MR. P. KUIJPERS (OPBOUWORGAAN) OVER ACHTERGROND BRABANTIA NOSTRA-REL BLOTE T.V.-JUF BOEIENDER DAN KLEDERDRACHT Waarom behelpt u zich. U kunt toch een Mercedes - Benz 200D rijden! YWZ-premie 0,7%, over vijf jaar 1,6% UITZENDING HOEPLA SLECHTE SMAAK ZIEKENFONDSRAAD BEREKENT: DAGBLAD DE STEM VAN ZATERDAG 14 OKTOBER 1967 Er zijn normen Weet u wel wat u mist? Rijden in een Mercedes-Benz is anders. Die ruimte, die kracht, dat wagen- en wegbeheersende sturen, de zekerheid van veiligheid. Laat u voorrekenen dat deze kapitale wagen bij 30.000 kilo meter per jaar de zuinigheid zélf is. Dieseizuinigheid. Maak deze week nog een openbarende proefrit in de machtige Mercedes-Benz 200 D. Ervaar het zelf. Bel meteen AGAM Amsterdam (020-719555) of de dichtst bijzijnde dealer. Er wacht een Mercedes-Benz200D op u. Regering over naakt: Hilariteit Stijging N.V PHONOGRAM) (ADVERTENTIE) „Die blote juffrouw op de televisie is veel interessanter dan de Bra bantse poffer en de Zeeuwse klederdrachten!" Deze uitdagend geformu leerde uitspraak komt van mr. P. Kuijpers, een van de twee directeuren van het Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant. We spraken met hem over de achtergronden van de deinfog die ontstaan is rond Brabantia Nostra, een stichting van intellectuelen „die voor algemene Brabantse belangen op wil komen", zoals voorzitter drs. J. van Casteren de doel stelling omschrijft. Eerstechter een overzicht van de kwestie. Mr. Kuijpers is er lid van; zijn naam staat op de ledenlijst onder die van commissaris van de koningin dr. C. Kortmann. Maar hij is het niet eens met de opvattingen van het dagelijks bestuur over „de Brabantse eigenheid". Hij zegt: „De Brabantse ziel is een volstrekt duistere zaak waarmee onderhand maar eens afgerekend moet worden". Op vrijdag 6 oktober verwijt DAG BLAD DE STEM het dagelijks be stuur van Brabantia Nostra „een vol strekt negatieve en defensieve hou ding ten aanzien van het nieuwe dat zich (gelukkig!) ook in Brabant aan dient". Aanleiding was een Brabantia- brief van 2 oktober, waarin het da gelijks bestuur het vertrouwen uit sprak „dat Brabant iets van zijn eigenheid zal weten te bewaren, waar door het zich kan blijven onderschei den van een omringende wereld, die steeds meer tendeert naar vervlak king en eenderheid en waarin wezen lijke waarden zo gemakkelijk teloor gaan?. Op zaterdag 7 oktober reageert Bra- bantia-voorzifcter Van Casteren in-onze krant met een ingezonden stuk. Daar in staat onder meer: „Is het mis plaatst vertrouwen te hopen dat de eigenheid van een gewest be waard kan blijven, die vanzelf een zeker verschil met de omringende wereld ten gevolge heeft? En is het te veel gezegd dat de omringende we reld naar vervlakking en eenderh^d tendeert? Ik denk dat elke socioloog een dergelijke uitspraak voor zijn re kening kan nemen". Drie dagen later, dinsdag 10 oktober, mbliceert DAGBLAD DE STEM een >rief van het dagelijks bestuur aan de Brabantia-centrale alsmede een daarbij gevoegd discussiestuk van de hand van stichting-secretaris P. Mut- saers. In de brief wordt een studie dag aangekondigd over de verande ringen op religieus, moreel, sociaal en cultureel terrein. Op woensdag 11 oktober maken wij bezwaar tegen de strekking van de brief, waaruit naar onze mening een autoritaire mentali teit spreekt. Er staat bijvoorbeeld: „Men discuteert over zaken die daar niet of nog niet rijp voor zijn, of zelfs over zaken die niet discutabel te stellen ziin". En dan nu het interview met mr. P. Kuijpers, tot nog toe het enige lid van Brabantia Nostra dat openlijk tegen de aanpak \*an het bestuur protesteert. Hij is jurist en geboren in Zeeuwsch- Vlaanderen (Kloosterzande), maar hij werkt dagelijks samen met socio logen en woont al vele jaren in Bra bant (Tilburg). Hij weet dus wel waar hij over praat. In het geding is „de eigenheid van Brabant". Vaak hoog geprezen, soms ook niet. Wat is dat, die eigenheid? KUIJPERS: Zoals elke samenleving heeft Brabant iets eigens: een verza meling opvattingen en gedragsregels, de erfenis van een bepaalde histori sche situatie. Vaak zijn het verstarde vormen, restanten van vroeger in het huidige cultuurpatroon. Ik protesteer, er tegen dat ze heilig verklaard wor den - en dat doet Brabantia Nostra. Daar zit de opvatting achter dat de mensen een aantal constante eigen schappen hebben die dan in Brabant beter ontwikkeld zouden zijn. Daar geloof ik niet in. Je kunt toch moei lijk volhouden dat de Brabander krachtens geboorte bijvoorbeeld trou wer kan zijn dan de Fries. De spreekwoordelijke Brabantse „trouw", eerbied voor het gezag, ge voel voor de betrekkelijkheid der dingen - dat zjjn Brabantse hoedanig heden die Brabantia Nostra verdedigt. KUIJPERS: Dat zogenaamde gevoel voor betrekkelijkheid is een mooi ex cuus om over je te laten lopen. En achter de hemelhoog geprezen trouw' schuilt meestal angst om het nieuwe te accepteren. Die houding is het restant van een plattelandscultuur me+ sterk autoritaire kenmerken: aan de ene kant de „heren" met hun ver meend goddelijk gezag en aan de an dere kant het volgzame volk. Dat is overigens geen uitsluitend Brabants verschijnsel. Je ziet het overal, veel sterker nog bijvoorbeeld In Zuid-Europa. Noord-Europa, ook Brabant, zit nu in een proces waarin die overherige plattelandscultuur plaab maakt voor een andere. Ik ver oordeel ze niet, ik prijs haar ook niet, maar ontleen er zeker geen nor men aan voor het heden, zoals Bra bantia Nostra doet. Brabantia Nostra vreest massifica tie, nivellering, vervlakking, eender heid. KUIJPERS: Een socioloog die deze termen gebruikt is een slecht socio- u" eers^e Plaats moet hij zich onthouden van waarde-oordelen, maar bovendien is het feitelijk gewoon on juist om van nivellering enz. te spre ken. Nivellering en eenvormigheid zijn juist de kenmerken van de oude samenleving. De nieuwe is gediffe- MR. P. KUIJPERS kritiek hard nodig rentieerd, pluriform. Zij geeft het in dividu veel meer ruimte dan vroeger. De socioloog zegt dus: géén nivelle ring, maar het tegendeel. Maar we dragen allemaal dezelfde pakjes, wonen in dezelfde huizen en kijken naar dezelfde t.v.-program- ma's KUIJPERS: Jawel, maar dat houdt nog geen gelijkschakeling van de ge dragspatronen in. Dezelfde t.v.-pro- gramma's da*s één kant van de medaille. De andere is dat de ont wikkeling van de techniek de samen.* leving juist gevarieerder gemaakt heeft. Denk maar eens aan het enor me aantal beroepen^ terwijl vroeger iedereen iets agrarisch' deed. Als ge volg daarvan zijn er ook meer soorten gedragsregels ontstaan. En dan is er nog een punt: de schaalvergroting, maar dat brengt al evenmin nivellering teweeg. Onze actieradius is groter geworden: wat in Vietnam gebeurt zit op onze huid, ons netvlies. De samenleving, de col lectiviteit. is groter dan ooit, maar toch minder dwingend. Veel soorten gedrag. Ook veel soor ten gedragsregels, normen? KUIJPERS: Pluriformiteit betekent inderdaad ook „plurinormiteit". We zijn lid van verschillende groepen en elke groep heeft zijn code, zijn nor men. Als je bij de groep journalisten hoort, moet je je aan de groepscode houden. Voor de rest zijn er in onze maatschappij nog wat elementaire re gels, maar die liggen ook nogal ver schillend. Er is veel ruimte voor af wijkend gedrag en dat werd vroe ger alleen aan de dorpsidioot toege staan. Heeft bijvoorbeeld een algemene zedelijke norm als trouw-zyn dan niets meer te betekenen? KUIJPERS: Trouw is een belang rijke waarde in het menselijk leven, een wezenlijke waarde, maar die gaat helemaal niet „teloor", zoals Braban tia Nostra dat zo fraai zegt. De trouw wordt alleen op een andere manier gerealiseerd dan in het oude Brabant. Toen betekende trouw bijvoorbeeld: je vasthouden aan je familie. Dat moest toen wel, de economische om standigheden waren er naar: de fa milie was ook arbeidsgroep en deser tie van elk lid maakte het leven voor de anderen nog moeilijker. En was dus ontrouw. Nu zijn onze relaties veelvulddger en veelsoortiger geworden. Sommige zijn intens, andere vluchtig en een heleboel zitten er tussen in. Ze stellen elk hun eigen eisen aan de trouw van de partners. Ook de trouw is veelvor- miger geworden. E- zijn gewoon geen algemene regels te stellen, geen pas klare oplossingen voor alle situaties. Om concreet te zijn: kun je dan, bijvoorbeeld, ook niet zeggen dat mini-rokken altijd en overal afkeu renswaardig zijn? KUIJPERS: Dat kun je niet zeggen, nee. Toen ik nog in Zeeland zat, stelde iemand voor om de traditionele klederdracht aan te passen aan deze tijd. De baaien rokken moesten „ver taald" worden voor de meisjes van nu. Daarbij werd eenvoudig vergeten dat klederdracht, mode, een uitdruk kingsvorm is van dé relatie man vrouw. De. kleding wijzigt zich met de opvattingen daarover, en die zijn sterk in beweging. Dat blote meisje op de televisie, juffrouw Bloom, is als symptoom veel interessanter dan de Brabantse poffer, al owrdt die nog zo aangepast. Blote meisjes op de t.v., gaat dat niet veel te ver? KUIJPERS: Ja ja, worden zo de normen niet op losse schroeven ge steld, nietwaar? Nou, ze staan al op losse schroeven. De norm „Bloot Slaat Dood" bijvoorbeeld. En dat vind je weerspiegeld in t.v.-programma's, radiorubrieken en de kranten. We zijn bezig nieuwe gedragsregels te zoeken, en dat moeten we ook doen. De bestaande normep, veelal over geleverd uit de plattelandscultuur, worden door een aantal mensen wel bewust op de proef gesteld. De pro vo's, Zo is het, en nu Hoepla ze tasten de grenzen af. Ik vind dat een positieve bijdrage tot het maatschap pelijk vernieuwingsproces. Zjjn dat dan geen „grensoverschrij dingen"? Bijgaand interview zal, hopen wij, een nuttige bijdrage kunnen leveren aan de discussie over normen, mas sificatie en veranderende gedrags patronen, die door Brabantia Nostra nolens volens op gang is gebracht. Om misverstand te vermijden: de zienswijze van mr. Kuijpers is niet op alle punten gelijk aan de onze. By alle veelheid van normen zijn er waarden, zijn er normen en gedrags regels, die wij niet straffeloos kunnen negeren zqnder van dit leven één grote janboel te maken. Welke zijn die normen dan wel? Hier ligt de kernvraag. In het ver leden ziju te. veel zaken als vanzelf sprekend aanvaard. Nu hebben we ontdekt dat er heel wat franje zit rond zgn. onveranderlijke waarden. Die franje proberen we te verwijde ren en daarbij herontdekken we wat wel en niet wezenlijk is. Bij deze speurtocht naar het we zenlijke der dingen worden fouten gemaakt. Ons bezwaar nu tegen Brabantia Nostra is, dat deze groe pering hoofdzakelijk naar die fouten kijkt en onvoldoende begrip toont voor de toetsing van normen en waarden, die thans op alle gebied gaande is. Brabantia Nostra trekt zich terug in de verdediging terwijl zij midden in de discussie zou moe ten staan, waardevolle ontwikkelin gen stimulerend, corrigerend in het geval van duidelijke ontsporingen. KUIJPERS: Die term gebruikt Bra bantia Nostra in die brief. Natuurlijk zijn er grensoverschrijdingen. Moord bijvoorbeeld. Maar er zijn er minder dan wij denken. Wie bepaalt de gren zen? Degenen die de taboes van de oude samenleving normatief achten en ze dan ook willen handhaven? We moeten nuchter blijven en de handen niet al te gauw verontwaardigd ten hemel heffen: gewoon aanvaarden dat de samenleving anders wordt. Dat heeft met nivellering en het teloor gaan van de wezenlijke waarden niets te maken. Het betekent wel dat de taboes van toen doorbroken worden. We zoeken nu uit wat kan en wat niet kan. We zoeken naar de grenzen van de vrijheid die in de nieuwe samen leving ruimer getrokken kunnen wor den dan in de oude, dat staat vast. Daar sputtert Brabantia Nostra tegen. Dat moet het niet doen. Wat moet het dan wél doen? KUIJPERS: Brabantia Nostra heeft in de jaren vijftig congressen gehou den, bijvoorbeeld over het onderwijs in Brabant, en de verhouding tussen nieuwkomers en de oorspronkelijke bevolking. Die congressen bieden een stuk informatie, bewustwording van het probleèm. Maar wat nu gebeurt is een heel andere zaak: de bewust wording wordt bij voorbaat ingedamd. Zitten de mensen met al die ver nieuwingen niet geweldig in de knoop? KUIJPERS: Ik geloof er niets van. Die het moeilijk hebben, dat zijn de veertigers. Het tijdschrift Dux heeft er onlangs een heel nummer aan ge wijd. Zij voelen zich bedreigd in al hun zekerheden. Dat merk ik ook in allerlei werkgroepen en commissies waarin ik zit. Ze maken zich veel zorgen om hun kinderen die Jan Cre- mer lezen. Vooral de intellectuelen. Maar die zijn dan ook groot gebracht met het idee dat ze voorop moeten gaan, een speciale taak hebben in de maatschappij, een zending. Die „roe pingsmensen" zijn bijzonder angstig, bang voor wat zij verwarring noemen. Daarmee bedoelen ze verwording, het loslaten van al die oude vaste spel regels en normen. Moeten zjj dan geen leiding geven? KUIJPERS: Niet normerend leiding geven. Dat normerend, dat dicterend leiderschap paste voor de oorlog nog wel, denk ik. Het heeft iets paterna listisch, iets van beter weten, iets autoritairs. Het was toen in de dertiger jaren, misschien de manier om de ont wikkeling op gang te brengen. Maar naarmate de samenleving gedifferen tieerder wordt, groeit de behoefte aan een ander soort leiderschap. Wat voor soort leiderschap? KUIJPEDS: Laten we zeggen: het assisterend leiderschap. Je kunt ook zeggen democratisch leiderschap, het doet er niet toe. Je ziet die ontwik keling in de kerk, ook in Brabant. Vroeger werden de normen van de preekstoel af voorgehouden, en liefst zo concreet mogelijk. En niet alleen op religieus, maar ook op maatschap pelijk terrein. Dat gebeurt niet meer. De kerk zegt nu; laten we de mensen helpen, assisteren, bij het zoeken naar oplos singen. Er zijn geen geprefabriceerde oplossingen meer te geven. Daar is de maatschappij veel te ingewikkeld voor geworden. Elke situatie is an ders. Je kunt bijvoorbeeld niet meer zeggen: een meisje dat zwanger wordt, moet altijd en overal ook trouwen. Zijn de mensen mondig genoeg? j hebben zij geen behoefte aan wa«t autoritair leiderschap, aan sterke man nen? KUJJPERS: Onzin, en nog kwalijke 0 ook. Waar gaat het in feite om? Niet om de constructie van een brug waar een hele hoop technische kennis voor nodig is, maar om existentiële mo menten: godsdienst, huwelijk, sex en zovoorts. Of je nu alleen maar een lts-diploma op zak hebt of bezitter bent van een doctorsbul - dat doet er dan toch niet toe? Jij zult jóuw ant woord moeen vinden. Ik denk dat de mensen geen behoef te hebben aan Boodschappen. Als je die toch zou geven, toch algemene normen zou stellen, zou je trouwens al gauw tot de ontdekking komen dat de mensen ze naast zich neerleggen, omdat het geen antwoorden zijn. De mensen laten zich geen knollen voor citroenen verkopen. Ze hebben mis schien behoefte aan wat hulp, wat as sistentie, bij het inspelen op het Pro" bleem. Als je vindt dat ze de proble men niet aankunnen, dan moet je zor gen dat ze meer en betere informatie krijgen - maar ze niet voor onmondig verklaren! Om het weer concreet te maken: de sex-films en de sex-literatuur waar mee de kiosken vol hangen. KUIJPERS: Als Brabantia Nostra zou je vier dingen kunnen doen. Net doen of je het niet ziet (dat hebben we met de prostitutie ook altijd ge daan). Een heilige kruistocht houden, maar dat is wégens de twijfelachtige uitslag *af te raden. Een algemene norm uitvaardigen: Blote Tijdschriften Zijn Zeer Slecht. Maar ze zullen toch verkocht worden. Het béste is dat je de mensen de informatie geeft die ze nodig hebben om sex in hun situatie, hun huwelijk bijvoorbetld te kunnen plaatsen, te integreren. En om er raad mee te weten hoef je echt geen aca demicus te zijn. Een ander voorbeeld: de volkstaal en andere vernieuwingen in de litur gie. KUIJPERS De Latijnse liturgie was de weerspiegeling van een reli gieuze ervaring, een diepe ervaring. Ze paste in een bpaalde cultuur, was tijdgebonden. Het is dwaas dat tijd- gebondene nu te verabsoluteren en te zeggen dat het eeuwig is. Een nieu we tijd, een nieuwe liturgie. Ik geloof wel dat de Nederlandse versjes die we nu in de kerk zingen, uit cultureel oogpunt bekeken; veel slechter zijn dan het Gregoriaans. Maar dat wordt wel beter. In Brabant is de kerk veel verstandiger dan Brabantia Nostra: zij identificeert zich niet meer met de oude samenleving. Er is in Brabant niet heftig tegen de brieven van Brabantia; Nostra ge protesteerd. Waarom niet? KUIJPERS: Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar de provincie heeft nog veel van de oude plattelandssa- menleving. Wie anders is, wordt nog altijd beschouwd als een godlooche naar of een idioot - een vent die je moet mijden, een vreemd element, een bedreiging. Wie wil gemeden wor den? Daarom hoor je in Brabant veel kritiek. Er is geen voortgang van binnen uit, maar slechts van boven af. En als er kritiek is, weet men er geen raad mee. Men raakt er soms van in paniek. Kritiek op je zelf en op anderen is belangrijk. Zij opent de mogelijkheid om verouderde struc turen op te ruimen. In Zuid-Amerika moet er bloed voor vloeien, hier niet. Het is wel duidelijk: mr. P. Kuijpers loopt niet ver weg met „de Brabantse eigenheid" waar Brabantia Nostra zo pal voor staat. Bij "bet afscheid zegt hij: „Het is flauwekul. Het verleden wordt maat gevend verklaard voor het heden en dan nog alleen maar het verleden zo als dat vorm gekregen heeft in de ty pische gedragsregels van de Kempen. Alsof er in het Land van Heusden en Alten a of in West-Brabant geen Bra banders wonen!" K. BASTIANEN MERCEBES-BENZ uw goede ster op atle wegen By inruil op een 200D valt de waarde van uw huidige auto ongetwijfeld mee. Vraag het onderstaande dealer. dealer voor westelijk Noord-Brabant en Tholen: N.V. Garage van Dongen-Jonkers, Breda, Wilhelminasingel 42, tel. 01600-30350,Roosendaal, Hoogstraat 75, tel. 01650-5792 Bergen op Zoom, Guido Gezellelaan 40, tel. 01640-6318 dealer voor Zeeuwsch-Vlaanderen: N.V. Garage 't Hesten, Oostburg, Breedestraat 23, tel. 01170-2255 (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Het VPRO-jongeren- programma „Hoepla" van maandag jongstleden, waarin zich een naakt meisje sop het t.v.-scherm etaleerde, getuigde volgens het oordeel van de regering van slechte smaak. Dit heeft minister-president De Jong gezegd in antwoord op kritische opmerkingen van ir. Van Dis (SGP) over dit pro gramma. PREMIER De Jong zei, dat zijn afkeu ring ook ingegeven, werd door de plaats die de Hoepla-uitzending in het gehele avondprogramma innam: na melijk vlak achter het zogenaamde kinderuurtje. Dat de regering niet bijtijds had ingegrepen, zoals ir. Van Dis gewild had, is het gevolg van het repressieve karakter van het over heidstoezicht op radio- en t.v.-uitzen- dingen, aldus premier De Jong. Die controle geschiedt pas achteraf. Als sancties staan dan maatregelefi als intrekking van de zendmachtiging of van zenduren ter beschikking. DAAR komt in de toekomst ook de mo gelijkheid van berisping bij. De pre mier meende intussen dat de .Hoepla- uitzending ook weer niet zo'n ernstig gevaar voor de goede zeden had op geleverd, dat het treffen van sancties nodig is. Hij zei er wel op te ver trouwen dat de omroepen zich van hun verantwoordelijkheid bewust zul len blijven. DE heer Van Dis had eerder gezegd, dat de betreffende uitzending „stof tot ergernis aan velen'' had gegeven. „Minister Klompé zal wel begrijpen waarover het gaat, zodat ik geen ver dere explicatie hoef te geven. Hier behoort de regering krachtig in te grijpen," aldus zei ir. Van Dis tot grote hilariteit van de kamer. DE heer Kronenburg (Boerenpartij) sprak over zogenaamde progressieve experimenten van de VPRO. Hij be toogde dat de regering de officier van justitie opdracht had moeten geven, na te gaan, of hier een misdrijf was gepleegd op grond van artikel 208 van het wetboek van strafrecht (schending van de eerbaarheid) en zonodig opdracht moest geven een vervolging ia te (tellen. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG De verzekeringspre mie voor de Algemene Wet Ziektekos ten (AWZ) zal, volgens een raming van de ziekenfondsraad, moeten stij gen van 0,7 procent volgend jaar tot 1,6 procent in 1972. De rijksbijdrage tot de totale kosten van deze verzeke ring zal in dezelfde periode dalen van 62 naar 36 procent. Dit is door de mi nister van Sociale Zaken B. Roolvink en diens staatssecretaris dr. R. J. H. Kruisinga meegedeeld in een brief aan de Tweede Kamer. De minister wijst er overigens op, dat de ziekenfondsraad bij het opstel len van de ramingen is uitgegaan van veronderstellingen, waarvan de realisatie pas in de praktijk kan wor den bewezen. Toch worden de cijfers van de ziekenfondsraad ,,in belangrij ke mate indicatief" genoemd. De ver zekeringskosten zouden volgend jaar 764 miljoen gulden zijn, met '-en rijks bijdrage van 475 miljoen. De twee gul den per dag, die door de helft van de patiënten wordt betaald, levert nog eens 23 miljoen gulden op. Er res teert derhalve een bedrag van 266 miljoen gulden, dat door premies moet worden gedekt. Deze raming betekent, dat er een premie moet worden geheven van 0,7 procent en niet, zoals aanvankelijk was verondersteld, van 0,2 procent. De ziekenfondsraad tekent hierbij aan niet te kunnen nagaan, waardoor dit verschil wordt veroorzaakt, aangezien niet bekend is van welke veronder stellingen het ministerie bij de bere kening uitging. De ziekenhuiskosten blijken aanzien lijk sterker te stijgen dan de lonen van de verplicht verzekerden. Vorig jaar waren de stijgingspercentages resp. 18,4 en 9,5. Met als uitgangspunt een jaarlijkse stijging van verpleegtarieven met twaalf procent, van de lonen met les procent, het aantal patiënten met drie en de eigen bijdrage met 1,3 procent, berekent de ziekenfondsraad ae kos ten voor 1972 op 1.415 miljoen gulden. Dit zal dan een premie vergen van 1,6 procent. (ADVERTENTIE) CUBY BLIZZARDS 'GROETEN UIT GROLLO'. NOG BETER DAN DE MET |£]SON BEKROONDE LP 'DESOLATION'. 'N RE. ?ïlï!l.?,.LUES"SENSATIE- MET ANOTHER DAY, ANOTHER ROAD, SOMEBODY WILL KNOW £2&*&&BACKTÓ neworlews W PHILIPS XPY855040 (STEREO) 1

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1967 | | pagina 7