewikkeld
voor geworden. Elke situatie is an
ders. Je kunt bijvoorbeeld niet meer
zeggen: een meisje dat zwanger wordt,
moet altijd en overal ook trouwen.
Zijn de mensen mondig genoeg? j
hebben zij geen behoefte aan wa«t
autoritair leiderschap, aan sterke man
nen?
KUJJPERS: Onzin, en nog kwalijke
0 ook. Waar gaat het in feite om? Niet
om de constructie van een brug waar
een hele hoop technische kennis voor
nodig is, maar om existentiële mo
menten: godsdienst, huwelijk, sex en
zovoorts. Of je nu alleen maar een
lts-diploma op zak hebt of bezitter
bent van een doctorsbul - dat doet er
dan toch niet toe? Jij zult jóuw ant
woord moeen vinden.
Ik denk dat de mensen geen behoef
te hebben aan Boodschappen. Als je
die toch zou geven, toch algemene
normen zou stellen, zou je trouwens
al gauw tot de ontdekking komen dat
de mensen ze naast zich neerleggen,
omdat het geen antwoorden zijn. De
mensen laten zich geen knollen voor
citroenen verkopen. Ze hebben mis
schien behoefte aan wat hulp, wat as
sistentie, bij het inspelen op het Pro"
bleem. Als je vindt dat ze de proble
men niet aankunnen, dan moet je zor
gen dat ze meer en betere informatie
krijgen - maar ze niet voor onmondig
verklaren!
Om het weer concreet te maken: de
sex-films en de sex-literatuur waar
mee de kiosken vol hangen.
KUIJPERS: Als Brabantia Nostra
zou je vier dingen kunnen doen. Net
doen of je het niet ziet (dat hebben
we met de prostitutie ook altijd ge
daan). Een heilige kruistocht houden,
maar dat is wégens de twijfelachtige
uitslag *af te raden. Een algemene
norm uitvaardigen: Blote Tijdschriften
Zijn Zeer Slecht. Maar ze zullen toch
verkocht worden. Het béste is dat je
de mensen de informatie geeft die ze
nodig hebben om sex in hun situatie,
hun huwelijk bijvoorbetld te kunnen
plaatsen, te integreren. En om er raad
mee te weten hoef je echt geen aca
demicus te zijn.
Een ander voorbeeld: de volkstaal
en andere vernieuwingen in de litur
gie.
KUIJPERS De Latijnse liturgie
was de weerspiegeling van een reli
gieuze ervaring, een diepe ervaring.
Ze paste in een bpaalde cultuur, was
tijdgebonden. Het is dwaas dat tijd-
gebondene nu te verabsoluteren en
te zeggen dat het eeuwig is. Een nieu
we tijd, een nieuwe liturgie. Ik geloof
wel dat de Nederlandse versjes die we
nu in de kerk zingen, uit cultureel
oogpunt bekeken; veel slechter zijn
dan het Gregoriaans. Maar dat wordt
wel beter. In Brabant is de kerk veel
verstandiger dan Brabantia Nostra:
zij identificeert zich niet meer met
de oude samenleving.
Er is in Brabant niet heftig tegen
de brieven van Brabantia; Nostra ge
protesteerd. Waarom niet?
KUIJPERS: Het spijt me dat ik het
moet zeggen, maar de provincie heeft
nog veel van de oude plattelandssa-
menleving. Wie anders is, wordt nog
altijd beschouwd als een godlooche
naar of een idioot - een vent die je
moet mijden, een vreemd element,
een bedreiging. Wie wil gemeden wor
den? Daarom hoor je in Brabant
veel kritiek. Er is geen voortgang van
binnen uit, maar slechts van boven
af. En als er kritiek is, weet men er
geen raad mee. Men raakt er soms
van in paniek. Kritiek op je zelf en
op anderen is belangrijk. Zij opent
de mogelijkheid om verouderde struc
turen op te ruimen. In Zuid-Amerika
moet er bloed voor vloeien, hier niet.
Het is wel duidelijk: mr. P. Kuijpers
loopt niet ver weg met „de Brabantse
eigenheid" waar Brabantia Nostra zo
pal voor staat.
Bij "bet afscheid zegt hij: „Het is
flauwekul. Het verleden wordt maat
gevend verklaard voor het heden en
dan nog alleen maar het verleden zo
als dat vorm gekregen heeft in de ty
pische gedragsregels van de Kempen.
Alsof er in het Land van Heusden en
Alten a of in West-Brabant geen Bra
banders wonen!" K. BASTIANEN
MERCEBES-BENZ
uw goede ster op atle wegen
By inruil op een 200D valt de waarde van uw huidige auto ongetwijfeld mee. Vraag het onderstaande dealer.
dealer voor westelijk Noord-Brabant en Tholen: N.V. Garage van Dongen-Jonkers,
Breda, Wilhelminasingel 42, tel. 01600-30350,Roosendaal, Hoogstraat 75, tel. 01650-5792
Bergen op Zoom, Guido Gezellelaan 40, tel. 01640-6318
dealer voor Zeeuwsch-Vlaanderen: N.V. Garage 't Hesten, Oostburg, Breedestraat 23, tel. 01170-2255
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Het VPRO-jongeren-
programma „Hoepla" van maandag
jongstleden, waarin zich een naakt
meisje sop het t.v.-scherm etaleerde,
getuigde volgens het oordeel van de
regering van slechte smaak. Dit heeft
minister-president De Jong gezegd in
antwoord op kritische opmerkingen
van ir. Van Dis (SGP) over dit pro
gramma.
PREMIER De Jong zei, dat zijn afkeu
ring ook ingegeven, werd door de
plaats die de Hoepla-uitzending in het
gehele avondprogramma innam: na
melijk vlak achter het zogenaamde
kinderuurtje. Dat de regering niet
bijtijds had ingegrepen, zoals ir. Van
Dis gewild had, is het gevolg van
het repressieve karakter van het over
heidstoezicht op radio- en t.v.-uitzen-
dingen, aldus premier De Jong. Die
controle geschiedt pas achteraf. Als
sancties staan dan maatregelefi als
intrekking van de zendmachtiging of
van zenduren ter beschikking.
DAAR komt in de toekomst ook de mo
gelijkheid van berisping bij. De pre
mier meende intussen dat de .Hoepla-
uitzending ook weer niet zo'n ernstig
gevaar voor de goede zeden had op
geleverd, dat het treffen van sancties
nodig is. Hij zei er wel op te ver
trouwen dat de omroepen zich van
hun verantwoordelijkheid bewust zul
len blijven.
DE heer Van Dis had eerder gezegd,
dat de betreffende uitzending „stof tot
ergernis aan velen'' had gegeven.
„Minister Klompé zal wel begrijpen
waarover het gaat, zodat ik geen ver
dere explicatie hoef te geven. Hier
behoort de regering krachtig in te
grijpen," aldus zei ir. Van Dis tot
grote hilariteit van de kamer.
DE heer Kronenburg (Boerenpartij)
sprak over zogenaamde progressieve
experimenten van de VPRO. Hij be
toogde dat de regering de officier van
justitie opdracht had moeten geven,
na te gaan, of hier een misdrijf was
gepleegd op grond van artikel 208
van het wetboek van strafrecht
(schending van de eerbaarheid) en
zonodig opdracht moest geven een
vervolging ia te (tellen.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG De verzekeringspre
mie voor de Algemene Wet Ziektekos
ten (AWZ) zal, volgens een raming
van de ziekenfondsraad, moeten stij
gen van 0,7 procent volgend jaar tot
1,6 procent in 1972. De rijksbijdrage
tot de totale kosten van deze verzeke
ring zal in dezelfde periode dalen van
62 naar 36 procent. Dit is door de mi
nister van Sociale Zaken B. Roolvink
en diens staatssecretaris dr. R. J. H.
Kruisinga meegedeeld in een brief aan
de Tweede Kamer.
De minister wijst er overigens op,
dat de ziekenfondsraad bij het opstel
len van de ramingen is uitgegaan
van veronderstellingen, waarvan de
realisatie pas in de praktijk kan wor
den bewezen. Toch worden de cijfers
van de ziekenfondsraad ,,in belangrij
ke mate indicatief" genoemd. De ver
zekeringskosten zouden volgend jaar
764 miljoen gulden zijn, met '-en rijks
bijdrage van 475 miljoen. De twee gul
den per dag, die door de helft van de
patiënten wordt betaald, levert nog
eens 23 miljoen gulden op. Er res
teert derhalve een bedrag van 266
miljoen gulden, dat door premies
moet worden gedekt.
Deze raming betekent, dat er een
premie moet worden geheven van
0,7 procent en niet, zoals aanvankelijk
was verondersteld, van 0,2 procent.
De ziekenfondsraad tekent hierbij aan
niet te kunnen nagaan, waardoor dit
verschil wordt veroorzaakt, aangezien
niet bekend is van welke veronder
stellingen het ministerie bij de bere
kening uitging.
De ziekenhuiskosten blijken aanzien
lijk sterker te stijgen dan de lonen
van de verplicht verzekerden. Vorig
jaar waren de stijgingspercentages
resp. 18,4 en 9,5.
Met als uitgangspunt een jaarlijkse
stijging van verpleegtarieven met
twaalf procent, van de lonen met les
procent, het aantal patiënten met drie
en de eigen bijdrage met 1,3 procent,
berekent de ziekenfondsraad ae kos
ten voor 1972 op 1.415 miljoen gulden.
Dit zal dan een premie vergen van
1,6 procent.
(ADVERTENTIE)
CUBY BLIZZARDS
'GROETEN UIT GROLLO'. NOG BETER DAN DE MET
|£]SON BEKROONDE LP 'DESOLATION'. 'N RE.
?ïlï!l.?,.LUES"SENSATIE- MET ANOTHER
DAY, ANOTHER ROAD, SOMEBODY WILL KNOW
£2&*&&BACKTÓ neworlews W
PHILIPS XPY855040 (STEREO)
1